peda schreef: ↑23 sep 2018, 13:42Zo weet ik niet of er in het Jodendom scholen zijn die het Sjema niet kennen, en "JHWH" zien als Opperhoofd van een Godenrijk. Vandaar mijn vraag aan Mart of het Sjema in Deut. taalkundig ( Hebreeuws ) ook de mogelijkheid biedt voor de interpretatie van God naast God. Als ik het antwoord ken, ga ik verder met denken.
Het Judaisme kent geen scholen die polytheïstisch zijn. Allen respecteren het sjema Jisra'el en geen gaat uit van een samengesteld meervoud. Ik ben ervan op de hoogte dat er messiaanse Joden en Trinitariërs zijn die beweren dat ''elohiem'' in het Sjema Jisra'el een meervoudig woord is, maar dat is m.i. een onhoudbare interpretatie. Niet alleen vanwege het Hebreeuws, maar eveneens vanwege het feit dat het Shema één van de voornaamste passages uit de gehele T'NaCH is en ook het NT deze tekst enkelvoudig heeft toegepast. In Markus 12:28-34 komt bijv. een schriftgeleerde naar Jezus toe met de vraag wat het grootste gebod is. Jezus antwoordde: ''
het eerste van alle is: 'Hoor Israel! De Heer onze God is één Heer'." Hier wordt het perfecte equivalent van het Shema in het Grieks gegeven, en in het Grieks is het mogelijk om zowel aan de hand van de gebruikte zelfstandige naamwoorden, het werkwoord "zijn", als aan de hand van lidwoorden, het meervoud en enkelvoud te bepalen. Het Grieks geeft het volgende: απεκριθη ο ιησους οτι πρωτη εστιν ακουε ισραηλ κυριος ο θεος ημων κυριος εις εστιν. Zowel κυριος (= J-H-W-H), als ο (= de), als θεος (= 'Elohiem), als de werkwoordsvorm "zijn" (εστιν) aan het eind van de zin, zijn allen mannelijk enkelvoud – dus ook θεος (‘Elohiem). Indien de Elohiem in het Sjema uit meerdere personen had bestaan, dan zou er "Theoi" moeten hebben staan.
In tegenstelling tot het Sjema, vormen teksten als 2 Samuel 7:23 en Genesis 35:7 daarentegen een daadwerkelijk probleem vanwege een niet-te-ontkennen meervoud van JHWH: Goden.
Theologisch volg ik de christelijke basis.
Bedoel je met ''theologisch'' wellicht ''exegetisch''? Ik vraag dit omdat de Bijbelwetenschap en impliciet de tekstkritiek een essentieel onderdeel van de theologie vormt, waarbij een meerderheid tegenwoordig uitgaat van een polytheïstisch verleden voorafgaand aan de Torah en het ontstaan van de Torah zelf plaatst rond 600 jaar voor het begin van de Christelijke jaartelling. Men neemt tegenwoordig over het algemeen aan dat de Torah een product was van de Babylonische ballingschap, gebaseerd op voorafgaande mondelinge traditie en enkele geschreven teksten. Ook tekstcritici nemen de meervoudige naam- en werkwoorden veelal als aanwijzing voor een polytheïstisch verleden.
Uiteraard kan men de teksten eveneens exegetisch benaderen zoals de systematische theologie doet. En hoewel ik persoonlijk niet religieus meer ben, trekt exegese me nog steeds aan vanwege het esthetische aspect. Vandaar dat ik bij tekstuitleg soms zowel de Joodse Mikra'ot Gedolot als de commentaren van Christelijke bronnen raadpleeg. Niet zozeer omwille van waarheidsvinding, maar voornamelijk vanwege de elegantie waarmee textuele issues worden behandeld.
Naast een exegetische benadering bestaat er eveneens een gerelateerde grammaticale benadering voor de meervoudsvormen: attractie (het beïnvloeden van de uitgang van naam- en werkwoorden door de directe omgeving). Het komt sporadisch voor dat naam- en werkwoorden een afwijkende uitgang aannemen die veroorzaakt wordt door de omgeving van het woord. In 1 Samuel 2:4 zegt de Hebreeuwse tekst: "קשת גברים חתים ונכשלים אזרו חיל", wat letterlijk betekent: "
de boog (keshet [enkelvoud])
van de machtige mannen worden gebroken (chatiem [meervoud])." Of Jesaja 54:7 waar het zinsdeel "
en met grote genade" in het Hebreeuws "
oewrachamiem g'doliem" met een meervoudige uitgang en een meervoudig naamwoord staat geschreven. Ter vergelijking: de Septuagint vertaalt het intensief meervoudige Hebreeuws correct naar het Grieks als enkelvoudig genitief – ελεος. Etc. Bovendien werd ook naar de geestverschijning van Samuel via meervoudige werkwoorden gerefereerd, net zoals het Gouden Kalf zowel via enkelvoudige als via meervoudige naam- en werkwoorden werd geduid; etc. Men past vervolgens dit principe toe op vergelijkbare passages waar JHWH als het meervoudige ''Goden'' wordt neergezet.
Hoewel exegese en grammatica zondermeer een elegante en esthetische uitweg kunnen bieden, bepaalt binnen het verband van objectieve waarheidsvinding de wet van de spaarzaamheid uit de kennistheorie dat de simpele these van een polytheïstische oorsprong als aannemelijker zal moeten worden beschouwd dan de uitgebreide gecompliceerde exegetische verklaringen die apriori een veronderstelde monotheïstische oorsprong verdedigen, aangezien de eerste duidelijk de minste aannames bevat.
Zionisme: de succesvolle herovering van wat van ons is – rechtvaardig, onvermijdelijk, onmiskenbaar.