Messenger schreef: 26 feb 2020, 11:45
Inktvlam schreef: 25 feb 2020, 15:09
peda schreef: 25 feb 2020, 13:46eigenlijk ben ik in mijn gesprek met Messenger bezig met een antwoord te zoeken op de vraag of de Volmaakte Godsvonk (in de Messenger wereld) wel "' heling "' nodig heeft, voor het op deze wereld ervaren onrecht. Het is een lastige omdat de Godsvonk- leren die mij bekend zijn niet uitgaan van de Volmaaktheid/ Volkomenheid van de Godsvonk.
Nee, de godsvonk (ofwel de geest) heeft geen heling of lering nodig, die heeft alles al volmaakt in zich. Hij moet alleen gewekt worden door de ziel. Ziel en geest moeten één worden door de liefde.
Op het moment dat de rol van het lichaam is uitgespeeld, en daarbij het ego verdwijnt (op de herinneringen na aan dat ego van de geest), is de geest herenigd met de Godsvonk/Ziel en wordt het volledige bewustzijn teruggegeven aan de geest.
Daarbij is er ook volkomen begrip van het hoe/waarom van alles dat is ervaren en is daarmee ook alle leed van de geest genezen en geheeld.
De geest zal zich net zo min nog zien als slachtoffer noch als dader, zich nu volledig realiserend dat de geest zowel het een als de ander was.
Mattheus 25 vers 35-40 schreef:
Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd.
Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen.
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven?
En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed?
En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen?
En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.
Deze teksten uit de bijbel (
https://www.online-bijbel.nl/bijbelboek ... s/25/31-46) tonen woorden van gelijke strekking. Dat bewustzijn wordt de ervaring van elke geest, zo ook in de levensschouw bij het sterven wanneer de geest zichzelf ervaart door de ogen van anderen.
Vertaling van de NWV zegt het zo:
Mattheüs 25:
35 Want toen ik honger had, hebben jullie me iets te eten gegeven. Toen ik dorst had, hebben jullie me iets te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en toch hebben jullie me gastvrij ontvangen.
36 Ik was naakt en jullie hebben me kleding gegeven. Toen ik ziek was, hebben jullie me verzorgd. Toen ik in de gevangenis zat, hebben jullie me bezocht.”
37 Dan zullen de rechtvaardigen hem vragen: “Heer, wanneer hebben we gezien dat u honger of dorst had en hebben we u iets te eten of te drinken gegeven?
38 Wanneer hebben we u als vreemdeling gezien en u gastvrij ontvangen, of naakt en hebben we u kleding gegeven? 39 Wanneer hebben we gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en hebben we u bezocht?”
40 De Koning zal antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van de minsten van deze broeders van mij hebben gedaan, hebben jullie voor mij gedaan.”
In de encyclopedie "inzicht in de schrift" wordt rechtvaardig verklaren a.d.h.v. de bijbel uitgelegd.
Betreffende de gegeven Schriftplaats staat o.a. dit:
In een door Jezus geuite
illustratie of gelijkenis die betrekking heeft op de tijd waarin hij in Koninkrijksheerlijkheid komt, worden met schapen te vergelijken personen „rechtvaardigen” genoemd (Mt 25:31-46). Het is echter opmerkenswaard dat in deze illustratie de „rechtvaardigen” worden voorgesteld als een aparte groep personen die onderscheiden zijn van degenen die door Christus ’mijn broeders’ worden genoemd (Mt 25:34, 37, 40, 46; vgl. Heb 2:10, 11). Omdat deze met schapen te vergelijken personen hulp bieden aan de geestelijke „broeders” van Christus, en daarmee blijk geven van hun geloof in Christus zelf, worden zij door God gezegend en worden zij „rechtvaardigen” genoemd. Net als Abraham wordt hun een rechtvaardige positie toegerekend; zij worden rechtvaardig verklaard als vrienden van God (Jak 2:23).