Jammer dat mensen met Down niet welkom zijn bij God.Jon schreef: 22 jun 2025, 18:02Tufkah schreef: 22 jun 2025, 17:22 Ik heb iemand gekend met het syndroom van Down en die man bezat inderdaad een onbegrijpelijke zuiverheid. Met zintuigelijke waarnemendheid zie je alleen maar iemand waar je medeleven voor zou voelen (empathie). De werkelijkheid zit anders. Met iemand met het syndroom van Down kun je geen goed gesprek houden, maar zo iemand kan enorm zuiver zijn (ik kan ook geen andere woord vinden). Daar loop je als mens ook enigszins op vast. Als natuurlijke mens ben je gewend om mensen te oordelen naar hun uiterlijk. Maar het "innerlijke" heeft "een blik" welke ook mijn begrijpen te boven gaat.
En natuurlijk zal dat niet voor iedere "Downie" gelden. Maar ik behoor niet tot degenen die beweren dat mentaal gehandicapten geen waarde hebben. Ieder mens is van waarde, de kwestie is alleen of we die waarde zintuigelijk vast stellen. Of dat we een hogere octaaf in onszelf vinden om de zaken te bekijken.
Ik heb het voorrecht genoten om in mijn vrijwilligerswerk met een flink aantal mensen met Down Syndroom te hebben mogen werken. Heel mooie openbaringen in en door hen heen mogen ervaren en een vreugde om de Zoon ook in hen te leren kennen. Wát een rijkdom. Daar ben ik nog elke dag dankbaar om. Dan leer je het oordelen wel af, als je dat al deed. Voeg de mensen met DS en dementie maar rustig in in Mattheus 25. Dat is veel letterlijker waar dan de natuurlijke mens kan bevroeden. Voeg maar rustig in “want ik had Down en gij hebt mij met liefdevolle aandacht en respect bejegend.”
Mattheus 25:
31 En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid.
32 En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt.
33 En Hij zal de schapen tot Zijn rechterhand zetten, maar de bokken tot Zijn linkerhand.
34 Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.
35 Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd.
36 Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen.
37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven?
38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed?
39 En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen?
40 En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.
41 Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is.
42 Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven;
43 Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht.
44 Dan zullen ook dezen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend?
45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan.
46 En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven
(Leviticus 21:18-23) Want geen man, in wien een gebrek zal zijn, zal naderen, hij zij een blind man, of kreupel, of te kort, of te lang in leden; Of een man, in wien een breuk des voets, of een breuk der hand zal zijn; 20 Of die bultachtig, of dwergachtig zal zijn, of een vel op zijn oog zal hebben, of droge schurftheid, of etterige schurftheid, of die gebroken zal zijn aan zijn gemacht................... Doch tot den voorhang zal hij niet komen, en tot het altaar niet toetreden, omdat een gebrek in hem is; opdat hij Mijn heiligdommen niet ontheilige; want Ik ben de HEERE, die hen heilige