ericjan schreef:
Zoals Hebreeen 12 zegt:
1 Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,
De wedloop om het Loon te ontvangen. Een wedloop vraagt inspanning.
Afleggen betekent "voor dood houden" afleggen doe je namelijk als iemand gestorven is. Dat is geen dagelijkse bezigheid maar éénmalig, eenmaal afgelegd gaat de mens het graf in of de oven.
Een wedloop lopen die voor ons ligt zouden we lopen met volharding, ( er staat geen inspanning) en het gaat dan om die lauwerkrans, dus om het loon en niet om behoud.
2 terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.
Jezus daarbij niet uit het oog verliezen, want Hij is de Voleinder, God verleent genade in Hem aan ons wanneer onze wedloop met de Wet van God minder soepel gaat dan we zelf naar verlangen.
Hij was de Voleinder des geloofs omdat Hij na Zijn vernedering tot in het diepste van de aarde kon zien op de vreugde die Hem was voorgesteld. Let op dat dit volledig over de Here Jezus gaat.
De rest van de zin is jouw beleving dus spreekt niet over "ons" of "wij", ik herken het namelijk niet.
3 Want let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.
4 U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde.
We dienen nog steeds tot bloedens toe strijden tegen en weerstand te bieden tegen de zonde.
Verzwakking en bezwijking in uw zielen staat er geschreven, er staat niet verzwakt en bezwijking in uw wil of kracht of wilskracht of geloof. Dat staat er niet. Het woord strijd is het woordje agoon en lijdzaamheid is ons woord "passie" dat is de eigenschap waarmee wij de loopbaan zouden lopen en wat ons voorgesteld is, is wel ons loon, maar dat staat er niet, er staat onze loopbaan. Die is ons voorgesteld. Het bezwijken en verflauwen vinden wij terug in Lucas 22 vers 44. Het gaat hier ook over de strijd van de Heer , er staat het woord "antagonisomai".
Lucas 22 vers 44 : "En in zwaren strijd ( agonia) zijnde bad Hij te ernstiger, en Zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloed die op de aarde afliepen. En toen Hij opstond van Zijn gebed tot bloedens toe, vond Hij Zijn discipelen slapende.
Hoezo God verhoort het gebed. Denk ik dan. In ons geval kunnen wij alleen weerstand bieden tegen de zonde door de wapenrusting uit Efeze 6 aan te doen. Want de Heer zei ooit tegen Mozes: "Ik zal voor U strijden en Gij zult stille zijn" en daarin is niets veranderd. Hij is Dezelfde NU!
5 En u bent de vermaning vergeten waarmee u als kinderen wordt aangesproken: Mijn zoon, acht de bestraffing van de Heere niet gering en bezwijk niet, als u door Hem terechtgewezen wordt.
Vader God van Israel straft nog steeds en wijst ons terecht wanneer we de Wet overtreden.
6 Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt.
Vader God van Israel bestraft immers wie Hij liefheeft.
Je voegt hier zelf Israël aan toe, maar de Hebr, brief is niet aan Israël geschreven maar aan de Gemeente uit Jood en heiden, het staat er ook niet. En zo krijgt voor mij de tekst een lading die God niet bedoeld heeft.
Want het gaat om het woordje pedagogiek en dat is opvoeden en wij worden opgevoed door Gods Woord en niet door straf of kastijding. Als je het dan toch toe wilt passen op Israël dan wacht hen inderdaad een zware straf.
Maar dat staat hier niet, dus ik distantieer mij van deze laatste uitleg.
7 Als u bestraffing verdraagt, behandelt God u als kinderen. Want welk kind is er dat niet door zijn vader bestraft wordt?
We worden geacht deze straf van God te verdragen wanneer we Zijn Wet overtreden, dan pas zal God ons behandelen als Zijn kinderen, zoals een aardse vader ook zijn kinderen straft indien nodig.
8 Maar als u zonder bestraffing bent, waar allen deel aan hebben gekregen, bent u bastaarden en geen kinderen.
God straft al Zijn kinderen, wie niet gestraft wordt is niet Zijn kind !!!!
Dit is heel mooie,... het gaat hier om kinderen die op zouden groeien tot het zoonschap en niet om bastaarden. En het gaat om volledige onderwerping aan de Vader, de Geestelijke Vader en niet de aardse vaders die ons ook gekastijd hebben tot volwassenheid, dat is de tegenstelling , namelijk dat als we aan onze vaders gehoorzaam konden zijn, waarom dan niet aan onze Geestelijke Vader in Christus?
En weer voeg je zelf iets toe wat er NIET staat namelijk "we worden geacht deze straf van God te verdragen wanneer we Zijn Wet overtreden" dat staat er totaal niet en wat ik erger vind is dat je zegt "dan pas zal God ons behandelen als Zijn kinderen, zoals een aardse vader enz... Je draait het precies om. Onze vaderen zijn niet de norm, maar God is de norm en God ziet ons aan in Christus en" behandelt" ons niet, maar "ziet ons aan" hij rekent totaal niet met onze zonden, er valt niets te straffen. Er valt wel te voeden en daarvoor gaf Hij Zijn Woord.
De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden"
Ik vind dit toch zo een akelige vorm om te getuigen van Gods liefde als je dreigt met straf en oordeel en geseling, dat is absoluut geen blijde boodschap EricJan. God bewijst Zijn Liefde jegens ons dat Christus voor ons gestorven is als wij nog zondaren waren leert Romeinen en dat is het blijde Evangelie.
9 En verder hadden wij onze aardse vaders als opvoeders, en wij hadden ontzag voor hen. Zullen wij ons dan niet veel meer onderwerpen aan de Vader van de geesten, en leven?
10 Want zij hebben ons wel voor een korte tijd naar het hun goeddacht bestraft, maar Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.
God straft ons bij overtreding van Zijn Wet om deel te worden van Zijn heiligheid.
En weer die straf, ik krijg een knoop in mijn maag als ik het lees. God straft ons niet om deel te nemen aan Zijn heiligheid, Je maakt er weer een eigen Bijbel bij waar niemand blij van wordt.
11 En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid.
Gestraft te worden door God vanwege overtreding van Zijn Wet is nooit leuk of fijn en zal ons bedroeven, maar brengt is dichterbij gerechtigheid.
God verzoekt niet, maar God beproeft en beproeving leidt tot passie, tot lijdzaamheid. En straf brengt ons nooit dichterbij de gerechtigheid. Ik ben al gerechtvaardig dat is een gepasseerd station Ericjan! Er is geen weg tot heilgmaking of tot volmaking , ik hoef geen trap te beklimmen op mijn blote knieën.
12 Hef daarom de slappe handen op en strek de knikkende knieën,
Precies en als je dat doet leert de Bijbel dan strek je je handen uit en verhef je je knieën en dat is precies een beeld van de opstanding, waar daar leeft een gelovige uit. Om de tekst af te maken is het prachtig dat Hebreeën alles leert over een beter verbond, over hogere dingen waar wij een Hogepriester hebben Die voor ons bidt en pleit.
Die onze voeten wast als ze vies worden op de loopbaan en die ons binnenste reinigt van dag tot dag en dat is leven uit genade en al het negatieve is een leven uit de wet, wat onmogelijk is.
En dat vraagt God ook niet. Je legt het er zelf in. De Hebr brief spreekt nooit over de wet zoals jij het beschrijft.
Lees Hebr 12 verder vanaf vers 14 waar wij gekomen zijn tot de Berg Sion en niet tot Horeb en wij vrezen en beven ook niet althans ik niet. Wij zijn de Gemeente der Eerstgeborenen, opgeschreven in de hemelen en ik leef onder het bloed van het NIeuwe Testament. Jezus stierf onder het oude verbond, maar Christus leeft naar het NIeuwe Testament en is met dat bloed de hemelen doorgegaan dat betere dingen spreekt dan Abel ( IJdel of leeg betekent zijn naam).
Laat ons de genade vasthouden door dewelke wij welbehagelijk ( zonder angst voor straf en zonder de krampachtigheid van de wet) Gode mogen dienen met eerbied en godvruchtigheid, want onze God is een verterend vuur.