Inktvlam schreef: ↑02 dec 2019, 21:36
peda schreef: ↑02 dec 2019, 17:01
Dit topic lijkt mij op de huid gesneden voor Zolderworm als Kant-volger.
De mens kan de Werkelijkheid zoals deze ten diepste is niet kennen, aldus de Kant-filosofie.
Die uitspraak van Kant is hier al meerdere keren weerlegd.
Als Kant zegt dat je de werkelijkheid niet kunt kennen, dan weet hij blijkbaar meer van de werkelijkheid. Maar dan kan hij niet tegelijkertijd beweren dat de werkelijkheid niet kenbaar is.
Natuurlijk kan hij dat beweren.Waarom zou dat niet kunnen?
Mensen die zeggen dat God bestaat bijvoorbeeld weten blijkbaar meer van de werkelijkheid dan de gemiddelde mens, want het bestaan van God is niet zichtbaar. Maar uiteraard weten zij dat niet. Toch kunnen zij dit met recht beweren. Waarom zou dat niet kunnen? En het feit dat het bestaan van God niet zichtbaar is, bewijst nog niet dat zij ongelijk hebben. Zij kunnen best gelijk hebben.
Dat Kant beweerde dat wij de werkelijkheid niet kunnen kennen, wil niet zeggen dat hij per se ongelijk heeft, omdat hij niet meer van de werkelijkheid weet dan de gemiddelde mens. Hij zou best wel eens gelijk kunnen hebben. Niemand die het echt weet.
Dus de uitspraak van Kant is helemaal niet weerlegt. Die uitspraak kun je alleen weerleggen als je met zekerheid kunt aantonen, dat Kant ongelijk had en dat wij in staat zijn om alles te kennen wat er is. Nou, dat zijn we niet. We weten het gewoon niet. Dus is de uitspraak van Kant niet weerlegd.
Zijnde een filosoof wist Kant natuurlijk zelf ook dat hij het niet wist. Net zoals bijvoorbeeld Descartes besefte dat hij niet wist of er inderdaad sprake is van een substantiedualiteit. Filosofen poneren niet dat zij het zeker weten. Zij bouwen een systeem over de werkelijkheid op basis van redenatie. Dat is filosofie. Zo kwam Kant met de gedachte dat wij de ware aard van de werkelijkheid niet kunnen kennen. Dat wil niet zeggen dat hij met zekerheid claimde dat dat zo is. Maar bewijzen dat hij ongelijk had, dat kun je niet. Daarom is die bewering van Kant niet weerlegd.
Als wij direct de ware aard van de werkelijkheid zouden kennen, dan zouden wij ogenblikkelijk de kwantummechanica en de relativiteitstheorie in één theorie kunnen verenigen. Dat kunnen we niet. Dus blijkbaar ontbreekt er iets aan onze waarneming van de werkelijkheid. En blijkbaar kunnen we dus niet de werkelijkheid kennen zoals deze werkelijk is. Als dat wel zo was was, dan zou het verenigen van de kwantummechanica en de relativiteitstheorie geen probleem moeten zijn.
Bovendien heeft Gödel op wiskundige wijze aangetoond dat niet alles wat er is, in de taal van de wiskunde te beschrijven is. Er is dus een werkelijkheid die wij niet kunnen beschrijven. De niet aan de hand van algoritmen te beschrijven werkelijkheid. En Gödel heeft dat aangetoond aan de hand van een beschrijving van de werkelijkheid in de taal van de wiskunde. Dus zo heeft hij met zekerheid iets kunnen aantonen over het niet kunnen kennen van een deel (of aspect) van de werkelijkheid, terwijl hij dit niet waarnam.