Hallo Nicodemus,nicodemus zda schreef:Het ligt er maar aan! Ook hier is de wet hét uitgangspunt. De wet is er altijd geweest.In Galaten 3 kan je lezen dat de belofte aan Abraham en de weg van het geloof de doorgaande lijn zijn - het eeuwig verbond. De wet is er pas later bij gekomen, tot het moment dat Christus kwam. De wet is het die onderscheid maakt tussen Jood en Griek. Dat onderscheid is vervallen (Galaten 3:28). Iedereen die aan Christus toebehoort, is nakomeling van Abraham en erfgenaam volgens de belofte (Galaten 3: 29).
En dat kan ook niet anders, want het hemels Koninkrijk kent geen andere wet, dan de 10 leefregels.
De wet is er niet altijd geweest. Hij werd 430 jaar na de belofte gegeven, zo kan je lezen in Galaten 3: 17.
Overdenk dit eens:
Mattheus 7
13 Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. 14 Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.
15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels? 17 Zo draagt elke goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, evenmin als een slechte boom goede vruchten dragen kan. 19 Elke boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 20 Zo kunnen jullie hen dus aan hun vruchten herkennen.
21 Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. 22 Op die dag zullen velen tegen mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben wij niet vele wonderen verricht in uw naam?” 23 En dan zal ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!”
Dus 'de Wet' speelt de belangrijkste rol. En dat is in de wereld ook zo. iemand die de Grondwet van Nederland niet wil accepteren, kan geen Nederlander zijn. Dat geldt in alle landen zo!
Daarom worden wij geacht 'de wet te kennen'. Maar omdat niemand de wet kent, is er een Advocaat en rechter.
Toch worden we in vele gevallen altijd aan de wet gehouden en in veel gevallen worden we gewoon geacht die te kennen.
En zo is het met Christus ook! Daar gaan de meeste waarschuwingen ook over. Als laatste in Openbaring 14. En vooral dat we aan die wet en de geboden niets moegen veranderen Openbaring 22.
Maar de wereld doet niet anders!
De wet speelt hierin zeker een rol. Maar wie buiten de wet om gerechtigheid ontvangt in Jezus Christus, is nog niet een wetteloos of goddeloos mens, nu hij niet meer onderworpen is aan de wet. De Bijbel is daar heel duidelijk over: wie teruggaat naar het oude wetteloze leven, is als een hond die terugkeert naar zijn braaksel. Wie Christus aanneemt, is een nieuwe mens en een nieuwe schepping. De diepste betekenis van de wet is, dat de wet over Christus schrijft. Nu Christus gekomen is, is de wet vervuld en zal Hij de wet in ons leven vervullen. En dan geldt inderdaad dat men aan de vruchten de Boom herkent.
Wat nu met Abraham, waarom was Abraham een 'voorbeeld' van Geloof. En waarom ontstonden er vanuit zijn geslacht 'vele volkeren'.
Hij verliet zijn land (wij zijn hier bijwoners)
Omdat Abraham trouw was aan de (geestelijke-) invulling van de belofte, kon de Allerhoogste hem als voorbeeld stellen.
En zo onstonden er dus trouwe 'navolgers' van Gods wet, door het voorbeeld van Abraham. Een anti-type van Christus dus!
Abraham is nu juist een gelovige die de wet nog niet had (Galaten 3). Uit het voorbeeld van Abraham blijkt dat geloven zonder wet mogelijk is en dat hij daarom zowel de vader van de gelovigen uit de Joden als van de gelovigen uit de heidenen is.
De Allerhoogste god doet grote beloftes aan Abraham, maar daarvoor moest hij wel pijnlijke offers brengen. Zijn leeftijd was nog niet zo’n probleem, omdat de mensen in die tijd nog veel ouder werden dan in onze tijd (zie Genesis 11).
Dus de oproep van Jezus is dus gelijk aan die van de Hemelse vader: ga naar het land dat Ik je wijzen zal.
Het laatste punt lijkt minder moeilijk dan de vorige, maar Abraham had geen idee waar hij terecht zou komen. Alles en iedereen verlaten, en waarheen? Maar Abraham vertrouwde erop dat God Zijn beloftes zou waarmaken:
Juist daarom kan de Allerhoogste god vanuit het geslacht Abraham: tot een groot volk maken En kan Hij ook ons vanuit die ene wet zal kunnen zegenen
Wat de Heer ook dan kan doen is je inzichten en kennis tot k zal je aanzien geven
Je zult vanuit dat fundament een bron van zegen zijn.
Dat rotsvaste vertrouwen op God dat noemen wij geloof. Daarbij moeten we bedenken dat Sarai onvruchtbaar was, terwijl God zei: ik zal je tot een groot volk maken. Hoe dan? Abram heeft erop vertrouwd dat ook dit probleem voor God oplosbaar was.
Ja, Abraham maakt ons duidelijk dat we onze zekerheid niet zoeken op aarde, in wat ons gegeven is, maar dat we onze zekerheid zoeken bij God en vertrouwen op zijn belofte. Zo is het ook met de wet. Verkeerd gebruik van de wet is dat gelovigen zekerheden zoeken in de letters. Maar God is niet vast te pinnen op letters. Abraham heeft het beloofde niet verkregen (Hebreeën 11). Hij is gestorven als vreemdeling in het land dat God hem beloofd had. Letterlijk gezien heeft God zich daar niet aan zijn belofte gehouden. Maar zo werkt het bij God dus niet.
Als dus niet iedereen uit de Heer is of kan zijn, geldt dat ook voor Abraham.
Als de Joden al niet naar Mozes wilden luisteren en de geboden op eigen wijze invulling gaven i.p.v. naar de Geest, volgden zij daarmee ook de wijze raad van de Geest Gods niet op, door Mozes.
Ergo men maakte afgodsbeelden (zelfs) gemaakt door Aäron de broer van Mozes op aanwijzing van Datan, de mee gevluchte adviseur van de Farao. Ook hier dus weer; wie zich bindt aan een ander land onderhoudt dus andere wetten.
Ook Datan was niet meer welkom bij Farao, omdat hij zich ophield (bij) met de Joden!
Ieder Christen meent wel dat hij 'uit' Abraham is, maar de Bijbel leert anders. Want niet iedere Christen kan uit Abraham zijn, omdat hij of zij de belofte niet kan of wil accepteren.
(Dat is iets anders dan het oordeel van Christus)
Johannes 8 is duidelijk, daar waar Jezus uitlegt:
[31] En tegen de Joden die in hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. [32] U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ [33] Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’ [34] Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. [35] Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig. [36] Dus wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.
[37] Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat ik zeg. [38] Ik spreek over wat ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw Vader.’ [39] ‘Onze vader is Abraham,’ zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. [40] Maar nee, u wilt mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan. [41] Maar u doet inderdaad wat úw vader deed!’ Ze zeiden: ‘Wij zijn geen bastaardkinderen! We hebben maar één Vader: God.’ [42] ‘Als God uw Vader was,’ zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden. [43] Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. [44] Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. [45] Maar mij gelooft u niet, want ik spreek de waarheid. [46] Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet? [47] Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.
Hartelijke groet
Ze hadden zich een beeld gevormd op basis van de letters, maar ze stonden niet open voor woorden die anders waren dan hun verwachting. Ze deden niet wat Abraham deed, namelijk vertrouwen op de belofte. Ze wilden Jezus doden, omdat zijn woorden hen niet aanstonden. Jezus verstoorde alles waarop zij hun vertrouwen stelden.