Digital schreef:De meest eerlijke en logische zienswijze als mens is een agnostische visie.
Ja, dat zou voor jou de meest eerlijke en logische zienswijze kunnen zijn.
Digital schreef:De agnostische benadering, "ik weet het niet", is de meest eerlijke visie als er geen bewijs is. Zoals bijvoorbeeld een "persoonlijke openbaring".
Sorry ik zal mijn debat-vraag iets bijstellen:
Ik ben opzoek naar gelovigen die met mij in debat willen ZONDER een "heilig" boek of een "persoonlijke openbaring"
Ik heb niet zo'n zin in 'debat' (het naast of zelfs tegenover elkaar stellen van 'meningen'), maar wil best in gesprek.
Als Quaker ben ik gewend om me niet te beroepen op de Bijbel, al zijn Quakers
geworteld in het christendom.
Voor (mijn soort) Quakers is directe goddelijke leiding de belangrijkste bron van religieuze autoriteit (zowel persoonlijk als collectief), maar niet in de zin dat we dat beschouwen als 'openbaring' die per definitie ook voor anderen geldig is.
Digital schreef:De Boeddhistische Agnost.
De meeste Quakers die ik ken zijn 'vluchtelingen' uit andere christelijke kerken.
Sommigen zijn 'dubbellid' (van de kerk waaruit ze afkomstig zijn en van de Quakers).
Sommigen hebben via het boeddhisme ontdekt dat ze Quaker zijn (maar ik ken ook iemand die de omgekeerde weg is gegaan).
Als je googlet op "Buddhist Quaker" zul je ontdekken dat er ook mensen zijn die menen dat Boeddhist-zijn en Quaker-zijn samen kunnen gaan.
Als Nederlandse Quakers beschouwen we ons als onderdeel van het christendom en worden we ook zo beschouwd.
We zijn lid van de Raad van Kerken.
Als individuele Quaker hoef je jezelf echter niet als christen (of als theïst) te beschouwen.
Er zijn ook groepen Quakers die zich georganiseerd hebben op hun 'non-theïsme', bijv. onder de
Britse Quakers.
Op grond van mijn eigen levensbeschouwing zal ik me meestal christen noemen en theïst.
Ik geloof in (vertrouw op) de beschikbaarheid van goddelijke leiding, ervaar die zelf ook, maar verdiep me zelden in de herkomst daarvan.
De 'Leiding' die ik ervaar (aanwijzingen voor wat mij te doen staat of wat ik moet zeggen/schrijven) is 'persoonlijk' (want specifiek voor mij in mijn situatie).
Het is voor mij niet essentieel dat het ook afkomstig is van een 'persoon'.
In het contact met andere gelovigen is het wel erg handig om in die termen te communiceren.
Ik vind het soms ook heel prettig om daar van uit te gaan, op momenten in mijn leven waarop ik het gevoel heb er anders alleen voor te staan.
Ik kan me ook met enig recht agnost noemen, denk ik, want ik weet niet of er iets 'bestaat' wat ik God noem, in de wetenschappelijke zin waarin andere 'dingen' 'bestaan'.
Als ik God moet omschrijven doe ik dat het liefst met woorden als 'dat wat alles en iedereen verbindt'.
Gezien de aard van die goddelijke leiding die ik ervaar, van die aanwijzingen, ga ik uit van dergelijke alomvattende verbondenheid, maar niet van het 'bestaan' van God in enige andere zin.
Het bestaan van God in enige andere zin dan het bestaan van alomvattende verbondenheid die mijn bestaan omvat (panentheïsme) is voor mij ook niet relevant voor mijn geloof, mijn levensbeschouwing, mijn manier om mijn leven zin te geven (als toewijding aan het volgen van goddelijke leiding).
Ik zou mezelf zelfs met enig recht atheïst (of liever: non-theïst) kunnen noemen, omdat ik de meeste godsbeelden die ik tegenkom (van een persoon die almachtig, alwetend, goedwillend en niet wetenschappelijk waarneembaar is) niet in overeenstemming acht met mijn wetenschappelijke beeld van de werkelijkheid.
Zoals mijn (gelovige, christelijke) vader (emeritus predikant in de PKN) pleegt te zeggen tegen mijn (atheïstische) zoon: 'Zeg maar in welke God jij niet gelooft. Waarschijnlijk geloof ik daar ook niet in.'
Met v&Vriendengroet,
Wim