Loyola schreef:Martine schreef:Waarbij dus de Naardense als enige dat 'macht' aanduidt met 'volmacht'.
Dat is m.i. de juiste aanduiding. Ik geef aan bv. mijn arts geen 'macht', maar 'volmacht' om een handeling uit te voeren.
In de politiek zijn er 'gevolmachtigden' die namens regering of koning mogen handelen.
De WV vertaalt εξουσιαν als 'bevoegdheid', binnen de context lijkt mij dat een uitstekende vertaling die je bijv. ook in de TDNT en BDAG terugvindt.
Dit is dus een ´probleem´ waar vertalers tegen aan lopen. De WSNT (Woordstudie Nieuwe Testament) geeft het volgende aan:
1674 ἐξουσία exousia
Het zelfstandig naamwoord (vrl.) exousia betekent ‘(recht op) vrijheid van handelen, (niet door anderen gehinderde) macht (om iets te doen)’.
In het algemeen heeft exousia te maken met een situatie waarin iemands mogelijkheden om iets te doen niet begrensd worden door personen of zaken met een hogere autoriteit (vgl. 1657II ex-estin ‘het is geoorloofd, het is toegestaan, het staat vrij’). Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, één Nederlands woord te vinden dat de betekenis van exousia treffend weergeeft; men vertaalt bijvoorbeeld met ‘macht’, ‘volmacht’, ‘bevoegdheid’ of ‘gezag’: woorden die allemaal een mogelijkheid inhouden om gebruik te maken van een bepaalde vrijheid van handelen.
In concrete zin wordt exousia gebruikt voor ‘gebied waarin iemand een bepaalde vrijheid van handelen heeft, machtsgebied, jurisdictie’ (bv. in Luc.23:7) of voor ‘instantie met een bepaalde vrijheid van handelen, hogere instantie, overheidsinstantie’ (bv. in Rom.13, Ef.3:10).
De uitdrukking exousian poieō ‘macht doen’ wil zoveel zeggen als ‘macht uitoefenen’ (Op.13:12).
Het is in dit geval dus allemaal goed. Andere vertalen het met autoriteit..
Om het nog verwarrender te maken
a) de macht, het gezag in eigenlijk betekenis, #Mt 8:9, waar υπο εξουσιαν (scil. τασσομενος, wat er, evenals #Lu 7:8, in somm. Codd. wordt bijgevoegd; volgens NABER zou hier gelezen moeten worden: επ εξουσιας διατασσομενος, dit is met gezag gebiedende): onder het gezag van anderen geplaatst, ondergeschikt, #Mt 10:1 Lu 4:6 7:8 Ac 26:18 Jude 1:25 Re 18:1;
b) het recht, de vrijheid, die men heeft om iets te zeggen of te doen, de macht om over iets te beschikken, hetzij men deze uit zichzelf ontleent, of als volmacht bezit, #Mt 7:29 9:6, 8 Lu 4:32 Joh 5:27 Ac 1:7, 8:19 #1Co 9:4, 5, 12 (op deze laatste plaats echter wordt, naar de gissing van VOSSIUS, voor εξουσιας, misschien beter ουσιας gelezen wordt);
c) metonym.: de persoon, die met macht of gezag bekleed is, de overheid, #Lu 12:11 Ro 13:1, en zo ook van bepaalde geestelijke machten, #Eph 1:21 3:10 6:12 Col 1:16 1Pe 3:22: het rechtsgebied, #Lu 23:7: het teken van het gezag, # 1Co 11:10, waar de sluier wordt voorgesteld als een teken van de onderdanigheid van de vrouw aan haar man. vergelijk de commentare a.
bron: Harting
2. "physical and mental power; the ability or strength with which one is endued, which he either possesses or exercises": Matthew 9:8; Acts 8:19; Revelation 9:3, 19; Revelation 13:2, 4; Revelation 18:1; followed by an infinitive of the thing to be done, Mark 3:15; Luke 12:5; John 1:12; Revelation 9:10; Revelation 11:6; Revelation 13:5; followed by τοῦ with the infinitive Luke 10:19; αὕτη ἐστιν ἡ ἐξουσία τοῦ σκότους, this is the power that darkness exerts, Luke 22:53; ποιεῖν ἐξουσίαν to exert power, give exhibitions of power, Revelation 13:12; ἐν ἐξουσία εἶναι, to be possessed of power and influence, Luke 4:32; also ἐξουσίαν ἔχειν (both expressions refer to the ability and weight which Jesus exhibited in his teaching) Matthew 7:29; (Mark 1:22); κατ' ἐξουσίαν powerfully, Mark 1:27; also ἐν ἐξουσία, Luke 4:3
Bron:
zie hier Thayer compleet
Al met al er is niet een eenduidige verklaring voor dit woord. Veelal hangt af van je eigen opvatting. En allemaal verdedigbaar. Volmacht is ook maar beperkt tot de zaak waar men mee bezig is.
https://www.facebook.com/pages/Bijbelstudie/747905195262584?ref=aymt_homepage_panel