peda schreef: ↑25 okt 2018, 18:29
Raymond B schreef: ↑25 okt 2018, 17:38
peda schreef: ↑25 okt 2018, 15:02
Wordt er in de Talmoed geschriften daterende van voor Jezus nooit gesproken over de
Messias gedachte van Jesaja 53? Daar ben ik naar op zoek.
Of zijn er uit de pre Jezus periode geen overgeleverde vastleggingen meer voorhanden. Dat na Jezus Jesaja 53 nagenoeg unaniem in het Jodendom met de collectiviteit van Israel werd en wordt gezien, is mij duidelijk. Het gaat mij er om of de lijdende
Messias een volledig nieuwe creatieve gedachte ( christendom ) was of dat deze gedachte nog oudere Joodse voorlopers ( wortels ) kent.
Hallo Raymond,
Mij boeit de door jou aangehaalde Babylonische Talmoed niet zo zeer, omdat het Rabbiale uitleg in de ( vroege ) Middel-Eeuwen betreft. Ik heb meer interesse voor de Jesaja 53 exegese voorafgaand aan het leven van Jezus. Of daar nog literatuur over voorhanden is, weet ik niet. Vandaar mijn vraag.
Peda dat zal je niet vinden omdat de talmoed na Yeshua is geschreven, maar was jij ook niet op zoek naar Joden die wel oa Jes 53. als een beschrijving van de
Messias vonden, zocht?
Samuel R. Driver en Adolf Neubauer
Oorspronkelijk gepubliceerd in 1877 en buiten het auteursrecht, (herdrukt 1999 Wipf en Stock Publishers)
-------------------------------------------------- -------------------------------------------------- ----
Targum Jonathan (Bestuurder / Neubauer)
Jesaja 52:
13. Zie, mijn knecht, de
Messias, zal gedijen; hij zal hoog zijn, en
toenemen en sterk zijn:
14. Zoals het huis van Israël hem gedurende vele dagen toekeek, omdat
hun aangezicht was verduisterd onder de volken, en hun
teint buiten de mensenzonen,
15. zo zal hij vele volken verstrooien; bij hem zullen koningen stil zijn,
en leg hun de handen op hun mond, omdat dat niet werd verteld
zij hebben ze gezien en wat ze niet hadden gehoord
opgemerkt.
Jesaja 53
1. Wie heeft dit onze blijde boodschap geloofd? en de kracht van de
machtige arm van de Heer, aan wie is aldus geopenbaard?
2. De rechtvaardigen zullen voor hem opgroeien, ja, zoals bloeiende scheuten,
en als een boom die zijn wortels naar stromen van water uitzendt
ze nemen toe - een heilige generatie in het land waar behoefte aan was
hem; zijn aangezicht, geen profaan gezicht, en de verschrikking voor hem
niet de angst voor een gewone man; zijn huidskleur zal heilig zijn
teint, en iedereen die hem ziet, zal hem weemoedig aankijken.
3. Dan zal hij veracht worden en de heerlijkheid van allen afsnijden
de koninkrijken; zij zullen zich ter aarde werpen en rouwen, als een man van
pijn en als een voorbestemd voor ziekten; en alsof het
de tegenwoordigheid van de Shekhinah was aan ons onttrokken, dat zullen ze zijn
veracht, en geacht niet.
4. Dan zal hij voor onze zonden bidden en onze ongerechtigheden voor de zijne
het kan niet worden vergeven, hoewel we als geteisterd werden beschouwd, geslagen
voor de Heer en verdrukt.
5. Maar hij zal de Heilige Plaats opbouwen, waar voor vervuild is
onze zonden, en overgeleverd aan de vijand voor onze ongerechtigheden; en door de zijne
de vrede van de instructie zal op ons toenemen, en door toewijding tot de zijne
woorden, onze zonden zullen ons vergeven worden.
6. Alles wat we als schapen leuk vonden was verspreid, we liepen er elk op af
zijn eigen weg; maar het was het welbehagen van de Heer om de zonden te vergeven
van ons allemaal omwille van hem.
7. Hij bad en hij werd verhoord en voordat hij de zijne had geopend
mond werd hij geaccepteerd; de machtige der volken zal hij overleveren
als een schaap naar de slachting en als een lam stom voor haar
scheerders; er zal niemand vóór hem zijn die zijn mond of spreekwoord opent
een woord.
8. Uit kastijdingen en straffen zal hij onze gevangenen meenemen
in de buurt; de wonderlijke dingen die ons in zijn dagen zijn aangedaan, die in staat zullen zijn
vertellen? Want hij zal de heerschappij der heidenen doen voorbijgaan
uit het land van Israël en breng de zonden over die mijn volk aan hen hebben overgedragen
hebben toegewijd.
9. Hij zal de goddelozen in Gehinnom brengen en zij die rijk zijn
in bezittingen in de dood van totale vernietiging, om dat te bereiken
zij die de zonde plegen, kunnen niet gevestigd zijn en mogen geen bedrog plegen
hun mond.
10. Maar het is het welbehagen van de Heer om te proberen en het te zuiveren
overblijfsel van zijn volk, om hun zielen van de zonde te reinigen; deze
zullen kijken naar het Koninkrijk van hun
Messias, hun zonen en hun
dochters zullen vermenigvuldigd worden, zij zullen hun dagen verlengen, en
zij die de Wet van de Heer uitvoeren, zullen gedijen in zijn bestwil
genoegen.
11. Van de onderworpenheid van de naties zal hij hun zielen bevrijden,
zij zullen de straf zien van hen die hen haten en zijn
tevreden met de buit van hun koningen; door zijn wijsheid zal hij vasthouden
de onschuldigen vrij van schuldgevoelens, om velen in onderwerping te brengen
naar de wet; en voor hun zonden zal hij bemiddelen.
12. Dan zal ik de buit van vele volken voor hem verdelen, en de
bezittingen van sterke steden zal hij verdelen als prooi, omdat hij
leverde zijn ziel ter dood, en maakte de rebellerende onderworpen aan
de wet: hij zal bemiddelen voor vele zonden, en de opstandige voor de zijne
sake zal worden vergeven