Peter79 schreef:Er is wel historisch onderzoek gedaan naar de verovering van het land Kanaän, helaas heb ik daarvan geen bronnen paraat. Maar wat ik me ervan herinner, is het land geleidelijk ingenomen en zijn de Israëlieten tussen de toenmalige bewoners in gaan wonen. .
Klopt.
Ze hadden ze echter moeten verdrijven.
Meer info ( meerdere pagina’s) kan je hier vinden onder #2:
http://wol.jw.org/nl/wol/d/r18/lp-o/1200000874
Peter79 schreef:Ja, op deze wijze willen zionisten nog steeds hun claim op het land Kanaän kracht bijzetten. M.i. zijn ook de kruistochten gebaseerd op een dergelijk godsbeeld ("God wil het"). Maar geweld is niet de weg die God wijst. In elk geval niet voor mij.
De mensen die het OT schreven leefden in een tijd dat geweld anders beleefd werd dan nu. Als je niet van je afslaat, dan word je zelf een kopje kleiner gemaakt. En ze zullen zelf ook veel verschrikkingen hebben meegemaakt, dat ze een ander volk niet als medemensen konden zien (maar als barbaren)..
De joden bezitten m.i. overduidelijk Gods goedkeuring niet, hun claim is niet op Gods wil gebaseerd.
De wet gaf heel uitdrukkelijke instructies.
Gestolen zaken moesten meervoudig vergoed worden.
Opzettelijke moordenaars werden terechtgesteld, onopzettelijke hadden toevluchtsteden.
Daarbuiten mochten zij door de familie gedood worden. Enz.
Afgodendienaren werden als barbaren ( = lett. Buitenlander) gezien.
Immers de omliggende natiën aanbaden valse goden.
Zij brachten mensen en ook kinderoffers aan hun Goden. Ook was tempelprostitutie gebruikelijk.
Peter79 schreef:Ja, de God in Wie ik geloof, staat men zijn handen naar zijn schepsels open en wil ze al het goede geven. De basis van alles is genade - gratia - gratis - om niet. Vanuit die vrijgevigheid van God - al het mijne is het uwe - geloof ik dat ook ik vrijgevig zal zijn, zonder aanziens des persoons. En ik kan het ook niet rijmen dat God opdracht geeft tot het uitroeien van mensen. Het rijmt ook niet met andere woorden/geboden van Hem, bijvoorbeeld niet doodslaan; je vijand liefhebben.
Je kan JHWH als huisbaas zien van ons aardse tehuis. (Hebreeën 3:4.)
Denk je dat een ”wanbetaler” en een “vandaal” toegestaan wordt daar te blijven wonen?
Het Griekse woord “charin” wordt niet altijd even consequent en duidelijk vertaald. Men vertaalt het als genade , dank, dankbaar of gunst. Afhankelijk van de context.
Waar in diverse vertalingen meestal “genade” wordt gebruikt, hebben Jg dat met “onverdiende goedheid" vertaald, om zo de vlag de lading beter laten te dekken.
God dwingt niemand en zet niet een pistool tegen je hoofd om je tot iets te dwingen.
God heeft met de vloed miljoenen, misschien miljarden mensen laten sterven.
Door Satans interventie gingen engelen zich met aardse vrouwen verenigen, waardoor de Nefilim ontstonden. Wrede, medogenloze geweldenaars die de gehele aarde terroriseerden. Daardoor waren er nog maar 8 mensen over, die zich aan JHWH God onderwierpen.
Terecht blokkeerde JHWH Satans interventie.
Afgodenaanbidders kan je met wanbetalers en vandalen vergelijken, omdat zij geen waardering hebben voor Gods gaven en daar misbruik van maken. Wanneer God niet ingrijpt wordt er geen “vlees” meer gered.
Vandaar dat hij : “hen zal verderven die de aarde verderven”.(Opb. 11:18).
Degenen die zijn ingrijpen op aarde overleven, zullen het er, vlgs Mt 7:14, relatief “weingen” zijn.
Toch spreekt de Bijbel over een overlevende grote schare.
Als je kind ziek is, doe je dan niks of ga je naar de dokter?
Laat je een pijnlijke ingrijp toe als dat nodig is?
Onze hemels vader grijpt op aarde in om te voorkomen dat de mens zijn “kroonjuweel”vernietigd, gevolg van Satans manipulatie.
Zodat de aarde gevuld kan worden met volmaakte mensen.
In passende gevallen laat hij mensen vooraf waarschuwen.
De Bijbel kent een aantal voorbeelden, zoals dat van Jona.
God beschermt degene die zijn wil doen, de anderen die niet willen zullen worden vernietigd.
Er zijn dan geen recidive veelplegers meer.
Daarnaast heb je een grote groep mensen die gestorven zijn, zonder op de hoogte te zijn geweest van Gods voornemen.
Die krijgen gedurende de duizend jaar een opstanding en dus een tweede kans.
De dood is voor God gen enkel obstakel.