Wim Nusselder schreef:Wat mij betreft is 'geloven' (en 'christendom') een kwestie van zelfidentificatie:
Ik beschouw iedereen als 'gelovige' en iedereen als 'christen' die zichzelf als zodanig identificeert (en alles als 'geloof' resp. 'christendom' wat hen kenmerkt).
De praktijk van hun gebruik definieert de betekenis van woorden.
Ja, in de mate dat je de Europese/Nederlandse cultuur (nog) als christelijk beschouwt is iedere Europeaan/Nederlander die dat erkent wat mij betreft christen.job schreef:Een cultuur christen zou er onder vallen.
Dat betekent dat sommige atheïsten tegelijkertijd christen zijn.
Dat is wat mij betreft alleen maar goed, omdat het de scherpte van de tegenstellingen tussen mensen wegneemt als zelf-identificaties blijken te kunnen overlappen en niet per definitie tegenover elkaar staan.
job schreef:Zou jij [...] nog als "broeder" in Christus de hand kunnen drukken?
Wim Nusselder schreef:Ik zou het willen kunnen.
Voor mij is het niet echt relevant of Jezus echt heeft bestaan.job schreef:Het is een atheist die in wetenschappelijk studies beschrijft dat Jezus "mythisch" moet worden begrepen is en NOOIT heeft bestaan.
De kracht van het christendom bestaat uit de kracht van de verhalen over Jezus en daarvoor is slechts van belang dat hij kan hebben bestaan, dat het verhaal voldoende geloofwaardig is op (bijv.) een mythische manier betekenis heeft en inspireert.
Quakers onderschrijven ook de preambule van de statuten van de Raad van Kerken niet.job schreef:Je onderschrijft geen enkele geloofstekst maar wel een preambule.
We herkennen slechts ons geloof in het geloof van degenen die dat wel doen.
We leggen ons niet vast op enige omschrijving van ons (of hun) geloof.
Nee, ik begrijp je niet.job schreef:Ik ken een aantal koks die vegetariër zijn en toch prima vleesgerechten kunnen koken.... Mijn grote moeite met de "definitie" van geloof is dat sommige "gelovigen" vegetariër zijn maar dat ontkennen omdat ze vleesvervangers eten. Of dat ze vegetariër zijn en alleen vleesvervangers eten....want ze kunnen de smaak van vlees niet missen... Begrijp je?
Ook ik maak rustig vlees klaar voor mijn vrouw en ik geef zelf de voorkeur aan vleesvervangers die niet op vlees lijken.
Ik spreek denk ik zowel de taal van gelovigen als van niet-gelovigen.
Ik geef er meestal de voorkeur aan om mijn geloof (vertrouwen op wat ik ervaar als goddelijke leiding) te verwoorden in niet christocentrische en niet het bestaan van een God-opgevat-als-persoon-buiten-mij veronderstellende taal.
Soms is God-taal wel even prettig.
Als dat zinvol is voor de communicatie met andere gelovigen heb ik geen enkele moeite mee om continue dergelijke taal te gebruiken.
Wat voor mij telt is religieuze ervaring en wederzijdse herkenning daarvan; de rest is taal, een communicatiemiddel.
Met v&Vriendengroet,
Wim