peda schreef:Peter79 schreef:
Hallo peda,
De wetenschap kan uitspraken doen of een vouwing toevallig is of juist niet. Maar als het geen toeval is, moet de wetenschap het dan God noemen? En als het overeenkomt met toeval, sluit dat God uit? Ik denk dat de vraag blijft (en wordt doorgeschoven naar andere niveaus), en dat komt omdat de wetenschap slechts beschrijft hoe de werkelijkheid zich manifesteert en niet wat deze werkelijkheid ís.
Hallo Peter 79,
Maar wat nu indien het antwoord op de vraag hoe de werkelijkheid zich manifesteert, volledig samenvalt met het antwoord op de vraag wat deze werkelijkheid is ?
Het antwoord op de vraag wat deze werkelijkheid is een antwoord, een taaluiting.
Als het wetenschappelijk beeld en datgene waarnaar verwezen wordt, volledig samenvallen, dan lijkt het mij consequent om te zeggen dat de werkelijkheid taal is in plaats van materie. Atomen bestaan slechts in de taal. Een boom is een boom omdat we dat hebben afgesproken.
Het naturalistisch denkbeeld. Dat is toch geen a-priori non-issue gedachte en indien dat wel zo gezien wordt, wat is daarvoor dan de onderbouwing?
Een goede kanttekening. Het is geen non-issue omdat het één van de mogelijkheden is waarop de mens zich de werkelijkheid denkt. De werkelijkheid is opgebouwd uit ontelbaar veel bouwsteentjes en is niets meer dan dat. De werkelijkheid is bouwmateriaal. Het dient nergens anders toe dan om dingen mee te bouwen. Als we dat doen, dan doen we wat we (moeten) doen.
Maar bij het Theistische Godsbeeld kom ik weer terug op mijn twee Domeinen visie. De technische, wetenschappelijke vraag: Hoe kan het dat .... en de religieuze vraag: Waarom is het zo..... Theïsme betekent God heeft een Wil/Bedoeling met Zijn Schepping en heeft die Wil/Bedoeling in voor de mens te begrijpen taal geOpenbaard. Wat Alberts reeds terecht opmerkte is de God van de Christenen, de God die naar de mens toekomt ( Jezus ). Die positie onttrekt zich aan het leveren van hard bewijs, je volgt een innerlijke overtuiging ( geloofsbewijs ). Je kunt het theologisch met denkkracht onderbouwen of verwijzen naar innerlijk voelen ( de inwoning van de H Geest ), Verder reikt het in gesprekken met andersdenkenden niet. Zelf sta ik open voor discussies op ( christelijk ) theistische basis.
Toch denk ik dat iedereen zich laat leiden door een innerlijke overtuiging en niet alleen de theïsten. Daarin zit niet het verschil. De domeinen zijn niets anders dan metaforen om de werkelijkheid mee te beschrijven of rollen die verschillende actoren spelen.
Je kan iemand kennen als vriend, vader, echtgenoot, buurman, collega, concurrent, dienstverlener, iemand met wie je sport, etc. Elk facet belicht die persoon op een andere manier en in hoe meer rollen je iemand meemaakt, hoe vollediger je die persoon kan kennen. Een naturalist kiest er bewust voor om slechts één aspect van de werkelijkheid te laten prevaleren boven alle andere, namelijk de metafoor van de bouwsteentjes. De rest verklaart hij tot illusie, een neveneffect van de bouwsteentjes. Vanuit mijn perspectief sluit een naturalist zijn ogen voor andere perspectieven, waardoor blikvernauwing optreedt.
Dit artikel sprak mij erg aan:
https://decorrespondent.nl/5445/weg-met ... 5-1aebea45
Rutger Bregman schreef:Dit stuk gaat over een grote, misschien zelfs wat pompeuze vraag. Wat is de mens? Het antwoord dat we doorgaans geven is niet al te vrolijk. De mens is van nature een lui en hebzuchtig wezen. Als ik tijdens lezingen vraag wat anderen met iets als een basisinkomen zullen doen, zijn de meeste mensen sceptisch.
Anderen? Die zullen wel op de bank hangen en RTL Boulevard kijken.
Rutger Bregman schreef:We zijn niet de calculerende robots waar de tayloristen en behavioristen vanuit gingen. Het definitieve bewijs hiervoor is geleverd door Joseph Henrich van de Harvard-universiteit. Samen met zijn team zocht hij de hele wereld af naar homo economicus. Ze bezochten vijftien kleine gemeenschappen in twaalf landen op vijf continenten. Ze lieten landbouwers, nomaden, jagers en verzamelaars allerlei testjes doen, op zoek naar diegenen die voldeden aan het mensbeeld waar economen decennia vanuit gingen.
Zonder resultaat. Keer op keer bleken mensen te sociaal en te intrinsiek gemotiveerd.
Maar na de publicatie van hun paper In Search of Homo Economicus bleef Henrich zoeken naar dit illustere wezen, totdat hij hem eindelijk vond. Of nu ja, homo (mens) is niet helemaal het goede woord. Homo economicus bleek namelijk een chimpansee te zijn. ‘Het model is bijzonder succesvol gebleken in het voorspellen van het gedrag van chimpansees in eenvoudige experimenten,’ legt Henrich uit.
‘Dus al het theoretische werk is niet voor niets geweest. We hebben het alleen toegepast op de verkeerde soort.’