Peter79 schreef:Piebe 2.2 schreef:Peter79 schreef:
Dus waar Mattheus en Marcus de komst van de Heilige Geest schetsen met Johannes de Doper, daar stellen Lukas en Johannes die voor als een ervaringsfeit van na de opstanding.
Dus er zijn wel degelijk verschillen tussen de evangeliën, waardoor je de verhaallijnen van Lukas en Johannes niet zonder meer kan opleggen aan Mattheus en Markus.
De collectieve doop met de heilige Geest werd nochtans door Johannes de Doper in de toekomende tijd geplaatst in Mattheus 3,11-12:
Ik doop u in water met het oog op bekering. Maar Hij die na mij komt, is krachtiger dan ik. Ik ben te min om Hem zijn sandalen te brengen. Hij zal u dopen in heilige Geest en vuur. De wan heeft Hij al in zijn hand, en Hij zal zijn dorsvloer opruimen; zijn graan zal Hij verzamelen in zijn schuur, maar het kaf verbranden in onblusbaar vuur.’
Dit is overduidelijk een profetie over de uitstorting van de heilige Geest tijdens pinkster en Christus tweede komst om te oordelen. Deze profetie wordt door Christus verklaard met
de gelijkenis van het Koninkrijk uit Mattheus 13.
Hoe dan ook, Mattheus 10 gaat over de uitstorting van de heilige Geest tijdens pinkster beschreven in Lukas zijn tweede boek en de reis van de apostelen door Israël.
Het belangrijkste bezwaar dat ik tegen jouw uitlatingen heb, is niet dat jij ongelijk hebt, maar dat je de deur dichtgooit voor andere verklaringen dan de jouwe.
Dat is spijtig om te lezen, want je doet jezelf te kort als je mijn slaan met de deur mee laat wegen in je exegese. En bovendien heb ik geen ongelijk.
Peter79 schreef:Mattheus 3 kan óók gelezen worden tegen de achtergrond van Maleachi 3 (en Matt 21):
Zie, Ik zend mijn bode om voor Mij uit de weg te banen.
Plotseling zal dan de Heer in zijn heiligdom binnentreden, de Heer die u zoekt, de bode van het verbond, naar wie u met vreugde uitkijkt. Zie, Hij komt – zegt de heer van de machten.
Maar wie verdraagt de dag van zijn komst? Wie blijft er staande, als Hij verschijnt?
Dit gaat duidelijk niet over de komst van Christus in het vlees, want die was onopvallend en stil, zie Mattheus 12 waarin de profeet wordt geciteerd en op Christus betrokken:
[18] Zie mijn knecht, die Ik gekozen heb,
van wie Ik houd en in wie Ik vreugde vind.
Ik zal mijn Geest op Hem leggen en het recht zal Hij verkondigen aan de volkeren.
[19] Hij zal niet twisten, niet schreeuwen,
en niemand zal op straat zijn stem horen.
[20] Het geknakte riet zal Hij niet breken
en een smeulende pit zal Hij niet doven,
tot Hij het recht laat zegevieren.
[21] En op zijn naam zullen de volkeren hun hoop stellen.
De eerste komst van Christus was passief, dat is een duidelijke zaak. Totdat hij het oordeel velde bij de tweede komst, wist niemand wie hij was behalve zijn discipelen. Voor de rest van de mensen was het een mysterie wie Jezus van Nazareth was voordat hij verkondigd werd als de gekomen Messias. De dag van de Heer waar Maleachi over profeteerde is niet de eerste, maar de tweede komst, wanneer Christus kwam om te oordelen.
'
De dag van de heer zal duisternis zijn, geen licht, nachtelijk donker, van alle licht verstoken.'(Am 5,20)
Op de dag van het offer van de heer zal Ik de leiders, de zonen van de koning en iedereen die uitheemse kleding draagt straffen. (Sef 1,8)
Deze dag wordt door Christus in de voor zijn toehoorders toekomende tijd geplaatst.
Wees dus waakzaam, want je weet niet op welke dag jullie Heer komt. (Mat 24,42)
En na de uitstorting van de heilige Geest over de zonen en dochters van Israël in Handelingen 2 spreekt Petrus in de toekomende tijd over deze dag van de Heer:
[14] Toen trad Petrus met de elf naar voren, verhief zijn stem en sprak hen als volgt toe: ‘Joden, inwoners van Jeruzalem, dit moet u allen weten, luister aandachtig naar mijn woorden! [15] Want deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt – het is trouwens pas het derde uur van de dag – [16] maar hier gebeurt wat gezegd is door de profeet Joël: [17] En het zal gebeuren
in de laatste dagen, zegt God,
dat Ik mijn Geest zal uitgieten over alle mensen;
uw zonen en uw dochters zullen profeteren,
de jongeren onder u zullen visioenen zien
en de ouderen zullen dromen dromen;
[18] ja, over mijn dienaren en mijn dienaressen
zal Ik in die dagen mijn Geest uitgieten,
en zij zullen profeteren.
[19] Ik zal wonderen verrichten aan de hemel boven
en tekenen op de aarde beneden:
bloed en vuur en walmende rook.
[20] De zon zal veranderen in duisternis
en de maan in bloed,
voordat de dag van de Heer komt,
de grote en stralende dag.
Vergelijk dat eens met jouw citaat:
Peter79 schreef:Want Hij is als het vuur van de smelter, als het loog van de blekers.
Hij zal zijn als iemand die het zilver smelt en reinigt: de Levieten reinigt en loutert Hij, als goud en zilver. Dan zullen zij de heer weer hun offergaven brengen zoals het hoort.
Dan zal het offer van Juda en Jeruzalem de heer bevallen, evenals in de dagen van weleer, in de vroegere jaren.
Dan kom Ik naar u toe om recht te doen, om als een voortvarend aanklager op te treden tegen de tovenaars, de echtbrekers, de leugenaars, degenen die de dagloner zijn verdiende loon onthouden, die de weduwe en de wees verdrukken, die de vreemdeling opzij dringen,
tegen al degenen die Mij niet vrezen – zegt de heer van de machten.
Het is duidelijk aangetoond dat Maleachi woordelijk profeteerde over de dag van Heer.
Peter79 schreef:Als je de doop van Jezus beschouwt als een gebeurtenis om de mensen
waarom mag Pinksteren dan niet een gebeurtenis om de mensen zijn?
Waarom niet nee, daar heb ik geen moeite mee!
Peter79 schreef: - en nogmaals - ik heb al aangegeven dat de werking van de Heilige Geest na Jezus' verheerlijking veel verder gaat dan het in de mond leggen van de juiste woorden.
Apostel Johannes leert duidelijk dat de heilige Geest pas kon komen nadat Jezus naar de Vader ging. De betreffende verzen over de Trooster zijn reeds voorbijgekomen.
Peter79 schreef:[quote="Exodus 4: 10-16 (WV95)"]Maar Mozes sprak tot de heer: ‘Neem mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen redenaar. Ik ben dat nooit geweest, en ik ben het nu nog niet, ook al hebt U tot uw dienaar gesproken. Ik spreek moeilijk en traag.’ De heer antwoordde hem: ‘Wie geeft de mens een mond? Wie maakt stom of doof, ziende of blind? Doe Ik, de heer, dat niet? Ga nu maar, Ik zal u bijstaan als u spreekt en u ingeven wat u moet zeggen.’ Mozes bracht hier tegenin: ‘Neem mij niet kwalijk, Heer, zend liever iemand anders.’ Toen ontbrandde de toorn van de heer tegen Mozes en Hij sprak: ‘Is Aäron de Leviet* niet uw broer? Ik weet dat hij een goed spreker is! Hij is op weg naar u en hij zal blij zijn als hij u ziet. Spreek met hem, leg hem uw woorden in de mond. Ik zal u beiden bijstaan als u moet spreken en u ingeven wat u moet doen. Laat hem in uw plaats spreken tot het volk; hij zal uw mond zijn, u zijn god.
[quote="Jeremia 1:6-9 "WV95)"]
Ik zei: ‘Ach Heer god, ik kan niet spreken; ik ben veel te jong.’ Maar de heer antwoordde: ‘Zeg niet: “Ik ben veel te jong!” Ga naar iedereen tot wie Ik u zend en alles wat Ik u opdraag, moet u hun zeggen. Wees niet bang voor hen want Ik ben bij u om u te redden – godsspraak van de heer.’ De heer stak toen zijn hand uit, raakte mijn mond aan en de heer sprak tot mij: ‘Ik leg hiermee mijn woorden in uw mond.[/quote][/size][/quote]
Wat wil je met die teksten zeggen, dat Handelingen 2 niet klopt misschien of wat?