Ezechiël 36

Dit gedeelte is bedoeld voor bespreken van de Bijbel.
Moderatie: het moderatieteam
Forumregels
Richtlijnen subforum

Dit gedeelte is bedoeld voor het bespreken van de Bijbel.
Dit is het het subforum waar we gaan praten met de Bijbel opengeslagen.
We spreken over zaken steeds weer teruggrijpend op wat er staat in de Bijbel
en we proberen die bestuderend te doorvorsen en de bedoeling te zien en te gaan begrijpen.


(Niet de bedoeling is het dat iemand hier een soort cursus start.
Als men zoiets zou willen doen, dan dient eerst te worden overlegd met de crew.)


Moderatie: het moderatieteam
nicodemus zda
Berichten: 428
Lid geworden op: 05 jun 2013, 17:05
Man/Vrouw: M
Locatie: Gent België

Re: Ezechiël 36

Bericht door nicodemus zda »

Hallo Harry,

Het wordt alsmaar interessanter Terwijl Adinomis dit beweerd:
Ja, Ezechiël geeft profetieën die het hele verloop van de geschiedenis betreffen, dus ook voor onze tijd. Het gaat om beloften met eeuwigheidswaarde. Dat komt in dit hoofdstuk naar voren, maar nog sterker in hoofdstuk 37.
Zeg jij:
Ik had altijd begrepen dat de oud-testamentische profetieën over Israël altijd gingen over de tijd tot aan Jezus Christus.
Nu Harry, ik denk dat jij met je opmerking een iets wat dichter bij de waarheid bent.

Laat ik eens heel 'bot' beginnen, een korte maar duidelijke Bijbelstudie in een notendop.

Wat leert ons de Hebreënbrief:

Paulus legt in de Hebreeënbrief uit dat de Gemeente ( de Kerk in Christus) gescheiden wordt van Jeruzalem.

Cestus een Romeinse generaal, omsingelt Jeruzalem. Paulus wist dat Jezus het Lam Gods was en het uiteindelijke Offer voor wie......ALLE mensen en verkondigd die boodschap.
Dit terwijl de Heilige Geest hem; had gewaarschuwd NIET naar Jeruzalem te gaan! (GOED onthouden Harry)

Waarom werd Paulus gewaarschuwd om NIET naar Jeruzalem te gaan?
Dat hij gevangen genomen werd is in feite bijzaak, maar stelde Paulus in staat om over zijn actie na te denken.
Zijn bedoeling was om een offer te brengen in de Tempel.
Vraag is dus; Waarom waarschuwde de Heilige Geest Paulus niet in de Tempel een offer te brengen?

Heel eenvoudig, hoe kon Paulus een ceremonieel offer brengen en, tegelijkertijd, verkondigen dat Jezus Christus het ultieme offer was!

Paulus zag in, tijdens zijn gevangenschap, dat hij een rituele handeling had verricht die verbonden was met de ceremoniële/rituele wetgeving.
En dat kon niet meer in principe, omdat Jezus het ultieme offer is. De ceremoniele-/rituele wetgeving heeft immers "in Christus" afgedaan!
Derhalve besloot Paulus dus de Gemeente van Christus definitief te scheiden van het Joodse land en van de Priester!
Want met het in stand houden van de ceremoniële/rituele handeling, had Paulus én Christus verloochend en, uiteindelijk dus de functie van Christus als de Hoge Priester voor ALLE mensen.

Dus "het joodse" land had al afgedaan en Jezus verzegelde die situatie, waardoor een einde kwam aan de OT bedeling. Want de oorzaak van het probleem was het feit dat het 'uitverkoren volk' de zedelijke
betekenis van de Geestelijkheid van hun opdracht, niet naar menselijke en natuurlijke maatstaven ingericht kon worden. Dus ook vandaag de dag niet!
Als Jezus iets verzegeld, dan kan het nooit meer terug komen. Als wij sterven, dan is onze Genade tijd voorbij en worden we verzegeld met die 'werken' die we hebben gedaan, beweerd
of uitgevoerd. Jezus zegt; Uw werken volgen U na! Als wij Openbaring 14 begrijpen, dan kunnen wij verzegeld worden in het Hemels Jeruzalem, niet in een "oude en versleten stad" waar geen Heiligdom meer kan zijn.
Eerder is die stad zeen Gruwel der verwoesting geworden voor de Allerhoogste god, omwille van de aanbidding van vreemde god (voor Zijn aangezicht)
Hoe weten we dus dat het natuurlijke Israël niet meer aan OT ceremoniële wetgeving onderhevig is en dat het ook geen rol van betekenis meer kan spelen?
Paulus inzicht bracht dat dus tot stand, dat de ijveraars voor de wet voor eens en altijd los te 'scheuren' van de Tempel en de rituele dienst.[/color]
-Lees Psalm 110 het uitgangspunt van Paulus om de Joden te scheiden van de Gemeente als het scheiden van 'oude klederen' -Geestelijk- laten vervangen door Nieuwe schone klederen.
Ezechiël kan dus geen functie meer hebben in letterlijke zin omwille van datgene wat Paulus hier zegt. Ezechiël wijst naar de verre toekomst, zoals ooK Daniël wijst naar onze tijd.
De afsluiting van de Genadetijd begon in 1843, nadat de 2300 avonden en morgens werden afgesloten (verzegeld) door Christus!

Het is toch Bijbels Harry, als we ontdekken dat de Hebreeënbrief er op duidt dat de Gemeente de rol van de Tempel en rituele wetgeving van het OT Joodse volk, heeft vervangen.
Want in Christus betekent, Geestelijk omdat ons Lichaam die Tempel geworden is -van de Heilige Geest- in daad en Getuigenis.(Het andere volk dat Mijn Getuigenis is, heeft -ook- de Gave der Profetie)
We komen daar op Bijbelse gronden, nog wel terug. Voor onze tijd zijn van belang de boeken Daniël en Openbaring, omdat deze twee 'boeken' de essentiële zaken duiden die voor onze generaties
van belang zijn
In Openbaring 14 klinkt een LUIDE stem, lees de verzen 6-12n maar eens! Niet alleen voor Joden in het huidge Israël maar voor ALLE mensen en in het bijzonder voor de Dienaren van Jezus!

Daniël geeft duidelijk aan dat de 2300 avonden en morgens zijn afgesloten inN 1843 en dus ook de "afgesneden" 490 jaar (70 weken) die hen nog gegund was.

Het aardse heiligdom dat zich, inderdaad, in het 'oude en versleten Jeruzalem' bevond, kunnen we nu alleen nog maar vinden............in de Hemel.
Immers Jezus is NU de Hoge Priester in het Hemels Jeruzalem, waar Hij (de verlosten) huizen zal bouwen.
Heb ik het mis?

Geen wonder dan ook Harry, dat we NU kennis moetn leren hebben van het Hemels Heiligdom en de leer omtrent dat Heiligdom en welke functie die heeft
voor ons. Geloof en aanbidding is altijd Geestelijk bedoeld geweest, maar mensen (en vooral Satan) probeert het Goddelijke Heiigdom voor zichzelf te houden.
Op die manier alleen kan deze Misleider zich inderdaad 'zettenh' in een Tempel waar hij als 'een god' aanbeden kan worden.
Als wij 'bijwoners' zijn op aarde, omdat geloof een Geestelijke kwestie is, dan is ons Heiligdom (nu npg) in het Hemels Rijk bij Jezus, want DAAR is onze Prielster.
Paulus heeft immers de aardse Priester (in het aardse Jeruzalem) gescheiden van de Gemeente.
De Heilige Geest is duidelijk geweest! Jezus is NIET hier of daar, maar bij Zijn en Onze Vader in de Hemel.

Kortom:

Psalm 110 Zulk een Hoge Priester:

-De Nieuwe Priester = de Zoon
-Hij heeft de wereld geschapen voor ALLE mensen, niet alleen voor (de) Joden in een natuurlijke staat
-Hij is de erfgenaam van alle dingen (niet de Joden of een Israël in het vlees)
-Hij is de -enige- die de Vader vertegenwoordigt en een Beeld van de Allerhoogste is.
-Hij is ook het Beeld van de Zelfstandigheid en Onafhankelijkheid van de Hemelse vader

Dat Paulus dus met het oude Jeruzalem en het volk van die tijd, heeft afgedaan, mag ook blijken uit het feit, dat hij wijst naar maar één plaats waar Jezus IS:
Aan de rechterhand van de Hemels Vader (Hebreeën 1:1-3 en Psalm 110)
Een andere kwalificatie van Jezus geeft Paulus:

-Jezus heeft de natuur aangenomen van de kinderen van Abraham net als ALLE mensen, niet de Joden specifiek. (Pas op overigens: niet allen die uit Abarhama zijn, zijn ook werkelijk uit Abraham)
-Hij leed en kan lijden/ Hij werd volmaakt door het lijden (Hebreeën 2:10) zie ook Hebreeën 2:18
-Net als alle mensen is Hij een afstammeling van Adam. Jozef was gewoon zijn natuurlijke, menselijke vader. Joodse studies wijzen dat uit o.a. in Lucas.

En wat zegt nu Paulus in Hebreeën 3:1
Richt je ogen op de Hoge Priester (in de Hemel), want Hij is de Hogepriester van onze belijdenis.

Goed nog even aantonen dat Ezechiël NIET meer in de letterlijke zin, in onze tijd, van toepassing kan zijn, maar een visionaire vooruitzicht weergeeft, zoals ook andere OT profeten dat openbaarden, voor
onze tijd in in de chronologie van profetische lijnen uitkomt in onzer tijd (Daniël bijvoorbeeld):
Om tot de olijfboom, het ware Israël, te behoren is er een voorwaarde. Die voorwaarde is geloof in de belofte. Zonder dat geloof is men geen Israël.
Door dat geloof behoort men tot het ware (geestelijke) Israël.
“Maar het is niet mogelijk, dat het woord Gods zou vervallen zijn. Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël, en zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn, maar: Door Isaak zal men van nageslacht van u spreken. Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der belofte gelden voor nageslacht.” Romeinen 9: 6-8. “En gij, broeders, zijt, evenals Isaak, kinderen der belofte.” Galaten 4: 28.
Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk of vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus. Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.” Galaten 3: 26-29.
[modbreak Trajecto] Er dient een bronvermelding te staan bij een quote als de bovenstaande, die ontleend is aan een andere website.

Ezechiël is dus niet meer letterlijk van toepassing op onze tijd. Boveniden ijst Ezechiël zelf op onze tijd en wal op Openbaring 20

“Dat zal hun ten roem strekken op de dag dat Ik Mij verheerlijk.” Ezechiël 39: 13.

Wat staat daar Harry, gewoon de wederkomst van Christus en het oordeel dat NU plaats vindt, kijk maar:

In Openbaring 20 wordt dat het oordeel genoemd, de dag waarop de boeken geopend worden. Het oordeel zal plaatsvinden in tegenwoordigheid van en door hen die behouden worden.
“Ik zeg u, gij die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen Israëls te richten.” Matteüs 19: 28. “Weet gij niet dat wij over engelen oordelen zullen.” 1 Korintiërs 6: 3.

Tot zover, we ontvouwen de profetie aangaande het Ware Israël, beetje bij beetje.
Niet op aarde rond blijven dwalen dus, Geestelijk gezien!
Je mag gerust bijkomende informatie inwinnen via een pb aan mij!

Hartelijke groet
Gebruikersavatar
Adinomis
Berichten: 2501
Lid geworden op: 05 mar 2013, 17:49
Man/Vrouw: V

Re: Ezechiël 36

Bericht door Adinomis »

Ook Jesaja onderstreept hetgeen in Ezechiël 36 over Israël geprofeteerd is. (vs.24 Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen.)

Dit zegt Jesaja:

Jesaja 43:5 Wees niet bevreesd, want Ik ben met u.
Vanwaar de zon opkomt, zal Ik uw nageslacht halen
en vanwaar zij ondergaat zal Ik u bijeenbrengen.
6 Ik zal zeggen tegen het noorden: Geef!
En tegen het zuiden: Weerhoud niet!
Breng Mijn zonen van ver,
en Mijn dochters van het einde der aarde.
7 Ieder die genoemd is naar Mijn Naam,
die heb Ik tot Mijn eer geschapen, die heb Ik geformeerd, ja, die heb Ik gemaakt.


Hier staat niet: breng die ongehoorzame Joden terug, of breng die goddeloze mannen en vrouwen terug. Nee God zegt: "Breng mijn zonen van ver en mijn dochters van het einde der aarde".
Ze zijn tot Zijn eer geschapen.

Gaat het hier dan niet om ongehoorzame kinderen? Nou en of. Want Jesaja vervolgt:

8 Laat het volk dat blind is, al heeft het ogen,
en de doven, al hebben zij oren, uittrekken.


Het volk is nog blind terwijl ze terugkomen naar Israël. Maar laat dat blinde volk maar uittrekken. God weet wat Hij gaat doen. Al zijn beloften komen tot vervulling.

Dit komt overeen met wat Paulus van Israël zegt in Rom. 11:8:

zoals ook geschreven staat: ‘God heeft hun geest verdoofd, hun ogen blind gemaakt en hun oren doof, tot op de dag van vandaag.’

Die verblinding is tijdelijk en tot zegen voor de heidenen.
Want 15 Als God de wereld met zich heeft verzoend toen hij hen verwierp, wat zal hij dan, wanneer hij hen opnieuw aanvaardt, anders teweegbrengen dan hun opstanding uit de dood?

En die opstanding uit de dood wordt beschreven in Ezechiël 37.
Rom.12:21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Gebruikersavatar
Jerommel
Berichten: 11309
Lid geworden op: 10 mar 2013, 00:53
Man/Vrouw: M
Locatie: Den Haag

Re: Ezechiël 36

Bericht door Jerommel »

Adinomis schreef:Ook Jesaja onderstreept hetgeen in Ezechiël 36 over Israël geprofeteerd is. (vs.24 Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen.)
Dat kan m.i. net zo goed over de Gemeente gaan.
Evengoed ga ik toch met de gedachte mee.
Al was het maar omdat God de Joden zo overviel met Jezus Christus, dat ze Hem niet konden en wilden plaatsen als Yeshua ha Mashiach.
De gedachte opent ook de deur naar een verzoening met in principe elke mens, en dat doet me altijd goed.

Toch lijkt dat Jesaja 43:5-7 juist over de Gemeente gaat maar vers 8 niet.
Hmm..

Ik begrijp alleen de logica niet, dat de blindheid der Joden een zegen zou zijn voor de heidenen.
Hoe werkt dat?
https://www.youtube.com/playlist?list=PLzXkVr_R6Kg30l25sDsjipQRpUMQXVi9W
nicodemus zda
Berichten: 428
Lid geworden op: 05 jun 2013, 17:05
Man/Vrouw: M
Locatie: Gent België

Re: Ezechiël 36

Bericht door nicodemus zda »

Hallo,

Graag wil ik nog eens terug komen op Ezechiël!
Waar Ezechiël in principe over spreekt is de verzegeling van de ware Israëliet die tijdens hetv oordeel plaats vindt.
Dat zegel ontangt Gods volk pas nadar het oordeel over haar is uitgesproken.
Dat de verzegeling van Openbaring 7 en de uitstorting van de late regen (Openbaring 18) onafscheidelijke
evenementen zijn wordt bekend gemaakt door...Ezechiël.

Want de 'heerlijkheid' die Ezechiël zag komen vanuit het Oosten, was dezelfde als die welke door Johannes
op Patmos werd gezien.

De heerlijkheid van den nieuwen tempel Ezechiël 43:1-5
1 Toen leidde hij mij tot de poort, de poort, die den weg naar het oosten zag.
2 En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israël kwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid.
3 En alzo was de gedaante van het gezicht, dat ik zag, gelijk het gezicht, dat ik gezien had, toen ik kwam, om de stad te verderven; en het waren gezichten, als het gezicht, dat ik gezien had aan de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht.
4 En de heerlijkheid des HEEREN kwam in het huis, door den weg der poort, die den weg naar het oosten zag.
5 En de Geest nam mij op, en bracht mij in het binnenste voorhof; en ziet, de heerlijkheid des HEEREN had het huis vervuld
En wat ziet Johannes op Patmos?

Openbaring 7:1-8

De verzegelden uit de twaalf stammen
1 En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende de vier winden der aarde, opdat geen wind zou waaien op de aarde, noch op de zee, noch tegen enigen boom.
2 En ik zag een anderen engel opkomen van den opgang der zon, hebbende het zegel des levenden Gods; en hij riep met een grote stem tot de vier engelen, welke macht gegeven was de aarde en de zee te beschadigen,
3 Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden.
4 En ik hoorde het getal degenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israëls.
5 Uit het geslacht van Juda waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Ruben waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Gad waren twaalf duizend verzegeld;
6 Uit het geslacht van Aser waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Nafthali waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Manasse waren twaalf duizend verzegeld;
7 Uit het geslacht van Simeon waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Levi waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Issaschar waren twaalf duizend verzegeld;
8 Uit het geslacht van Zebulon waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Jozef waren twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Benjamin waren twaalf duizend verzegeld.
Ezechiël zag gewoon hetzelfde als dat wat Johannes zag. Nu we in de tijd van Openbaring leven, en de muur is weggenomen, tussen jood en griek, is het duidelijk dat de profeten van het OT
wezen op het Geestelijke aspect van geloof en de aanbidding, waarvan de uitslag in een Hemels Heiligdom gesloten zou worden.
De heerlijkheid van Ezchiël wordt herhaalt in Openbaring 18:1
1 Hierna zag ik een andere engel uit de hemel neerdalen. Hij had groot gezag en zijn luister verlichtte
Het gaat hier dus niet over het natuurlijke Israël aan de Middellandse zee of het 'oude Jeruzalem' (meer) maar om het Ware (Geestelijke) Israël dat in Jezus te vinden is.
Het ware Israël is een volk dat alleen door de Gerechtigheid in Christus tot het Ware Israël geworden is, de Overblijfselen uit alle tijden!

Jezus bevestigt dat inzicht ook;

Leviticus 16:13-15 Grote Verzoendag
13 Daar moet hij het reukwerk ten overstaan van de HEER op het vuur leggen opdat de wolk van het reukwerk de verzoeningsplaat op de ark met de verbondstekst aan het oog onttrekt, anders sterft hij. 14 Hij moet met zijn vinger wat bloed van de stier op de verzoeningsplaat sprenkelen en zevenmaal wat bloed op de grond ervoor. 15 Daarna moet hij de bok voor het reinigingsoffer van het volk slachten, en het bloed naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. Met het bloed moet hij hetzelfde doen als met het bloed van de stier: hij moet het op de verzoeningsplaat en op de grond ervoor sprenkelen. 16 Zo voltrekt hij aan de heilige ruimte de verzoeningsrite voor de onreinheden en overtredingen van de Israëlieten, voor al hun zonden. Hetzelfde moet hij doen met het voorste deel van de ontmoetingstent, die in hun kamp staat, te midden van alle onreinheid van het volk
Dus de heerlijkheid waar Ezechiël op duidt 43 op duidt en het Zegel vanuit het oosten en de laatste boodschap van Openbaring 18 2-4 allemaal uit het Oosten.
Als het "volk' de adviezen en de visioenen Geestelijk hadden begrepen (zedelijk-) dan zou het volk IsraËl in die tijd de waarborg én de voorwaarden vervuld, en was Jezus toen al voor de gehele wereld.
De belofte en de visioenen die Ezechiël ontving gedlen dus nu, door Johannes op Patmos voor ONS die zeggen Dienrane van Jezus te zijn.
En gelden dus ook NIET meer voor alleen het Joodse volk dat deel is van het natuurlijke Israël aan de Middellandse zee.

De belofte vinden we terug in Efeze 1:13 Verzegeling alleen door Geloof in de Gerechtigheid van Jezus (Getuigenis en gave der Profetie)
Efeze 4:30 (als we de werking van de Heilige Geest in ons leven veronachtzamen)
We hebben de Heilige Geest dus nodig om Verzegeld te kunnen naar 'onze werken'.
Dus geen wonder dat ons Heiligdom in het Hemelse Jeruzalem te vinden is en nergens anders.

Hartelijke groet
nicodemus zda
Berichten: 428
Lid geworden op: 05 jun 2013, 17:05
Man/Vrouw: M
Locatie: Gent België

Re: Ezechiël 36

Bericht door nicodemus zda »

Hallo allemaal,

Ik herinner me, dat er een reactie aan mijn adres was gericht, inzake het feit dat ik de 'vervangingsleer' huldigde.
Persoonlijk ben ik van mening, dat Jezus de taak en de opdracht inderdaad "aan een ander volk" heeft overgedragen, namelijk de Gemeente vanaf het begin van het NT,
en de verzegeling van het OT.

Nu, dit is in ieder geval NIET wat ik bedoel:

Vervangingsleer
In 325 nC besloot ongeveer 15% van de toenmalige kerk te Nicea dat de christelijke praktijk die van de joden moest vervangen. Zij stelde een nieuwe christelijke traditie in: Een nieuwe kalender en een nieuw belijden waarin Israëls rol was uitgespeeld en de kerk haar vervangt. Dit was toen al een oude discussie en het grootste deel van de kerk wilde haar handen hier niet aan vuil maken. Maar Constantijn en zijn opvolgers deelden de lakens uit. Het was de politieke voorkeur om een christendom te bouwen dat de joden uitsloot. Het is Rome geweest die het idee dat de kerk in plaats van Israël kwam, heeft opgedrongen aan de kerk. Bron: http://www.sjemajah.nl/?page_id=43
Zij die dus de zondag onderhouden, moeten zich bewust zijn van wat dus de 'vervangingsleer 'inhoudt, en welke 'heer' zij daadwerkelijk dienen (met alle respect)
Er is dus een wezenlijk verschil tussen de bervangingsleer van mensenhanden en de "vervangingsleer' die Jezus zo duidelijk naar voren heeft gebracht:
Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk, dat de vruchten daarvan opbrengt. (En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden, en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen.) En toen de overpriesters en de Farizeeën zijn gelijkenissen hadden gehoord, begrepen zij, dat Hij hen bedoelde. En hoewel zij Hem trachtten te grijpen, vreesden zij de scharen, daar die Hem voor een profeet hielden.” Matteüs 21:33-46
Jezus spreekt hier duidelijk taal.
“Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk, dat de vruchten daarvan opbrengt.” Matteüs 21:43
De joden begrepen precies wat Hij zei en hadden maar één antwoord: Dat nooit! Zie Lucas 20:16-19.
Het joodse volk stootte zich aan de steen des aanstoots en als natie werden zij vermorzeld bij de val van Jeruzalem. Het Koninkrijk Gods is gegeven aan een ander volk, de kerk en zij draagt vrucht in de gehele wereld. Jezus rept hier met geen woord over een herstel van de joodse natie in een nabije of verre toekomst, als een vervulling van de profetie.
In Daniël 9: 24-27 vinden wij de profetie van de zeventig weken over het volk Israël. De statenvertaling schrijft:
“Zeventig weken zijn bestemd over uw volk en over uw heilige stad, om de over¬treding te sluiten en om de zonden te verzegelen en om de ongerechtigheid te verzoenen en om een eeuwige gerechtig-heid aan te brengen, en om het gezicht en de profeet te verzegelen en om de heilig¬heid der heiligheden te zalven. Weet dan en versta: van dat het woord uitging, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de Vorst, zijn zeven weken en twee en zestig weken; de straten en de grachten zullen weer ge¬bouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn; en een volk van de vorst, dat komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vast besloten verwoestingen.
Maar goed, ik ben blijkbaar dan onduidelijk geweest en heeft men het begrip onjuist ingeschat t.o.v. mijn uitleg!

Wat ik dus meer bedoel is dit:

De reformatie
De reformatie wordt ook vaak vervangingsleer verweten. Maar het is maar de vraag of dat terecht is. Calvijn leerde: ‘Het verbond met alle vaderen (uit het OT) verschilt in wezen en zaak in het geheel niet van het verbond met ons, maar is geheel één en hetzelfde. Alleen de bediening verschilt.’ (Inst. II.10.2) Hij gaat op deze manier uit van een fundamentele eenheid tussen Israël en de kerk, en ziet als zodanig in wezen slechts één verbond en één volk van God. Vanuit dit uitgangspunt is de gereformeerde verbondstheologie verder ontwikkeld.
Het calvinisme heeft zich dus altijd al verbonden geweten met het joodse volk, zonder dat dit hun identiteit in Christus loochende. Zij ziet de eenheid met Israël slechts daar waar in het verbond gewandeld wordt. De ‘ware kerk’ sluit Israël dan niet buiten, maar sluit de gelovigen uit Israël juist in. Daarmee is de reformatie de vervangingsleer een stap voorbij. Toch heeft de reformatie de gevolgen van de leer niet aangepakt door Nicea op dit punt te herroepen, wat je wel zou verwachten als consequentie van deze denkwijze die uitgaat van de eenheid tussen Israël en kerk. In dat licht is het niet zo verwonderlijk dat er vaak wordt aangenomen dat de reformatie de vervangingsleer heeft gehandhaafd. Bron: http://www.sjemajah.nl/?page_id=43
Dat laatste is jammer en daar wil iik dus -ook- niet mank aan gaan!

Sommige Reformatorische gemeenten, onderhouden dus, gelijk het Verbond der Vaderen (in Christus én in de Hemels Vader) de Sabbat van het 4e gebod en onderkennen hun specifieke taak, sinds hun "oprichting" in het licht van de profetische chronologie, zoals deze, voor ONZE tijd geldt. Persoonlijk ben ik van mening, dat de profetische tijd voor ONS begonnen is in 1843, toen Jezus het Heilige der Heiligen binnen ging.
Ook persoonlijk dus ben ik van mening, dat de "laatste gemeente (-n) een opdracht hebben te vervullen, naar ALLE menen (Matt 28).
Naar gelang de (laatste) ontwikkelingen ben ik persoonlijk ook de mening toegedaan, dat Ezechiël terecht heeft gewezen op de zelfde aspecten, voor het volk, als voor ons door Johannes op Patmos.
Want wij zijn de Dienaren die Daniël en Openbaring voor onze tijd, als de profeten moeten leren begrijpen in Christus, immers Christus is de auteur van Openbaring.

De taak is duidelijk, alle christenen dienen te begrijpen van het Hemels Heiligdom inhoudt. Dat maakt, dat niemand uitgesloten wordt van de (Genade-) tijd die hem of haar nog is geboden.
Ok volk Israël niet ( de Joden) zoals wij die nu ervaren en kennen!

De Vervangingsleer is dus een begrip dat van Christus is 'geleend' en voor politiek religieen misleiding van maatschappelijke verbanden is gebruikt, tot aan de dag van vandaag!
Geen wonder dus, dat prominente politici bij de Bisschop te rade gaan, voor een oplossing van hun maatschappelijke problemen.
Ik zou ook niet anders kunnen, als ik in hun schoenen stond.
Maar dat is geenszins het geval!

Hartelijke groet
nicodemus zda
Berichten: 428
Lid geworden op: 05 jun 2013, 17:05
Man/Vrouw: M
Locatie: Gent België

Re: Ezechiël 36

Bericht door nicodemus zda »

Hallo broeders en zusters in Christus,

Adinomis begon het forum met de volgende inleiding:

Beloften voor Israël in Ezechiël 36.

Omwille van Mijn Heilige Naam .
Het hoofdstuk grijpt terug op het erfelijk bezit van Israël. Gods beloften zijn eeuwigdurend. In vers. 2 gaat de profetie in op de grootspraak van de omliggende volken die spottend zeggen: "Haha, het is van ons!"
Het onheil dat over Israël gekomen is hebben ze aan zichzelf te wijten. Ze zijn vernederd en in een hopeloze situatie. Maar dan laat God Ezechiël profeteren:

Ez.36:6 Profeteer daarom over het land van Israël, en zeg tegen de bergen en tegen de heuvels, tegen de waterstromen en tegen de dalen: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, in Mijn na-ijver en in Mijn grimmigheid heb Ik gesproken, omdat u de smaad van de heidenvolken gedragen hebt.
7 Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ík heb gezworen: Voorwaar, de heidenvolken die rondom u zijn, zullen zelf hun schande dragen!

De verzen 8-15 spreken over een herstel van het land. We hebben het gezien hoe het grondgebied grotendeels verwilderd moerassen (met malaria) en woestijngrond was en dat er nu vruchtbare akkers zijn. De puinhopen (vs.10) werden herbouwd en de mensen werden er weer talrijk (vs.10)

Als gevolg van hun zonden en afgoderij waren de Israëlieten verdreven naar allerlei landen.

Ezech.36:17 Mensenkind, toen het huis van Israël in hun land woonde, toen verontreinigden zij dat met hun weg en met hun daden. Hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinheid van een afgezonderde vrouw.
18 Toen stortte Ik Mijn grimmigheid over hen uit omwille van het bloed dat zij in het land vergoten hadden, en vanwege hun stinkgoden waarmee zij het verontreinigd hadden.
19 Ik verstrooide hen onder de heidenvolken en zij werden verspreid over de landen. Ik heb hen geoordeeld overeenkomstig hun weg en overeenkomstig hun daden.

Door het herstel van Gods volk en het land dat hun tot erfdeel was gegeven, zullen de volken van deze aarde zien en moeten erkennen dat Jahwèh de ware God is:
Maar, in de laatste alinea lijkt er een regenstelling weer gegeven te zijn, want Israël is geen land, maar een volk. Het Rijk dat Jezus duidt is niet van deze aarde

Wat leert Zacheria nu dan, als het om een volk gaat:

Zacheria spreekt over een "geschenk uit de hemel". Dus van een natuurlijk herstel kan geen sprake meer zijn, in de huidige vorm.
Bovendien blijkt dat de gedachte van een land voor de joden, niet alleen in 1948 tot uiting gekomen is, na een periode van geweld tegen de joden.

Wat zegt bijvoorbeeld Theodore Herzl:
Der Judenstaat en Altneuland

Eind 1895 schrijft Herzl Der Judenstaat. Het kleine boek werd gepubliceerd op 14 februari 1896 in Leipzig (Duitsland) en Wenen (Oostenrijk) door M. Breitenstein's Verlags-Buchhandlung. Het heedt als ondertitel: "Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage" (= "Voorstel tot een moderne oplossing voor de Joodse vraag").

Herzl's oplossing is de creatie van een Joodse staat. In zijn boek schetst hij zijn redenering voor de noodzaak om de historische Joodse staat te herstellen. Herzl's ideologie klinkt als volgt: "We zijn één land - één volk". In zijn boek is duidelijk te merken dat Herzl gefrustreerd is over het feit dat het Joodse volk nergens thuis hoort en verstoten wordt. Hij is dan ook zeer gedreven om te pleiten dat het Joodse volk recht heeft op het historische land waar zijn vandaan komen. De hiernavolgende passages zijn hier een duidelijk voorbeeld van:

"We hebben oprecht geprobeerd om samen te smelten met de gemeenschappen waarin we leven, met de enige bedoeling van het geloof van onze vaderen te behouden. Het is ons niet toegestaan. Tevergeefs zijn wij loyale patriotten, tevergeefs maken wij dezelfde opofferingen van leven en bezit zoals onze mede burgers, tevergeefs streven wij ernaar om de bekendheid van ons vaderland in de kunsten en wetenschappen te verbeteren. In ons vaderland waar wij eeuwen geleefd hebben worden wij nog steeds bestempeld als vreemdelingen, dikwijls door mannen van wie hun voorouders nog niet aanwezig waren in een tijd dat Joodse zuchten al lang gehoord waren in het land..."

Toelichting: Wat Theodore hertzl hier duidt, is dus ook niet wat Jezus, Zacheria en Ezechiël bedoelen met het herstel van een volk Israël in Christus. Herzl wijst op het historisch Israël, dat van het OT.
hij zegt er dan bij:

"Palestina is ons onvergetelijk historisch thuisland..."

vervolgens:
"De Joden die het echt willen zullen hun eigen staat krijgen. Zo zullen wij tenminste leven als vrije mensen op onze eigen grond, en vredig sterven in onze eigen woningen. De wereld zal bevrijd worden door onze vrijheid, verrijkt worden door onze rijkdom en versterkt worden door grootheid..."
Zijn laatste literair werk, Altneuland (= Het Oude Nieuwe Land), daterend uit 1902, is een roman gewijd aan het zionisme. Herzl besteedde drie jaar van zijn vrije tijd aan het schrijven van dit boek. Zijn boek is meer een voorspelling dan een roman en beschrijft wat kan worden verwezenlijkt binnen één generatie. De roman geeft de visie van Herzl voor een Joodse staat in Israël weer, en wordt daarmee een van de teksten die aan de basis staat van het zionisme. Altneuland is geschreven voor zowel Joden als niet-Joden: zo wilde Herzl de niet-Joodse opinie winnen voor het zionisme.

Wat zegt de toelichting nog meer, aangaande Herzl:

Herzl stelde zich een Joodse staat voor die een combinatie was van een moderne Joodse cultuur, gecombineerd met het beste van het Europese erfgoed. Herzl noemde zijn model "Mutualisme", en het was gebaseerd op een gemende economie, met publiek bezit van het land en natuurlijke bronnen, landbouwsamenwerkingen, sociale welvaart, wat overeenkwam met communistische of socialistische visies, hoewel ook privébezit werd aangemoedigd. Als echte modernist verwierp Herzl het Europese klassensysteem, maar bleef hij het Europese culturele erfgoed trouw. Hij ging er ook vanuit dat er meerdere talen zouden worden gesproken, maar Hebreeuws zou niet de hoofdtaal zijn. Voorstanders van een Joodse culturele wedergeboorte, zoals Ahad Ha'am waren kritisch ingesteld ten opzicht van Altneuland.

In het boek voorzag Herzl geen conflict tussen Joden en Arabieren. Eén van de hoofdpersonages erin is een ingenieur van Haifa, Reshif Bey geheten. Hij is één van de leiders van de 'Nieuwe Gemeenschap' en zeer dankbaar tegenover zijn Joodse buren voor het verbeteren van de economie van Palestina en ziet geen reden tot conflict: alle niet-Joden hebben immers gelijke rechten. De hoofdplot in de roman is dan ook de poging van een fanatieke rabbi om de niet-Joodse burgers te ontzetten uit hun rechten.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Theodor_Herzl)
Nu ik heb eens gekeken bij Zacheria, wat zegt Zacheria, want deze figuur wijst direct op Jezus persoonlijk, als het om het Geloof (Israêl) gaat:
Zacheria wijst er namelijk op dat de beloften niet (meer) bestemd zijn voor een apart gezet volk en plaatselijke is in de essentie van OT belofte, maar gezien moeten
worden -alleen- in een relatie met Christus, dat wil zeggen een belofte die Geestelijk ervaren moet worden, in een persoonlijke groei, naar mijn mening.
De wederkomst is dan ook, in dat licht, geen overval, maar een groei proces. Als Hij komt, dan zijn we geestelijk zo ver voorbereid, als we de voorwaarden hebben aanvaard, dat Zijn Komst voor ons (de verlosten) geen verrassing is,
maar een logisch feit. Zij die zich niet voorbereiden, worden inderdaad 'overvallen' door Zijn komst.
In feite is het exact dezelfde situatie als we een familielid, jaren niet gezien hebben en ineens, zonder besef van bestaan, voor onze deur staat.
We zijn op zijn of haar komst, niet voorbereid, wat tot vreemde situaties kan leiden, inn ons hoofd. En zo is het met Christus gewoon hetzelfde, alleen zal de impact vele malen
groter zijn, omdat we dan zullen beseffen, dat het "einde" (op aarde) is ingegaan. Alhoewel de waarschuwing al bekend was; Gevallen, gevallen is het Grote Babylon.

Wat zegt Zacheria:

14:9 En de HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage zal de HEERE één zijn, en Zijn Naam één.
Zoals ook Micha en Jesaja uitleggen, zal een menigte mensen uit alle taal, stam, natie en volk nar Jeruzalem trekken om te bidden en de Heer te zoeken.
De mensen zullen erkennen dat de Allerhoogste god in 'Sion' aanwezig is en dat Hij die mensen zal zegenen die Hem (alleen) zullen aanbidden.
In Johannes 12:32 licht Jezus toe, dat Hij in het Hemels Jeruzalem aanbeden kan worden, Hij zegt daar immers dat Hij die mensen tot Zich zal trekken en zal opheffen van de aarde!
En dat kan alleen in Geestelijke zin.De Gemeente van Christus, dat ook genoemd wordt' Het -ware- Israël van de Allerhoogste god" (Galaten 6:16).

Wat Zacheria hier dus benadrukt is de 'overgang' van een bevrijding van en in het natuurlijke, als Israël aks natuurlijk volk trouw was gebleven en aan de voorwaarden had voldaan, naar (de) een geestelijke bevrijding
van Gods trouwe volgelingen.

Opmerkelijk is dat Zacheria direct naar onze tijd wijst, als het gaat om de strijd van het Geestelijke Egypte tegen het Geestelijke Israël, of te wel,
het volk van het grote Babylon, tegen het volk dat in het Hemels Jeruzalem haar bestemming heeft gevonden.
(Zie ook Daniël 7:14)

Hartelijke groet