Inktvlam schreef: 30 sep 2018, 21:18
peda schreef:Wetenschappelijk bewijs levert geen absolute waar of absolute onwaar uitspraak. Het gaat bij wetenschappelijk bewijs over waarnemingen die een hypothese/theorie bevestigen of ontkrachten. Voorspellingen, gebaseerd op zo'n hypothese/theorie kunnen naar gelang de uitkomst worden gecontroleerd. Er ontstaan werkbare modellen voor de waargenomen werkelijkheid. Maar er worden geen uitspraken gedaan over de waargenomen werkelijkheid.
Geloofsbewijs houdt zich niet aan bovenstaande uitgangspunten, waardoor het als zwakker wordt geclassificeerd als wetenschappelijk bewijs.
Boven het wetenschappelijk bewijs staat het wiskundig bewijs. Als Zolderworm Absolute Waarheidsuitspraken zou doen, zit hij volgens de wetenschappelijke methode niet goed, maar ik kan hem daar, ondanks krachtig door hem geformuleerde uitspraken, niet op betrappen.
Jouw woorden: “maar er worden geen uitspraken gedaan over de waargenomen werkelijkheid”. Als het niet gaat over de werkelijkheid waarom bedrijven we dan nog wetenschap? Wetenschap zou moeten gaan over weten, het kennen van de werkelijkheid. Dat geeft zelfs iemand als Larry Moran toe. Ook geloof gaat daar over. Jezus heeft nooit een blind geloof geëist. Onderzoek alles en behoud het goede, staat er in de Schrift. Maar het ging mij om de uitspraken van Zolderworm, en niet om de wetenschap ter discussie te stellen.
Jij haalt
de werkelijkheid op zich (das Ding an sich) en "de werkelijkheid zoals wij deze waarnemen" door elkaar. Binnen de werkelijkheid zoals wij deze waarnemen bestaat een balpen (meestal) uit een plastic buisje, een veertje, een balpenvulling en nog wat dingen. Wat de absolute werkelijkheid van de atomen (of feitelijk elementaire deeltjes) is, waar de balpen uit bestaat, dat weten we niet. In de fysica is men nog niet zover. In die zin bestaat er over de absolute werkelijkheid (het Ding an sich) geen kennis. Dus zijn onze uitspraken over de absolute werkelijkheid een kwestie van persoonlijke mening. We kunnen er geen definitieve uitspraken over doen. We kunnen het Ding an sich ook niet waarnemen. We nemen alleen waar wat onze zintuigen (en vervolgens onze rationaliteit) ervan maken. En daaruit concluderen we dat de werkelijkheid materieel van aard is en bestaat uit atomen (of feitelijk elementaire deeltjes). En op basis daarvan ontwikkelen we een wetenschap.
Over de werkelijkheid, zoals door ons waargenomen (materieel van aard), kunnen we wel uitspraken doen. Zoals de waargenomen werkelijkheid van de hersenen. Daarover kunnen we wel uitspraken doen. De hersenen (of feitelijk in eerste instantie de ogen) zetten lichtimpulsen om in elektrische signalen, en elektrische en chemische signalen in de synapsen, waarop vervolgens berekeningen worden toegepast, voordat wij ons bewust worden van het waargenomen object (zoals de balpen op het bureau gelegen). Dat er in de hersenen bepaalde omzettingen plaatsvinden, leidt tot de conclusie dat wij het waargenomen ding niet waarnemen zoals het werkelijk is op het ultieme niveau van het Ding an sich. Daarom kunnen wij ook geen definitieve uitspraken doen over de ultieme werkelijkheid, het Ding an sich, maar wel ware uitspraken over de stoffelijke werkelijkheid, zoals over de balpen en de hersenen. Onze waarneming wordt in de hersenen meermaals omgezet en uiteindelijk rationeel verwerkt. Dat geldt ook voor de andere zintuigen, niet alleen het zien. Of je de werkelijkheid beschouwt op het niveau van het Ding an sich, of op het niveau wat onze zintuiglijkheid ervan maakt, dit is altijd een gegeven feit.
Je kunt dus niet zeggen dat het
niet zeker is dat de balpen bestaat uit een plastic buisje, een veertje, een balpenvulling en nog wat dingen, omdat onze zintuigen de binnengekomen signalen meermaals omzetten. Dat een balpen bestaat uit een plastic buisje, een veertje, een balpenvulling en nog wat dingen, is een zekerheid, van dezelfde orde dat onze hersenen de binnengekomen licht- en andere impulsen meermaals omzetten voordat we ons deze bewust worden. Binnen ons materiële wereldbeeld is dat een feit.
Binnen het wetenschapsmodel zien we de wereld als materialistisch, dat wil zeggen als opgebouwd uit atomen, of uiteindelijk elementaire deeltjes. Daarom kun je niet zeggen dat wetenschap zou moeten gaan over weten, het kennen van de werkelijkheid. Wetenschap gaat over het kennen van de materiële werkelijkheid, niet van de werkelijkheid op zich.
Als je de werkelijkheid beschouwd als opgebouwd uit materiële elementaire deeltjes dan kun je zekere uitspraken doen over de wereld, zaken die wetenschappelijk bewezen zijn. Zo is het dus wetenschappelijk bewezen dat onze zintuiglijkheid niet zorgt voor een directe bewustwording van de wereld, beschouwd als het Ding an sich. Dat is dus in ieder geval een feit, ook als je uitgaat van het niveau van het Ding an sich.
God echter, mede beschouwd als schepper van de Bijbel, is niet van materiële aard. Wij kunnen hem wat dat betreft niet materieel detecteren. Daarom kunnen we op hem niet het wetenschappelijk bewijs toepassen, en dus ook niet wetenschappelijk zekere uitspraken over hem doen, en dus feitelijk überhaupt geen zekere uitspraken. Want andere zekere uitspraken dan de wetenschappelijk zijn er niet. Dat is wat ik bedoel.
Daarom hebben mensen als Eric-Jan en Alpha het verkeerd als zij beweren dat de Bijbel ons zekere kennis oplevert.