Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Dit gedeelte is bedoeld voor bespreken van de Bijbel.
Moderatie: het moderatieteam
Forumregels
Richtlijnen subforum

Dit gedeelte is bedoeld voor het bespreken van de Bijbel.
Dit is het het subforum waar we gaan praten met de Bijbel opengeslagen.
We spreken over zaken steeds weer teruggrijpend op wat er staat in de Bijbel
en we proberen die bestuderend te doorvorsen en de bedoeling te zien en te gaan begrijpen.


(Niet de bedoeling is het dat iemand hier een soort cursus start.
Als men zoiets zou willen doen, dan dient eerst te worden overlegd met de crew.)


Moderatie: het moderatieteam
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

Ik moest ineens denken aan dat filmpie van die voorganger die zich als zwerver verkleedt.
https://www.youtube.com/watch?v=7qftpoMfe08
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

Het spreekt gewoon over de Messias en het kan niet over Israel gaan of het rechtvaardige deel van Israel. De knecht is rechtvaardig. Het brengt genezing. Psalm 44 is het gebed van het rechtvaardige deel van Israel. Daar lijden zij vanwege de zonden van de rest van Israel en de heidenen. Heidenen worden vernietigd en nooit genezen daardoor en ze bleven in ballingschap, de rest van Israel werd er niet door genezen. Ieder zal voor zijn eigen zonden sterven. Als heel Israel rechtvaardig is, lijden ze niet door hun vijanden.

De straf die ons de vrede aanbrengt was op hem en door zijn striemen is ons genezing geworden.
Als de knecht het rechtvaardige overblijfsel is, bevrijdt God Israel vanwege het gebed en het lijden van een rechtvaardig deel, maar dat deed Hij nooit. Vrede en vrijheid van vijanden is pas als ze zich allemaal bekeren.

De knecht zal ten hoogste verheven zijn. Dat wordt alleen in Jesaja 6 gebruikt voor God.

https://www.youtube.com/watch?v=_9J9ByB4UhY

https://books.google.nl/books?id=y8i-Ag ... .6&f=false

https://books.google.nl/books?id=Wh_S6j ... el&f=false

God zou vrede geven in de tweede tempel en de glorie van de tweede tempel zou groter zijn dan de eerste. De tweede tempel is vernietigd. Hoe gaf God daar vrede en hoe was de glorie groter?


Als er iemand stierf voor de rest van het volk was het iemand die slecht was, niet rechtvaardig:


"What is perhaps less well known is that at times it was the death of a human being--not an animal--that atoned for the sin of the people. The sin of the Israelites as recorded in Numbers 25, when some of the Israelites worshipped the Moabite gods, was met with a plague that could only be stopped by a human payment. Make no mistake: it was the death of people that stopped the plague. Rabbi Jacob Milgrom comments:

Phinehas's deed in slaying one Israelite leader suffices to ransom (kipper) Israel; God requires no additional victims. Kipper functions to avert the retribution, to nip it in the bud, to terminate it before it is fully exhausted. (7)

Milgrom mentions two other texts in which the death of human beings functions to secure atonement:

The first, Exodus 32:26-29, deals with the apostasy of the golden calf where the Levites are called upon to slay the people, even their close relatives, indiscriminately--to assuage the wrath of God. The second text, 2 Samuel 21:1-14... [shows that] the impalement of Saul's sons provided the needed ransom-expiation for ending the drought. (8)"

https://www.doxa.ws/Messiah/Isa53.html
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Eliyahu »

coby schreef: 29 okt 2018, 17:20 Het spreekt gewoon over de Messias
Bs"d

Het enige probleem is dat voor die stelling niet het geringste bewijs gevonden kan worden in de Tenach.
en het kan niet over Israel gaan of het rechtvaardige deel van Israel. De knecht is rechtvaardig.
Er staat niet dat de knecht rechtvaardig is, er staat dat hij geen geweld en geen bedrog gedaan heeft. Maar de zonde van Israel was afgodendienst, en niet geweld of bedrog.
Rechtvaardige mensen worden niet gedood voor zonden. Ook niet voor de zonden van anderen.
Het brengt genezing.
Lijden en/of sterven brengt genezing, want door straf worden zonden uitgewist. Iedereen lijdt voor zijn eigen zonden, (of eventueel nog voor de zonden van zijn direkte voorvaderen) maar niet voor de zonden van anderen.
Psalm 44 is het gebed van het rechtvaardige deel van Israel. Daar lijden zij vanwege de zonden van de rest van Israel en de heidenen.
Er staat daar nergens dat Israel lijdt voor de zonden van de heidenen.
Heidenen worden vernietigd en nooit genezen daardoor en ze bleven in ballingschap, de rest van Israel werd er niet door genezen. Ieder zal voor zijn eigen zonden sterven. Als heel Israel rechtvaardig is, lijden ze niet door hun vijanden.
Behalve dit in Jesaja 52:15 "Zo zal hij vele volken doen opspringen, om hem zullen koningen verstommen" zijn er geen heidenen te vinden in Jesaja 53.
De straf die ons de vrede aanbrengt was op hem en door zijn striemen is ons genezing geworden.
Als de knecht het rechtvaardige overblijfsel is, bevrijdt God Israel vanwege het gebed en het lijden van een rechtvaardig deel, maar dat deed Hij nooit. Vrede en vrijheid van vijanden is pas als ze zich allemaal bekeren.
De knecht is gewoon Israel in het algemeen, niet noodzakelijkerwijs een apart gedeelte. Jesaja spreekt in algemene termen.

En het feit blijft dat een ieder gestraft wordt voor zijn eigen zonden, en dat er niemand lijdt voor de zonden van anderen.
De knecht zal ten hoogste verheven zijn. Dat wordt alleen in Jesaja 6 gebruikt voor God.
De uitdrukking dat hij verhoogd zal worden, ירום ונשא wordt verder in de hele Tenach niet gebruikt, dus ook niet voor God.

En er is in de hele Tenach ook geen aanwijzing te vinden dat de messias God zelf zal zijn.
Welke argumenten wil je brengen uit die links?
God zou vrede geven in de tweede tempel en de glorie van de tweede tempel zou groter zijn dan de eerste. De tweede tempel is vernietigd.
De eerste ook.
Hoe gaf God daar vrede en hoe was de glorie groter?
Wat heeft dat met Jesaja 53 te maken?
Als er iemand stierf voor de rest van het volk was het iemand die slecht was, niet rechtvaardig:
Niemand sterft voor de rest van het volk. Als persoon A zondigt dan is het niet zo dat persoon B daar voor gestraft gaat worden. Dat zou bijzonder onrechtvaardig zijn.
"What is perhaps less well known is that at times it was the death of a human being--not an animal--that atoned for the sin of the people. The sin of the Israelites as recorded in Numbers 25, when some of the Israelites worshipped the Moabite gods, was met with a plague that could only be stopped by a human payment.
Maar het is nog steeds niet zo dat onschuldigen gestraft worden voor de zonden van anderen.
Make no mistake: it was the death of people that stopped the plague. Rabbi Jacob Milgrom comments:

Phinehas's deed in slaying one Israelite leader suffices to ransom (kipper) Israel; God requires no additional victims. Kipper functions to avert the retribution, to nip it in the bud, to terminate it before it is fully exhausted. (7)
Pinchas doodde de zondaar, niet een ander onschuldig slachtoffer.
Milgrom mentions two other texts in which the death of human beings functions to secure atonement:

The first, Exodus 32:26-29, deals with the apostasy of the golden calf where the Levites are called upon to slay the people, even their close relatives, indiscriminately--
Onzin. Mensen werden niet "indiscriminately" willekeurig vermoord omdat anderen een gouden kalf aanbeden hadden. Alleen de afgodendienaren werden gedood.
to assuage the wrath of God. The second text, 2 Samuel 21:1-14... [shows that] the impalement of Saul's sons provided the needed ransom-expiation for ending the drought. (8)"

https://www.doxa.ws/Messiah/Isa53.html
En die werden ook weer gestraft voor hun eigen zonden. Mensen die gestraft worden voor zonden van anderen die zijn er niet in de Tenach.

Dus wat er gebeurt in Jesaja 53 is dat Israel gestraft wordt voor de zonden van Israel. Een heel simpel concept wat door de hele Tenach heen te vinden is.

Het concept dat de messias/God zelf vermoord moet worden voor de zonden van Israel of de hele wereld is nergens in de Tenach te vinden.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Eliyahu »

Bs"d

En dan nu even waarom Jesaja 53 niet over JC kan gaan:

“Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn;” Het christendom gelooft dat dit JC is. Het christendom gelooft dat JC de ene God is. Dus God is zijn eigen knecht?



“Zoals velen zich over u ontzet hebben – zozeer misvormd, niet meer menselijk was zijn verschijning”

Wanneer was dit ook al weer het geval met JC?



“Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte”

Wanneer was JC ziek?



“ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.”

Was hij volgens het NT niet een zeer geziene prediker die te midden van een grote schare aanhangers zijn intrede in Jeruzalem maakte?



Een misvertaling: NBG: “Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.”

Let op het woord “echter”: “wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene” Wat betekent “echter”? Volgens de on-line Van Dale:

“ech·ter (bw.) [ter uitdrukking van een beperkende tegenstelling] => niettemin, evenwel, (e)doch, nochtans”

Maar laat dat woordje “echter”, wat de indruk geeft dat de opvatting van het volk Israel fout was, nergens te vinden zijn in het hebreeuws....



“Maar om onze overtredingen werd hij doorboord”

Wat betekent “maar”? Van Dale:

maar1

I {het ~}

1 tegenwerping, bedenking

II {de ~}

1 mare

maar2 (bw.)

1 slechts

2 inderdaad, nogal, toch

3 [om twijfel uit te drukken]

4 [om een wens uit te drukken]

5 [als aanmaning of waarschuwing]

6 aanhoudend, altijd door => almaar



Wederom een tegenwerping, een bedenking. Er wordt gesuggereerd dat de opvatting van het volk Israel fout was. Maar het woord “maar” is in het hebreeuws nergens te vinden. Er staat daar dus gewoon: “Waarlijk, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; en wij hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. En om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld;”



“als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.”

Deed zijn mond niet open? “En toen Hij dit zeide, gaf een van de dienaars, die erbij stond, Jezus een slag in het gelaat en zeide: Antwoordt Gij zó de hogepriester? Jezus antwoordde hem: Indien Ik verkeerd gesproken heb, geef aan wat verkeerd was, maar indien het goed was, waarom slaat gij Mij?” Joh 18:22

Toen hij aan het kruis hing klaagde hij God, dat is zichzelf, aan. Hij vroeg: Waarom heb ik mezelf verlaten? “En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Markus 15:34

Hoe bedoelt u: “Hij deed zijn mond niet open”?



“Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hen geweest.”

Dit is het duidelijkste bewijs dat het niet over de messias kan gaan: Er staat: “Om de overtreding van mijn volk is de plaag op HEN (meervoud) geweest”

Dit is de zoveelste christelijke misvertaling. Het meervoud past hier natuurlijk niet in het cristelijke straatje, en daarom wordt er een enkelvoud van gemaakt. Maar hier is het dus heel duidelijk dat het volk Israel werd gestraft voor de zonden van het volk Israel.

Het hebreeuwse woord wat hier gebruikt is is “lamo”, en het betekent “voor hun”.

Voor de liefhebber; het woord "lamo" is ook te vinden in o.a: Genesis 9:26-27: “Ook sprak hij: Geloofd zij de Heer, de god van Sem, en Kanaan zij HUN tot slaaf! God breide Jafeth uit; hij wone in Sems tenten, en Kanaan zij HUN tot slaaf!”
Deut 32:32 + 35, “hun druiven zijn giftige druiven, bitter zijn HUN trossen.” Letterlijk: “bittere trossen zijn er VOOR HEN”

“snel komt nader wat OVER HEN is beschikt.”

Deut 33:2; “Hij zeide: De HERE is gekomen van Sinai en OVER HEN opgegaan uit Seïr;”



Het woord “lamo”, hetgeen betekent “voor hun” of “op hun” wordt verder nog gebruikt in Jesaja 16:4, 26:14 + 16, 35:8, Psalm 119:165, en andere plaatsen.





“En men stelde zijn graf bij de goddelozen; bij de rijke was hij in zijn stervens”.

Wederom een meervoud wat aangeeft dat het niet over 1 persoon kan gaan. De meeste vertalingen geven hier het woord “dood”, enkelvoud. Maar het woord “dood” staat toch echt in het meervoud.

Als je gelooft dat deze tekst gaat over een heel volk dan zijn die meervouden geen probleem, maar als je wil volhouden dat het over de messias gaat, dan zit je dus in de problemen. Tenzij natuurlijk het christendom nu gaat beweren dat God niet 1 keer maar meerdere keren is doodgegaan.



“bij goddelozen werd zijn graf gesteld, bij onderdrukkers zijn grafheuvel, hoewel hij geen geweld had gepleegd”

Geen geweld gepleegd? “En Hij maakte een zweep van touw en dreef allen uit de tempel, de schapen en de runderen; en het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en hun tafels keerde Hij om.” Joh 2:15



“Maar het behaagde J-H-W-H hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek.”

Dus het was de wil van God om zichzelf te verbrijzelen?



“Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben” God maakt zichzelf een schuldoffer om zichzelf te verzoenen?

God is zo boos op zijn zondige schepselen dat hij ze pas kan vergeven als hij zijn schepselen godsmoord heeft laten plegen, als hij zichzelf heeft laten slachten door zijn schepselen, dan is het OK en kan hij ze wel vergeven?



“zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben”

JC ziet zijn nakomelingen? Hij was nooit getrouwd; hoe deed ie dat?

Een lang leven hebben? God had een lang leven? Maar hij werd vermoord toen hij net 30 was???



“Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen”

God geeft zichzelf buit tezamen met machtigen? Wanneer is dat JC ten deel gevallen?



En dit alles terwijl er TOTAAL GEEN BIJBELS BEWIJS IS dat Jesaja 53 over de messias spreekt???



Terwijl de messias NERGENS in Jesaja, NERGENS in de hele Tenach aangeduid wordt als "de knecht van God"???
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

Eliyahu schreef: 30 okt 2018, 06:38 Bs"d

En dan nu even waarom Jesaja 53 niet over JC kan gaan:

“Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn;” Het christendom gelooft dat dit JC is. Het christendom gelooft dat JC de ene God is. Dus God is zijn eigen knecht?

“Zoals velen zich over u ontzet hebben – zozeer misvormd, niet meer menselijk was zijn verschijning”

Wanneer was dit ook al weer het geval met JC?
an het kruis
“Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte”

Wanneer was JC ziek?
aan het kruis
“ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.”

Was hij volgens het NT niet een zeer geziene prediker die te midden van een grote schare aanhangers zijn intrede in Jeruzalem maakte?
Wij is niet de discipelen die trouw bleven. Overigens kunnen die ook hun gelaat verborgen hebben. Heb ik zo vaak gedaan als ze die film opzetten en de kruisiging kwam. De 3000 en priesters die zich later bekeerden achtten Hem ook niet toen ze Hem volgens Petrus in Handelingen lieten vermoorden. Later pas.
Een misvertaling: NBG: “Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.”

Let op het woord “echter”: “wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene” Wat betekent “echter”? Volgens de on-line Van Dale:

“ech·ter (bw.) [ter uitdrukking van een beperkende tegenstelling] => niettemin, evenwel, (e)doch, nochtans”

Maar laat dat woordje “echter”, wat de indruk geeft dat de opvatting van het volk Israel fout was, nergens te vinden zijn in het hebreeuws....



“Maar om onze overtredingen werd hij doorboord”

Wat betekent “maar”? Van Dale:

maar1

I {het ~}

1 tegenwerping, bedenking

II {de ~}

1 mare

maar2 (bw.)

1 slechts

2 inderdaad, nogal, toch

3 [om twijfel uit te drukken]

4 [om een wens uit te drukken]

5 [als aanmaning of waarschuwing]

6 aanhoudend, altijd door => almaar



Wederom een tegenwerping, een bedenking. Er wordt gesuggereerd dat de opvatting van het volk Israel fout was. Maar het woord “maar” is in het hebreeuws nergens te vinden. Er staat daar dus gewoon: “Waarlijk, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; en wij hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. En om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld;”
Als dit over Israel gaat dat zijn eigen zonden draagt, moet er staan: waarlijk zijn zonden heeft hij op zich genomen. Om zijn overtredingen werd hij doorboord of, omdat het volk al spreekt: om onze overtredingen werden wij doorboord.
“als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.”

Deed zijn mond niet open? “En toen Hij dit zeide, gaf een van de dienaars, die erbij stond, Jezus een slag in het gelaat en zeide: Antwoordt Gij zó de hogepriester? Jezus antwoordde hem: Indien Ik verkeerd gesproken heb, geef aan wat verkeerd was, maar indien het goed was, waarom slaat gij Mij?” Joh 18:22

Toen hij aan het kruis hing klaagde hij God, dat is zichzelf, aan. Hij vroeg: Waarom heb ik mezelf verlaten? “En op het negende uur riep Jezus met luider stem: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Markus 15:34

Hoe bedoelt u: “Hij deed zijn mond niet open”?
Hij ging er niet tegenin. Hij antwoordde niets op de aanklachten. Paulus bijvoorbeeld ging er tegenin. Wanneer vond Israel het prima? Dat was alleen omdat niemand ze verdedigde en ze zichzelf niet konden verdedigen.

Oneforisrael:
The Hebrew says he was exploited, abused… his dignity and right to a fair trial were taken from him. The Hebrew says he was afflicted – tortured – but he didn’t open his mouth. This shows that he did not resist his unjust sentence. He didn’t try to rebel or escape, and he didn’t take legal representation in spite of the fact he was facing a death sentence, but he was led like a sheep to the slaughter, or to be sheared without resisting the injustices being done to him.
“bij goddelozen werd zijn graf gesteld, bij onderdrukkers zijn grafheuvel, hoewel hij geen geweld had gepleegd”

Geen geweld gepleegd? “En Hij maakte een zweep van touw en dreef allen uit de tempel, de schapen en de runderen; en het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en hun tafels keerde Hij om.” Joh 2:15
Dat is geen geweld. Hij sloeg de wisselaars niet. Hij joeg alleen de schapen eruit. Hij zette het oor dat Petrus eraf sloeg weer terug.
Hoe heeft Israel geen geweld gepleegd?
“Maar het behaagde J-H-W-H hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek.”

Dus het was de wil van God om zichzelf te verbrijzelen?
Nee om Jezus te verbrijzelen. Als God was verbrijzeld was de wereld in elkaar gestort. Jezus' Geest werd niet verbrijzeld. Zijn lichaam en Hij stortte Zijn ziel uit in de dood: wat Hij zelf als mens wilde. Als mens wilde Hij niet dood maar Hij gaf Zijn wil over.

“Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben” God maakt zichzelf een schuldoffer om zichzelf te verzoenen?

God is zo boos op zijn zondige schepselen dat hij ze pas kan vergeven als hij zijn schepselen godsmoord heeft laten plegen, als hij zichzelf heeft laten slachten door zijn schepselen, dan is het OK en kan hij ze wel vergeven?
Om ons met Hem te verzoenen draagt Hij de straf.
Hij had allang David vergeven voor overspel en moord. Er moest afgerekend worden met de zondenatuur, yetzer hara. Die ging dood/weg aan het kruis.
Net als de slang op de paal. Ze genazen als ze ernaar keken. Slang stelt de satan/zondenatuur voor. Bloed van dieren kon de zonde niet wegnemen.

“zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben”

JC ziet zijn nakomelingen? Hij was nooit getrouwd; hoe deed ie dat?

Een lang leven hebben? God had een lang leven? Maar hij werd vermoord toen hij net 30 was???

Opstaan uit de dood en terugkomen en 1000 jaar op aarde regeren. Hoe doet Israel het als Israel gedood is? Wanneer stortte Israel als geheel zijn ziel uit in de dood?
Nakomelingen hoeft niet natuurlijk te zijn.
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

Eliyahu schreef: 30 okt 2018, 06:38
“Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen”

God geeft zichzelf buit tezamen met machtigen? Wanneer is dat JC ten deel gevallen?
Geestelijk en komt nog. Toch zal Ik de buit plunderen van een geweldige staat ergens in Jesaja. Dat zijn zielen die gered worden van de duivel.

Eliyahu schreef: 30 okt 2018, 06:38
Terwijl de messias NERGENS in Jesaja, NERGENS in de hele Tenach aangeduid wordt als "de knecht van God"???
Now listen, Joshua the high priest, you and your friends who are sitting in front of you, indeed they are men who are a symbol, for behold, I am going to bring in My servant the Branch" (Zechariah 3:8).
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

https://broedersinchristus.nl/hogepries ... g-christus

Jozua in de profetie van Zacharia

In het visioen in hoofdstuk 3 zien we een denkbeeldige rechtszaak. Jozua verschijnt daar als aangeklaagde voor een engel, die God vertegenwoordigt. Naast hem staat de aanklager, die in de meeste vertalingen wordt aangeduid met het onvertaalde Hebreeuwse woord satan (tegenstander of aanklager). Jozua staat daar in vuile kleren, wat voor een hogepriester in functie een doodzonde was, omdat vuil een beeld is van onrein. Volgens de wet mocht hij alleen tot God naderen in witte (‘reine’), heilige kleding (zie Leviticus 16).

We zien hier dus een beeld van Jozua als vertegenwoordiger van een volk dat onrein is door hun handelen, en daarvoor eigenlijk veroordeeld dient te worden. Maar God neemt het op voor zijn volk. Hij bestraft niet hen, maar de aanklager, en zegt dat Hij Jeruzalem heeft uitverkoren. Jozua wordt vergeleken met een stuk hout dat uit het vuur is gerukt. Vuur is in de Schrift vaak een beeld van Gods oordeel. Het hout is deels al verteerd door het vuur van de ballingschap, maar een overblijfsel is teruggekeerd naar het land. De engel zegt namens God: “Trek hem die vuile kleren uit.” En tegen Jozua zegt hij: “Hierbij reinig ik je van alle schuld en kleed ik je in een feestelijk gewaad” (Zacharia 3:4). Jezus’ gelijkenis over het bruiloftskleed (Matteüs 22) zou heel goed een verwijzing naar dit visioen kunnen zijn. En dan volgt er een soort taakstelling: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Indien je mij gehoorzaamt en mijn voorschriften in acht neemt, indien je mijn tempel beheert en mijn voorhoven bewaakt, zal ik je opnemen in deze kring” (Zacharia 3:7).

De engel vervolgt met de belofte van ‘de Spruit’: “Ik zal mijn dienaar sturen, de telg aan de stam van David … en in één enkele dag zal ik dit land reinigen van alle schuld. Op die dag - spreekt de HEER van de hemelse machten - zullen jullie elkaar uitnodigen onder de wijnrank en onder de vijgenboom
” (vs 9-10). Het woord dat hier is vertaald met telg [NBG’51: Spruit] duidt een uitlopende scheut aan (ook in het Nederlands heeft spruit de dubbele betekenis van afstammeling en boomscheut). Jeremia had dat woord al gebruikt in zijn profetie van de Messiaanse koning: “De dag zal komen – spreekt de HEER dat ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat ontspruiten, die als koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven” (Jeremia 23:5). Het beeld is dat van een boom die omgehouwen is, de koningslijn van David; maar uit de stronk zal een nieuwe scheut uitlopen, de Messias. Tegenover een half verbrand stuk hout zien we nu dus een nieuwe, uitlopende scheut.

Jozua ‘tot koning gekroond’

De symbolische handeling vinden we in hoofdstuk 6. Zacharia krijgt van God de opdracht om een kroon te maken en die op het hoofd van Jozua te zetten. En weer volgt de belofte van de Spruit, waarvan nu gezegd wordt dat hij de tempel zal herbouwen. Dus ook dit is gekoppeld aan het beeld van het uitlopen van een omgehouwen boom. En ook dit speelt terwijl onder leiding van Zerubbabel en Jozua de tempel herbouwd wordt: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Let op, een man met de naam Telg [Spruit], die aan de stam zal uitbotten, herbouwt de tempel van de HEER” (Zacharia 6:12). Om dan, met nadruk op het woord Hij, te herhalen: “Hij is het die de tempel van de HEER zal herbouwen”. Op dit punt gaan sommige vertalingen echter de mist in, want in de volgende zin wordt ineens gezegd dat hij priester zal zijn, op zijn troon. Maar veel vertalers nemen dan aan dat dat over iemand anders gaat, omdat er in de volgende zin gesproken wordt over heilzaam overleg tussen koning en priester. En ze vertalen het dan met iets als ‘er zal ook een priester zijn bij zijn troon’, of; “… op zijn eigen troon”. De Septuaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament) vertaalt het als “aan zijn rechterhand”, dus de priester naast de koning. Voor de Joden was het wellicht ook ondenkbaar dat de hogepriester (van de stam Levi) een en dezelfde zou zijn als de koning (uit de stam Juda). Maar de voorafgaande handeling was dat de hogepriester een kroon kreeg opgezet, wat dus wel degelijk de combinatie van beide functies in één persoon symboliseert.

Het ‘heilzame overleg’ dat er tussen de beide bestaat moet dus wel slaan op het samengaan van die beide functies. De priester was de middelaar tussen God en mensen, en hij maakte ook Gods woord bekend. Hij kan ook aan de hand van Gods wet iemand weer rein verklaren, dus bepalen of hij weer in Gods nabijheid mocht komen. De koning gaf leiding aan het volk, en sprak civiel recht op basis van Gods woord. Als die twee functies in één persoon verenigd zijn, is de man die het volk op Gods wegen leidt ook degene die tot God mag naderen om het volk te vertegenwoordigen en het te reinigen. En dan zal de tempel niet langer moeizaam herbouwd moeten worden, tegengewerkt door de omringende volken, maar: “Uit verre landen zullen mensen hierheen komen om te helpen bij de bouw van de tempel van de HEER. ... Dit alles zal gebeuren als jullie luisteren naar de HEER, jullie God.” (Zacharia 6:15).

Jozua als beeld van Jezus

We zien dus hoe Jozua, de hogepriester, reiniging zoekt voor het volk, en daardoor de onreine kleren krijgt aangedaan. Jozua zelf wordt daarbij echter voorgesteld als een rechtvaardige, al draagt hij de zonden van het volk. Maar die bezoedelde kleren worden vervangen door een feestkleed. Vervolgens is hij ook een beeld van de Spruit uit het geslacht van David, die komen zou om het verloren gegane koningschap te herstellen. Die Spruit zal dus de zonden van het volk dragen, en onder hem zal het volk volledig gereinigd worden; niet ieder jaar opnieuw, maar “op één dag” (3:7). De Spruit wordt daarbij door God ook “Mijn dienaar” of “Mijn knecht” genoemd. Ook dat is een titel van de Messias (zie de artikelen over “De Knecht in Jesaja” op de pagina van Christus in profetie). Daarnaast zien we vervolgens hoe de hogepriester Jozua symbolisch ‘tot koning wordt gekroond’. En ook daarbij is hij een beeld van de Spruit die komen zal. Een Spruit die als belangrijke taak heeft om de tempel te herbouwen. En dat zal een herbouw zijn waar alle volken bij betrokken zullen zijn.

Deze dubbele functie, die onder de Mozaïsche wet gescheiden was, wordt hier in één persoon verenigd. Dit is de duidelijkste aankondiging in het hele Oude Testament van het aspect dat zo typerend is voor Christus: het koningschap dat gecombineerd is met een hogepriesterschap. Helaas zochten de Joden bij de komst van Christus slechts een koning, zonder oog te hebben voor die noodzaak tot reiniging, en zien vele Christenen juist uitsluitend zijn rol als hogepriester, zonder hem feitelijk als koning te zien (al noemen ze Hem misschien wel zo). Daarnaast ligt er ook nadruk op de bouw van de tempel. Dat was primair de plaats waar het volk tot God kwam, en waar Hij de berouwvolle zondaar wilde vergeven (dat was Zijn belofte geweest bij het in gebruik nemen van de eerste tempel). Na Christus’ opstanding is de tempel een symbolisch gebouw, met Christus Zelf als hoeksteen, waarin wij als levende stenen gebruikt kunnen worden. Christus geeft leiding aan de bouw van die tempel, waar alle volken een deel in mogen hebben. Daarnaast lijkt het echter logisch dat Christus in de toekomst als zichtbare wereldkoning ook leiding zal geven aan de bouw van een tastbaar huis waar alle volken zullen komen als zij opgaan naar Jeruzalem.
maritime
Berichten: 88
Lid geworden op: 25 feb 2016, 05:22
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door maritime »

Eliyahu schreef: 28 okt 2018, 13:26 Bs"d

De lijdende knecht in Jesaja, met name in Jesaja 53, is niet de messias, zoals het christendom verondersteld, maar het spreekt over het volk Israel.

Jesaja zelf is daar heel duidelijk over: Houdt u a.u.b. in gedachten dat de naam van Jacob veranderd werd in Israel na het gevecht met de engel in het eind van Genesis 32: Jacob is een synoniem voor Israel:


Jesaja 41:8; “Maar gij, Israel, mijn knecht, Jakob, die Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Abraham,”



Jesaja 44:1-2; “Zo zegt de Here, uw Maker en van de moederschoot aan uw Formeerder, die u helpt: Vrees niet, mijn knecht Jakob, en Jesurun, die Ik verkoren heb.” (Jesurun is ook een synoniem voor Israel)



Jesaja 44:21; “Denk hieraan, Jakob; Israel, want gij zijt mijn knecht; Ik heb u geformeerd, gij zijt mijn knecht, Israel; gij wordt door Mij niet vergeten.”



Jesaja 45:4; “Ter wille van mijn knecht Jakob en van Israel, mijn uitverkorene, riep Ik u bij uw naam, gaf u een erenaam, hoewel gij Mij niet kendet.”



Jesaja 48:20; “De Here heeft zijn knecht Jakob verlost.”



Jesaja 49:3; “En Hij zeide tot mij: Gij zijt mijn knecht, Israel, in wie Ik Mij zal verheerlijken.”


Er is heel wat meer waar dit vandaan komt, maar in bovenstaande teksten kan je het in één zin vangen.


Het moge duidelijk zijn wie de knecht van God is in het boek Jesaja.
Het moge duidelijk zijn dat de teksten in enkelvoud staan. Dus het gaat om een persoon.
Anders zou er: Gij Jacobs, mijn knechten, mijn verlossers, Israels enz.

Voor mij is het duidelijk dat het gaat om de messias, vooral wanneer de teksten in de contekst gelezen wordt.

Vervolgens wordt in Matheus 12 duidelijk verwoord dat het om de messias gaat.

17 Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:
18 Ziet, Mijn Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel den heidenen verkondigen.


lukas 1:
53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden.
54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid.
55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid.


matheus 2:
13 Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden.
14 Hij dan opgestaan zijnde, nam het Kindeken en Zijn moeder tot zich in den nacht, en vertrok naar Egypte;
15 En was aldaar tot den dood van Herodes; opdat vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.


Matheus 12

16 En Hij gebood hun scherpelijk, dat zij Hem niet openbaar maken zouden;
17 Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:
18 Ziet, Mijn Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel den heidenen verkondigen.
19 Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn stem op de straten horen.
20 Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning.
21 En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen.


Paulus schreef:
“Want niet allen die van Israël afstammen, zijn Israël, en zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn.” Romeinen 9: 6.
"mijn verwanten naar het vlees, immers, zij zijn Israëlieten…” Romeinen 9: 3.
“ en ook over het Israël Gods.” Galaten 6:16.

Dit betekent dat Jezus Christus, het Ware Zaad, het ware Israël is.

Gelaten 3:

16 Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus.
19 Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de hand des Middelaars.
29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.

openbaringen 12
17 En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis van Jezus Christus hebben.
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

Adam = Man
Seth = Appointed
Enosh = Mortal
Kenana = Sorrow
Mahalalel = The Blessed God
Jared = Shall come down
Enoch = Teaching
Methuselah = His death shall bring
Lamech = The despairing
Noah = Rest
Gebruikersavatar
Peter79
Berichten: 6615
Lid geworden op: 04 mar 2013, 10:46
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Peter79 »

Een interessant topiconderwerp
Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias.
Sowieso kan je het bij de Tenach eigenlijk alleen hebben over de messias als je de uitlegtraditie bij de hand hebt. Want de messias wordt maar weinig bij name genoemd.

Het hoofdstuk ervoor (52) gaat over de terugkeer van de HEER naar Sion. Direct daarna begint de tekst over de lijdende knecht (52:13). Het zou dus goed kunnen zijn dat de link van het NT met Jesaja 53 niet loopt via de figuur van de Messias, maar via de komst van God, de koning zelf.

Kan je een harde scheiding maken tussen 52:12 (einde tekst terugkeer van de HEER naar Sion) en 52:13 (begin lijdende knecht)? Of worden deze teksten met elkaar verbonden door het woord "zie"
Jesaja 52:13 (HSV) schreef:Zie, mijn knecht zal verstandig handelen,...
De knecht wordt getekend in Jesaja 52:13-53:12. Diverse tekenen worden herkend in het Nieuwe Testament. Daaruit blijkt dat de terugkeer van de HEER naar Sion nabij is.
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Eliyahu »

maritime schreef: 30 okt 2018, 17:25 Het moge duidelijk zijn dat de teksten in enkelvoud staan. Dus het gaat om een persoon.
Anders zou er: Gij Jacobs, mijn knechten, mijn verlossers, Israels enz.

Voor mij is het duidelijk dat het gaat om de messias, vooral wanneer de teksten in de contekst gelezen wordt.

Vervolgens wordt in Matheus 12 duidelijk verwoord dat het om de messias gaat.

17 Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:
18 Ziet, Mijn Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel den heidenen verkondigen.
Bs"d

Bovenstaand citaat uit Jesaja komt uit hoofdstuk 42 waarvan een blinde kan zien dat daar de knecht ISRAEL is. Alleen dat weerhoudt het NT er niet van om toch te claimen dat het over JC gaat.

Het sterkste bewijs dat de lijdende knecht van God in Jesaja het volk Israel is is Jesaja 42. De eerste verzen van dit hoofdstuk worden geclaimd door het NT als zijnde een messiaanse profetie die vervuld is door Jezus, omdat het ook spreekt over de knecht van God. Zie Matteus 12:16-21; “En Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken, Opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet Jesaja, toen hij zeide: Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen. Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen. Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven, voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht. En op zijn naam zullen de heidenen hopen.”

Dit is een citatie van Jesaja 42 die door het NT toegepast wordt op Jezus. Maar leest u nu eens het hele hoofdstuk van Jesaja 42, en niet een klein stukje uit zijn verband gerukte tekst, en dan zal u zien dat het hele hoofdstuk spreekt over de knecht van God, u zal zien wie die knecht is, en u zal zien dat die knecht onmogelijk Jezus kan zijn:

Jesaja 42: “Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren. Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht; en op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten. Zo zegt God, de Here, die de hemel schiep en hem uitspande; die de aarde uitbreidde met alles wat daaruit ontsproot; die aan de mensen die daarop wonen, de adem gaf en de geest aan hen die daarop wandelen: Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natien: Om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn. Ik ben de Here, dat is mijn naam, en mijn eer zal Ik aan geen ander geven noch mijn lof aan de gesneden beelden. Het vroegere, zie, het is gekomen, en nieuwe dingen kondig Ik u aan; voordat zij uitspruiten, doe Ik ze u horen. Zingt de Here een nieuw lied, zijn lof van het einde der aarde, gij die de zee bevaart en haar volheid; gij kustlanden en hun bewoners. Laten zij de Here eer geven en zijn lof in de kustlanden vermelden. De Here trekt uit als een held; als een krijgsman doet Hij de strijdlust ontbranden; Hij heft de strijdkreet aan, ja schreeuwt die uit; Hij betoont Zich een held tegen zijn vijanden. Ik heb van oudsher gezwegen, Ik heb gezwegen en Mij ingehouden; nu zal Ik schreeuwen als een barende vrouw; Ik zal snuiven en hijgen tegelijk. Ik zal bergen en heuvels verschroeien en al hun gewas zal Ik doen verdorren; Ik zal rivieren tot land maken en plassen zal Ik doen opdrogen. Zij zullen terugdeinzen en diep beschaamd worden, die op gesneden beelden vertrouwen; die tot gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden. Gij doven, hoort, en gij blinden, slaat uw ogen op om te zien. Wie is er blind dan mijn knecht en doof als de bode die Ik zend? Wie is er blind als de volmaakte en blind als de knecht des Heren? Gij hebt wel veel gezien, maar gij hieldt het niet in gedachtenis; gij hebt de oren wel open gehad, maar gij hebt niet gehoord. De Here had er behagen in ter wille van zijn gerechtigheid een grote, heerlijke onderwijzing te geven. Maar dit is een volk, beroofd en uitgeplunderd; men heeft hen allen in kerkerholen geboeid, in gevangenissen zijn zij weggeborgen; zij werden ten roof en er was geen redder; tot plundering en er was niemand die zeide: Geef terug. Wie onder u neemt dit ter ore, schenkt er aandacht aan en luistert in het vervolg? Wie heeft Jakob tot plundering overgegeven en Israel aan berovers? Is het niet de Here, tegen wie wij gezondigd hebben, op wiens wegen zij niet hebben willen gaan, en naar wiens wet zij niet geluisterd hebben? Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte.”

Zelfs een blinde kan hier zien dat het onmogelijk is om vol te blijven houden dat de knecht Jezus is. “Gij doven, hoort, en gij blinden, slaat uw ogen op om te zien. Wie is er blind dan mijn knecht en doof als de bode die Ik zend? Wie is er blind als de volmaakte en blind als de knecht des Heren?”

Volgens het NT was Jezus niet doof en blind.

De knecht van God in Jesaja 42 is wel doof en blind.

Conclusie: Jezus is niet de knecht des Heren uit Jesaja 42.

Conclusie: Het NT is gebaseerd op foute veronderstellingen.

(wordt vervolgd)
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Eliyahu »

Bs"d

Hier in Jesaja 42 wordt letterlijk verteld wie de knecht van God wel is: Wie is er blind als de volmaakte en blind als de knecht des Heren? Gij hebt wel veel gezien, maar gij hieldt het niet in gedachtenis; gij hebt de oren wel open gehad, maar gij hebt niet gehoord. De Here had er behagen in ter wille van zijn gerechtigheid een grote, heerlijke onderwijzing te geven. Maar dit is een volk, beroofd en uitgeplunderd; men heeft hen allen in kerkerholen geboeid, in gevangenissen zijn zij weggeborgen; zij werden ten roof en er was geen redder; tot plundering en er was niemand die zeide: Geef terug. Wie onder u neemt dit ter ore, schenkt er aandacht aan en luistert in het vervolg? Wie heeft Jakob tot plundering overgegeven en Israel aan berovers? Is het niet de Here, tegen wie wij gezondigd hebben, op wiens wegen zij niet hebben willen gaan, en naar wiens wet zij niet geluisterd hebben? Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte.”

Waar de NBG vertaling zegt: “Maar dit is een volk” daar staat geschreven in het hebreeuws: Wehoe am bazoez wesjasoej. Dat is letterlijk vertaald: En HIJ is een beroofd en geplunderd volk. De hij wijst naar de knecht in de voorgaande verzen. De volgende verzen identificeren de knecht als het volk Israel: “Wie heeft Jakob tot plundering overgegeven en Israel aan berovers?”

De nederlandse bijbelvertalers hebben overigens nogal wat moeite met het vertalen van de laatste zin van hoofdstuk 42. De nieuwe vertaling, de staten vertaling, de lutherse vertaling en de leidse vertaling geven deze laatste zin allemaal in het meervoud: "Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte.”

En dit is dus FOUT. Het moet dus zijn: "Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hem uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hem rondom in vlam, maar hij sloeg er geen acht op; ja, het stak hem in brand, maar hij nam het niet ter harte.” Ik heb maar één nederlandse vertaling kunnen vinden die dit vers vertaald op de juiste manier, en dat is de nieuwe wereld vertaling van de J-H-V-H getuigen. Er kunnen hiervoor twee verklaringen zijn: A: De vertalers konden niet zo goed hebreeuws, en B: Men wilde de aandacht afleiden van het feit dat de "hij" wijst naar de knecht van God, die op deze wijze dus heel duidelijk geidentificeerd wordt als het volk Israel. Maak uw keus.
Toevoeging: De recentelijk uitgekomen Naardense Vertaling geeft het eind van Jesaja 42 ook goed weer in het enkelvoud, verwijzend naar de knecht, die gestraft wordt voor de zonden van Israel:

"Wie heeft Jakob aan plundering prijsgegeven, Israël aan rovers?, is het niet de Ene?- tegen wie wij hebben gezondigd,
in wiens wegen zij niet hebben willen gaan en naar wiens Wet zij niet hebben gehoord
Dus goot hij over hem uit het gif van zijn toorn en het geweld van een oorlog,- verzengde hem van rondom maar hij onderkende het niet, hij stak hem in brand maar hij nam het niet ter harte!"

Hier gebeurt dus precies hetzelfde als in Jesaja 53, de knecht van God wordt gestraft voor de zonden van het volk Israel. Alleen hier in Jesaja 42 is het wel HEEL duidelijk dat de knecht het volk Israel is.

Jammer genoeg geeft de ook recentelijk uitgekomen Nieuwe Bijbel Vertaling deze verzen nog steeds foutief in het meervoud.

Maar de vertaler van de Naardense Vertaling, de christelijke dominee Oussoren, geeft dan ook toe dat Jesaja met de lijdende knecht het volk Israel bedoelt. Hij zegt letterlijk: „In het Oude Testament wordt de verwachting van de Messias gewekt. Veel staat echter nog open. Met de lijdende knecht des Heeren is waarschijnlijk het Joodse volk bedoeld, maar misschien de Messias. Jezus rijst niet vanzelfsprekend op uit het OT. Dat Hij de Messias is, is een zaak van geloven en belijden, toen en nu.”
Deze opmerking maakte hij in een interview van het Reformatisch Dagblad, wat hier te vinden is: Ds Oussoren


We zien dus dat in Jesaja 41:8-9, dat is slechts twintig verzen voor het begin van hoofdstuk 42 waarvan het NT claims dat het over de messias gaat, dat daar de "knecht van God" overduidelijk ISRAEL is: "Maar gij, Israël, mijn knecht, Jakob, die Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Abraham, gij, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde en geroepen uit haar uithoeken, tot wie Ik zeide: Gij zijt mijn knecht, Ik heb u verkoren en u niet versmaad".

We zien ook dat in Jesaja 42:18-25, slechts veertien verzen na het begin van hoofdstuk 42 waarvan het NT claims dat het over de messias gaat, dat daar de "knecht van God" overduidelijk ISRAEL is.

Dus de christelijke claim is niet alleen nergens op gebaseerd, maar gaat ook nog is in tegen de letterlijke tekst van Jesaja en de contekst.

Kan iemand zich voorstellen dat de christenen blijven volhouden dat de knecht van God in Jesaja 42 JC is?
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
coby
Berichten: 6612
Lid geworden op: 01 nov 2013, 23:44
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door coby »

Eliyahu schreef: 04 nov 2018, 18:42 Bs"d

Hier in Jesaja 42 wordt letterlijk verteld wie de knecht van God wel is: Wie is er blind als de volmaakte en blind als de knecht des Heren? Gij hebt wel veel gezien, maar gij hieldt het niet in gedachtenis; gij hebt de oren wel open gehad, maar gij hebt niet gehoord. De Here had er behagen in ter wille van zijn gerechtigheid een grote, heerlijke onderwijzing te geven. Maar dit is een volk, beroofd en uitgeplunderd; men heeft hen allen in kerkerholen geboeid, in gevangenissen zijn zij weggeborgen; zij werden ten roof en er was geen redder; tot plundering en er was niemand die zeide: Geef terug. Wie onder u neemt dit ter ore, schenkt er aandacht aan en luistert in het vervolg? Wie heeft Jakob tot plundering overgegeven en Israel aan berovers? Is het niet de Here, tegen wie wij gezondigd hebben, op wiens wegen zij niet hebben willen gaan, en naar wiens wet zij niet geluisterd hebben? Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte.”

Waar de NBG vertaling zegt: “Maar dit is een volk” daar staat geschreven in het hebreeuws: Wehoe am bazoez wesjasoej. Dat is letterlijk vertaald: En HIJ is een beroofd en geplunderd volk. De hij wijst naar de knecht in de voorgaande verzen. De volgende verzen identificeren de knecht als het volk Israel: “Wie heeft Jakob tot plundering overgegeven en Israel aan berovers?”

De nederlandse bijbelvertalers hebben overigens nogal wat moeite met het vertalen van de laatste zin van hoofdstuk 42. De nieuwe vertaling, de staten vertaling, de lutherse vertaling en de leidse vertaling geven deze laatste zin allemaal in het meervoud: "Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte.”

En dit is dus FOUT. Het moet dus zijn: "Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hem uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hem rondom in vlam, maar hij sloeg er geen acht op; ja, het stak hem in brand, maar hij nam het niet ter harte.” Ik heb maar één nederlandse vertaling kunnen vinden die dit vers vertaald op de juiste manier, en dat is de nieuwe wereld vertaling van de J-H-V-H getuigen. Er kunnen hiervoor twee verklaringen zijn: A: De vertalers konden niet zo goed hebreeuws, en B: Men wilde de aandacht afleiden van het feit dat de "hij" wijst naar de knecht van God, die op deze wijze dus heel duidelijk geidentificeerd wordt als het volk Israel. Maak uw keus.
Toevoeging: De recentelijk uitgekomen Naardense Vertaling geeft het eind van Jesaja 42 ook goed weer in het enkelvoud, verwijzend naar de knecht, die gestraft wordt voor de zonden van Israel:

"Wie heeft Jakob aan plundering prijsgegeven, Israël aan rovers?, is het niet de Ene?- tegen wie wij hebben gezondigd,
in wiens wegen zij niet hebben willen gaan en naar wiens Wet zij niet hebben gehoord
Dus goot hij over hem uit het gif van zijn toorn en het geweld van een oorlog,- verzengde hem van rondom maar hij onderkende het niet, hij stak hem in brand maar hij nam het niet ter harte!"

Hier gebeurt dus precies hetzelfde als in Jesaja 53, de knecht van God wordt gestraft voor de zonden van het volk Israel. Alleen hier in Jesaja 42 is het wel HEEL duidelijk dat de knecht het volk Israel is.

Jammer genoeg geeft de ook recentelijk uitgekomen Nieuwe Bijbel Vertaling deze verzen nog steeds foutief in het meervoud.

Maar de vertaler van de Naardense Vertaling, de christelijke dominee Oussoren, geeft dan ook toe dat Jesaja met de lijdende knecht het volk Israel bedoelt. Hij zegt letterlijk: „In het Oude Testament wordt de verwachting van de Messias gewekt. Veel staat echter nog open. Met de lijdende knecht des Heeren is waarschijnlijk het Joodse volk bedoeld, maar misschien de Messias. Jezus rijst niet vanzelfsprekend op uit het OT. Dat Hij de Messias is, is een zaak van geloven en belijden, toen en nu.”
Deze opmerking maakte hij in een interview van het Reformatisch Dagblad, wat hier te vinden is: Ds Oussoren


We zien dus dat in Jesaja 41:8-9, dat is slechts twintig verzen voor het begin van hoofdstuk 42 waarvan het NT claims dat het over de messias gaat, dat daar de "knecht van God" overduidelijk ISRAEL is: "Maar gij, Israël, mijn knecht, Jakob, die Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Abraham, gij, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde en geroepen uit haar uithoeken, tot wie Ik zeide: Gij zijt mijn knecht, Ik heb u verkoren en u niet versmaad".

We zien ook dat in Jesaja 42:18-25, slechts veertien verzen na het begin van hoofdstuk 42 waarvan het NT claims dat het over de messias gaat, dat daar de "knecht van God" overduidelijk ISRAEL is.

Dus de christelijke claim is niet alleen nergens op gebaseerd, maar gaat ook nog is in tegen de letterlijke tekst van Jesaja en de contekst.

Kan iemand zich voorstellen dat de christenen blijven volhouden dat de knecht van God in Jesaja 42 JC is?
Ja dat tweede stuk is het deel van Israel dat niet gelooft dat God de eerste knecht is. Israel is toch ook Zijn knecht.
Ik zal de blinden leiden op een weg

Schouwt aan gij blinden!

De blinde knecht leidt de blinde knecht op een weg? Dan vallen ze beide in een put.
Oh dat lees je natuurlijk niet als 1 stuk. Dan zeg je: Dat is God. Maar de knecht opent blinde ogen. God kan alleen blinde ogen openen.
Die blinde die genezen was, was een teken van de Messias.

Ik, de HEERE, heb u geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der heidenen.

7 Om te openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten.

8 Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch Mijn lof den gesneden beelden.

Israel stellen tot een verbond van Israel en een blind Israel de ogen laten openen van een blind Israel kan niet.


Hij zegt hier wie de knecht is: Ik ben de Heere, dat is Mijn Naam.

Jesaja 43

Breng voort het blinde volk, hetwelk ogen heeft, en de doven, die oren hebben.
..
10 Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, dat voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal.
11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.

Joh. 8
28 Then Jesus said to them, “When you lift up the Son of Man, then you will know that I am He

28 Jezus dan zeide tot hen: Wanneer gij den Zoon des mensen zult verhoogd hebben, dan zult gij verstaan, dat Ik Die ben
Laatst gewijzigd door coby op 04 nov 2018, 22:25, 7 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Piebe Paulusma
Berichten: 23534
Lid geworden op: 10 mei 2015, 01:36
Man/Vrouw: M
Locatie: Nieuw Jeruzalem

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Piebe Paulusma »

Jezus is voor de orthodoxe jood een steen waar hij zich steeds weer aan stoot. Het is bijna aandoenlijk. :lol:
Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende
Gebruikersavatar
Peter79
Berichten: 6615
Lid geworden op: 04 mar 2013, 10:46
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Peter79 »

Eliyahu schreef: 04 nov 2018, 18:41 Jesaja 42: “Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren. Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht; en op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten. Zo zegt God, de Here, die de hemel schiep en hem uitspande; die de aarde uitbreidde met alles wat daaruit ontsproot; die aan de mensen die daarop wonen, de adem gaf en de geest aan hen die daarop wandelen: Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natien: Om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn. Ik ben de Here, dat is mijn naam, en mijn eer zal Ik aan geen ander geven noch mijn lof aan de gesneden beelden.
Eerst de brei aan tekst maar even in stukken knippen. Het bovenstaande deel verhoudt zich tot het deel hieronder als: de mensen in onderstaande hebben baat bij de knecht in bovenstaande tekst.
Gij hebt wel veel gezien, maar gij hieldt het niet in gedachtenis; gij hebt de oren wel open gehad, maar gij hebt niet gehoord. De Here had er behagen in ter wille van zijn gerechtigheid een grote, heerlijke onderwijzing te geven. Maar dit is een volk, beroofd en uitgeplunderd; men heeft hen allen in kerkerholen geboeid, in gevangenissen zijn zij weggeborgen; zij werden ten roof en er was geen redder; tot plundering en er was niemand die zeide: Geef terug. Wie onder u neemt dit ter ore, schenkt er aandacht aan en luistert in het vervolg? Wie heeft Jakob tot plundering overgegeven en Israel aan berovers? Is het niet de Here, tegen wie wij gezondigd hebben, op wiens wegen zij niet hebben willen gaan, en naar wiens wet zij niet geluisterd hebben? Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over hen uit en het geweld van de oorlog. Dat zette hen rondom in vlam, maar zij sloegen er geen acht op; ja, het stak hen in brand, maar zij namen het niet ter harte.”
Het tussenstuk spreekt grotendeels voor zich.
Het vroegere, zie, het is gekomen, en nieuwe dingen kondig Ik u aan; voordat zij uitspruiten, doe Ik ze u horen. Zingt de Here een nieuw lied, zijn lof van het einde der aarde, gij die de zee bevaart en haar volheid; gij kustlanden en hun bewoners. Laten zij de Here eer geven en zijn lof in de kustlanden vermelden. De Here trekt uit als een held; als een krijgsman doet Hij de strijdlust ontbranden; Hij heft de strijdkreet aan, ja schreeuwt die uit; Hij betoont Zich een held tegen zijn vijanden. Ik heb van oudsher gezwegen, Ik heb gezwegen en Mij ingehouden; nu zal Ik schreeuwen als een barende vrouw; Ik zal snuiven en hijgen tegelijk. Ik zal bergen en heuvels verschroeien en al hun gewas zal Ik doen verdorren; Ik zal rivieren tot land maken en plassen zal Ik doen opdrogen. Zij zullen terugdeinzen en diep beschaamd worden, die op gesneden beelden vertrouwen; die tot gegoten beelden zeggen: Gij zijt onze goden. Gij doven, hoort, en gij blinden, slaat uw ogen op om te zien.
Alleen de laatste zin is moeilijk, maar vormt de crux om de knecht in de eerste tekst te verbinden met de mensen in de tweede tekst:

Wie is er blind dan mijn knecht en doof als de bode die Ik zend? Wie is er blind als de volmaakte en blind als de knecht des Heren?
Ik pak er maar even een commentaar bij dat mij plausibel lijkt:
Biblehub .com schreef: Pulpit Commentary
Verse 19. - Who is blind, but my servant? or deaf, as my messenger? God's original "servant" and "messenger" to the nations was his people Israel. It was only through their default that he needed to send another and truer messenger. He now asks, having regard to their opportunities, who are so blind and deaf as they are? The object of the question is to wake a feeling of shame in the hearts of those who are not shameless among the Israelites. That I sent; rather, whom I will send. Israel's mediatorial office was not yet over. They were still, for above five hundred years, to be God's messenger to the nations. As he that is perfect; rather, as he that receives reward from me (see Proverbs 11:31; Proverbs 13:13). The word used is connected etymologically with the Arabic muslim (our "Moslem"); but it does not appear to have had the sense of "surrender" or "submission" in Hebrew.
De eerste knecht uit de tekst zal dus doen waar knecht Israël faalde.
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Eliyahu »

Piebe Paulusma schreef: 04 nov 2018, 20:06 Jezus is voor de orthodoxe jood een steen waar hij zich steeds weer aan stoot. Het is bijna aandoenlijk. :lol:
Bs"d

De Joden stoten zich net zo hard aan JC als aan Mohammed en Lou de palingboer.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Eliyahu
Berichten: 3088
Lid geworden op: 29 jul 2014, 17:39
Man/Vrouw: M
Locatie: Judea

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Eliyahu »

Peter79 schreef: 04 nov 2018, 21:05 De eerste knecht uit de tekst zal dus doen waar knecht Israël faalde.
Bs"d

Het is dus overduidelijk dat de knecht in Jesaja 42 het volk Israel is.

We zien dus dat in Jesaja 41:8-9, dat is slechts twintig verzen voor het begin van hoofdstuk 42 waarvan het NT claims dat het over de messias gaat, dat daar de "knecht van God" overduidelijk ISRAEL is: "Maar gij, Israël, mijn knecht, Jakob, die Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Abraham, gij, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde en geroepen uit haar uithoeken, tot wie Ik zeide: Gij zijt mijn knecht, Ik heb u verkoren en u niet versmaad".

We zien ook dat in Jesaja 42:18-25, slechts veertien verzen na het begin van hoofdstuk 42 waarvan het NT claims dat het over de messias gaat, dat daar de "knecht van God" overduidelijk ISRAEL is.

Wat het christendom dan gaat zeggen is: "Maar daar tussenin, in dat kleine stukje, daar is de knecht wel de messias!"

En dat natuurlijk zonder het geringste bewijs, net zoals er niet het geringste bewijs is uit de Tenach dat Jesaja 53 over de messias spreekt.


Het bewijs dat de knecht Israel is is overvloedig.

Het bewijs dat de knecht de messias zou zijn schittert door afwezigheid.

Wake up and smell the coffee.
Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden!
Pred 12:13
Gebruikersavatar
Peter79
Berichten: 6615
Lid geworden op: 04 mar 2013, 10:46
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Peter79 »

Uit de tekst zelf blijkt dat er twee verschillende knechten zijn.
peda
Berichten: 21892
Lid geworden op: 08 apr 2016, 09:51
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door peda »

Peter79 schreef: 02 dec 2018, 08:55 Uit de tekst zelf blijkt dat er twee verschillende knechten zijn.
Wat mij bij blijft, is dat de komst van Christus (het Ultieme Heilsfeit), zo schaars beschreven in de Tenach werd geprofeteerd. De Joden interpreteren de inhoud van de verzen die door christenen met de voortgaande openbaring in de hand, als verwijzing naar de Heiland duiden, geheel anders. Zie ook het eerdere commentaar van Mart. Ik heb op dit forum als commentaar op dit schaarse profetische commentaar gelezen dat God de komst van Jezus in de Tenach bewust in de luwte heeft gehouden, om Satan niet te informeren. Zelf beoordeel ik die uitspraak van zeer geringe waarde, maar de grote vraag blijft wel naar het waarom van de bijzonder cryptische beschrijvingen. Een herhaling van de cryptiek lees ik in de Openbaringen van Johannes, aldaar ook verre van heldere, duidelijke taal, aangaande de superbelangrijke slotfase van de aarde. Op andere gebieden is de bijbel wel zeer helder, concreet en duidelijk in de vers formulering en niet vatbaar voor misverstanden.
Gebruikersavatar
Peter79
Berichten: 6615
Lid geworden op: 04 mar 2013, 10:46
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Peter79 »

De hoop dat God recht zal verschaffen komt overal in het OT terug. De (h)erkenning dat het Jezus is door Wie God zijn voornemen doorgang laat vinden, ontbreekt bij de eerst genodigden, daarom is de uitnodiging naar de heidenen gegaan.
peda
Berichten: 21892
Lid geworden op: 08 apr 2016, 09:51
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door peda »

Peter79 schreef: 02 dec 2018, 10:00 De hoop dat God recht zal verschaffen komt overal in het OT terug. De (h)erkenning dat het Jezus is door Wie God zijn voornemen doorgang laat vinden, ontbreekt bij de eerst genodigden, daarom is de uitnodiging naar de heidenen gegaan.
Met de eerste zin ben ik het wel eens. De door natuurlijke oorzaken veroorzaakte chaos zal opgeheven worden, hetzelfde geldt voor het door mensen onderling gedane onrecht ( verkeerd gebruik van de vrije wil ), zo lees ik het wenkend perspectief. De tweede zin is de legitimatie door gelovigen van de opstart van de christelijke godsdienst, met Jezus als Heiland. Het main -stream Jodendom zien deze legitimatie niet, omdat in hun ogen een valse Messias wordt gevolgd.
Gebruikersavatar
callista
Berichten: 35552
Lid geworden op: 18 mar 2013, 16:37
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door callista »

Ach...iedereen kan er een visie op loslaten, maar ik hou het hier maar bij...
Wat een chaos voor ons lijkt kan ook een onzichtbare orde zijn

Of:
https://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase3 ... 846393.jpg
maritime
Berichten: 88
Lid geworden op: 25 feb 2016, 05:22
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door maritime »

Peter79 schreef: 02 dec 2018, 08:55 Uit de tekst zelf blijkt dat er twee verschillende knechten zijn.
Het zijn geen twee verschillen maar een pararel.
Het tweede (NT) is een paralel van de eerste (OT). Het tweede( NT) is ook groter dan de eerste(OT).

De messias is Israel. Daarom is Hij een hoeksteen geworden voor de joden.

Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
7 U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis;


33 Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
Laatst gewijzigd door maritime op 02 dec 2018, 10:59, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Peter79
Berichten: 6615
Lid geworden op: 04 mar 2013, 10:46
Man/Vrouw: M

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door Peter79 »

maritime schreef: 02 dec 2018, 10:51
Peter79 schreef: 02 dec 2018, 08:55 Uit de tekst zelf blijkt dat er twee verschillende knechten zijn.
Het zijn geen twee verschillen maar een pararel.
Het tweede (NT) is een paralel van de eerste (OT). Het tweede( NT) is ook groter dan de eerste(OT).

De messias is Israel.
Zo kan je ook zeggen. Op basis van de tekst is de eerste knecht het ideaal, de roeping. De tweede de realiteit. Die realiteit is het tegenovergestelde van de roeping. Het NT concludeert dat Israël er niet toe in staat was; Jezus en in Hem het nieuwe Israël wel.
Gebruikersavatar
callista
Berichten: 35552
Lid geworden op: 18 mar 2013, 16:37
Man/Vrouw: V

Re: Jesaja 53 spreekt over het volk Israel en niet over de messias

Bericht door callista »

Het NT is een aanklacht tegen en een verwerping van het OT.....zo van wij weten wel hoe het zit.....
Beide geloofsrichtingen -----jodendom en christendom---zijn totaal verschillend...