pyro schreef: 28 okt 2018, 23:00
Peter79 schreef: 28 okt 2018, 22:01
Als je met Jezus in de zaligsprekingen mee gaat (als uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit) en met Paulus worsteling (hoe meer het gebod ging leven, hoe meer ik ging sterven), dan is het volgens mij essentieel dat het gebod (welk gebod dan ook) een doodlopende weg is. Paulus komt dan tot de uitroep: wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Goddank, door Jezus Christus onze Heer. Dat is volgens mij de kern van het christelijk geloof.
En toch presenteert het evangelie een nieuw gebod dat Jezus geeft: heb elkaar lief. Ik zie eventueel nog wel een doodlopende weg in de manier waarop je met geboden om kunt gaan - verhard, naar de letter waarbij je de geest waarin het bedoeld is uit het oog verliest, bijvoorbeeld.
Toen ik het typte, schoot de gedachte al door mijn hoofd of deze generalisatie wel klopte. Ik zie het inderdaad ook zoals jij schetst: in de manier waarop je ermee omgaat. Maar zo genuanceerd wilde ik het niet stellen, omdat daarmee toch weer het gebod als heilzaam middel binnensluipt.
Met het gebod bedoel ik de representatie van de wet van Mozes - wie dit doet, zal daardoor leven - bezongen o.a. in Psalm 119. Niet het doen van de wet, het gebod, brengt het leven voor de mens. Dit is ook af te leiden uit het Johannesevangelie - Jezus is de weg, de waarheid en het leven (Johannes 14). En Johannes, de teksten die mij het meest aanspreken vanwege zijn reflectie en gulheid, stelt het heel zwart-wit wat betreft Jezus. Ik denk dat ik op grond van Johannes mag zeggen dat elke andere weg dan Jezus een doodlopende weg is.
Daarom moet de wet, het gebod, ten grave worden gedragen. Doe er afstand van, want geboden zijn niet zaligmakend, op geen enkele manier. Alleen door de oude band met de wet en de geboden door te snijden, kom je tot een nieuwe relatie met die wet. Die wordt gekenmerkt door vrijheid. Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig, aldus Paulus. Het betekent ook dat je vrij omgaat met wat de wet is. De wet van de vrijheid, de wet van Christus. De mens is er niet voor de wet, de wet is er voor de mens. Als Johannes een nieuw gebod noemt - heb elkaar lief - dan is dat niet anders dan aansporing van Paulus in Romeinen 12 - heb elkaar lief.
Bij Johannes wordt de relatie met de wet niet expliciet gemaakt, maar bij hem speelt dit in de tegenstelling tussen de natuurlijke mens en de mens die uit God geboren is. Bij Johannes is zonde niet (meer) overtreding van een gebod, maar het niet kennen van God (ook hier een dichotomie/zwart-wit denken).
Geboden verliezen dus hun kracht om rechten aan te ontlenen. Het blijven handreikingen en het is aan de door de Geest geleide mens om, afhankelijk van de context, daaraan invulling te geven.