In het topic over Openbaring las ik er over het volgende inderdaad:
Openbaring 21
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
21
1 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
(...)
24 De volken zullen in haar licht leven en de koningen op aarde betuigen daar hun lof. 25 De poorten zullen overdag nooit gesloten worden, en nacht zal het er niet meer zijn. 26 De volken zullen in haar hun lof en eer komen betuigen. 27 Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam.
Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap
Het onkruid waar Adinomis over heeft kunnen wij niet voortijdig proberen er uit te trekken, aangezien we dan (door de ogenschijnlijke overeenkomsten) het goede ermee uittrekken. God heeft het overzicht bij zich en wij hebben daar nog geen kijk in. Wel noemt Hij hier Zijn richtlijnen. Hij ziet bepaalde mensen als verwerpelijk en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat noteert Hij even min in het boek van de Levenden. Hij kiest dus heel bewust mensen aan wie Hij Zijn Licht openbaart.
Die keuze van God zie je ook direct in het begin van de bijbel:
Genesis
De schepping van hemel en aarde
1
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. 4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; 5 het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
Wat opvalt is dat Mozus hier niet schrijft: Het werd morgen en het werd avond, maar precies anders om.
Immers als het avond is geweest en vervolgens morgen, dan is er een nacht achter de rug en toch zegt Mozus: de eerste dag.
Waaruit bestaat de hemel in vers één die God voor de scheppingsdagen al had geschapen (!!!)?
Dat zijn natuurlijk de hemelbewoners die heilig zijn en bij Hem zijn. De engelen, zijn Zoon. De Heilige Geest vult heel de hemel.
Wat is de aarde die Hij schiep? Nou het vleselijke bestaan van haar bewoners. De zielen die daar leven. Dat noemde Hij woest en doods. De wateren is alles wat dit voor brengt. Gods Geest zweeft er wel over, maar Hij heeft geen hechting aan haar diepe duisternis. Zo kunnen mensenharten zijn en zijn ze ook zonder God. Woest en doods en de wateren (gedachten, werken etc) wat het voort brengt is van geen waarde. God heeft zich daarmee niet verbonden. Zijn Geest is daarin niet aan het werk. Maar God overziet dat en roept: "Er moet Licht komen!" God zag dat dit Licht goed was en Hij scheidde het Licht van de duisternis. Dat is ook Gods werk. Dat is precies het zelfde als wat de Heilige Geest doet volgens het nieuwe testament: Hij overtuigd ons van zonden. Het Licht van God in ons overtuigd ons van de verdere duisternis in ons. Zo is het dag in ons, waarin God al in ons werkt en het duister in ons, wat God ons aan de kaak stelt. Dan noemt Mozus het gevolg ervan. Het bewustzijn dat het door dat Licht het schemer in ons is geworden. Een baby weet en ziet nog niets. In totale duisternis is het. Door de menselijke ontwikkeling is het in het schemer gekomen als kind en rijp om iets van God te leren. Het geweten waarin God opereert (er zij Licht!) begint ons te vormen (er is ook nog duisternis). Zoals het met de avond gaat (eerste schemer), wordt het bij de mensen echter steeds duisterder. Hoe volwassener ze worden, hoe verder ze van God vandaan raken. Dat is fase 2.
De eerste fase is duisternis en het tweede de avond. Dan komt met Pinksteren de morgen. Dan breekt Gods Licht in ons door. Ook dan is het nog schemer (ochtendrood), maar wordt het door de relatie met Jezus steeds lichter en lichter, totdat je later in het Nieuw Jeruzalem je bestemming bereikt hebt. Als deze derde fase (de morgen) aanbreekt, begint het dag te worden in de levens van de mensen. Dan "worden zij" Gods kinderen.
Ga niet de weg die je niets oplevert en je niet bevrijdt, omdat het niets is.