Adinomis schreef: 14 jan 2019, 19:04
De naam "Jesjoe" wordt door Joden als scheldnaam gebruikt voor Yeshua.
Even gekopieerd:
“Jesjoe” (dit was Nederlandse spelling; Eng. Yashu, Jeshu of Yeshu) is een minachtende term voor Jezus Christus, waarmee Hij in de Talmoed wordt aangeduid. Het is een afkorting van wat in het Hebreeuws luidt: ‘Moge zijn naam voor altijd uitgewist worden’. Het veranderen van iemands naam gebeurt vaak uit afschuw of spot jegens die persoon. (jodengodendoorjansmelt.pdf)
Ik heb dat ook gelezen in het boek "Waarom ik?" geschreven door de Jood. Het staat in het Engels op internet en ik kopieer daarvan een stukje:
"A devout Jew even avoids calling Him by His true name. He mispronounces it intentionally and calls Him by the abbreviation ‘Yeshu,’ which
means, ‘May his name and memory be blotted out!’ Page 119.
Dat is wat een laat-middeleeuwse alternatieve biografie over het leven van Jezus die in Europa en het midden-oosten circuleerde, ons wilde doen geloven: 'Het boek over het leven van Jezus' (Toledot Jesjoe). Een boek dat geen deel uitmaakt van de Joodse traditie noch van de Christelijke traditie en noch door de Joodse noch door de Christelijke Bijbelwetenschappers erg serieus wordt genomen, voortgekomen uit onder andere anekdotes uit apocriefe evangeliën, hetgeen in 1654 de anti-Joodse Johann Andreas Eisenmenger als argument gebruikte voor de aantijging dat ''Jesjoe'' altijd betekende '
Moge zijn naam voor altijd uitgewist worden', maar er is historisch absoluut geen doorslaggevend argument te vinden dat deze betekenis bevestigt. Sterker, de naam komt ook voor op een knekelhuisje (Rachmanie 9), wat al aangeeft dat het een roepnaam was. Bovendien, in de Talmoed komt de naam ''
Jesjoe'' eveneens voor en er is een discussie gaande onder moderne Bijbelwetenschappers - zowel Joodse als Christelijke - over de vraag of de naam naar de Nieuw Testamentische Jezus verwijst of niet. Hoewel de ene Jesjoe volgens de Talmoed zo'n honderd jaar
voor de Nieuw Testamentische Jezus leefde en de andere rond de honderd jaar nadien, is het vermoeden van een midrasjisch verband m.i. gerechtvaardigd, aangezien er twee Jesjoes in voorkomen die uit Nazaret kwamen, waarvan er één zelfs een moeder genaamd Mirjam had (hetgeen de Hebreeuwse versie van Maria is). De kans dat Jezus de roepnaam
Jesjoe had, is hiermee aanzienlijk toegenomen. En indien ''
Jesjoe'' niet de naam van de Nieuw Testamentische Jezus was, dan blijkt ''
Jehosjoe'a'' de hoogste ogen te gooien van de overige opties, gezien de voornamelijk Aramese Midrasjiem en voornamelijk Aramese Talmoediem deze naam meer vermelden dan ''
Jesjoe'a''. In alle gevallen is het aantoonbaar erg voorbarig te stellen dat Jezus de naam
Jesjoe'a had.
Natuurlijk is het belangrijk om een naam goed uit te spreken. Maar het is nog veel belangrijker dat de betekenis van die naam "God redt", die in het Hebreeuwse eerste testament wordt vermeld als "Yeshua", werkelijkheid in ons leven is.
Ik twijfel niet aan je toewijding aan Jezus en vermoed eveneens dat de naam naar ''redden'' verwijst, maar zelfs
dat is allerminst zeker. De etymologie van de naam had ik reeds gegeven in m'n vorige postings: zowel
Jehosjoe'a, als
Hosje'a, als
Josjoe'a, als
Jesjoe'a, als
Jesjoe, komen allemaal van de stam ''redden'' (ישע). Echter, de letterlijke betekenis van
sjoe'a (שׁוּעַ) heeft niets met redden te maken, maar is ''
hulpgeroep''. Sla de bekende
Jastrow Dictionary of the Talmud (Jerusalem: Khorev 1990) er maar op na, of de
Concise Hebrew and Aramaic Lexicon of the Old Testament (Michigan: William B. Eerdmans Publishing 1971) of de
Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language (New York: Macmillan Publishing Company 1987), hetgeen eveneens bijzonder poëtisch is binnen de context van de Triniteit: ''
JHWH's hulpgeroep'' -- Jezus de Zoon die als JHWH-zijnde roept om JHWH de Vader '
Mijn God, mijn God, waarom heb Je Me verlaten?'. Maar het Nieuwe Testament verbindt de naam m.i. terecht met het werkwoord 'redden'.
Slechts indien je de stam ישע hanteert in plaats van de letterlijke betekenis van het woord, kom je uit op een verbinding met ''redden''. Die verbinding lijkt me het meest voor-de-hand-liggend, aangezien
Joshoe'a ben Noen (Numeri 13:16) eveneens
Hosje'a werd genoemd; een naam die aantoonbaar van de stam ''redden'' (ישע) afkomstig is. Ik ga daarom inderdaad uit van de betekenis ''JHWH bevrijdt'', maar ook dat is speculatief.
Raymond B schreef: 26 okt 2018, 20:14
Vanwege de toenmalige kerkelijke invloed (die niets met Joodse geschriften doen) is deze aanneming in ieder geval Nederland blijven steken, maar in oa Amerika, Engeland en zelfs Israel denken wetenschappers en archeologen er langzamerhand gemengd /anders over.
Wereldwijd is er vrijwel consensus onder de Bijbelwetenschappers dat de evangeliën oorspronkelijk in het koine Grieks zijn geschreven. Hoewel dit door een zeer kleine minderheid wordt betwijfeld, is de suggestie dat deze aanname langzamerhand niet meer opgaat, incorrect. Niet dat het geen razand interessant onderwerp is, maar ook hier ga je nogal opportunistisch om met de realiteit die precies het tegengestelde blijkt van hetgeen je beweert.
Als laatste motivatie voor dit onderwerp zijn de vele anekdoten van de zg kerkvaders zoals Papias die rond het jaar 170 na Christus leefde, hij schreef over het boek Mattheus; ("Matheus heeft de woorden in de Hebreeuwse taal samengesteld en een ieder heeft dat vertaald in zijn eigen taal/dialect".
Dat het Hebreeuwse of Aramese evangelie werd vertaald in het canonieke evangelie van Mattheüs, is inderdaad een suggestie van Papias, maar ondanks het voortbestaan van moderne varianten van deze oude hypothese, hebben moderne studies blijkbaar aangetoond dat deze these onhoudbaar is:
klik.
Mart, voor mijn topic hoeft het niet zo gedetaileerd daar het de meeste niets zegt, misschien kan je een ander topic voor opstarten.
Je bent de discussie over de naam
Jesjoe'a notabene zelf begonnen (
klik). Indien er kritisch tegengeluid komt, lijkt het me redelijk dit niet pardoes weg te wuiven als de details van je suggestie onder de loep worden genomen.
Zionisme: de succesvolle herovering van wat van ons is – rechtvaardig, onvermijdelijk, onmiskenbaar.