Kessel schreef: 09 jan 2019, 03:17
Gaitema schreef: 30 dec 2018, 05:00
Ik ben wel geneigd het zelfde te zeggen, echter bespeur ik als ik oprecht de bijbel lees en er over nadenk wel een zekere keuzevrijheid bij Jezus. Zijn grootste worsteling was overduidelijk niet de verzoekingen door satan in de woestijn. Dat stelde voor Hem niets voor. Echter hierin zie ik wel dat satan in ieder geval geloofde dat hoewel Jezus God is, wel te verleiden viel. Hij waagde het er op. Echter bleef Jezus vertrouwen op zijn Vader en kreeg door de Heilige Geest de eenvoudige weerstand. Hierin zie je hoe door de Heilige Geest Jezus één is met God de Vader. De grootste keuzestrijd was de beker die Hij helemaal drinken moest op Golgota. Dat koste Hem echt inspanning en Hij vroeg dan ook Zijn Vader om de beker aan Hem voorbij te laten gaan, als het zou kunnen. Echter moest Hij de beker van God drinken. Het dieptepunt was misschien wel het moment waarop Jezus zich door Zijn Vader verlaten voelde, toen Hij uitriep: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?"
Dat Jezus zegt, "Vader, waarom heeft u mij verlaten?" beschouw ik als een profetische uitspraak die betrekking heeft op het moment dat kort daarop volgt, te weten het punt van sterven. Ik geloof niet dat de Vader Jezus al verlaten had op het moment dat hij nog leefde en dit uitsprak. Ik geloof zelfs dat het de Vader was die dit door hem zei. Dan verlaat de Vader hem waarop hij sterft.
De Vader is een geest. En zoals een geest niet zonder een lichaam kan, zo zijn ook de Vader en de Zoon één.
1 Kor 15:
44 Het wordt gezaaid als een fysiek lichaam, het wordt opgewekt als een geestelijk lichaam. Als er een fysiek lichaam is, dan is er ook een geestelijk lichaam.
45 Zo staat er geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd een levend wezen.’ De laatste Adam [Jezus] werd een leven gevende geest.
We zien hier dus dat er naast een fysieke lichaam ook een geestelijke lichaam is. 2 verschillende lichamen.
Jezus werd een geest.
Mt 26:
36 Toen kwam Jezus met de discipelen bij de plek die Gethse̱mané heette, en hij zei tegen ze: ‘Ga hier zitten. Dan ga ik verderop bidden.’ 37 Vervolgens nam hij Petrus en de twee zonen van Zebede̱üs met zich mee. Hij werd intens verdrietig en voelde grote ongerustheid opkomen. 38 Toen zei hij tegen ze: ‘Ik ben dodelijk bedroefd. Blijf hier met mij waken.’ 39 Hij liep een eindje verder en liet zich voorover op de grond vallen. Hij bad: ‘Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan. Maar niet zoals ik wil, maar zoals u wilt.’
Mt 27:
45 Vanaf het zesde uur viel er duisternis over het hele land, tot het negende uur.
46 Rond het negende uur riep Jezus luid: ‘Eli, Eli, lama sabachthani?’ Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?
47 Toen sommige omstanders dat hoorden, zeiden ze: ‘Hij roept Elia.’
48 Meteen rende een van hen weg om een spons te halen. Hij doopte die in zure wijn, stak die op een rieten stok en gaf hem te drinken.
49 Maar de anderen zeiden: ‘Laat hem toch. Dan zullen we zien of Elia hem komt redden.
50 Opnieuw riep Jezus luid en hij gaf de geest.
51 Op dat moment scheurde het gordijn van het heiligdom van boven tot onder in tweeën en de aarde beefde en de rotsen spleten.
Mr 15:
33 Toen het zesde uur aanbrak, viel er een duisternis over het hele land, tot het negende uur.
34 Op het negende uur riep Jezus luid: ‘Eli, Eli, lama sabachthani?’ Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
35 Toen sommige omstanders dat hoorden, zeiden ze: ‘Hoor, hij roept Elia.’
36 Iemand rende weg, doopte een spons in zure wijn, stak die op een rieten stok en gaf Jezus te drinken, terwijl hij zei: ‘Laat hem toch. Dan zullen we zien of Elia hem eraf komt halen.’
37 Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit.
38 En het gordijn van het heiligdom scheurde van boven tot onder in tweeën.
39 Toen de legerofficier die tegenover hem stond, zag onder welke omstandigheden hij stierf, zei hij: ‘Deze man was echt Gods Zoon!’
Jezus zag er tegen op om deze zeer wrede dood te ondergaan en bad zijn vader om kracht, om vol te houden.
Immers zonder zijn offer was er geen mogelijkheid om voor de mensheid Adams verloren gegane volmaaktheid te compenseren. Hij wist hoe belangrijk dat offer was om zo het voornemen van zijn vader te verwezenlijken: De aarde te vullen met volmaakte mensen.
Maar Jezus moest dat wel helemaal zelf doen.
Dat voelde hij op het moment dat hij ging sterven.
Hij gaf zich volledig over aan de dood.
Hij geloofde in de opstanding, hij had bewezen, dat gestorven mensen opgewekt konden worden.
Joh 11:
3 De zussen stuurden Jezus de boodschap: ‘Heer, je goede vriend is ziek.’
4 Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Deze ziekte is niet bedoeld om te eindigen in de dood, maar is tot eer van God, zodat de Zoon van God erdoor geëerd zal worden.
21 Martha zei tegen Jezus: ‘Heer, als je hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn.
22 Toch weet ik zelfs nu dat God je alles zal geven wat je aan God vraagt.’
23 Jezus zei: ‘Je broer zal opstaan.’
24 Daarop zei Martha: ‘Ik weet dat hij zal opstaan in de opstanding op de laatste dag.’
40 Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je de glorie van God zou zien als je zou geloven?’
41 Toen haalden ze de steen weg. Jezus keek omhoog en zei: ‘Vader, dank u wel dat u me hebt verhoord.
42 Ik weet dat u me altijd verhoort. Maar ik zeg dit voor de menigte die hier staat, zodat ze zullen geloven dat u me hebt gestuurd.’
43 Nadat hij dat had gezegd, riep hij met een luide stem: ‘Lazarus, kom naar buiten!’
44 De man die dood was geweest, kwam naar buiten met windsels om zijn handen en voeten en met een doek om zijn gezicht gewikkeld. Jezus zei tegen hen: ‘Maak hem los en laat hem gaan.’ NWV.