Gevonden:
Jezus deelt Gods Troon. (Zie o.a. Mark. 14:62, Joh. 10:27-33, 1 Kor. 15:27-28).
God is tegelijk Schepper zowel als Verlosser van de in zonde gevallen schepping. Het Oude Testament maakte zeer duidelijk dat er maar één Redder was voor de mens en dat is God. De eerste christenen wisten dat het Oude Testament dat stelde. Toch beleden zij dat Jezus de Verlosser was, dat Jezus redt. Volgens het Nieuwe Testament redt Jezus zijn volk van hun zonden. Lees bijvoorbeeld Mat.1:21 en naar Hand.4:12.Door niemand anders kunnen wij worden gered, want Zijn Naam is de enige op aarde die de mens redding biedt. Heb.2:10 zegt "Hij is de bereider van hun redding". Luc.2:11 "Hij is de Messias, de Heer".
God is Schepper en Verlosser. Buiten God is er geen verlosser. De Bijbel is daar duidelijk over. Kijk maar:
Jes.43:10 Gij zijt, luidt het woord des HEREN, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat gij het weet en in Mij gelooft en inziet, dat Ik dezelfde ben; vóór Mij is er geen God geformeerd en na Mij zal er geen zijn. 11 Ik, Ik ben de HERE, en buiten Mij is er geen Verlosser.
Rom.11:26 De Verlosser zal uit Sion komen,
Fil 3:20 Want wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten,
Dus:
Buiten God is er geen Verlosser. De Here Jezus is de Verlosser. De Here Jezus is God. God is zowel Schepper als Verlosser.
De aard van Jezus Christus wordt ook nog eens bevestigd in het boek Openbaring.
Openbaring 1:8 8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige.
De "Alfa en Omega" is duidelijk een titel voor JHWH.
Openbaring 21:4 en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. 5 En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. 6 En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet.
Openbaring 22:13 13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.
In het vers daaraan voofgaand wordt nog maar weer eens een keer duidelijk naar wie die titel verwees:
Op.22:12 Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is. 13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.
Openbaring 22:7 En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart!
En wie komt spoedig? :
Op.22:20 Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Here Jezus!
Jezus Christus komt spoedig! En hier maakt Jezus Christus het messcherp duidelijk als volgt:
Op.22:12 Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is. 13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. 14 Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad. 15 Buiten zijn de honden en de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doet.
16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.
In vers 16 zien we dat "Alfa en Omega" een titel is voor Jezus Christus.
Openbaring 1:13 en daartussen iemand die er uitzag als een mens. Hij was gekleed in een lang gewaad en had een gouden band om zijn borst. Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s. In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon. Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste.Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.
En in Ex.3,14 openbaart God zich aan Mozes als "Ik Ben". Jezus noemt zich ook God, bijvoorbeeld in:
Joh.8:58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was, ben Ik. 59 Zij namen dan stenen op om naar Hem te werpen; maar Jezus verborg Zich en verliet de tempel.
De Joden namen stenen op, omdat als iemand van zichzelf zei dat ie God is, dat voor de Joden godslastering was.
Verder zij opgemerkt dat Joh.1:18 in de Willibrordvertaling luidt:
Joh.1:18 Niemand heeft God ooit gezien, maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader, Hij heeft Hem doen kennen.
De meeste vertalingen houden " eniggeboren Zoon" aan, naar latere manuscripten vertaald. Hier geeft echter de Willibrordvertaling een meer betrouwbare vertaling, want die is in overeenstemming met de oudste manuscripten.
Joh.17: Statenvertaling:
1 Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.
2 Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve.
3 En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt.
4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen;
5 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.
Idem, maar dan Willibrordvertaling:
[1] Na deze toespraak sloeg Jezus zijn ogen op naar de hemel en bad: ‘Vader, het uur is gekomen! Verheerlijk* uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijkt. [2] Laat Hem, krachtens de macht die U Hem gegeven hebt over alle mensen, eeuwig leven schenken aan al degenen die U aan Hem hebt toevertrouwd. [3] Eeuwig leven! Dat betekent dat ze U, de enige waarachtige God, leren kennen, en ook degene die U gezonden hebt: Jezus Christus. [4] Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat U Mij te doen hebt gegeven. [5] Verheerlijk Mij nu, Vader, aan uw zijde, en bekleed Mij met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld bestond.