Mart schreef: ↑29 apr 2019, 21:51
Hetgeen je nogmaals ontmaskert als iemand die de klok nieteens heeft horen luiden en al helemaal niet weet waar de klepel hangt.
Bs"d
En jij hebt de klok wel horen luiden? Ben jij een fossielendeskundige?
Stasis wordt doorgaans afgewisseld door periodes van activiteit en maakt deel uit van evolutie.
Daar gaan we weer; "geen evolutie = evolutie".
Maar die "periodes van activiteit", daar is nou net niks van te vinden in het fossielenverslag. Wat we heel veel zien is stasis, onveranderlijkheid, non-evolutie, maar die zogenaamde activiteit, dat zien we niet.
"Gezien het feit dat evolutie volgens Darwin in een constante staat van verandering was ... volgt daaruit logischerwijs dat het fossielenverslag doorspekt zou moeten zijn met voorbeelden van veranderende vormen die leiden van de weinig ontwikkelden tot de veel ontwikkelden. ... In plaats van het vullen van de gaten in het fossielenverslag met de zo genaamde “missing links” zagen de meeste fossielendeskundigen zich geconfronteerd met de situatie waarbij er alleen maar gaten zaten in fossielenverslag, zonder bewijs van veranderende tussenvormen tussen gedocumenteerde soorten fossielen."
Schwartz, Jeffrey H., Sudden Origins, 1999, p. 89.
Schwartz, Jeffrey H is professor anthropologie aan de Universiteit van Pittsburgh en tevens evolutionist, schrijver van een boek over evolutie: “Sudden Origins”, a provocative new theory on how evolution works by sudden leaps and bounds:
http://www.post-gazette.com/books/revie ... iew395.asp
Het staat tegenover graduele voortschreiding en wordt bepaald door de omgeving. Indien de omgeving niet dwingt tot aanpassing, zal stasis langer duren. Aangezien de overgang daardoor soms voor langere tijd ophoudt, zal men veel fossielen vinden van een soort tijdens een periode van stasis, terwijl het aantal enorm afneemt bij een daaropvolgende versnelling, hetgeen eveneens helder verklaart waarom er bij de overgang van een soort naar een andere soms minder fossielen zijn als bij een periode van stasis.
Over die "graduele voortschreiding";
“Het fossielenverslag zoals wij dat kennen is niet in overeenstemming met geleidelijke verandering, en is dat ook nooit geweest. Wat opmerkelijk is, is dat door een verscheidenheid van historische omstandigheden, zelfs de geschiedenis van tegenstand versluierd is .... De meerderheid van de paleontologen (fossielendeskundigen) waren van mening dat hun bewijsmateriaal simpelweg tegenstrijdig was met Darwin's nadruk op zeer kleine, langzame, en opeenvolgende veranderingen die leidden tot verandering in soorten .... hun verhaal is onderdrukt.”
Stanley, S.M., The New Evolutionary Timetable: Fossils, Genes, and the Origin of Species, 1981, p. 95, sprekend over het Bighorn basin in Wyoming USA.
S.M. Stanley is evolutionist en was meer dan 35 jaar professor aan de John Hopkins universiteit in Baltimore.
Hij heeft vele artikelen geschreven, ook samen met Niles Eldredge, de co-uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
Één van de artikelen van zijn hand is “Paleontology (fossielenkunde) and earth system history in the new millennium” hetgeen gepubliceerd is in “Geological Society of America”
Voor meer info over prof Stanley kijk hier:
http://en.wikipedia.org/wiki/Steven_M._Stanley
“Zoals elke fossielendeskunidge weet, blijft het ondanks deze voorbeelden toch een feit dat de meeste nieuwe soorten, geslachtslijnen, families, en vrijwel alle nieuwe categorieen boven het nivo van families, plotseling verschijnen in het fossielenverslag, en er is niets wat daar naar toe leidt via geleidelijke, geheel doorlopende, veranderende opvolging.”
Simpson, George Gaylord, The Major Features of Evolution, 1953, p. 360
Simpson George Gaylord is evolutionist en professor paleontologie (fossielenkunde) in Columbia en Harvard.
“Fossielendeskundigen waren zich lang bewust van een ogenschijnlijke tegenstelling tussen Darwin's hypothese van geleidelijke verandering .... en de feitelijke vondsten van de fossielendeskundigen.
Wanneer de evolutionistische lijnen gevolgd worden door de tijd dan laten ze slechts minimale geleidelijke veranderingen zien en geen duidelijk bewijs voor enige verandering van een soort in een andere soort of voor de geleidelijke oorsprong van een evolutionaire vernieuwing. Alles wat werkelijk nieuw is schijnt altijd zeer plotseling te verschijnen in het fossielenverslag.”
Mayer, E., Our Long Argument: Charles Darwin and the Genesis of Modern Evolutionary Thought, 1991, p. 138
Ernst Mayer was 1 van de toonaangevende evolutionistische biologen van de 20e eeuw, zie hier:
http://www.wordiq.com/definition/Ernst_Mayr