Balthasar schreef: 13 jun 2021, 13:01
Om Carrier te citeren: Ik citeer hier het door vakgenoten beoordeelde artikel van Trudinger dat aantoont dat de grammaticale constructie die Paulus in Gal. 1:19 betrekkelijk is. Met andere woorden: "Behalve de apostelen zag ik niemand, behalve Jacobus de broer van de Heer." Dus de constructie die Paulus gebruikt zegt dat Jakobus geen apostel is. En zowel Trudinger als Hans Dieter Betz (die het Fortress Press-commentaar op Galaten schreef) citeren een aantal experts die het daarmee eens zijn (On the historicity of Jesus, p. 590, n. 100). Er waren natuurlijk Jacobus die apostelen waren. Dus Paulus koos deze constructie om duidelijk te maken dat hij niet een van hen bedoelde (of een biologische broer van Kephas, wat dat betreft). Hij bedoelde een gewone "Broeder van de Heer", een gewone niet-apostolische christen. Maar toch een christen - wat voor Paulus belangrijk was om te vermelden, aangezien hij elke christen die hij tijdens dat bezoek ontmoette moest opnoemen, anders zou hij ervan worden beschuldigd zijn contacten met iemand die op dat moment het evangelie kende, te verbergen.
Dit is een leuk argument, en laat ik eerst uitspellen wat er op het spel staat.
Carrier betoogt dat 'broer van de Heer' niets anders betekent dat 'gewone christen'. Maar als dat klopt, kan Jakobus geen apostel zijn. Daarom *moet* Carrier beargumenteren dat Jakobus geen apostel was.
Omgekeerd heeft de meerderheidsopvatting dat probleem niet, want of Jakobus nu een apostel was of niet, met 'de broer van de Heer' geeft Paulus aan dat het hier gaat om de Jakobus die de broer van Jezus is.
Ik hoef dus slechts aannemelijk te maken dat Jakobus geen gewone gelovige was, en Carriers argumentatie stort in elkaar.
Het artikel van Paul Trudinger is overigens weerlegd door George Howard, zie hier:
https://www.jstor.org/stable/1560803. Als je nu in commentaren op Galaten kijkt, zie je dat de meerderheid het niet met Trudinger eens is.
De tekst luidt als volgt:
Gal. 1:18 Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om Kefas te ontmoeten, en bij hem bleef ik twee weken. 19 Maar van de overige apostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broer van de Heer. (NBV)
18 Ἔπειτα μετὰ ἔτη τρία ἀνῆλθον εἰς Ἱεροσόλυμα ἱστορῆσαι Κηφᾶν καὶ ἐπέμεινα πρὸς αὐτὸν ἡμέρας δεκαπέντε, 19 ἕτερον δὲ τῶν ἀποστόλων οὐκ εἶδον εἰ μὴ Ἰάκωβον τὸν ἀδελφὸν τοῦ κυρίου.
18 Daarna, na drie jaar, ging ik naar Jeruzalem om kennis te maken met Kefas en ik verbleef bij hem vijftien dagen, 19 maar een andere van de apostelen zag ik niet behalve Jakobus de broer van de Heer. (werkvertaling)
De vraag is nu: bedoelt hij 'Anders dan de apostelen zag ik niemand behalve Jakobus de broer van de Heer' (Jakobus hoort niet bij de apostelen) of 'ik zag verder niemand van de apostelen behalve Jakobus de broer van de Heer' (Jakobus zou bij de apostelen kunnen horen).
Als je naar de constructie kijkt in het Grieks, is het zo dat het laatste veel waarschijnlijker is. In het Grieks is het bij de constructie 'Een andere + genitivus' altijd zo dat er twee groepen genoemd worden die in dezelfde categorie vallen. Dus Paulus zegt dat hij niemand van de apostelen zag (behalve...). Er blijft ambiguïteit in het woord 'behalve', maar de meest natuurlijke lezing is dat Jakobus wel bij de apostelen hoort.
Voor Carrier
moet het echter betekenen dat Jakobus geen apostel is, anders stort zijn argument in elkaar. Voor de opvatting dat Jakobus de biologische broer van de Heer is, maakt het niet zoveel uit.
Martinus C. de Boer schrijft in zijn commentaar uit 2011 op p. 99. "Paul's language can be read to mean that he saw no other apostles aside from Cephas, but that he did also see James, who was not an apostle but 'the brother of the Lord' [citeert één commentaar] ... That is not the most natrual way to understand Paul's syntax, however [citeert 4 commentaren]. Paul probably assumes here that James is also an apostle ... James (Jacob) was a common name among Jews, and the initial specification of James as 'the brother of the Lord' ... probably distinguishes him from other apostles called James, particularly James the son of Zebedee ... and James the son of Alphaeus, both members of the Twelve. ... Paul assumes that the Galatians will recognize the importance and authority of this James in the church of Jerusalem."
Er zijn nog minstens zes redenen waarom de lezing 'de broer van de Heer' = gewone christen niet werkt.
1. Op geen enkele andere plaats noemt Paulus of een andere vroegchristelijke auteur de gewone gelovigen 'de broers van de Heer'.
2. Er staat 'de broer van de Heer'. Als alle gelovigen broer of zus van de Heer zijn, waarom schrijft Paulus dan niet 'een broer van de Heer'?
3. En als hij Jakobus als gewone christen wil onderscheiden van de bekendere, waarom gebruikt hij dan een term die ook op de apostelen van toepassing is? Want volgens Carriers uitleg zijn ook de apostelen broers van de Heer. Volgens hem schrijft Paulus iets als: 'Ik zag buiten de kardinalen niemand behalve Emilio Ponzi een christen'. En dat 'de christen' dan bedoeld zou zijn om hem als gewone christen te onderscheiden van de kardinalen. Huh?
4. Waarom noemt hij Jakobus als hij slechts een gewone christen is? Moeten we het ons voorstellen dat Paulus twee weken in Jeruzalem was, en alleen Kefas/Petrus en een onbekende Jakobus ontmoette van de gemeente in Jeruzalem? Leefde Kefas zo geïsoleerd? En waarom zou hij een gewone gelovige die de mensen in Galaten toch niet kennen bij name noemen?
5. In deze context gaat het niet over het kennen van het evangelie, maar de autoriteit van het apostelschap. Paulus betoogt dat hij geen apostel is dankzij de autoriteiten in Jeruzalem, maar dankzij een openbaring van Jezus Christus zelve. Dus waarover Paulus eerlijk moet zijn is niet mensen die het evangelie kenden, maar autoriteiten in de gemeente. Paulus moet toegeven dat hij twee weken bij Kefas is geweest, maar geen andere apostelen heeft gezien, behalve Jakobus de broer van de Heer. Maar dit minimaliseert hij. Het heeft voor hem dus geen enkele relevantie om gewone gelovigen te noemen, want dat kan niemand iets schelen.
6. Dit wordt bevestigd in 1 Korintiërs 9:1-5. Hier betoogt Paulus dat hij als apostel bepaalde rechten heeft, zoals het meenemen van een echtgenote op zijn reizen. Hiervoor verwijst hij naar 'de overige apostelen, de broers van de Heer en Kefas'. Als 'de broers van de Heer' gewone christenen zijn, past dit helemaal niet in de context, want het gaat over de rechten van een apostel. 'De broers van de Heer' staan tussen 'de overige apostelen' en de apostel Kefas in. Kortom, 'de broers van de Heer' zijn geen gewone gelovigen, maar heel bijzondere gelovigen, een sub-groep van de leiders in de vroegchristelijke beweging.
Kortom, dat 'de broer van de Heer' gewone christen zou betekenen, is zeer onwaarschijnlijk. Dat het de gewone broer van Jezus zou betekenen, stuit echter op geen enkel probleem.
Maar goed, uit de hele reactie van zolderworm blijkt nergens een weerlegging van de kern van het argument over Jakobus. Want de kern van het argument is als volgt:
Drie blokken aan bronnen melden dat Jakobus de broer van Jezus was:
1. Josephus, die een uitstekende informatiepositie had wat dit betreft omdat hij t.t.v. wat hij over Jakobus schrijft in Jeruzalem was en ook in elitaire kringen verkeerde.
2. Paulus meldt dat hij Jakobus de broer van de Heer heeft gezien in de jaren dertig, en dat 'de broers van de Heer' als apostelen rondreisden in gezelschap van hun echtgenote.
3. De evangeliën melden dat Jezus broers (en zussen) had, waaronder Jakobus. Het is hier van belang dat zelfs bijv. Johannes dat gewoon zegt, terwijl Jezus in dat evangelie ver boven zijn familie uitstijgt. Al in de tweede eeuw vinden christenen het ongemakkelijk dat Jezus broers en zussen zou hebben.
Stel dat er niet zo iemand was als Jakobus de broer van Jezus (noch de andere broers en zussen), dan moet je dus voor deze drie blokken een verklaring vinden waarom het in elk van deze drie gevallen verzonnen is.
Of.... het klopt gewoon. Dat is inderdaad veel waarschijnlijker. En daarom is dat de consensus onder historici.