Het mag duidelijk zijn dat nummer 1 en 4 niet van toepassing zijn op een atheïst. Nummer 3 is vooral spraakgebruik en niet waar de discussie over gaat.ge·lo·ven (geloofde, heeft geloofd)
1 vast vertrouwen in het bestaan van iem. of iets: geloven in (of: aan) God
2 voor waar houden op het gezag van een ander: dat geloof ik graag om aan te geven dat je voor waar wilt aannemen wat iem. zegt
3 menen, denken: ik geloof dat hij ziek is
4 een godsdienst aanhangen
Maar nummer 2 dan? Kan een atheïst met droge ogen beweren dat hij/zij alles zelf onderzoekt en nooit op het gezag van een ander iets aanneemt oftewel geloofd, zeker op filosofisch/levensbeschouwelijk gebied?
Persoonlijk lijkt het me goed om dit rijtje van Vandale in gedachte te houden op het moment dat het over geloven gaat:
Welke van de vier definities gaat het over?
Is dat ook duidelijk voor de ander?
Is het in dit geval nodig het woord geloven te gebruiken richting een atheïst?
Is het nodig allergisch te reageren als iemand het woord geloven in de discussie gebruikt?
Als hier rekening mee gehouden wordt, kan dat i.m.o. een hoop offtopic discussie en geruzie schelen.
Maar ik hoor graag andere meningen.