Zo Hee schreef:Toch versta ik in beide woorden een genuanceerd andere betekenis. Je zegt wel "de tafel bestaat", maar niemand zegt "de tafel is". De woorden zijn niet inwisselbaar in onze taal, hoe synoniem ze ook schijnen te zijn. Het werkwoord zijn heeft extra woorden nodig. "De tafel is ER" bijvoorbeeld, of "de tafel is kapot". Zijn zonder verwijzing naar een toestand of een lokatie, etc., gebruik je niet. Bij bestaan is dat anders, bestaan kan je gebruiken zonder verdere toevoeging. Daarmee is het een woord dat in zichzelf "alles al zegt", met het woord "bestaan" roep je een gesloten universum op, terwijl "zijn" een open universum aan mogelijkheden opent. Pas door hier iets aan toe te voegen krijgt "zijn" een duidelijke status.
Door te zeggen dat "God bestaat" vang je God in een gesloten universum van betekenissen. God bestaat, maakt God grijpbaar voor menselijk bevattingsvermogen. Wat bestaat, voldoet aan regels, aan beperkingen van ons denken.
Door te zeggen dat "God is" accepteer je dat je niets zegt, dat God vrij is en niet binnen menselijk bevatten valt, niet in menselijke categorieën. Tegelijk laat het wel open dat God betekenis krijgt door menselijke toevoeging, we kunnen daardoor over God spreken, zonder God te beperken.
Maak je het jezelf (en anderen) nu niet moeilijker dan nodig?
Ik zie bijvoorbeeld de opmerking "in onze taal" (ik heb het even onderstreept).
Kan het zijn dat in onze taal niet precies met enkele woorden is aan te geven wat God heeft gezegd, en dat we ons nu aan het blind staren zijn op 'gebrekkige vertalingen'?
Als ik eerlijk ben, is voor mij het onderscheid tussen "God is" en "God bestaat" eerder een taal-spelletje dan een wezenlijk onderscheid in een juist of onjuist benoemen van de essentie van God.
Maar ik ben er niet mee eens dat wanneer ik zeg en geloof dat "God bestaat", dat ik God dan "vang in een gesloten universum", dat ik God 'beperk'.
Jij schrijft over "God is" in termen van "het openen van een universum aan mogelijkheden", over status,
en impliceert dat bij denken over "God bestaat" dat niet mogelijk meer is, en dat het dan gaat om een voldoen aan beperkingen van ons denken.
Ik zie niet hoe de aanname dat "God bestaat" automatisch deze 'beperkingen' tot gevolg heeft.
Het 'beeld' dat ik van God heb, is een beeld van een wezen dat "bestaat", ook al kan ik Hem niet zien of aanraken of begrijpen of beschrijven.
Het is geen concreet beeld alsof ik er mijn eigen 'gouden kalf' van kan maken of tekenen.
Ik heb geen 'beeld' in mijn hoofd van een aardige grijze oude man (of van Morgan Freeman) of zo.
Ik denk meer in termen van HOE Hij is en doet, dan WAT Hij is en doet.
Maar ik lees bijvoorbeeld in de bijbel dat God in het paradijs wandelde met de mens.
Gezien de manier waarop dat beschreven staat, dat (na de zondeval) de mens God hoort wandelen en zich verstopt, is God daar 'concreet' aanwezig.
Een God die concreet als wolkkolom en vuurkolom met het volk Israël door de woestijn reisde.
Een God die zo concreet is, dat als Mozes Hem heeft gesproken, dat zijn gelaat helemaal de luister van God weerschijnt.
Het is (voor mij in ieder geval) geen poging om God handelbaarder te maken.
Als ik alleen al stilsta bij wat de term "drie-eenheid" betekent, kan ik me er al geen beeld van vormen.
Toch geloof ik dat God zo is.
Het 'gevaar' van een verkeerd beeld van God hebben is niet gelegen in het wel of niet "bestaan" van God.
Misschien is het beeld van God als "God is" ook wel een verkeerd beeld.
Maar zo kom ik steeds meer in een topic waarin we elkaar bevragen wie of wat God voor ons is (in plaats van bespreken van en/of verbazen over het godsbeeld van Hendrikse).
Best interessant, want het is goed om te realiseren dat ons beeld van God ook niet meer is dan dat:
ons beeld van God, dat snel vertekend kan raken door vanalles en nog wat.