De ziel maakt geen contact met mij, ik
ben de ziel. Dat is i.m.o. niet de persoon die ik ben.
Wat tevens synoniem is aan het 'eeuwige nu'. Alle andere hoedanigheden zitten 'er boven'.
Ik neem plaats in de persoon Hopper welke ik ben, de ziel verliest daarbij haar enkelvoudige aard niet, de persoon Hopper heeft gewoon een meervoudige aard zoals iedereen.
De persoon die ik ben is 'iets'.
De ziel is niet iets, de ziel is bewustzijn/gewaaarzijn van het daadwerkelijke 'zelf': de wijze waarop de mens op identieke wijze een 'zelf' is.
Het is de wijze waarop het Ene zich
in mij en
als mij manifesteert.
En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
(Joh 1:5)
De ziel kan deelachtig zijn aan het Licht (het ziet er mee). De duisternis is de persoon die
hetzelve niet heeft begrepen.
Wat de leer van Jezus feitelijk inhoudt is een verschuiving in ontlogische zin. Niet langer de persoon (duisternis) zijn, maar in het Licht leven.
Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, die zal hetzelve behouden.
(Markus 8:35)
Het is de persoon die geen enkele eeuwigheidswaarde heeft. Logisch, de persoon leeft in de tijd. Wat er ontdekt kan worden is wat er wél eeuwigheidswaarde heeft. Dat is de ziel en dat is in ontologische zin geheel wat anders dan de persoon die in de tijd verschijnt en iedere keer weer Groundhog day meemaakt. Dat is namelijk wat er gebeurd: de ziel maakt gebruik van de persoon om te leren. Leer je als persoon niks (Je blijft hangen in de gekende wereld) dan blijft het Groundhog day voor je. Leer je wel wat, dan ontsnap je aan oorzaak en gevolg.
Iemand die in het hiernamaals gelooft, gelooft sowieso al in oorzaak en gevolg. De 'hemel' (in welke vorm dan ook) is gevolg van het 'goede' gedrag als persoon. Echter, in werkelijkheid werkt het zo helemaal niet.......