Mart schreef: 01 feb 2022, 10:41
small brother schreef: 01 feb 2022, 08:21
Zo je wilt. Neem je eigen versie: (naar believen) buigen als een cederboom. Met wat er staat: aangehecht als en wapen. En kijk dan naar de opties die er zijn. Leef je uit.
Zeg maar waar er staat dat de staart is aangehecht als een wapen. Het staat er niet. Dat slaat allemaal niet op de staart.
We schrijven 1635. In Leiden is de pest uitgebroken. De statenvertalers waren nog met hun vertalingen bezig. Ze hadden geen kennis van het bestaan van dinosaurussen. Zij waren niet bereid en het was hun niet toegestaan om eigenwillige vertalingen te gaan zitten fabriceren. Zij mochten dus geen bijpassende dieren te berde brengen en zelfs in hun hoofd mochten ze zich geen gedachten maken over wat daadwerkelijk logischer en verklaarbaarder was. En zij vertaalden onbekommerd, maar niet zonder verstand en inzicht, het volgende:
Gigantosaurus = Behemoth ?
Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund.
Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel zijns buiks.
Als het hem lust, zijn staart21 is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten.
Zijn beenderen zijn als vast koper; zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen.
Hij is een hoofdstuk24 der wegen Gods; die hem gemaakt heeft, heeft hem zijn zwaard25 aangehecht.
Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar.
Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.
De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
Zie, hij doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken.
Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den neus doorboren kunnen?
Het is bloemrijk taalgebruik. Maar niettemin onmiskenbaar treffend beschrijvend, als je bedenkt dat niemand ooit een dinosaurus had gezien en dat bijna nooit een vertaler loskomt van z'n eigen gedachten en voorstellingen die reeds bestaan.
En dan kom jij, en je zegt:
Mart schreef: 01 feb 2022, 10:41Zeg maar waar er staat dat de staart is aangehecht als een wapen. Het staat er niet. Dat slaat allemaal niet op de staart.
Voor mij is dat dan eenvoudig; ik laat de vertalers aan het woord, die zelf verklaren en verantwoorden wat ze hebben gedaan:
21) zijn staart >> Anders, hij roert, of richt zijn staart op, enz.; te weten, zo recht opgeheven en zo onbewegelijk als een ceder.
24) een hoofdstuk >> Dat is, het voornaamste stuk der werken Gods onder de viervoetige dieren, ten aanzien van zijn grootte en sterkte.
25) zijn zwaard >> Die het woord behemoth voor den olifant nemen, verstaan door zijn zwaard zijn snuit, of uitstekende tanden, waarmede hij zich als met een hand behelpt en grote kracht bedrijft. Anders, kan zijn zwaard tot hem voegen; te weten, om hem te doden; dat is, kan hem doden.
Ik bespaar je verdere aantekeningen uit het hoofdstuk, maar ik wijs er wel op dat alles wat hier staat, is geschreven in een tijd dat de dinosaurus totaal onbekend was. Voor de wereld - en ook voor degenen die niet geloofden dat God waarheid spreekt als Hij communiceert - gold het als een fantasiebeest, ontsproten uit volksvertellingen en creatieve geesten. Maar ga nu eens in gedachten op een afstandje staan, bekijk het plaatje van de moderne gigantosaurus en lees dan nog eens de vertaling uit 1630. Het is niet te geloven, dat zij de dinosaurus niet reeds in hun hoofd geplant hadden bij hun vertaling.
Ik hoop dat je beseft wat de authenticiteitswaarde daarvan is, en hoezeer dit afwijkt van het eeuwige geklets in de richting van zelfgevormde beelden die al zijn gevormd in het eigen hoofd, of in een reeds geaccepteerde consensus.
Mart schreef: 01 feb 2022, 10:41
Dat is niet waar. Ik doe een beroep op de bijbel als geschiedkundige bron uit de tijd dat niemand officieel iets van de dinosaurus afwist.
Dan is het aan jou om de tegenwoordige tijd te verklaren van de werkwoorden die het beest en de situatie rondom het beest beschrijven met de Qal imperfectum: יֹאכֵֽל, יַגֵּ֥שׁ, יִשְׂאוּ, יְשַֽׂחֲקוּ, יִשְׁכָּ֑ב, יְסֻכֻּ֣הוּ יְ֝סֻבּ֗וּהוּ, יַעֲשֹׁ֣ק, etc., wat betekent dat het nog aan de gang is en niet naar het verleden verwijst, want er staat geen waw voor, noch staan de werkwoorden in de verleden tijd (אָכַל, חָפֵ֖ץ, נָשָׂא, etc).
Mart, wordt wakker! God is het Zelf die hier spreekt. Vers 1 van Job 40 zegt het nadrukkelijk: De HEERE antwoordde Job uit een onweer, en zei wat hierboven staat geciteerd. Dat is tegenwoordige tijd.
En dan is het van secundair belang of het beest toen inderdaad leefde, of dat God hem liet zien, of dat Job een visioen had of dat Job de botten kreeg te zien met een daarbij horend verhaal, of dat Job gewoon een levendige verbeelding had, door de Geest van God geïnspireerd. Want God heeft het niet nodig om te spreken over bestaande en niet meer bestaande beesten, in de verleden tijd.
En hier zie je opnieuw een puntje van wijsheid of wetenschap en geconditioneerd denken:
Een meute van ongelovigen gelooft heilig in uittredingen en verschijnselen die zich tussen hemel en aarde afspelen. Maar als er ééns in de honderden jaren een gebeurtenis is die volgens hele generaties waard was om te onthouden en te bewaren voor het nageslacht, dan is het ongeloof zodanig verstokt, dan zelfs evidente treffende gelijkenissen bij hoog en bij laag worden ontkend en gebagatelliseerd.
En een meute van ongelovigen gelooft heilig in wat de Wetenschap als Waarheid heeft geopenbaard, (hoewel die wetenschap zelf geen claim van waarheid heeft, maar slechts van voortschrijdend inzicht), dat zelfs evidente treffende gelijkenissen bij hoog en bij laag worden ontkend en gebagatelliseerd. Met als mooiste formulering " dat Job de Dinosaurus niet kan hebben gekend." Wat absurd is, als zelfs wij de botten nog kunnen bezoeken en bezichtigen.