De levens van de heiligen voor elke dag - april
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
De levens van de heiligen voor elke dag - april
1 april
De heilige Maria van Egypte. Van haar wordt een uitvoerige levensbeschrijving gelezen op de vooravond van de 5e donderdag van de Grote Vasten, geschreven door de heilige Sofronios bisschop van Jeruzalem in de 7e eeuw. Het oudste bericht wordt aangetroffen in het leven van de heilige Kyriakos (rond 500), die als eerste kluizenaar leefde in de overjordaanse woestijn. Twee van zijn leerlingen drongen eens diep in de woestijn door, en zagen de schim van een mens wegvluchten. Zij kwamen toen bij een grot waar een stem hen toeriep niet dichterbij te komen daar zij een vrouw was en geen kleren meer had. Op hun vragen noemde zij zich Maria, de grote zondares en publieke vrouw, die boete deed voor haar zonden.
De leerlingen vertelden het aan Kyriakos, keerden enige tijd later terug naar die grot en vonden haar gestorven. Zij haalden spaden om haar te begraven. Dit is een terloopse beschrijving binnen het leven van een andere heilige, maar het helpt ons om de tijd waarin zij leefde vast te stellen.
Haar eigen levensverhaal, dat we lezen op de vooravond van de 5e donderdag in de Grote Vasten, brengt natuurlijk veel meer bijzonderheden, zoals zij die verteld had aan de monnik Zosima (4 april), nadat deze haar zijn kleed had afgestaan.
Maria was geboren op het platteland van Egypte, maar haar verhitte natuur dreef haar al op twaalfjarige leeftijd naar de grote stad, waar zij een onverzadigbaar wellustig leven leidde. Zij was niet berekenend en daardoor bleef zij arm, zodat zij in haar levensonderhoud moest voorzien door vlas te spinnen, de minst betaalde bezigheid. Na 17 jaar wilde ze daarom haar geluk elders beproeven en zij zag kans naar Jeruzalem te komen. Ze kwam daar in september, de grote feesttijd van de Verheffing van het heilig Kruis, die daar natuurlijk met grote luister werd gevierd en uit nieuwsgierigheid wilde ze dat feest meemaken.
Het was haar echter onmogelijk tussen de opdringende menigte de kerk binnen te komen, al liet zij zich heus niet zo gemakkelijk opzij duwen. Terwijl zij zich zo vergeefs uitputte, kwamen oude herinneringen in haar op, haar geweten ontwaakte en in een flits drong het tot haar door dat zij niet waard was het heilig Kruis te aanschouwen. Haar felle natuur kwam tegelijk tot een volledige omkeer. Bij de icoon die daar hing, smeekte zij de heilige Moeder Gods haar borg te zijn dat zij zich zou bekeren, als zij nu maar het kostbare, levenschenkende Hout zou mogen aanschouwen. En toen dit inderdaad gebeurde, trok zij vandaar rechtstreeks naar de woestijn over de Jordaan om haar boeteleven aan te vangen.
Daar leefde zij 47 jaar onder de blote hemel, eerst van het weinige brood dat zij had kunnen meenemen, later van de planten die daar in het voorjaar groeien. Van haar kleren bleef langzamerhand niets over, zij ontmoette nooit enig dier, laat staan een mens. Zij had een harde strijd te voeren tegen haar ingeroeste gewoonten, zij snakte naar vlees, zij had een brandende behoefte aan wijn maar had zelfs geen water te drinken. Ook de dubbelzinnige liedjes die zij gewoon was te zingen wilden maar niet uit haar gedachten. Maar dan weende zij van schaamte, sloeg zich op de borst en wendde zich uit alle macht tot de Moeder Gods die immers haar borg was geweest; en dan kwam zij langzaam tot kalmte en een mystiek licht omscheen haar van alle kanten.
Zo deed zij haar verhaal; ze baden samen en Zosima zag haar daarbij in de lucht zweven, zonder enige steun en los van de grond. Toen zond zij Zosima naar het klooster terug met de opdracht het volgend jaar, op de dag van het Laatste Avondmaal, voor haar de heilige Communie gereed te houden. Terwijl hij die avond vol onrust op haar wachtte aan de oever van de Jordaan, zag hij haar over het water naar zich toelopen. Zij ontving de heilige Mysteriën en vroeg hem, haar het volgend jaar weer te komen opzoeken, diep in de woestijn. Zosima vond haar daar, gestorven, en hij begroef haar met behulp van een leeuw die plotseling was komen opdagen. Op de grond stond geschreven dat zij Maria heette en dat ze gestorven was op Goede Vrijdag, de 1e april, hetgeen wijst op het jaar 522 als het meest waarschijnlijke sterfjaar.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-452/
De heilige Maria van Egypte. Van haar wordt een uitvoerige levensbeschrijving gelezen op de vooravond van de 5e donderdag van de Grote Vasten, geschreven door de heilige Sofronios bisschop van Jeruzalem in de 7e eeuw. Het oudste bericht wordt aangetroffen in het leven van de heilige Kyriakos (rond 500), die als eerste kluizenaar leefde in de overjordaanse woestijn. Twee van zijn leerlingen drongen eens diep in de woestijn door, en zagen de schim van een mens wegvluchten. Zij kwamen toen bij een grot waar een stem hen toeriep niet dichterbij te komen daar zij een vrouw was en geen kleren meer had. Op hun vragen noemde zij zich Maria, de grote zondares en publieke vrouw, die boete deed voor haar zonden.
De leerlingen vertelden het aan Kyriakos, keerden enige tijd later terug naar die grot en vonden haar gestorven. Zij haalden spaden om haar te begraven. Dit is een terloopse beschrijving binnen het leven van een andere heilige, maar het helpt ons om de tijd waarin zij leefde vast te stellen.
Haar eigen levensverhaal, dat we lezen op de vooravond van de 5e donderdag in de Grote Vasten, brengt natuurlijk veel meer bijzonderheden, zoals zij die verteld had aan de monnik Zosima (4 april), nadat deze haar zijn kleed had afgestaan.
Maria was geboren op het platteland van Egypte, maar haar verhitte natuur dreef haar al op twaalfjarige leeftijd naar de grote stad, waar zij een onverzadigbaar wellustig leven leidde. Zij was niet berekenend en daardoor bleef zij arm, zodat zij in haar levensonderhoud moest voorzien door vlas te spinnen, de minst betaalde bezigheid. Na 17 jaar wilde ze daarom haar geluk elders beproeven en zij zag kans naar Jeruzalem te komen. Ze kwam daar in september, de grote feesttijd van de Verheffing van het heilig Kruis, die daar natuurlijk met grote luister werd gevierd en uit nieuwsgierigheid wilde ze dat feest meemaken.
Het was haar echter onmogelijk tussen de opdringende menigte de kerk binnen te komen, al liet zij zich heus niet zo gemakkelijk opzij duwen. Terwijl zij zich zo vergeefs uitputte, kwamen oude herinneringen in haar op, haar geweten ontwaakte en in een flits drong het tot haar door dat zij niet waard was het heilig Kruis te aanschouwen. Haar felle natuur kwam tegelijk tot een volledige omkeer. Bij de icoon die daar hing, smeekte zij de heilige Moeder Gods haar borg te zijn dat zij zich zou bekeren, als zij nu maar het kostbare, levenschenkende Hout zou mogen aanschouwen. En toen dit inderdaad gebeurde, trok zij vandaar rechtstreeks naar de woestijn over de Jordaan om haar boeteleven aan te vangen.
Daar leefde zij 47 jaar onder de blote hemel, eerst van het weinige brood dat zij had kunnen meenemen, later van de planten die daar in het voorjaar groeien. Van haar kleren bleef langzamerhand niets over, zij ontmoette nooit enig dier, laat staan een mens. Zij had een harde strijd te voeren tegen haar ingeroeste gewoonten, zij snakte naar vlees, zij had een brandende behoefte aan wijn maar had zelfs geen water te drinken. Ook de dubbelzinnige liedjes die zij gewoon was te zingen wilden maar niet uit haar gedachten. Maar dan weende zij van schaamte, sloeg zich op de borst en wendde zich uit alle macht tot de Moeder Gods die immers haar borg was geweest; en dan kwam zij langzaam tot kalmte en een mystiek licht omscheen haar van alle kanten.
Zo deed zij haar verhaal; ze baden samen en Zosima zag haar daarbij in de lucht zweven, zonder enige steun en los van de grond. Toen zond zij Zosima naar het klooster terug met de opdracht het volgend jaar, op de dag van het Laatste Avondmaal, voor haar de heilige Communie gereed te houden. Terwijl hij die avond vol onrust op haar wachtte aan de oever van de Jordaan, zag hij haar over het water naar zich toelopen. Zij ontving de heilige Mysteriën en vroeg hem, haar het volgend jaar weer te komen opzoeken, diep in de woestijn. Zosima vond haar daar, gestorven, en hij begroef haar met behulp van een leeuw die plotseling was komen opdagen. Op de grond stond geschreven dat zij Maria heette en dat ze gestorven was op Goede Vrijdag, de 1e april, hetgeen wijst op het jaar 522 als het meest waarschijnlijke sterfjaar.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-452/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
2 april
De heilige Titos de wonderdoener was van jongsaf van liefde tot Christus vervuld. Hij verliet daarom de wereld zo vroeg dat kon om monnik te worden, en hij gaf zich aan dat leven over met heel het grote enthousiasme dat hem bezielde. Dat enthousiasme verliet hem ook niet toen hij ouder werd, zodat velen zich onder zijn leiding stelden. Ten tijde van de iconentwisten behoorde hij tot de steunpilaren van de kerk. Hij stierf in vrede in de 9e eeuw en liet een hele schaar van leerlingen achter. Om de reinheid van zijn leven en om het geweld dat hij zichzelf aandeed om naar het volmaakte te streven, om zijn liefde en zijn deemoed, had God hem de gave van wonderen verleend, zowel tijdens zijn leven als na zijn dood.
De heilige Amfianos was een van de slachtoffers van de vervolging van keizer Maximinus, toen deze nog gouverneur van Palestina was. Hij was geboren te Pagas in Lykië en studeerde aan de beroemde hogeschool van Beyroet, waar hij opviel door zijn kalme terughoudendheid te midden van het woelige studentenleven. Bij zijn terugkeer naar huis vond dit christelijk gedrag echter geheel geen waardering bij zijn vader, die zich blijkbaar had voorgesteld samen met zijn zoon nog eens een tweede wilde jeugd te genieten. Toen zijn vader steeds meer aandrang op hem begon uit te oefenen, ontvluchtte Amfianos de ouderlijke woning en vond een onderkomen in Caesarea (Palestina), bij Eusebios, de beroemde kroniekschrijver‚ die ook zijn leven beschreven heeft. Hij werd diens leerling en maakte opzienbarende vorderingen in de studie van de heilige Schrift. Er werd van hem gezegd dat hij wel een lichaam had dat 20 jaar oud was, maar dat hij het begrip en de zielengrootheid van een rijpe grijsaard toonde.
Amfianos was nauwelijks 20 jaar toen de vervolging weer uitbrak. Vele christenen ontvluchtten de stad. Amfianos kende echter geen vrees doch verheugde zich over de mogelijkheid voor zijn beminde Heer te mogen lijden. Tijdens een heidens feest ging hij naar de tempel, en in zijn jonge ijver greep hij de hand van de stadsbestuurder toen deze de plechtige offerdienst wilde voltrekken. Hij werd daarom aan de wreedste folteringen onderworpen, die hij heldhaftig doorstond‚ en tenslotte werd hij in zee geworpen. Op dat ogenblik ontstond er een heftige aardbeving, gevolgd door een vloedgolf, die het lichaam van de martelaar voor de stadspoort neerlegde. Dit gebeurde op vrijdag, de vierde van de nonen van april, d.w.z. 2 april 304. Zijn naam wordt ook geschreven als Afios, Apfios of Appios.
De heilige Theodosia was geboren in een christelijk gezin te Tyros in Fenicië. Toen zij volwassen werd, deed zij gelofte van maagdelijkheid. In het jaar 308 was zij in Caesarea in Palestina toen daar de vervolging heviger werd. Een groep christenen was in voorarrest in het paleis van de gouverneur. Theodosia zag kans hen te bezoeken. Ze wenste hen geluk omdat zij moesten lijden omwille van Christus, en spoorde hen aan edelmoedig hun geloof te belijden, en voor haar te bidden wanneer ze bij God toegelaten zouden zijn. Om dit gedrag werd zij zelf gevangen genomen en voor de gouverneur gebracht, die reeds sinds drie jaar alles in het werk stelde om de naam van christen uit te roeien in zijn machtsgebied. Hij voelde zich daarom persoonlijk beledigd door de onverschrokkenheid van Theodosia: een 18-jarig meisje dat zich niet door hem liet intimideren! Hij liet haar daarom wreed verscheuren op de pijnbank en ontzettend verminken. Maar zij uitte geen klacht, haar gezicht straalde zelfs, van een blijdschap die door geen foltering te verdrijven was. En de woorden die zij nog kon uitbrengen waren dank aan God dat zij tot de martelaarskroon geroepen was. Tenslotte werd Theodosia in zee verdronken; de anderen werden tot de mijnen veroordeeld.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-453/
De heilige Titos de wonderdoener was van jongsaf van liefde tot Christus vervuld. Hij verliet daarom de wereld zo vroeg dat kon om monnik te worden, en hij gaf zich aan dat leven over met heel het grote enthousiasme dat hem bezielde. Dat enthousiasme verliet hem ook niet toen hij ouder werd, zodat velen zich onder zijn leiding stelden. Ten tijde van de iconentwisten behoorde hij tot de steunpilaren van de kerk. Hij stierf in vrede in de 9e eeuw en liet een hele schaar van leerlingen achter. Om de reinheid van zijn leven en om het geweld dat hij zichzelf aandeed om naar het volmaakte te streven, om zijn liefde en zijn deemoed, had God hem de gave van wonderen verleend, zowel tijdens zijn leven als na zijn dood.
De heilige Amfianos was een van de slachtoffers van de vervolging van keizer Maximinus, toen deze nog gouverneur van Palestina was. Hij was geboren te Pagas in Lykië en studeerde aan de beroemde hogeschool van Beyroet, waar hij opviel door zijn kalme terughoudendheid te midden van het woelige studentenleven. Bij zijn terugkeer naar huis vond dit christelijk gedrag echter geheel geen waardering bij zijn vader, die zich blijkbaar had voorgesteld samen met zijn zoon nog eens een tweede wilde jeugd te genieten. Toen zijn vader steeds meer aandrang op hem begon uit te oefenen, ontvluchtte Amfianos de ouderlijke woning en vond een onderkomen in Caesarea (Palestina), bij Eusebios, de beroemde kroniekschrijver‚ die ook zijn leven beschreven heeft. Hij werd diens leerling en maakte opzienbarende vorderingen in de studie van de heilige Schrift. Er werd van hem gezegd dat hij wel een lichaam had dat 20 jaar oud was, maar dat hij het begrip en de zielengrootheid van een rijpe grijsaard toonde.
Amfianos was nauwelijks 20 jaar toen de vervolging weer uitbrak. Vele christenen ontvluchtten de stad. Amfianos kende echter geen vrees doch verheugde zich over de mogelijkheid voor zijn beminde Heer te mogen lijden. Tijdens een heidens feest ging hij naar de tempel, en in zijn jonge ijver greep hij de hand van de stadsbestuurder toen deze de plechtige offerdienst wilde voltrekken. Hij werd daarom aan de wreedste folteringen onderworpen, die hij heldhaftig doorstond‚ en tenslotte werd hij in zee geworpen. Op dat ogenblik ontstond er een heftige aardbeving, gevolgd door een vloedgolf, die het lichaam van de martelaar voor de stadspoort neerlegde. Dit gebeurde op vrijdag, de vierde van de nonen van april, d.w.z. 2 april 304. Zijn naam wordt ook geschreven als Afios, Apfios of Appios.
De heilige Theodosia was geboren in een christelijk gezin te Tyros in Fenicië. Toen zij volwassen werd, deed zij gelofte van maagdelijkheid. In het jaar 308 was zij in Caesarea in Palestina toen daar de vervolging heviger werd. Een groep christenen was in voorarrest in het paleis van de gouverneur. Theodosia zag kans hen te bezoeken. Ze wenste hen geluk omdat zij moesten lijden omwille van Christus, en spoorde hen aan edelmoedig hun geloof te belijden, en voor haar te bidden wanneer ze bij God toegelaten zouden zijn. Om dit gedrag werd zij zelf gevangen genomen en voor de gouverneur gebracht, die reeds sinds drie jaar alles in het werk stelde om de naam van christen uit te roeien in zijn machtsgebied. Hij voelde zich daarom persoonlijk beledigd door de onverschrokkenheid van Theodosia: een 18-jarig meisje dat zich niet door hem liet intimideren! Hij liet haar daarom wreed verscheuren op de pijnbank en ontzettend verminken. Maar zij uitte geen klacht, haar gezicht straalde zelfs, van een blijdschap die door geen foltering te verdrijven was. En de woorden die zij nog kon uitbrengen waren dank aan God dat zij tot de martelaarskroon geroepen was. Tenslotte werd Theodosia in zee verdronken; de anderen werden tot de mijnen veroordeeld.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-453/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
3 april
De heilige Niketas, abt van het Medikionklooster aan de voet van de Olympos bij Bithynië, zijn geboortestad. Hij was opgevoed door zijn grootmoeder, nadat zijn vader monnik geworden was toen hij weduwnaar werd. Na afloop van zijn studie trad hij in het Medikion-klooster, dat leefde volgens de regel der akimieten (slapelozen):
de monniken wisselden elkander dag en nacht af om de heilige diensten te zingen. Nadat hij zich 7 jaar volledig op het monniksleven had toegelegd, werd hij rond het jaar 790 priester gewijd door de heilige patriarch Tarasios, en daarna werd hij coadjutor van de heilige Nikeforos van Medikion. Na diens dood in 800 kozen de broeders hem tot abt. Tijdens de vervolging van de iconoclast-keizer Leo V, de Armeniër (813-420), de opvolger van de vrome keizerin lrene, werd hij verantwoordelijk gesteld voor het feit dat er nog steeds iconen in het klooster aanwezig waren. Hij werd telkens weer daarover lastig gevallen, en toen hij die toestand niet wilde veranderen, werd hij gearresteerd, van de ene gevangenis naar de andere gesleept, en gevoed met beschimmeld brood en bedorven water. Midden in de winter werd hij verbannen naar de bergen in Anatolië, en binnen een week weer terug gecommandeerd naar Constantinopel. Deze mishandelingen duurden jaren, tot, aan de dood van de keizer. Hij werd teruggeroepen, opnieuw verbannen en weer vrijgelaten. Intussen was Niketas oud geworden. Hij keerde niet meer naar zijn klooster terug, maar zocht een rustig eiland waar hij zijn laatste dagen in vrede mocht doorbrengen. In 824 stierf hij, en toen zijn lichaam naar het klooster werd teruggebracht, werden onderweg vele zieken, die zijn lichaam aanraakten, genezen.
De heilige Elpideforos‚ Dios, Bythonios en Galykos waren jonge christenen die met elkander bevriend waren. Toen er hongersnood heerste in de stad, begaven zij zich naar het woonhuis van de magistraat. Zij verweten hem zijn goddeloosheid omdat hij wel rijke giften aan de afgodstempel schonk maar het volk liet verhongeren. De magistraat had op dat ogenblik geen gerechtsdienaars tot zijn beschikking en zei toen tegen de vrienden dat ze hem maar op moesten wachten bij de tempel, dan zou hij verdere beslissingen treffen. De jongemannen gingen naar de tempel, sloegen er de gouden en zilveren beelden stuk en deelden de stukken uit aan het hongerige volk, evenals de spijsoffers die gereed stonden. Daarvoor werden ze op allerlei wijzen mishandeld en tenslotte ter dood gebracht, 3e eeuw.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-454/
De heilige Niketas, abt van het Medikionklooster aan de voet van de Olympos bij Bithynië, zijn geboortestad. Hij was opgevoed door zijn grootmoeder, nadat zijn vader monnik geworden was toen hij weduwnaar werd. Na afloop van zijn studie trad hij in het Medikion-klooster, dat leefde volgens de regel der akimieten (slapelozen):
de monniken wisselden elkander dag en nacht af om de heilige diensten te zingen. Nadat hij zich 7 jaar volledig op het monniksleven had toegelegd, werd hij rond het jaar 790 priester gewijd door de heilige patriarch Tarasios, en daarna werd hij coadjutor van de heilige Nikeforos van Medikion. Na diens dood in 800 kozen de broeders hem tot abt. Tijdens de vervolging van de iconoclast-keizer Leo V, de Armeniër (813-420), de opvolger van de vrome keizerin lrene, werd hij verantwoordelijk gesteld voor het feit dat er nog steeds iconen in het klooster aanwezig waren. Hij werd telkens weer daarover lastig gevallen, en toen hij die toestand niet wilde veranderen, werd hij gearresteerd, van de ene gevangenis naar de andere gesleept, en gevoed met beschimmeld brood en bedorven water. Midden in de winter werd hij verbannen naar de bergen in Anatolië, en binnen een week weer terug gecommandeerd naar Constantinopel. Deze mishandelingen duurden jaren, tot, aan de dood van de keizer. Hij werd teruggeroepen, opnieuw verbannen en weer vrijgelaten. Intussen was Niketas oud geworden. Hij keerde niet meer naar zijn klooster terug, maar zocht een rustig eiland waar hij zijn laatste dagen in vrede mocht doorbrengen. In 824 stierf hij, en toen zijn lichaam naar het klooster werd teruggebracht, werden onderweg vele zieken, die zijn lichaam aanraakten, genezen.
De heilige Elpideforos‚ Dios, Bythonios en Galykos waren jonge christenen die met elkander bevriend waren. Toen er hongersnood heerste in de stad, begaven zij zich naar het woonhuis van de magistraat. Zij verweten hem zijn goddeloosheid omdat hij wel rijke giften aan de afgodstempel schonk maar het volk liet verhongeren. De magistraat had op dat ogenblik geen gerechtsdienaars tot zijn beschikking en zei toen tegen de vrienden dat ze hem maar op moesten wachten bij de tempel, dan zou hij verdere beslissingen treffen. De jongemannen gingen naar de tempel, sloegen er de gouden en zilveren beelden stuk en deelden de stukken uit aan het hongerige volk, evenals de spijsoffers die gereed stonden. Daarvoor werden ze op allerlei wijzen mishandeld en tenslotte ter dood gebracht, 3e eeuw.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-454/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
4 april
De heilige Isidoros, bisschop van Sevilla. Ten tijde van het bewind der Visigothen was Spanje in overheersende mate ariaans. Maar een Austrasische prinses, gehuwd met de Spaanse prins Hermenegild, had deze tot de orthodoxie bekeerd en dat had hem zijn leven gekost. De koning kreeg echter wroeging dat hij zijn eigen zoon ter dood had laten brengen en werd minder gewelddadig. De zoon van Hermenegild zwoer het arianisme af op het concilie van Toledo in 598. Dit was vooral te danken aan de invloed van de bisschop van Sevilla, de heilige Leander, de oudste broeder van Isidoros, die eveneens adellijke Gothen waren.
Isidoros zelf was geboren in ballingschap, na 570, het is niet bekend waar. Enkele jaren later moet de familie in Spanje teruggekomen zijn, want Gregorius de Grote ontmoette Leander in Constantinopel, toen hij daar verbleef van 578 tot 584; en deze was toen ambassadeur van de Visigothen. Isidoros was wellicht achtergelaten in het ballingsoord Istria, terwille van zijn opvoeding: hij werd een groot Grieks geleerde, en dat schijnt in het barbaarse Spanje onmogelijk.
Over zijn schooljaren wordt verhaald dat hij moeilijk leerde en er daarom een grote hekel aan had. Eens spijbelde hij en trok naar buiten, waar hij in de zon lag bij een kleine bron die uit de rots vloeide. Een klein straaltje viel recht naar beneden en had daar een diepe uitholling in de rots veroorzaakt. Daar hij in feite een denkersnatuur bezat, werd hij door deze waarneming getroffen. Hij kwam tot het besef dat gestaag volgehouden studie ook zijn harde kop zou binnendringen en zette zich voortaan met enorme energie aan het werk.
Na de dood van zijn broer Leander werd Isidoros tot bisschop van Sevilla gekozen. Hij voltooide wat Leander begonnen was: de volledige bekering van het volk uit de ariaanse dwaalleer. Hij schreef ook regels voor het herstel van de monastieke traditie in de kloosters van zijn diocees. Regelmatig organiseerde hij synodes voor meer contact tussen de bisschoppen en versterking van de onderlinge eenheid. Uit die tijd dateert ook een uitvoerig voorschrift hoe zulke synodes gehouden moesten worden:
Op het eerste uur van de dag, nog vóór zonsopgang, moest de betreffende kerk waar de synode gehouden werd, ontruimd worden en de deuren moesten worden gesloten. Er werden bewakers bij de ingang geplaatst Deze mochten voor het begin alleen de bisschoppen binnenlaten, die plaatsnamen in een cirkel. Daarachter kwam een tweede kring van priesters en uitgenodigde leken. Dan werden de deuren weer gesloten. Na een lange stilte, waarin elke bisschop zich richtte tot God, riep de aartsdiaken uit: “Laat ons bidden!” Dan strekten allen zich uit op de grond om langdurig te bidden in stilte. Dan stond een van de oudste bisschoppen op om luidop te bidden terwijl de anderen geprosterneerd bleven. Tenslotte antwoordden allen: “Amen”, en de diaken riep: “Staat op”.
Wanneer dan ieder op zijn plaats gezeten was, bracht een diaken in albe het boek van de canons in het midden van de kring om de voorschriften over het houden van concilies voor te lezen. De aartsbisschop moest dan vermanen om de in te dienen moties ordelijk na elkaar voor te brengen. Elke motie moest in zijn geheel afgehandeld en besproken worden en niet overgeslagen worden terwille van een andere van meer belang. Als iemand contact wou opnemen met het concilie moest hij dit voorleggen aan de aartsdiaken om het aan de vergadering over te brengen. Deze besliste dan of de betreffende mocht binnenkomen om zijn voorstel te bepleiten. En geen enkele bisschop mocht vertrekken eer het concilie gesloten was verklaard en ieder de ontworpen canons getekend had.
De heilige lsidoros stierf in 636 nadat hij zijn kerk 40 jaar had bestuurd. Toen hij zijn einde voelde naderen liet hij zich voor de laatste maal naar de kerk brengen, begeleid door een weeklagende menigte. Hij werd in het priesterkoor gedragen en neergelegd op een stuk ruw linnen, bestrooid met as. Daar hief hij zijn handen ten hemel en hij vroeg aan allen vergeving. Zo nam hij afscheid van zijn kudde: het was de vooravond van Pasen. Hij vroeg alle aanwezigen voor hem te bidden en deelde al het geld dat hij nog bezat uit onder de armen. Toen werd hij weer naar zijn huis teruggebracht en hij stierf vier dagen later.
Hij heeft talrijke geschriften achtergelaten, waaronder een kroniek vanaf de schepping tot het jaar 626, een geschiedenis van de Gothen, Vandalen en Suëven, een overzicht van de kerkelijke schrijvers, de kerkelijke officies, heiligenlevens, bijbel-commentaren, en zelfs een grammatica. Hij werd dan ook beschouwd als de grote hersteller van het geloof in Spanje. Ook de nog bestaande Mozarabische ritus is grotendeels van hem afkomstig.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-455/
De heilige Isidoros, bisschop van Sevilla. Ten tijde van het bewind der Visigothen was Spanje in overheersende mate ariaans. Maar een Austrasische prinses, gehuwd met de Spaanse prins Hermenegild, had deze tot de orthodoxie bekeerd en dat had hem zijn leven gekost. De koning kreeg echter wroeging dat hij zijn eigen zoon ter dood had laten brengen en werd minder gewelddadig. De zoon van Hermenegild zwoer het arianisme af op het concilie van Toledo in 598. Dit was vooral te danken aan de invloed van de bisschop van Sevilla, de heilige Leander, de oudste broeder van Isidoros, die eveneens adellijke Gothen waren.
Isidoros zelf was geboren in ballingschap, na 570, het is niet bekend waar. Enkele jaren later moet de familie in Spanje teruggekomen zijn, want Gregorius de Grote ontmoette Leander in Constantinopel, toen hij daar verbleef van 578 tot 584; en deze was toen ambassadeur van de Visigothen. Isidoros was wellicht achtergelaten in het ballingsoord Istria, terwille van zijn opvoeding: hij werd een groot Grieks geleerde, en dat schijnt in het barbaarse Spanje onmogelijk.
Over zijn schooljaren wordt verhaald dat hij moeilijk leerde en er daarom een grote hekel aan had. Eens spijbelde hij en trok naar buiten, waar hij in de zon lag bij een kleine bron die uit de rots vloeide. Een klein straaltje viel recht naar beneden en had daar een diepe uitholling in de rots veroorzaakt. Daar hij in feite een denkersnatuur bezat, werd hij door deze waarneming getroffen. Hij kwam tot het besef dat gestaag volgehouden studie ook zijn harde kop zou binnendringen en zette zich voortaan met enorme energie aan het werk.
Na de dood van zijn broer Leander werd Isidoros tot bisschop van Sevilla gekozen. Hij voltooide wat Leander begonnen was: de volledige bekering van het volk uit de ariaanse dwaalleer. Hij schreef ook regels voor het herstel van de monastieke traditie in de kloosters van zijn diocees. Regelmatig organiseerde hij synodes voor meer contact tussen de bisschoppen en versterking van de onderlinge eenheid. Uit die tijd dateert ook een uitvoerig voorschrift hoe zulke synodes gehouden moesten worden:
Op het eerste uur van de dag, nog vóór zonsopgang, moest de betreffende kerk waar de synode gehouden werd, ontruimd worden en de deuren moesten worden gesloten. Er werden bewakers bij de ingang geplaatst Deze mochten voor het begin alleen de bisschoppen binnenlaten, die plaatsnamen in een cirkel. Daarachter kwam een tweede kring van priesters en uitgenodigde leken. Dan werden de deuren weer gesloten. Na een lange stilte, waarin elke bisschop zich richtte tot God, riep de aartsdiaken uit: “Laat ons bidden!” Dan strekten allen zich uit op de grond om langdurig te bidden in stilte. Dan stond een van de oudste bisschoppen op om luidop te bidden terwijl de anderen geprosterneerd bleven. Tenslotte antwoordden allen: “Amen”, en de diaken riep: “Staat op”.
Wanneer dan ieder op zijn plaats gezeten was, bracht een diaken in albe het boek van de canons in het midden van de kring om de voorschriften over het houden van concilies voor te lezen. De aartsbisschop moest dan vermanen om de in te dienen moties ordelijk na elkaar voor te brengen. Elke motie moest in zijn geheel afgehandeld en besproken worden en niet overgeslagen worden terwille van een andere van meer belang. Als iemand contact wou opnemen met het concilie moest hij dit voorleggen aan de aartsdiaken om het aan de vergadering over te brengen. Deze besliste dan of de betreffende mocht binnenkomen om zijn voorstel te bepleiten. En geen enkele bisschop mocht vertrekken eer het concilie gesloten was verklaard en ieder de ontworpen canons getekend had.
De heilige lsidoros stierf in 636 nadat hij zijn kerk 40 jaar had bestuurd. Toen hij zijn einde voelde naderen liet hij zich voor de laatste maal naar de kerk brengen, begeleid door een weeklagende menigte. Hij werd in het priesterkoor gedragen en neergelegd op een stuk ruw linnen, bestrooid met as. Daar hief hij zijn handen ten hemel en hij vroeg aan allen vergeving. Zo nam hij afscheid van zijn kudde: het was de vooravond van Pasen. Hij vroeg alle aanwezigen voor hem te bidden en deelde al het geld dat hij nog bezat uit onder de armen. Toen werd hij weer naar zijn huis teruggebracht en hij stierf vier dagen later.
Hij heeft talrijke geschriften achtergelaten, waaronder een kroniek vanaf de schepping tot het jaar 626, een geschiedenis van de Gothen, Vandalen en Suëven, een overzicht van de kerkelijke schrijvers, de kerkelijke officies, heiligenlevens, bijbel-commentaren, en zelfs een grammatica. Hij werd dan ook beschouwd als de grote hersteller van het geloof in Spanje. Ook de nog bestaande Mozarabische ritus is grotendeels van hem afkomstig.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-455/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
5 april
De heilige Theodora en Didymos die geleden hebben te Alexandrië in 303. De prefect van de stad beval dat Theodora voorgeleid moest worden. Hij begon te vragen tot welke stand zij behoorde. Zij antwoordde: “lk ben een christen”. De prefect: “zijt ge een slavin of een vrije vrouw?” “Jezus Christus heeft mij vrijgekocht. Maar volgens uw begrippen waren mijn ouders vrije burgers.” De prefect liet dit verifiëren door de stadsgriffier en hoorde van hem dat Theodora tot een aanzienlijke familie behoorde. Daarop wendde hij zich weer tot haar en vroeg: “Waarom zijt ge niet gehuwd?” Zij antwoordde: “lk geef de voorkeur aan het dienen van Jezus Christus.” “Als ge niet wilt offeren volgens het decreet van de keizer dan zal ik u in een bordeel plaatsen.” “Wanneer ik vast besloten ben om mijn ziel ongerept te bewaren, dan zal ik niet schuldig geacht worden aan de verkrachting waaraan ik misschien ten prooi zal vallen.” Daarop zei de prefect: “Uw hoge geboorte en uw schoonheid boezemen mij medelijden in. Breng toch het offer, anders wordt ge een schandvlek voor uw familie en voor alle fatsoenlijke mensen.” “lk vertrouw mezelf toe aan mijn God. Hij zal mij beschermen. Jezus zal Zijn duif ontrukken aan de klauw van de valk.” En opnieuw zei de prefect: “Ge doet me leed en ik geef u drie dagen uitstel om de zaak te overdenken.” Theodora vroeg toen: “Sta mij dan toe deze drie dagen in vrede door te brengen zonder door iemand lastig gevallen te worden.” De prefect: “Dat is billijk. Breng haar weg en behandel haar met het aan haar geboorte toekomend respect, totdat de drie dagen voorbij zijn.”
Nadat deze dagen verlopen waren, en toen Theodora bij haar overtuiging bleef, beval de prefect, haar in het openbaar bordeel te plaatsen. Toen zij het huis der schande binnenging sloeg zij haar ogen ten hemel en bad: “Almachtige God, Vader van mijn Heer Jezus Christus, kom Uw kind te hulp en bevrijd mij ongedeerd uit dit zondige oord. Gij hebt immers Petros uit de gevangenis verlost: zie en bewaar mijn onschuld, opdat heel de wereld moge weten dat ik U toebehoor.”
Nu was er in het gerechtshof een jonge christen aanwezig, die bij het horen van het vonnis met goddelijke ijver werd vervuld en besloot de maagd uit dat hol der slechtheid te bevrijden. Hij wist een soldatenuniform te bemachtigen en meldde zich bij het bordeel om als eerste Theodora te bezoeken. Tot het dodelijk verschrikte meisje zei hij: “Wees maar niet bang, mijn zuster, want ik ben uw broeder in Jezus Christus en ik ben gekomen om u te redden. Laten we van kleding verwisselen.”
Verscholen in zijn wapenrusting ging zij ongehinderd naar buiten. Maar al deze heftige gemoedsbewegingen hadden een te grote inspanning van haar gevergd. Zij viel neer en haar ziel ontkwam naar God en vond daar rust. Toen werd Didymos gegrepen, voor de prefect gebracht en veroordeeld om onthoofd te worden. Zijn lichaam werd verbrand.
De heilige Afrikaanse martelaren in 559. Tijdens de vervolging door de ariaanse koning Genserik werden in de Paasnacht alle gelovigen die in de kerk bijeen waren, door een gewapende bende aangevallen. De lector op de ambon werd getroffen tijdens het zingen van het grote Alleluja. Er werd met pijlen geschoten door de ramen, het dak werd afgebroken en de stenen omlaaggeworpen op de dicht opeengepakte menigte, en de rest werd met zwaarden afgemaakt.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Hypomoni (Patientia); Maximos, door het zwaard; Pompeios, door het zwaard; Terentios, door het zwaard; Thermos, door het vuur; 2 martelaressen, een vrouw en haar slavin; 5 meisjes van Lesbos, door het zwaard; Klaudios (Klaudianos), Diodoros, Viktor, Viktorinos, Papias, Serapion en Nikeforos, door het zwaard; en Zeno, verbrand en met een speer doorboord.
Eveneens op deze dag de heilige Forbinos, Simeon en Theonas, 4e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-456/
De heilige Theodora en Didymos die geleden hebben te Alexandrië in 303. De prefect van de stad beval dat Theodora voorgeleid moest worden. Hij begon te vragen tot welke stand zij behoorde. Zij antwoordde: “lk ben een christen”. De prefect: “zijt ge een slavin of een vrije vrouw?” “Jezus Christus heeft mij vrijgekocht. Maar volgens uw begrippen waren mijn ouders vrije burgers.” De prefect liet dit verifiëren door de stadsgriffier en hoorde van hem dat Theodora tot een aanzienlijke familie behoorde. Daarop wendde hij zich weer tot haar en vroeg: “Waarom zijt ge niet gehuwd?” Zij antwoordde: “lk geef de voorkeur aan het dienen van Jezus Christus.” “Als ge niet wilt offeren volgens het decreet van de keizer dan zal ik u in een bordeel plaatsen.” “Wanneer ik vast besloten ben om mijn ziel ongerept te bewaren, dan zal ik niet schuldig geacht worden aan de verkrachting waaraan ik misschien ten prooi zal vallen.” Daarop zei de prefect: “Uw hoge geboorte en uw schoonheid boezemen mij medelijden in. Breng toch het offer, anders wordt ge een schandvlek voor uw familie en voor alle fatsoenlijke mensen.” “lk vertrouw mezelf toe aan mijn God. Hij zal mij beschermen. Jezus zal Zijn duif ontrukken aan de klauw van de valk.” En opnieuw zei de prefect: “Ge doet me leed en ik geef u drie dagen uitstel om de zaak te overdenken.” Theodora vroeg toen: “Sta mij dan toe deze drie dagen in vrede door te brengen zonder door iemand lastig gevallen te worden.” De prefect: “Dat is billijk. Breng haar weg en behandel haar met het aan haar geboorte toekomend respect, totdat de drie dagen voorbij zijn.”
Nadat deze dagen verlopen waren, en toen Theodora bij haar overtuiging bleef, beval de prefect, haar in het openbaar bordeel te plaatsen. Toen zij het huis der schande binnenging sloeg zij haar ogen ten hemel en bad: “Almachtige God, Vader van mijn Heer Jezus Christus, kom Uw kind te hulp en bevrijd mij ongedeerd uit dit zondige oord. Gij hebt immers Petros uit de gevangenis verlost: zie en bewaar mijn onschuld, opdat heel de wereld moge weten dat ik U toebehoor.”
Nu was er in het gerechtshof een jonge christen aanwezig, die bij het horen van het vonnis met goddelijke ijver werd vervuld en besloot de maagd uit dat hol der slechtheid te bevrijden. Hij wist een soldatenuniform te bemachtigen en meldde zich bij het bordeel om als eerste Theodora te bezoeken. Tot het dodelijk verschrikte meisje zei hij: “Wees maar niet bang, mijn zuster, want ik ben uw broeder in Jezus Christus en ik ben gekomen om u te redden. Laten we van kleding verwisselen.”
Verscholen in zijn wapenrusting ging zij ongehinderd naar buiten. Maar al deze heftige gemoedsbewegingen hadden een te grote inspanning van haar gevergd. Zij viel neer en haar ziel ontkwam naar God en vond daar rust. Toen werd Didymos gegrepen, voor de prefect gebracht en veroordeeld om onthoofd te worden. Zijn lichaam werd verbrand.
De heilige Afrikaanse martelaren in 559. Tijdens de vervolging door de ariaanse koning Genserik werden in de Paasnacht alle gelovigen die in de kerk bijeen waren, door een gewapende bende aangevallen. De lector op de ambon werd getroffen tijdens het zingen van het grote Alleluja. Er werd met pijlen geschoten door de ramen, het dak werd afgebroken en de stenen omlaaggeworpen op de dicht opeengepakte menigte, en de rest werd met zwaarden afgemaakt.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Hypomoni (Patientia); Maximos, door het zwaard; Pompeios, door het zwaard; Terentios, door het zwaard; Thermos, door het vuur; 2 martelaressen, een vrouw en haar slavin; 5 meisjes van Lesbos, door het zwaard; Klaudios (Klaudianos), Diodoros, Viktor, Viktorinos, Papias, Serapion en Nikeforos, door het zwaard; en Zeno, verbrand en met een speer doorboord.
Eveneens op deze dag de heilige Forbinos, Simeon en Theonas, 4e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-456/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
6 april
De heilige Eutychios, patriarch van Constantinopel. Hij was afkomstig uit Frygië, een van de buitengewesten van het rijk‚ maar dat vormde geen hinderpaal voor zijn loopbaan. Hij werd monnik in het klooster van Amasia en de andere monniken hadden oog voor zijn talenten, want zij kozen hem als abt. Hierdoor moest hij contact hebben met bestuurslichamen buiten het klooster en zo werd hij in wijdere kring bekend. In 552 werd hij tot bisschop gekozen van Constantinopel; daarmee was hij patriarch van het Byzantijnse rijk. Hij was tevens voorzitter van het 5e oecumenische concilie. Zo bestuurde hij de kerk gedurende 12 jaar in vrede.
Toen de keizer in 565 naar het monofysitisme neigde‚ en leerde dat Christus reeds vóór de verrijzenis een goddelijk lichaam bezat dat geen lijden kon voelen, kwam Eutychios met hem in conflict en hij werd in ballingschap gezonden. Deze ballingschap duurde eveneens 12 jaar. Onder keizer Justinos werd hij in 577 teruggeroepen en hij heeft toen nog 5 jaar de kerk bestuurd, totdat hij stierf in 582, op de leeftijd van 70 jaar.
De heilige Notker de stamelaar werd geboren in een adellijk geslacht in Thüringen. Reeds op jonge leeftijd werd hij monnik in de abdij van Sankt Gall, waar hij weldra de aandacht trok door zijn vroomheid en geleerdheid. Hij wist een Ierse monnik die in Rome muziek gestudeerd had, over te halen in Sankt Gall te blijven, en zo ontstond de beroemde zangschool van deze abdij.
Notker had eveneens naam als theoloog en wist inspirerend te spreken over godsdienstige vraagstukken. Toen hij bij een voordracht de openlijke bewondering van de koning had verkregen, wekte dit de jaloezie op van de hofprediker en deze vroeg hooghartig aan Notker: “Meester, ik zit met een moeilijkheid. Kunt u me zeggen wat God doet op dit ogenblik?” “Zeker,” antwoordde de ander, “de almachtige God doet op dit ogenblik wat Hij in eeuwigheid gedaan heeft en zal doen: Hij werpt de hoogmoedigen ter aarde maar verhoogt de geringen”.
In die tijd werd in de grote abdijkerken het Alleluja op een steeds langer uitgesponnen melodie gezongen om de diaken tijd te geven in plechtige processie naar de ambon te schrijden voor de lezing van het Evangelie. Deze melodieën waren echter moeilijk in het geheugen vast te houden in een tijd die het muziekschrift nog niet kende, en er werd daarom nogal mee geknoeid. Na enkele Franse pogingen in die richting werd door Notker consequent de methode ingevoerd om sequentia’s te dichten, met een lettergreep voor elke noot van het Alleluja, een gewoonte die zich snel verbreidde om haar praktisch nut en die aansloot bij het Germaanse muziekgevoel. Zo zijn verschillende beroemde hymnen ontstaan, waarvan een van de bekendste is: “Media vitae in morte sumus…” (Temidden van dit leven staan wij in de dood).
Koning Karel de Dikke was bijzonder bevriend met Notker. Hij was eveneens een hymnendichter en componist en beiden wisselden vaak nieuwe werkstukken uit. Een van de beroemdste composities van de koning is het “Veni Creator” dat op velerlei toonaarden nog steeds in de Rooms-katholieke kerken gezongen wordt. Zo bracht Notker zijn dagen door met werken voor de gezamenlijke eredienst. Hij is gestorven in 912 en ligt begraven in de abdijkerk van de heilige Johannes de Doper en Petros.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Sixtus (Xystos), paus van Rome, ter dood gebracht in 127, na bijna 10 jaar de kerk van Rome te hebben bestuurd; Timotheos en Diogenes in Macedonië; Platonides en 2 anderen te Askalon in Palestina; en Wilhelmus, abt in Denemarken.
Eveneens op deze dag de heilige Gennardus, abt van Saint-Germer-de-Fray, 720; en Gregorios de Sinaïet, gestorven in 1310 (ook gevierd op 8 augustus).
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Euthychios
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-457/
De heilige Eutychios, patriarch van Constantinopel. Hij was afkomstig uit Frygië, een van de buitengewesten van het rijk‚ maar dat vormde geen hinderpaal voor zijn loopbaan. Hij werd monnik in het klooster van Amasia en de andere monniken hadden oog voor zijn talenten, want zij kozen hem als abt. Hierdoor moest hij contact hebben met bestuurslichamen buiten het klooster en zo werd hij in wijdere kring bekend. In 552 werd hij tot bisschop gekozen van Constantinopel; daarmee was hij patriarch van het Byzantijnse rijk. Hij was tevens voorzitter van het 5e oecumenische concilie. Zo bestuurde hij de kerk gedurende 12 jaar in vrede.
Toen de keizer in 565 naar het monofysitisme neigde‚ en leerde dat Christus reeds vóór de verrijzenis een goddelijk lichaam bezat dat geen lijden kon voelen, kwam Eutychios met hem in conflict en hij werd in ballingschap gezonden. Deze ballingschap duurde eveneens 12 jaar. Onder keizer Justinos werd hij in 577 teruggeroepen en hij heeft toen nog 5 jaar de kerk bestuurd, totdat hij stierf in 582, op de leeftijd van 70 jaar.
De heilige Notker de stamelaar werd geboren in een adellijk geslacht in Thüringen. Reeds op jonge leeftijd werd hij monnik in de abdij van Sankt Gall, waar hij weldra de aandacht trok door zijn vroomheid en geleerdheid. Hij wist een Ierse monnik die in Rome muziek gestudeerd had, over te halen in Sankt Gall te blijven, en zo ontstond de beroemde zangschool van deze abdij.
Notker had eveneens naam als theoloog en wist inspirerend te spreken over godsdienstige vraagstukken. Toen hij bij een voordracht de openlijke bewondering van de koning had verkregen, wekte dit de jaloezie op van de hofprediker en deze vroeg hooghartig aan Notker: “Meester, ik zit met een moeilijkheid. Kunt u me zeggen wat God doet op dit ogenblik?” “Zeker,” antwoordde de ander, “de almachtige God doet op dit ogenblik wat Hij in eeuwigheid gedaan heeft en zal doen: Hij werpt de hoogmoedigen ter aarde maar verhoogt de geringen”.
In die tijd werd in de grote abdijkerken het Alleluja op een steeds langer uitgesponnen melodie gezongen om de diaken tijd te geven in plechtige processie naar de ambon te schrijden voor de lezing van het Evangelie. Deze melodieën waren echter moeilijk in het geheugen vast te houden in een tijd die het muziekschrift nog niet kende, en er werd daarom nogal mee geknoeid. Na enkele Franse pogingen in die richting werd door Notker consequent de methode ingevoerd om sequentia’s te dichten, met een lettergreep voor elke noot van het Alleluja, een gewoonte die zich snel verbreidde om haar praktisch nut en die aansloot bij het Germaanse muziekgevoel. Zo zijn verschillende beroemde hymnen ontstaan, waarvan een van de bekendste is: “Media vitae in morte sumus…” (Temidden van dit leven staan wij in de dood).
Koning Karel de Dikke was bijzonder bevriend met Notker. Hij was eveneens een hymnendichter en componist en beiden wisselden vaak nieuwe werkstukken uit. Een van de beroemdste composities van de koning is het “Veni Creator” dat op velerlei toonaarden nog steeds in de Rooms-katholieke kerken gezongen wordt. Zo bracht Notker zijn dagen door met werken voor de gezamenlijke eredienst. Hij is gestorven in 912 en ligt begraven in de abdijkerk van de heilige Johannes de Doper en Petros.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Sixtus (Xystos), paus van Rome, ter dood gebracht in 127, na bijna 10 jaar de kerk van Rome te hebben bestuurd; Timotheos en Diogenes in Macedonië; Platonides en 2 anderen te Askalon in Palestina; en Wilhelmus, abt in Denemarken.
Eveneens op deze dag de heilige Gennardus, abt van Saint-Germer-de-Fray, 720; en Gregorios de Sinaïet, gestorven in 1310 (ook gevierd op 8 augustus).
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Euthychios
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-457/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
7 april
De heilige Georgios, bisschop van Mitylene op Lesbos, had zijn diocees gedurende lange jaren als een trouwe beheerder van Christus’ kudde bestuurd.
In zijn ouderdom werd hij wegens het verdedigen van de iconenverering naar Chersonesos verbannen, waar hij gestorven is in 816.
De heilige Kalliopos, de jonge zoon van de rijke christen weduwe Theoklia, te Pergos in Pamfylië. Hij genoot een zorgvuldige opvoeding; toen de vervolging uitbrak, zond zijn moeder hem in een kist, samen met veel andere goederen en een stoet bedienden, naar een van haar bezittingen in een rustiger gebied.
Dit mooie plan mislukte echter. Buiten de stad was de jongen uit zijn kist gekropen en nieuwsgierig liep hij rond in hun eerste aanlegplaats, de havenstad Pompeiopolis. Daar kwam hij in een discussie terecht waardoor bleek dat hij christen was. Hij werd gegrepen en voor de prefect gebracht. Toen deze zijn naam hoorde en zijn rijkdom zag, stelde hij hem voor dat geloof te laten varen en zijn dochter te trouwen. Kalliopos antwoordde dat hij niet kon trouwen zonder toestemming van zijn moeder, en dat er bovendien geen sprake van kon zijn dat hij het christendom zou afzweren. De prefect stelde toen zijn standvastigheid op de proef door hem te laten geselen met loden zwepen, en toen hij de jongeman hiermee niet kon klein krijgen deed hij hem de foltering van het messenrad ondergaan, waardoor zijn lichaam van onder tot boven verscheurd werd. In deze toestand werd hij in de gevangenis geworpen.
Intussen was een der bedienden naar Pergos teruggereisd en had Theoklia ingelicht. Deze haastte zich om haar zoon op te zoeken en vond hem in de gevangenis. Zijn lichaam was zo gezwollen door de ontstoken wonden dat hij niet kon opstaan om zijn moeder te begroeten, maar hij glimlachte dapper en zei: “Welkom moeder U bent gekomen om getuige te zijn van het lijden van Christus”. En zij antwoordde: “Gezegend ben ik en gezegend is de vrucht van mijn schoot, die ik aan Christus heb opgedragen zoals Anna dat eertijds met Samuël heeft gedaan”.
Die nacht bleef zij bij hem in de gevangenis, verzorgde zijn wonden en zat aan zijn voeten. De volgende morgen werd hij weer voor de prefect gebracht, die hem tot de kruisdood veroordeelde. Het vonnis moest voltrokken worden op de Grote Donderdag, maar de moeder had de beulen omgekocht om het vonnis een dag uit te stellen zodat hij op dezelfde dag zou gekruisigd worden als zijn Heer en Meester. Maar zij dreven de spot met haar en kruisigden haar kind met het hoofd naar omlaag. Zij bleef bij hem totdat hij gestorven was. De beulen namen hem van het kruis en legden hem in haar schoot. Zij legde zijn armen om haar hals en boog zich over dat gemartelde gezicht. Toen brak haar hart en zij was weer verenigd met Christus en Zijn martelaar, in het jaar 304.
De heilige diaken Rufinos en de maagd Aquilina werden te Sinope aan de Zwarte Zee gefolterd en onthoofd. Een groot aantal soldaten (200) werd door hun moed bezield om Christus te belijden; zij stierven eveneens de marteldood.
De heilige Daniël van Perejaslavl, waar hij in 1453 geboren was. Hij leefde in verschillende kloosters gedurende een groot deel van zijn leven. Tenslotte bouwde hij zelf het Drieëenheidsklooster in het gouvernement Wladimir, waar hij de abt was tot aan zijn dood in 1540. Als bijzondere plicht had hij op zich genomen barmhartigheid te bewijzen aan de gestorvenen. Wanneer hij hoorde dat een ongelukkige op straat was overleden, zorgde hij voor de begrafenis en hij bleef bidden voor wie zo eenzaam gestorven was.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-458/
De heilige Georgios, bisschop van Mitylene op Lesbos, had zijn diocees gedurende lange jaren als een trouwe beheerder van Christus’ kudde bestuurd.
In zijn ouderdom werd hij wegens het verdedigen van de iconenverering naar Chersonesos verbannen, waar hij gestorven is in 816.
De heilige Kalliopos, de jonge zoon van de rijke christen weduwe Theoklia, te Pergos in Pamfylië. Hij genoot een zorgvuldige opvoeding; toen de vervolging uitbrak, zond zijn moeder hem in een kist, samen met veel andere goederen en een stoet bedienden, naar een van haar bezittingen in een rustiger gebied.
Dit mooie plan mislukte echter. Buiten de stad was de jongen uit zijn kist gekropen en nieuwsgierig liep hij rond in hun eerste aanlegplaats, de havenstad Pompeiopolis. Daar kwam hij in een discussie terecht waardoor bleek dat hij christen was. Hij werd gegrepen en voor de prefect gebracht. Toen deze zijn naam hoorde en zijn rijkdom zag, stelde hij hem voor dat geloof te laten varen en zijn dochter te trouwen. Kalliopos antwoordde dat hij niet kon trouwen zonder toestemming van zijn moeder, en dat er bovendien geen sprake van kon zijn dat hij het christendom zou afzweren. De prefect stelde toen zijn standvastigheid op de proef door hem te laten geselen met loden zwepen, en toen hij de jongeman hiermee niet kon klein krijgen deed hij hem de foltering van het messenrad ondergaan, waardoor zijn lichaam van onder tot boven verscheurd werd. In deze toestand werd hij in de gevangenis geworpen.
Intussen was een der bedienden naar Pergos teruggereisd en had Theoklia ingelicht. Deze haastte zich om haar zoon op te zoeken en vond hem in de gevangenis. Zijn lichaam was zo gezwollen door de ontstoken wonden dat hij niet kon opstaan om zijn moeder te begroeten, maar hij glimlachte dapper en zei: “Welkom moeder U bent gekomen om getuige te zijn van het lijden van Christus”. En zij antwoordde: “Gezegend ben ik en gezegend is de vrucht van mijn schoot, die ik aan Christus heb opgedragen zoals Anna dat eertijds met Samuël heeft gedaan”.
Die nacht bleef zij bij hem in de gevangenis, verzorgde zijn wonden en zat aan zijn voeten. De volgende morgen werd hij weer voor de prefect gebracht, die hem tot de kruisdood veroordeelde. Het vonnis moest voltrokken worden op de Grote Donderdag, maar de moeder had de beulen omgekocht om het vonnis een dag uit te stellen zodat hij op dezelfde dag zou gekruisigd worden als zijn Heer en Meester. Maar zij dreven de spot met haar en kruisigden haar kind met het hoofd naar omlaag. Zij bleef bij hem totdat hij gestorven was. De beulen namen hem van het kruis en legden hem in haar schoot. Zij legde zijn armen om haar hals en boog zich over dat gemartelde gezicht. Toen brak haar hart en zij was weer verenigd met Christus en Zijn martelaar, in het jaar 304.
De heilige diaken Rufinos en de maagd Aquilina werden te Sinope aan de Zwarte Zee gefolterd en onthoofd. Een groot aantal soldaten (200) werd door hun moed bezield om Christus te belijden; zij stierven eveneens de marteldood.
De heilige Daniël van Perejaslavl, waar hij in 1453 geboren was. Hij leefde in verschillende kloosters gedurende een groot deel van zijn leven. Tenslotte bouwde hij zelf het Drieëenheidsklooster in het gouvernement Wladimir, waar hij de abt was tot aan zijn dood in 1540. Als bijzondere plicht had hij op zich genomen barmhartigheid te bewijzen aan de gestorvenen. Wanneer hij hoorde dat een ongelukkige op straat was overleden, zorgde hij voor de begrafenis en hij bleef bidden voor wie zo eenzaam gestorven was.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-458/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
8 april
De heilige Herodion, Agabos, Asynkritos, Rufos, Flegon en Hermas, apostelen uit de zeventig. Zij worden door de heilige Paulos gegroet in de Romeinenbrief (16:11-14).
Herodion was een stamgenoot van Paulos‚ eerst priester en later bisschop te Nea Patrae in Thessalië. Hij werd op wrede wijze doodgeslagen.
Asynkritos was bisschop van Hyrkania, waar hij ook ter dood werd gebracht (Rom. 16:14).
Flegon was bisschop van Marathon waar hij werd verbrand, zoals in zijn naam geprofeteerd lag.
Hermas was bisschop van Filippi in Makedonië.
Agabos voorspelde de hongersnood onder keizer Claudius en het lijden van de heilige Paulos (Hand. 11:28, waardoor de ondersteuning van de gelovigen in Jeruzalem op gang kwam; en Hand. 21:11, toen Paulos voor de laatste maal op weg was naar Jeruzalem).
Rufos was bisschop van het Griekse Thebe (Rom. 16.13).
De heilige Celestinus, een leerling van de heilige Augustinus, werd eenstemmig tot bisschop van Rome gekozen in 422. Tijdens zijn pontificaat werden belangrijke besluiten genomen. De ketterij van Nestorios die in Christus meer de mensheid dan de godheid zag, werd veroordeeld op het concilie van Rome in 430, waarbij voor de Moeder des Heren de titel Theotokos, zij die God gebaard heeft, werd vastgehouden. Hij verdedigde ook de heilige bisschop Augustinus tegen de aanvallen der semi-pelagianen die hem ervan beschuldigden een overdreven predestinatieleer te verkondigen. En hij zond in 431 de heilige Palladius als eerste missionaris naar Ierland‚ waar toen ook de heilige Patrick begon te werken, die door Celestinus daartoe gemachtigd was. Dit alles kwam tot stand onder het 10-jarig bestuur van Celestinus. Hij is gestorven in 432, tijdens de regering van keizer Theodosios de Jongere (408-450).
De heilige Pausilippos werd onder Hadrianos (117-138) als christen aangeklaagd. Hij was een rijke Romein die openlijk de christenen steunde en hen opwekte trouw te blijven aan het geloof. Ook voor de rechtbank legde hij met grote vrijmoedigheid getuigenis af, hoezeer hij ook geslagen en op andere wijze gefolterd werd. Tenslotte werd hij tot onthoofding veroordeeld. Op weg naar het executie-terrein, toen hij volkomen verzwakt was door de ondergane mishandelingen, en niet meer in staat verder te gaan, vielen de boeien van hem af en had hij een ogenblik rust. Hij legde zich neer op de grond, bad dringend en ontsliep toen in de Heer.
De heilige Nifont uit Kiev werd monnik in het Holenklooster. In 1129 koos men hem tot bisschop van Novgorod. Een aantal van de mooiste oude kerken werden op zijn initiatief gebouwd. Hij stichtte vrede onder de elkaar bestrijdende vorsten en hield nauwlettend de hand aan de kerkelijke canons. Zijn ervaringen heeft hij te boek gesteld onder de titel: “Antwoorden op vragen in twijfelgevallen”. Nadat hij 27 jaar zijn plichten als bisschop had vervuld, is hij in 1156 in zijn klooster gestorven.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Januarius, Maxima en Macaria in N-Afrika; en Concessa te Carthago.
Eveneens op deze dag de heilige Rufus, recluus van het Holenklooster in Kiev, 14e eeuw; Redemptus, bisschop van Ferentino; en Amantius, bisschop van Como.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-459/
De heilige Herodion, Agabos, Asynkritos, Rufos, Flegon en Hermas, apostelen uit de zeventig. Zij worden door de heilige Paulos gegroet in de Romeinenbrief (16:11-14).
Herodion was een stamgenoot van Paulos‚ eerst priester en later bisschop te Nea Patrae in Thessalië. Hij werd op wrede wijze doodgeslagen.
Asynkritos was bisschop van Hyrkania, waar hij ook ter dood werd gebracht (Rom. 16:14).
Flegon was bisschop van Marathon waar hij werd verbrand, zoals in zijn naam geprofeteerd lag.
Hermas was bisschop van Filippi in Makedonië.
Agabos voorspelde de hongersnood onder keizer Claudius en het lijden van de heilige Paulos (Hand. 11:28, waardoor de ondersteuning van de gelovigen in Jeruzalem op gang kwam; en Hand. 21:11, toen Paulos voor de laatste maal op weg was naar Jeruzalem).
Rufos was bisschop van het Griekse Thebe (Rom. 16.13).
De heilige Celestinus, een leerling van de heilige Augustinus, werd eenstemmig tot bisschop van Rome gekozen in 422. Tijdens zijn pontificaat werden belangrijke besluiten genomen. De ketterij van Nestorios die in Christus meer de mensheid dan de godheid zag, werd veroordeeld op het concilie van Rome in 430, waarbij voor de Moeder des Heren de titel Theotokos, zij die God gebaard heeft, werd vastgehouden. Hij verdedigde ook de heilige bisschop Augustinus tegen de aanvallen der semi-pelagianen die hem ervan beschuldigden een overdreven predestinatieleer te verkondigen. En hij zond in 431 de heilige Palladius als eerste missionaris naar Ierland‚ waar toen ook de heilige Patrick begon te werken, die door Celestinus daartoe gemachtigd was. Dit alles kwam tot stand onder het 10-jarig bestuur van Celestinus. Hij is gestorven in 432, tijdens de regering van keizer Theodosios de Jongere (408-450).
De heilige Pausilippos werd onder Hadrianos (117-138) als christen aangeklaagd. Hij was een rijke Romein die openlijk de christenen steunde en hen opwekte trouw te blijven aan het geloof. Ook voor de rechtbank legde hij met grote vrijmoedigheid getuigenis af, hoezeer hij ook geslagen en op andere wijze gefolterd werd. Tenslotte werd hij tot onthoofding veroordeeld. Op weg naar het executie-terrein, toen hij volkomen verzwakt was door de ondergane mishandelingen, en niet meer in staat verder te gaan, vielen de boeien van hem af en had hij een ogenblik rust. Hij legde zich neer op de grond, bad dringend en ontsliep toen in de Heer.
De heilige Nifont uit Kiev werd monnik in het Holenklooster. In 1129 koos men hem tot bisschop van Novgorod. Een aantal van de mooiste oude kerken werden op zijn initiatief gebouwd. Hij stichtte vrede onder de elkaar bestrijdende vorsten en hield nauwlettend de hand aan de kerkelijke canons. Zijn ervaringen heeft hij te boek gesteld onder de titel: “Antwoorden op vragen in twijfelgevallen”. Nadat hij 27 jaar zijn plichten als bisschop had vervuld, is hij in 1156 in zijn klooster gestorven.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Januarius, Maxima en Macaria in N-Afrika; en Concessa te Carthago.
Eveneens op deze dag de heilige Rufus, recluus van het Holenklooster in Kiev, 14e eeuw; Redemptus, bisschop van Ferentino; en Amantius, bisschop van Como.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-459/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
9 april
De heilige Hugo, bisschop van Rouen en neef van koning Pepijn. Hij was een monnik van Fontenelle en schonk daaraan, evenals aan de abdij van Jumièges, belangrijke bezittingen. In 722 werd hij tot bisschop gekozen van Rouen en belast met het bestuur van de bisdommen Parijs en Bayeux, terwijl hij tevens de verantwoordelijkheid droeg voor de beide abdijen. Hij verzamelde ze alle in zijn hand omdat juist toen het misbruik begon op te komen de kerkelijke bezittingen in handen van edellieden te geven, als dank voor aan de koning bewezen diensten. Nu konden de inkomsten besteed worden voor goede werken. Hugo is gestorven te Jumièges in 730.
De heilige Dotton stichtte in de 6e eeuw een groot klooster op een der eilanden van de Orcaden, waaraan nu nog zijn naam verbonden is. Hij is gestorven toen hij bijna 100 jaar oud was, terwijl hij voortdurend het psalmvers bad: “Ik ben verheugd omdat men mij zeide: ‘Zie, wij gaan op naar het Huis des Heren’.”
De heilige martelaren uit Massylië in N-Afrika die hun bloed vergoten hebben voor Jezus Christus. Er zijn geen verdere bijzonderheden over hen bekend, maar er bestaat nog een preek van de heilige Augustinus die hij op hun feestdag gehouden heeft.
De heilige Maria, de vrouw van Kleopas en zuster van de moeder van de heilige Moeder Gods, die met haar stond aan de voet van het Kruis.
De heilige Waltrudis (Walli), patrones van de stad Bergen, hoofdstad van Henegouwen, België. Zij was gehuwd met Madelgaire, de graaf van Henegouwen, een der voornaamste edellieden aan het hof van koning Dagobert. Zij hadden 4 kinderen, 2 meisjes en 2 jongens. Nu zij naar haar mening genoeg voor het geslacht had gedaan, haalde Waltrudis haar man over de aardse loopbaan te verlaten en zich geheel te wijden aan de dienst van Christus. Madelgaire werd monnik te Haumont bij Maubeuge, onder de naam Vincentius. Zijn gedachtenis valt op 20 september, als stichter van het klooster te Soignies. Waltrudis bleef nog 2 jaar op het kasteel, totdat haar man zijn geloften had afgelegd en dus niet meer zou terugkeren. Nog eens legde zij zich geheel en al toe op het helpen en verzorgen van de armen en ongelukkigen in de omtrek.
Daarna nam zij, in 656, zelf de sluier aan uit de hand van de heilige Aubertus, bisschop van Kamerijk, en ging leven als kluizenares bij een klein kerkje in Castriloc. Verschillende vrouwen kwamen tot haar en stelden zich onder haar leiding, zodat er een communauteit ontstond, die later een kapittel werd van kanunnikessen. Rond dit klooster is de stad Bergen gegroeid. Zij is gestorven in 686.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Prochoros, een van de eerste 7 diakens, gedood te Jeruzalem; Demetrius, Concessus, Hilarius en anderen te Rome; en 7 maagd-martelaressen te Sirmium.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-460/
De heilige Hugo, bisschop van Rouen en neef van koning Pepijn. Hij was een monnik van Fontenelle en schonk daaraan, evenals aan de abdij van Jumièges, belangrijke bezittingen. In 722 werd hij tot bisschop gekozen van Rouen en belast met het bestuur van de bisdommen Parijs en Bayeux, terwijl hij tevens de verantwoordelijkheid droeg voor de beide abdijen. Hij verzamelde ze alle in zijn hand omdat juist toen het misbruik begon op te komen de kerkelijke bezittingen in handen van edellieden te geven, als dank voor aan de koning bewezen diensten. Nu konden de inkomsten besteed worden voor goede werken. Hugo is gestorven te Jumièges in 730.
De heilige Dotton stichtte in de 6e eeuw een groot klooster op een der eilanden van de Orcaden, waaraan nu nog zijn naam verbonden is. Hij is gestorven toen hij bijna 100 jaar oud was, terwijl hij voortdurend het psalmvers bad: “Ik ben verheugd omdat men mij zeide: ‘Zie, wij gaan op naar het Huis des Heren’.”
De heilige martelaren uit Massylië in N-Afrika die hun bloed vergoten hebben voor Jezus Christus. Er zijn geen verdere bijzonderheden over hen bekend, maar er bestaat nog een preek van de heilige Augustinus die hij op hun feestdag gehouden heeft.
De heilige Maria, de vrouw van Kleopas en zuster van de moeder van de heilige Moeder Gods, die met haar stond aan de voet van het Kruis.
De heilige Waltrudis (Walli), patrones van de stad Bergen, hoofdstad van Henegouwen, België. Zij was gehuwd met Madelgaire, de graaf van Henegouwen, een der voornaamste edellieden aan het hof van koning Dagobert. Zij hadden 4 kinderen, 2 meisjes en 2 jongens. Nu zij naar haar mening genoeg voor het geslacht had gedaan, haalde Waltrudis haar man over de aardse loopbaan te verlaten en zich geheel te wijden aan de dienst van Christus. Madelgaire werd monnik te Haumont bij Maubeuge, onder de naam Vincentius. Zijn gedachtenis valt op 20 september, als stichter van het klooster te Soignies. Waltrudis bleef nog 2 jaar op het kasteel, totdat haar man zijn geloften had afgelegd en dus niet meer zou terugkeren. Nog eens legde zij zich geheel en al toe op het helpen en verzorgen van de armen en ongelukkigen in de omtrek.
Daarna nam zij, in 656, zelf de sluier aan uit de hand van de heilige Aubertus, bisschop van Kamerijk, en ging leven als kluizenares bij een klein kerkje in Castriloc. Verschillende vrouwen kwamen tot haar en stelden zich onder haar leiding, zodat er een communauteit ontstond, die later een kapittel werd van kanunnikessen. Rond dit klooster is de stad Bergen gegroeid. Zij is gestorven in 686.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Prochoros, een van de eerste 7 diakens, gedood te Jeruzalem; Demetrius, Concessus, Hilarius en anderen te Rome; en 7 maagd-martelaressen te Sirmium.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-460/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
10 april
De heilige Terentios, Pompeios, Afrikanos, Maximos, Zeno, Alexandros, Theodoros en Makarios met 33 anderen, die onder Decius werden gefolterd en ter dood zijn gebracht in 250 in Carthago.
De heilige Hulda (Hilda, Olda) de profetes (4 Kon. 22:13-20). Zij was de wijze vrouw in Israël in de tijd van koning Josia die zich had ingezet om de vervallen Tempel weer op te bouwen. Bij die gelegenheid werden ook de boeken van de Goddelijke Wet gevonden en de geleerde Safan was in staat dit oude schrift te ontcijferen. Toen de koning die voorschriften hoorde was hij ontzet omdat zowel hijzelf als zijn voorvaderen zich niet aan de woorden hadden gehouden. Hij scheurde zijn klederen als teken van rouw, riep zijn raad bijeen en gaf hun de opdracht God te raadplegen. Daartoe begaven zij zich naar Hulda. Deze sprak een onheilsprofetie uit maar sprak de koning moed in omdat deze zichzelf had beschuldigd en zich daardoor van het kwaad had vrijgemaakt; 622 voor Christus.
De heilige Demos was een visser uit Adrianoupolis. Hij wilde naar Smyrna verhuizen en om een vergunning te krijgen beloofde hij de islam te zullen aannemen. Maar toen het moest gebeuren, schrok hij er toch voor terug, want het drong toen pas tot hem door dat hij dan zijn geloof aan Christus moest verzaken en de heiligen loochenen. Hij weigerde dus en werd daarop zwaar mishandeld. Toen hij standvastig bleef, werd hij onthoofd in 1763.
De heilige Gregorios, patriarch van Constantinopel en martelaar. Hij was geboren in 1745 bij vrome ouders in het stadje Demetsana. Voor zijn studies ging hij naar Athene, en later naar Smyrna waar de protestanten een hogeschool hadden gesticht. Hij werd monnik in het klooster Strofada en vervolgens in het Johannes-klooster op Patmos. De bisschop van Smyrna, die hem als student had leren kennen en waarderen, vroeg hem te komen helpen. Hij wijdde hem diaken en maakte hem zijn cel-monnik, dat wil zeggen zijn persoonlijke helper die geheel met hem samenleefde. Toen deze bisschop Prokopios in 1785 tot patriarch gekozen werd, volgde Gregorios hem op als bisschop van Smyrna. In 1797 werd hij zelf tot patriarch gekozen. Het was een moeilijke tijd, waarin het telkens weer tot conflict kwam met de Turkse regering. Dan werd Gregorios weer voor jaren uit de stad verjaagd, waarbij hij zich terugtrok op de Athos in het Ivironklooster. In 1818 kwam hij voor de derde maal op de troon tot aan zijn marteldood 3 jaar later. Want toen waren de Grieken in opstand gekomen. De woedende Turken hingen Gregorios op in de poort van het patriarchaat, de Fanar, en wierpen zijn lichaam in zee, 10 april 1821. Christenen brachten het in Odessa aan land om het te begraven. Later zijn de relieken overgebracht naar de kathedraal in Athene.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-461/
De heilige Terentios, Pompeios, Afrikanos, Maximos, Zeno, Alexandros, Theodoros en Makarios met 33 anderen, die onder Decius werden gefolterd en ter dood zijn gebracht in 250 in Carthago.
De heilige Hulda (Hilda, Olda) de profetes (4 Kon. 22:13-20). Zij was de wijze vrouw in Israël in de tijd van koning Josia die zich had ingezet om de vervallen Tempel weer op te bouwen. Bij die gelegenheid werden ook de boeken van de Goddelijke Wet gevonden en de geleerde Safan was in staat dit oude schrift te ontcijferen. Toen de koning die voorschriften hoorde was hij ontzet omdat zowel hijzelf als zijn voorvaderen zich niet aan de woorden hadden gehouden. Hij scheurde zijn klederen als teken van rouw, riep zijn raad bijeen en gaf hun de opdracht God te raadplegen. Daartoe begaven zij zich naar Hulda. Deze sprak een onheilsprofetie uit maar sprak de koning moed in omdat deze zichzelf had beschuldigd en zich daardoor van het kwaad had vrijgemaakt; 622 voor Christus.
De heilige Demos was een visser uit Adrianoupolis. Hij wilde naar Smyrna verhuizen en om een vergunning te krijgen beloofde hij de islam te zullen aannemen. Maar toen het moest gebeuren, schrok hij er toch voor terug, want het drong toen pas tot hem door dat hij dan zijn geloof aan Christus moest verzaken en de heiligen loochenen. Hij weigerde dus en werd daarop zwaar mishandeld. Toen hij standvastig bleef, werd hij onthoofd in 1763.
De heilige Gregorios, patriarch van Constantinopel en martelaar. Hij was geboren in 1745 bij vrome ouders in het stadje Demetsana. Voor zijn studies ging hij naar Athene, en later naar Smyrna waar de protestanten een hogeschool hadden gesticht. Hij werd monnik in het klooster Strofada en vervolgens in het Johannes-klooster op Patmos. De bisschop van Smyrna, die hem als student had leren kennen en waarderen, vroeg hem te komen helpen. Hij wijdde hem diaken en maakte hem zijn cel-monnik, dat wil zeggen zijn persoonlijke helper die geheel met hem samenleefde. Toen deze bisschop Prokopios in 1785 tot patriarch gekozen werd, volgde Gregorios hem op als bisschop van Smyrna. In 1797 werd hij zelf tot patriarch gekozen. Het was een moeilijke tijd, waarin het telkens weer tot conflict kwam met de Turkse regering. Dan werd Gregorios weer voor jaren uit de stad verjaagd, waarbij hij zich terugtrok op de Athos in het Ivironklooster. In 1818 kwam hij voor de derde maal op de troon tot aan zijn marteldood 3 jaar later. Want toen waren de Grieken in opstand gekomen. De woedende Turken hingen Gregorios op in de poort van het patriarchaat, de Fanar, en wierpen zijn lichaam in zee, 10 april 1821. Christenen brachten het in Odessa aan land om het te begraven. Later zijn de relieken overgebracht naar de kathedraal in Athene.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-461/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
11 april
De heilige Guthlac leefde in de 7e eeuw. Hij was de enige zoon in een oud geslacht van het koninkrijk Mercië in Oost-Engeland. Hij groeide op als een ernstige knaap, nadenkend‚ niet geneigd tot de gewone jongensspelen. Wel was hij onder de indruk van de romantische verhalen over de helden uit het verleden. Hij was fors van gestalte, schoon van uiterlijk, en bezat zowel lichaamskracht als een krachtige persoonlijkheid. Toen hij een jongeman werd, voltrok zich een omkeer in hem. Hij was niet langer in zichzelf gekeerd, maar dorstte naar heldendaden. Hij verzamelde een groep jongelui van gelijke aard en vormde een gewapende bende die zich inliet met allerlei buren- en familietwisten, en die een bloedig spoor door de Britse landen trok van doodslag en roof. Dit duurde negen jaar. Toen voltrok zich opnieuw een plotselinge omkeer.
Op een nacht, na een inspannende rooftocht, lag hij uitgeput op bed, zonder te slapen. Hij dacht na over het leven dat hij leidde en opeens werd hij bevangen door schrik: hoe zou God zijn leven bezien? De herinnering kwam op over vroegere koningen die de ongelukkige eeuwigheid van een verloren leven voorzagen en die dan zonder aarzelen aan de wereld verzaakten. Heel zijn eerzucht smolt weg, daarvoor in de plaats kwam liefde voor God die hem zo lang barmhartig was geweest en hij deed de gelofte dat hij, zo hij in leven bleef, Zijn dienaar zou zijn.
Toen de volgende morgen was aangebroken tekende hij zichzelf met het Kruis, zei tegen zijn gezellen dat ze een andere aanvoerder moesten zoeken, want dat hij voortaan in dienst stond van Christus. Hij liet zich niet overhalen door al hun tegenwerpingen maar trok naar de abdij van Repton, waar hij tot monnik geschoren werd onder abdis Elfrida. Zijn nieuwe broeders vonden hem in het begin wat we tegenwoordig een “uitslover” noemen, vooral omdat hij weigerde enige vorm van alcohol te gebruiken, maar zijn oprechte vriendelijkheid won spoedig aller harten. Vol ijver wijdde hij zich aan het gemeenschappelijk gebed en hij kende weldra de psalmen en de hymnen en gebeden van de diensten uit het hoofd. Nadat hij zo 2 jaar in het klooster had geleefd, ging zijn verlangen uit naar een leven van uitsluitend gebed in de eenzaamheid, en hij vroeg en kreeg verlof om zich daarin te beproeven. Er was in die tijd nog maar één werkelijk verlaten streek in midden-Engeland, het uitgestrekte gebied ten noorden van het huidige Cambridge, een land van poelen, drasland, waterlopen, eilanden, rietvelden, heuvels en ondoordringbaar struikgewas, dat we ons nu moeilijk meer kunnen voorstellen. Het water was onderhevig aan de getijden van de Noordzee, die hier diep het land binnendrongen en het aanzien voortdurend veranderden, vooral omdat dit gebied geologisch in een dalende beweging verkeerde. In dit desolate gebied verhieven zich hier en daar iets hoger gelegen gebieden als eilanden met goede grond, waar planten en dieren konden stand houden. Als eerste bewoners vestigden zich daar de kluizenaars die later aangroeiden tot monnikenkolonies, en zij genoten van de onbedorven schoonheid van die natuur.
Guthlac vestigde zich met twee dienaren op zulk een afgelegen plek. Hij was er echter niet alleen, resten van de oude Britten, die door de Saksen uit hun gebied verdreven waren, hadden daar sinds lang een toevlucht gevonden en poogden hem te verjagen door een soort psychologische oorlogvoering. Hij zag dat de duivel door hen zijn plannen wilde doorkruisen en werd daardoor juist nog gesterkt in zijn voornemens, ondanks allerlei mishandelingen die hij moest ondergaan. Hij tuchtigde ook zichzelf en leefde uitsluitend op brood en water.
Dit geweld tegenover zichzelf bracht ook hier weer iets van het paradijs terug. Allerlei soorten vogels kwamen hem bezoeken, speelden met hem, haalden kattenkwaad uit met zijn perkamenten of bezittingen van bezoekers maar brachten de zaken toch weer terug of deponeerden ze in de buurt.
Hij placht te zeggen dat de mens een voorbeeld moet geven van geduld, zelfs tegenover de wilde dieren. Zwaluwen kwamen op zijn schouders zitten of zochten in zijn kieren naar lekkers.
Dit leven hield hij 15 jaar vol nadat hij op de leeftijd van 26 jaar hier was aangekomen. Hij werd ziek in de Goede Week terwijl hij in de kapel was die zij hadden gebouwd. Hij kon zich nauwelijks bewegen, maar in de Paasnacht verzamelde hij al zijn resterende kracht, zong de diensten en vierde de heilige Eucharistie en hield een toespraak die zijn dienaar en mede-monnik meer ontroerde dan al wat hij ooit eerder gehoord had. Toen deze hem enkele dagen later weer bezocht vond hij Guthlac in de hoek van de bidplaats tegen het Altaar geleund. Hij had kennelijk veel pijn en kon eerst in het geheel niet spreken. Toen zei hij dat zijn einde nu spoedig zou komen. De volgende ochtend bewoog hij zich een weinig, hij kon met zijn handen het Altaar bereiken en hij gaf zichzelf het Lichaam en Bloed van Christus. Dan sloeg hij zijn ogen naar de hemel, strekte zijn armen uit en was gestorven. Het was het jaar 714.
Op de plaats waar hij geleefd had werd een kerk gebouwd en er kwam een gemeenschap van monniken. Deze begonnen een stuk moeras droog te leggen. Er werden palen in de grond geheid en daarop verrees de houten abdij Crowland, met rijke landerijen, waar in tijden van hongersnood de noodlijdende bevolking uit de omliggende dorpen gevoed werd. Het werd ook een vrijplaats voor allen die aan harde meesters waren ontvlucht. Want de monniken waren de enige eigenaren van deze landen en geen andere meesters konden zich daarin mengen en hun mensen opeisen. Van hieruit werden steeds meer dijken gebouwd, kanalen gegraven en moerassen drooggelegd, zodat langzamerhand een van de welvarendste streken van Engeland ontstond, de graanschuur van het land.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-462/
De heilige Guthlac leefde in de 7e eeuw. Hij was de enige zoon in een oud geslacht van het koninkrijk Mercië in Oost-Engeland. Hij groeide op als een ernstige knaap, nadenkend‚ niet geneigd tot de gewone jongensspelen. Wel was hij onder de indruk van de romantische verhalen over de helden uit het verleden. Hij was fors van gestalte, schoon van uiterlijk, en bezat zowel lichaamskracht als een krachtige persoonlijkheid. Toen hij een jongeman werd, voltrok zich een omkeer in hem. Hij was niet langer in zichzelf gekeerd, maar dorstte naar heldendaden. Hij verzamelde een groep jongelui van gelijke aard en vormde een gewapende bende die zich inliet met allerlei buren- en familietwisten, en die een bloedig spoor door de Britse landen trok van doodslag en roof. Dit duurde negen jaar. Toen voltrok zich opnieuw een plotselinge omkeer.
Op een nacht, na een inspannende rooftocht, lag hij uitgeput op bed, zonder te slapen. Hij dacht na over het leven dat hij leidde en opeens werd hij bevangen door schrik: hoe zou God zijn leven bezien? De herinnering kwam op over vroegere koningen die de ongelukkige eeuwigheid van een verloren leven voorzagen en die dan zonder aarzelen aan de wereld verzaakten. Heel zijn eerzucht smolt weg, daarvoor in de plaats kwam liefde voor God die hem zo lang barmhartig was geweest en hij deed de gelofte dat hij, zo hij in leven bleef, Zijn dienaar zou zijn.
Toen de volgende morgen was aangebroken tekende hij zichzelf met het Kruis, zei tegen zijn gezellen dat ze een andere aanvoerder moesten zoeken, want dat hij voortaan in dienst stond van Christus. Hij liet zich niet overhalen door al hun tegenwerpingen maar trok naar de abdij van Repton, waar hij tot monnik geschoren werd onder abdis Elfrida. Zijn nieuwe broeders vonden hem in het begin wat we tegenwoordig een “uitslover” noemen, vooral omdat hij weigerde enige vorm van alcohol te gebruiken, maar zijn oprechte vriendelijkheid won spoedig aller harten. Vol ijver wijdde hij zich aan het gemeenschappelijk gebed en hij kende weldra de psalmen en de hymnen en gebeden van de diensten uit het hoofd. Nadat hij zo 2 jaar in het klooster had geleefd, ging zijn verlangen uit naar een leven van uitsluitend gebed in de eenzaamheid, en hij vroeg en kreeg verlof om zich daarin te beproeven. Er was in die tijd nog maar één werkelijk verlaten streek in midden-Engeland, het uitgestrekte gebied ten noorden van het huidige Cambridge, een land van poelen, drasland, waterlopen, eilanden, rietvelden, heuvels en ondoordringbaar struikgewas, dat we ons nu moeilijk meer kunnen voorstellen. Het water was onderhevig aan de getijden van de Noordzee, die hier diep het land binnendrongen en het aanzien voortdurend veranderden, vooral omdat dit gebied geologisch in een dalende beweging verkeerde. In dit desolate gebied verhieven zich hier en daar iets hoger gelegen gebieden als eilanden met goede grond, waar planten en dieren konden stand houden. Als eerste bewoners vestigden zich daar de kluizenaars die later aangroeiden tot monnikenkolonies, en zij genoten van de onbedorven schoonheid van die natuur.
Guthlac vestigde zich met twee dienaren op zulk een afgelegen plek. Hij was er echter niet alleen, resten van de oude Britten, die door de Saksen uit hun gebied verdreven waren, hadden daar sinds lang een toevlucht gevonden en poogden hem te verjagen door een soort psychologische oorlogvoering. Hij zag dat de duivel door hen zijn plannen wilde doorkruisen en werd daardoor juist nog gesterkt in zijn voornemens, ondanks allerlei mishandelingen die hij moest ondergaan. Hij tuchtigde ook zichzelf en leefde uitsluitend op brood en water.
Dit geweld tegenover zichzelf bracht ook hier weer iets van het paradijs terug. Allerlei soorten vogels kwamen hem bezoeken, speelden met hem, haalden kattenkwaad uit met zijn perkamenten of bezittingen van bezoekers maar brachten de zaken toch weer terug of deponeerden ze in de buurt.
Hij placht te zeggen dat de mens een voorbeeld moet geven van geduld, zelfs tegenover de wilde dieren. Zwaluwen kwamen op zijn schouders zitten of zochten in zijn kieren naar lekkers.
Dit leven hield hij 15 jaar vol nadat hij op de leeftijd van 26 jaar hier was aangekomen. Hij werd ziek in de Goede Week terwijl hij in de kapel was die zij hadden gebouwd. Hij kon zich nauwelijks bewegen, maar in de Paasnacht verzamelde hij al zijn resterende kracht, zong de diensten en vierde de heilige Eucharistie en hield een toespraak die zijn dienaar en mede-monnik meer ontroerde dan al wat hij ooit eerder gehoord had. Toen deze hem enkele dagen later weer bezocht vond hij Guthlac in de hoek van de bidplaats tegen het Altaar geleund. Hij had kennelijk veel pijn en kon eerst in het geheel niet spreken. Toen zei hij dat zijn einde nu spoedig zou komen. De volgende ochtend bewoog hij zich een weinig, hij kon met zijn handen het Altaar bereiken en hij gaf zichzelf het Lichaam en Bloed van Christus. Dan sloeg hij zijn ogen naar de hemel, strekte zijn armen uit en was gestorven. Het was het jaar 714.
Op de plaats waar hij geleefd had werd een kerk gebouwd en er kwam een gemeenschap van monniken. Deze begonnen een stuk moeras droog te leggen. Er werden palen in de grond geheid en daarop verrees de houten abdij Crowland, met rijke landerijen, waar in tijden van hongersnood de noodlijdende bevolking uit de omliggende dorpen gevoed werd. Het werd ook een vrijplaats voor allen die aan harde meesters waren ontvlucht. Want de monniken waren de enige eigenaren van deze landen en geen andere meesters konden zich daarin mengen en hun mensen opeisen. Van hieruit werden steeds meer dijken gebouwd, kanalen gegraven en moerassen drooggelegd, zodat langzamerhand een van de welvarendste streken van Engeland ontstond, de graanschuur van het land.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-462/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
12 april
De heilige Zeno, bisschop van Verona, een Griek uit Syrië, die een studietocht maakte door Italië, om oude, christelijke geschriften na te speuren. De inwoners van Verona, waar de bisschopstroon vacant was en die onder de eigen geestelijkheid geen geschikte opvolger vonden, zagen deze ernstige priester die zich zo intens met de heilige Schrift bezighield, als een geschenk uit de hemelen zij kozen hem tot bisschop. Het bleek een juiste keuze. Terwijl een groot deel van Italië ten prooi viel aan de ariaanse ketterij, die begunstigd werd door keizer Constantius, wist Zeno, door de kracht van zijn overtuiging en zijn welsprekend woord, telkens weer velen terug te brengen tot de orthodoxie, terwijl ook vele heidenen zich lieten dopen.
Hij maakte de mensen enthousiast voor de heilige diensten en allen droegen bij tot het bouwen van een grote kerk. Tegelijk organiseerde hij de zorg voor de armen. Hij bezocht de mensen en zag waar nood heerste; hij hielp daar op discrete wijze en bespaarde hun de schaamte om hulp te moeten vragen.
Eveneens hield hij inzamelingen voor het loskopen van krijgsgevangenen‚ waarvan er velen waren door de voortdurende invallen der Gothen in het verzwakte Romeinse Rijk, ook al gebeurde dat in de ver verwijderde grensgebieden van Oost-Europa. Zelf gaf hij het voorbeeld door zichzelf geen enkele luxe te gunnen en niets meer te gebruiken dan wat strikt noodzakelijk was om in leven te blijven.
De heilige Ambrosius schreef over hem dat hij in Verona twee soorten gewijde maagden had: zij die thuis leefden, en anderen die gemeenschappelijk leefden onder zijn bestuur. Dit schijnt een van de eerste vormen van het kloosterwezen te zijn in het Westen, want Ambrosius vermeldt het als een nieuwe uitvinding.
Zeno had veel te verduren tijdens het bewind van de ariaanse keizer Valens, en daarom wordt hij ook wel als martelaar geëerd, maar hij is toch in vrede gestorven. in 380.
Tijdens zijn gedachtenis-feest op deze dag van het jaar 558 werd de stad getroffen door een grote overstroming, maar ofschoon het water hoog stond tegen de muren, tot aan de vensters, drong het toch niet de kerk binnen, waar toen een groot deel van de bevolking was samengestroomd.
Er werd zonder ophouden gebeden, 24 uur lang; toen trok het water zich terug. Deze gebeurtenis wordt vermeld door Paus Gregorius en door bisschop Rothaldus van Verona.
Zeno was beroemd om zijn welsprekendheid; er zijn 93 preken van hem bewaard gebleven. Zij vormen de oudste Latijnse homilieën-bundel. Hij behoort tot de populaire heiligen van Italië en Zuid-Duitsland. Reeds spoedig waren 40 kerken aan hem toegewijd, naast een aantal kloosters en vele kapellen. In de middeleeuwen kwam de gedachte op dat hij uit Afrika stamde en hij wordt afgebeeld als zwarte, misschien omdat er een beeld van hem bestond uit zwart marmer.
De heilige Akakios werd, toen hij 23 jaar was, als monnik aanvaard door de heilige Dionysios van de Olympos. Na diens dood ging hij naar de Athos en leefde daar nog 20 jaar in de Kavsokalyvische Skite in strenge ascese. Na op verschillende plaatsen verblijf te hebben gehouden, leefde hij tenslotte in een kleine grot tezamen met een mede-monnik, Maximos‚ in zware arbeid. Hij was een van de grote geestelijke vaders van de Athos-berg, profetisch begaafd; verschillende monniken zijn door hem voorbereid op de marteldood. Hij bereikte de leeftijd van 98 jaar en is gestorven in 1730.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-463/
De heilige Zeno, bisschop van Verona, een Griek uit Syrië, die een studietocht maakte door Italië, om oude, christelijke geschriften na te speuren. De inwoners van Verona, waar de bisschopstroon vacant was en die onder de eigen geestelijkheid geen geschikte opvolger vonden, zagen deze ernstige priester die zich zo intens met de heilige Schrift bezighield, als een geschenk uit de hemelen zij kozen hem tot bisschop. Het bleek een juiste keuze. Terwijl een groot deel van Italië ten prooi viel aan de ariaanse ketterij, die begunstigd werd door keizer Constantius, wist Zeno, door de kracht van zijn overtuiging en zijn welsprekend woord, telkens weer velen terug te brengen tot de orthodoxie, terwijl ook vele heidenen zich lieten dopen.
Hij maakte de mensen enthousiast voor de heilige diensten en allen droegen bij tot het bouwen van een grote kerk. Tegelijk organiseerde hij de zorg voor de armen. Hij bezocht de mensen en zag waar nood heerste; hij hielp daar op discrete wijze en bespaarde hun de schaamte om hulp te moeten vragen.
Eveneens hield hij inzamelingen voor het loskopen van krijgsgevangenen‚ waarvan er velen waren door de voortdurende invallen der Gothen in het verzwakte Romeinse Rijk, ook al gebeurde dat in de ver verwijderde grensgebieden van Oost-Europa. Zelf gaf hij het voorbeeld door zichzelf geen enkele luxe te gunnen en niets meer te gebruiken dan wat strikt noodzakelijk was om in leven te blijven.
De heilige Ambrosius schreef over hem dat hij in Verona twee soorten gewijde maagden had: zij die thuis leefden, en anderen die gemeenschappelijk leefden onder zijn bestuur. Dit schijnt een van de eerste vormen van het kloosterwezen te zijn in het Westen, want Ambrosius vermeldt het als een nieuwe uitvinding.
Zeno had veel te verduren tijdens het bewind van de ariaanse keizer Valens, en daarom wordt hij ook wel als martelaar geëerd, maar hij is toch in vrede gestorven. in 380.
Tijdens zijn gedachtenis-feest op deze dag van het jaar 558 werd de stad getroffen door een grote overstroming, maar ofschoon het water hoog stond tegen de muren, tot aan de vensters, drong het toch niet de kerk binnen, waar toen een groot deel van de bevolking was samengestroomd.
Er werd zonder ophouden gebeden, 24 uur lang; toen trok het water zich terug. Deze gebeurtenis wordt vermeld door Paus Gregorius en door bisschop Rothaldus van Verona.
Zeno was beroemd om zijn welsprekendheid; er zijn 93 preken van hem bewaard gebleven. Zij vormen de oudste Latijnse homilieën-bundel. Hij behoort tot de populaire heiligen van Italië en Zuid-Duitsland. Reeds spoedig waren 40 kerken aan hem toegewijd, naast een aantal kloosters en vele kapellen. In de middeleeuwen kwam de gedachte op dat hij uit Afrika stamde en hij wordt afgebeeld als zwarte, misschien omdat er een beeld van hem bestond uit zwart marmer.
De heilige Akakios werd, toen hij 23 jaar was, als monnik aanvaard door de heilige Dionysios van de Olympos. Na diens dood ging hij naar de Athos en leefde daar nog 20 jaar in de Kavsokalyvische Skite in strenge ascese. Na op verschillende plaatsen verblijf te hebben gehouden, leefde hij tenslotte in een kleine grot tezamen met een mede-monnik, Maximos‚ in zware arbeid. Hij was een van de grote geestelijke vaders van de Athos-berg, profetisch begaafd; verschillende monniken zijn door hem voorbereid op de marteldood. Hij bereikte de leeftijd van 98 jaar en is gestorven in 1730.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-463/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
13 april
De heilige Justinus de filosoof. Van zijn leven weten we tamelijk veel bijzonderheden uit zijn eigen geschriften. Hij vertelt over zijn vader en grootvader en dat hij leefde in het oude Sichem van Samaria, ofschoon zij van oorsprong Grieken waren. Waarschijnlijk behoorden zij tot de kolonie die daar door keizer Vespasianus was gesticht.
Justinus werd geboren in het begin van de 2e eeuw. Zijn ouders waren rijk, gaven hem een goede opvoeding en zorgden voor een veelzijdige ontwikkeling. Hij voelde zich sterk aangetrokken tot de filosofie omdat hij zocht naar de zin van het leven en wat nu eigenlijk waar was, vooral over God, de Schepper van alles wat bestaat. Hij zocht privaat-onderricht bij verschillende filosofen. De stoïcijn probeerde te bewijzen dat het niet nodig is God te kennen Daarop ging Justinus naar een aristoteliaan, maar deze begon zo te sjacheren over het collegegeld dat hij hem zou moeten betalen, dat Justinus er gauw genoeg van kreeg. Een Pythagoreeër zei hem dat hij muziek, sterrenkunde en meetkunde moest studeren, want door deze abstracte wetenschappen leert de ziel zich los te maken van de zintuigelijke indrukken en zich open te stellen voor geestelijke invloeden. Maar Justinus was weinig geïnteresseerd in al deze vakken en hij kon zich niet voorstellen dat de kennis van God van zulk een vervelende studie afhankelijk zou zijn.
Gelukkiger was hij bij het onderricht van een platoonse filosoof, en hij merkt op dat Plato een leermeester is die tot Christus leidt. “De kennis van de metafysica, het schouwen van de ideeën, gaf vleugels aan mijn geest en al spoedig was ik ervan overtuigd dat ik een wijze was, en weldra God-zelf zou schouwen en echte wetenschap over Hem zou bezitten.”
Om dieper door te dringen in deze filosofie trok hij zich terug in de eenzaamheid aan een stil strandgedeelte. Daar ontmoette hij op een dag een oude man met eerbiedwaardig uiterlijk, met wie hij in gesprek kwam. Zijn mond vloeide over van waar zijn hart vol van was. De ander luisterde meelevend en vroeg toen waarom hij aan het nadenken de voorkeur gaf boven iets te doen. Justinus antwoordde dat alleen filosofische meditatie God aangenaam kon zijn. De ander maakte tegenwerpingen waar Justinus geen verweer tegen had, en tenslotte moest hij toegeven dat zijn filosofie niet de kracht bezat om het diepste verlangen van de ziel te stillen. Zo begon hij open te staan voor een nieuw inzicht en toen de oude man hem aanraadde zich te wenden tot de profeten, tot Jezus Christus en Zijn leerlingen, en tot God te bidden zijn ogen voor de waarheid te openen, ontvlamde er een vuur in zijn ziel. Met verrukte verbazing zag hij dat hij eindelijk de waarheid gevonden had, waar hij heel zijn leven naar had gezocht. Hij wierp zich vol enthousiasme op de studie van de heilige Schrift. Kort daarna brak de vervolging uit, en toen hij de standvastigheid van de christenen zag en met welk een moed zij de onmenselijke folteringen verduurden, aarzelde hij niet meer: in 133 liet hij zich dopen, 30 jaar oud.
Hij voelde zich geroepen om zich te wijden aan de bekering van de denkende heidenen, bleef zich daarom hullen in de filosofen-mantel en opende een school voor filosofie in Rome. Uit andere bronnen wordt het waarschijnlijk dat hij priester was van een Griekse kerk in Rome.
Zijn onvermoeibare activiteit en ijver ten bate van het christendom, de overtuigingskracht waarmee hij het christendom verdedigde tegen de aanvallen der heidense filosofen, wekte natuurlijk hun woede op. Vooral een Syrische filosoof, Kreskens, was op Justinus gebeten, en wist hem dan ook veroordeeld te krijgen in 167.
Zo was Justinus de eerste van de kerkvaders, de eerste schrijver na de apostelen en hun rechtstreekse leerlingen. Van zijn vele geschriften zijn er maar enkele bewaard gebleven: twee Apologieën, Dialoog met de Jood Tryfon, enkele fragmenten van een boek over de Eenheid van God, essays over de waardeloosheid der afgoden en over de waarheid van het christendom. Ook is de tekst van de authentieke akten van zijn proces bewaard gebleven. Hij stond voor de rechter met nog 6 andere christenen, waaronder een vrouw. Op het bevel om aan de goden te offeren, antwoordde hij: “Geen rechtgeaard man verzaakt aan de waarheid terwille van de leugen”, en de anderen stemden daarmee in en zeiden: “Doe met ons wat ge wilt: wij zijn christenen en we kunnen onmogelijk offeren aan afgoden”.
Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 1 juni.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-464/
De heilige Justinus de filosoof. Van zijn leven weten we tamelijk veel bijzonderheden uit zijn eigen geschriften. Hij vertelt over zijn vader en grootvader en dat hij leefde in het oude Sichem van Samaria, ofschoon zij van oorsprong Grieken waren. Waarschijnlijk behoorden zij tot de kolonie die daar door keizer Vespasianus was gesticht.
Justinus werd geboren in het begin van de 2e eeuw. Zijn ouders waren rijk, gaven hem een goede opvoeding en zorgden voor een veelzijdige ontwikkeling. Hij voelde zich sterk aangetrokken tot de filosofie omdat hij zocht naar de zin van het leven en wat nu eigenlijk waar was, vooral over God, de Schepper van alles wat bestaat. Hij zocht privaat-onderricht bij verschillende filosofen. De stoïcijn probeerde te bewijzen dat het niet nodig is God te kennen Daarop ging Justinus naar een aristoteliaan, maar deze begon zo te sjacheren over het collegegeld dat hij hem zou moeten betalen, dat Justinus er gauw genoeg van kreeg. Een Pythagoreeër zei hem dat hij muziek, sterrenkunde en meetkunde moest studeren, want door deze abstracte wetenschappen leert de ziel zich los te maken van de zintuigelijke indrukken en zich open te stellen voor geestelijke invloeden. Maar Justinus was weinig geïnteresseerd in al deze vakken en hij kon zich niet voorstellen dat de kennis van God van zulk een vervelende studie afhankelijk zou zijn.
Gelukkiger was hij bij het onderricht van een platoonse filosoof, en hij merkt op dat Plato een leermeester is die tot Christus leidt. “De kennis van de metafysica, het schouwen van de ideeën, gaf vleugels aan mijn geest en al spoedig was ik ervan overtuigd dat ik een wijze was, en weldra God-zelf zou schouwen en echte wetenschap over Hem zou bezitten.”
Om dieper door te dringen in deze filosofie trok hij zich terug in de eenzaamheid aan een stil strandgedeelte. Daar ontmoette hij op een dag een oude man met eerbiedwaardig uiterlijk, met wie hij in gesprek kwam. Zijn mond vloeide over van waar zijn hart vol van was. De ander luisterde meelevend en vroeg toen waarom hij aan het nadenken de voorkeur gaf boven iets te doen. Justinus antwoordde dat alleen filosofische meditatie God aangenaam kon zijn. De ander maakte tegenwerpingen waar Justinus geen verweer tegen had, en tenslotte moest hij toegeven dat zijn filosofie niet de kracht bezat om het diepste verlangen van de ziel te stillen. Zo begon hij open te staan voor een nieuw inzicht en toen de oude man hem aanraadde zich te wenden tot de profeten, tot Jezus Christus en Zijn leerlingen, en tot God te bidden zijn ogen voor de waarheid te openen, ontvlamde er een vuur in zijn ziel. Met verrukte verbazing zag hij dat hij eindelijk de waarheid gevonden had, waar hij heel zijn leven naar had gezocht. Hij wierp zich vol enthousiasme op de studie van de heilige Schrift. Kort daarna brak de vervolging uit, en toen hij de standvastigheid van de christenen zag en met welk een moed zij de onmenselijke folteringen verduurden, aarzelde hij niet meer: in 133 liet hij zich dopen, 30 jaar oud.
Hij voelde zich geroepen om zich te wijden aan de bekering van de denkende heidenen, bleef zich daarom hullen in de filosofen-mantel en opende een school voor filosofie in Rome. Uit andere bronnen wordt het waarschijnlijk dat hij priester was van een Griekse kerk in Rome.
Zijn onvermoeibare activiteit en ijver ten bate van het christendom, de overtuigingskracht waarmee hij het christendom verdedigde tegen de aanvallen der heidense filosofen, wekte natuurlijk hun woede op. Vooral een Syrische filosoof, Kreskens, was op Justinus gebeten, en wist hem dan ook veroordeeld te krijgen in 167.
Zo was Justinus de eerste van de kerkvaders, de eerste schrijver na de apostelen en hun rechtstreekse leerlingen. Van zijn vele geschriften zijn er maar enkele bewaard gebleven: twee Apologieën, Dialoog met de Jood Tryfon, enkele fragmenten van een boek over de Eenheid van God, essays over de waardeloosheid der afgoden en over de waarheid van het christendom. Ook is de tekst van de authentieke akten van zijn proces bewaard gebleven. Hij stond voor de rechter met nog 6 andere christenen, waaronder een vrouw. Op het bevel om aan de goden te offeren, antwoordde hij: “Geen rechtgeaard man verzaakt aan de waarheid terwille van de leugen”, en de anderen stemden daarmee in en zeiden: “Doe met ons wat ge wilt: wij zijn christenen en we kunnen onmogelijk offeren aan afgoden”.
Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 1 juni.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-464/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
14 april
De heilige Fronto zei in het 13e regeringsjaar van keizer Antoninos tegen zijn 70 broeders: “Laat ons naar de woestijn gaan om God in eenzaamheid te dienen.” Zij stemden toe. leder nam wat olijven mee en een scherpe schoffel en zij trokken de wildernis in. Maar op den duur verloren zij de moed: zij leden honger en de omstandigheden waren zo zwaar dat ze eraan twijfelden of dit leven vol te houden was. God kan toch evengoed in de stad of in het dorp gediend worden, wat heeft het voor nut dood te gaan van honger en totaal uitgeput te worden door de nachtelijke gebedsdiensten? Maar Fronto sprak hun moed in en zei: “Ik weet wel wat jullie morren onder elkaar. Maar laten we werkelijk geloven in het Evangelie. Daar wordt ons gevraagd niet bezorgd te zijn over de volgende morgen, wat we dan zullen eten en drinken, want Gods belofte staat als een rots. Zoek eerst Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dan zullen al deze dingen u erbij gegeven worden. Laten we toch niet terugkeren en daardoor tegen God zeggen, dat we twijfelen aan Zijn woord en geen vertrouwen hebben in Zijn belofte.
In die tijd woonde er aan de Nijl een rijk man die een groot feestmaal had gehouden. Geheel verzadigd lag hij in bed en toen kwam de gedachte in hem op aan de kluizenaars die God dienen door te vasten, temidden der barre rotsen, ver weg in de woestijn.
Hij schaamde zich, zo goed doorvoed te zijn terwijl die anderen misschien wel gebrek leden, en hij besloot hun voedsel te sturen. De volgende dag laadde hij voedsel op 70 kamelen en voegde er nog 5 kamelen bij met hooi voor onderweg. Daarop joeg hij de hele troep de woestijn in, in de hoop dat Gods engel hen zou leiden naar de plaats waar het het hardste nodig was. Vier dagen later arriveerden de kamelen bij Fronto en de broeders. Die waren natuurlijk uiterst verheugd. Zij laadden het hooi af en wasten de voetzolen van de kamelen die zich wonden hadden gelopen op het scherpe grind; zij zochten vers gras en maakten een beschutte ruimte waar de kamelen konden uitrusten. Toen openden ze de voedselvoorraad en zij aten en dankten God. De volgende morgen besloten ze op Fronto’s raad slechts de helft van het voedsel te behouden. De andere helft pakten ze weer op de kamelen en zonden deze weg.
Acht dagen na zijn spontane opwelling was de rijke met zijn gezin aan de maaltijd en hij zat in zorg over zijn kamelen, die waarschijnlijk verloren waren. Terwijl ze daarover met elkander aan het praten waren hield een van hen plotseling stil, luisterde en riep: “lk hoor een bel in de verte bij de bergen.” Allen stormden naar buiten en daar zagen ze de lange kamelenrij terugkeren, en vol blijdschap dankten zij God. En sindsdien zond hij elk jaar op deze wijze voedsel naar Fronto en zijn broeders. Dit gebeurde in de tweede eeuw en het is door een tijdgenoot opgetekend; zijn geschrift wordt vermeld door de heilige Hiëronymus.
De heilige Lambertus‚ bisschop van Lyon, abt van Fontenelle. Volgens een levenspatroon dat we vaak zien bij de oud-Frankische heiligen, stamde hij uit een adellijk geslacht, toonde bij zijn opvoeding een opvallende intelligentie, kwam daardoor tot een vooraanstaande positie aan het hof, kreeg tegenzin in het leeghoofdige bestaan en de bekrompen onderlinge naijver, begon na te denken over de eigenlijke betekenis van het leven, ontdekte de mogelijkheid van het dienen, niet van een aards vorst, maar van de Koning van heel de schepping, en werd daarom monnik. In zijn geval trad hij in bij de abdij van Fontenelle, onder de heilige Wandrille, en voelde zich eindelijk op zijn plaats. Zijn talenten brachten hem ook hier vanzelf in de leiding, en na de dood van de heilige stichter werd hij tot diens opvolger gekozen in 666.
Hij was een liefhebbende vader voor zijn monniken en onder hen waren ook verschillende latere heiligen. Dit leven van kalme toewijding duurde 12 jaar, toen koos de kerk van Lyon hem tot haar herder. Lambertus verzette zich hevig, maar kon op de duur niet blijven weigeren. Zo heeft hij de laatste 10 jaren van zijn leven de kerk als bisschop gediend, tot hij stierf in 688.
Martelaren Tiburtus, Valerian en Maximus.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-465/
De heilige Fronto zei in het 13e regeringsjaar van keizer Antoninos tegen zijn 70 broeders: “Laat ons naar de woestijn gaan om God in eenzaamheid te dienen.” Zij stemden toe. leder nam wat olijven mee en een scherpe schoffel en zij trokken de wildernis in. Maar op den duur verloren zij de moed: zij leden honger en de omstandigheden waren zo zwaar dat ze eraan twijfelden of dit leven vol te houden was. God kan toch evengoed in de stad of in het dorp gediend worden, wat heeft het voor nut dood te gaan van honger en totaal uitgeput te worden door de nachtelijke gebedsdiensten? Maar Fronto sprak hun moed in en zei: “Ik weet wel wat jullie morren onder elkaar. Maar laten we werkelijk geloven in het Evangelie. Daar wordt ons gevraagd niet bezorgd te zijn over de volgende morgen, wat we dan zullen eten en drinken, want Gods belofte staat als een rots. Zoek eerst Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dan zullen al deze dingen u erbij gegeven worden. Laten we toch niet terugkeren en daardoor tegen God zeggen, dat we twijfelen aan Zijn woord en geen vertrouwen hebben in Zijn belofte.
In die tijd woonde er aan de Nijl een rijk man die een groot feestmaal had gehouden. Geheel verzadigd lag hij in bed en toen kwam de gedachte in hem op aan de kluizenaars die God dienen door te vasten, temidden der barre rotsen, ver weg in de woestijn.
Hij schaamde zich, zo goed doorvoed te zijn terwijl die anderen misschien wel gebrek leden, en hij besloot hun voedsel te sturen. De volgende dag laadde hij voedsel op 70 kamelen en voegde er nog 5 kamelen bij met hooi voor onderweg. Daarop joeg hij de hele troep de woestijn in, in de hoop dat Gods engel hen zou leiden naar de plaats waar het het hardste nodig was. Vier dagen later arriveerden de kamelen bij Fronto en de broeders. Die waren natuurlijk uiterst verheugd. Zij laadden het hooi af en wasten de voetzolen van de kamelen die zich wonden hadden gelopen op het scherpe grind; zij zochten vers gras en maakten een beschutte ruimte waar de kamelen konden uitrusten. Toen openden ze de voedselvoorraad en zij aten en dankten God. De volgende morgen besloten ze op Fronto’s raad slechts de helft van het voedsel te behouden. De andere helft pakten ze weer op de kamelen en zonden deze weg.
Acht dagen na zijn spontane opwelling was de rijke met zijn gezin aan de maaltijd en hij zat in zorg over zijn kamelen, die waarschijnlijk verloren waren. Terwijl ze daarover met elkander aan het praten waren hield een van hen plotseling stil, luisterde en riep: “lk hoor een bel in de verte bij de bergen.” Allen stormden naar buiten en daar zagen ze de lange kamelenrij terugkeren, en vol blijdschap dankten zij God. En sindsdien zond hij elk jaar op deze wijze voedsel naar Fronto en zijn broeders. Dit gebeurde in de tweede eeuw en het is door een tijdgenoot opgetekend; zijn geschrift wordt vermeld door de heilige Hiëronymus.
De heilige Lambertus‚ bisschop van Lyon, abt van Fontenelle. Volgens een levenspatroon dat we vaak zien bij de oud-Frankische heiligen, stamde hij uit een adellijk geslacht, toonde bij zijn opvoeding een opvallende intelligentie, kwam daardoor tot een vooraanstaande positie aan het hof, kreeg tegenzin in het leeghoofdige bestaan en de bekrompen onderlinge naijver, begon na te denken over de eigenlijke betekenis van het leven, ontdekte de mogelijkheid van het dienen, niet van een aards vorst, maar van de Koning van heel de schepping, en werd daarom monnik. In zijn geval trad hij in bij de abdij van Fontenelle, onder de heilige Wandrille, en voelde zich eindelijk op zijn plaats. Zijn talenten brachten hem ook hier vanzelf in de leiding, en na de dood van de heilige stichter werd hij tot diens opvolger gekozen in 666.
Hij was een liefhebbende vader voor zijn monniken en onder hen waren ook verschillende latere heiligen. Dit leven van kalme toewijding duurde 12 jaar, toen koos de kerk van Lyon hem tot haar herder. Lambertus verzette zich hevig, maar kon op de duur niet blijven weigeren. Zo heeft hij de laatste 10 jaren van zijn leven de kerk als bisschop gediend, tot hij stierf in 688.
Martelaren Tiburtus, Valerian en Maximus.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-465/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
15 april
De heilige Aristarchos, Pudens en Trofimus, apostelen uit de 70. Aristarchus was samen met de heilige Apostel Paulos in de gevangenis (Kol. 4:10). Hij werd blijkbaar in vrijheid gesteld, want in een latere brief uit de gevangenis noemt de apostel hem als zijn medewerker (Fil. 23). Hij verkondigde het Evangelie in Syrië en werd aangesteld tot bisschop van Apamea. Hij is in vrede gestorven nadat hij een zeer ascetisch leven had geleid.
De Romeinse senator Pudens nam de apostelen Petros en Paulos in zijn woning op. Later verbouwde hij zijn huis tot een vergaderplaats voor de christengemeente van Rome, de eerste kerk van de stad. Deze kreeg de naam: kerk van de Herder, omdat Petros daar de heilige Eucharistie vierde. Hij was metgezel van Paulos in zijn lijden en stierf de marteldood onder keizer Nero. Paulos noemt hem in 2 Tim. 4:21.
Trofimos uit Efese, een reisgezel van de apostel (Hand. 20:4), was door Paulos meegenomen naar Jeruzalem en daardoor ongewild de aanleiding van de uitvoerige gevangenschap van Paulos, die van Jeruzalem naar Caesarea werd gevoerd en vandaar naar Rome, met alle avonturen die deze reis meebracht, waarvan het verslag. de laatste 8 hoofdstukken van de Handelingen vult. Trofimos is Paulos achterna gegaan, want in Rome was hij weer bij hem, zoals uit 2 Tim. 4:20 blijkt. Kort na Paulos werd hij eveneens onthoofd.
De heilige Sabbas (Sabas) was een Goth, christen vanaf zijn jeugd, en lektor in de kerk van Targovista in Walachije (Roemenië). Eens kwam in zijn dorp een Gothische vorst op bezoek en vroeg aan de dorpelingen of daar soms ook christenen leefden. Zij verzekerden hem op hun erewoord dat er geen enkele christen was. Toen kwam Sabbas naar voren en zei: “Laat niemand uit mijn naam zweren, want ik ben een christen.” De vorst keek geringschattend naar die eenvoudige man, had ook wel eerbied voor diens moed, en dacht dat zo’n simpele enkeling geen kwaad kon. Hij liet hem dus ongemoeid.
Toen de vervolging weer opvlamde na een nieuw bevel van de vorst, werd Sabbas weer gevangen genomen, maar nadat de soldaten hun wrede spel met hem bedreven hadden, weer in vrijheid gesteld. Nadat hij voor de derde maal gearresteerd was, kwam het tot een woordenwisseling met de bevelhebber. Tenslotte werd hij aan een paal gebonden en onder water gehouden in de rivier de Mussowa tot hij verdronken was, in 372. Hij was toen 32 jaar oud. Zijn relieken werden later overgebracht naar Kappadocië.
De heilige Anastasia en Basilissa waren Romeinse edelvrouwen, bekeerlingen van de apostelen Petros en Paulos. Nadat deze ter dood gebracht waren, haalden zij in stilte hun lichamen weg om die te begraven. De lijken werden vermist en de daders werden opgespoord. Zij werden wreed en onterend gefolterd, en toen zij ondanks alle gruwelijke dwang trouw bleven aan Christus, werden zij onthoofd.
De heilige Paternus (Padarn, Peddrwn of Padern), bisschop van Yannes, werd in Armorica geboren in 490. Zijn vader was, met toestemming van zijn echtgenote, monnik geworden in Ierland. Zijn zoon had een diepe verering voor zijn vader, en op jeugdige leeftijd ging hij als kluizenaar leven in Wales. Om zijn geestelijk inzicht en heiligheid werd hij tot overste gekozen van alle monniken uit die streek. Voor hen bouwde hij kloosters en kerken, waarvan er enkele nog bestaan, nu gesierd met zijn naam.
In Wales behoorde hij eerst tot de gemeenschap van de heilige Iltut. Later stichtte hij zelf een religieuze gemeenschap die weldra 120 leden telde, in Llanbadarn Fawr, waarvan hij ook de eerste bisschop werd. Dit diocees bestuurde hij 21 jaar, welke tijd hij volgens de kroniek doorbracht “in gebed, tranen, vasten, gastvrijheid en ziekenbezoek.” Tevens trok hij voortdurend door het land om Christus te prediken aan alle rangen en standen van het volk, en daarom wordt hij gerekend tot de “Gezegende Bezoekers” van het Brits eiland. Hij bouwde kerken en kloosters en bracht Maelgwn Gwynedd, de prins van Zuid-Wales, weer tot rede.
Tijdens een bezoek aan zijn vader in Ierland, wist hij twee koningen die in een bloedige strijd verwikkeld waren, met elkander te verzoenen. Vervolgens vergezelde hij de heilige David op zijn pelgrimstocht naar het heilig Land.
Na zijn terugkeer ging hij terug naar zijn oude kluis, maar de koning van Armorica haalde hem naar Vannes. Daar bouwde hij een klooster, maar de naburige bisschoppen voerden een actie tegen hem. Paternus voerde geen verweer, doch trok zich verder in Frankrijk terug omdat hij geen oorzaak van verdeeldheid wilde zijn. Hij nam nog deel aan het concilie van Parijs in 557 en is gestorven in 560. Hij was een tijdgenoot van de dichter Venantius Fortunatus, die ook over hem geschreven heeft.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-466/
De heilige Aristarchos, Pudens en Trofimus, apostelen uit de 70. Aristarchus was samen met de heilige Apostel Paulos in de gevangenis (Kol. 4:10). Hij werd blijkbaar in vrijheid gesteld, want in een latere brief uit de gevangenis noemt de apostel hem als zijn medewerker (Fil. 23). Hij verkondigde het Evangelie in Syrië en werd aangesteld tot bisschop van Apamea. Hij is in vrede gestorven nadat hij een zeer ascetisch leven had geleid.
De Romeinse senator Pudens nam de apostelen Petros en Paulos in zijn woning op. Later verbouwde hij zijn huis tot een vergaderplaats voor de christengemeente van Rome, de eerste kerk van de stad. Deze kreeg de naam: kerk van de Herder, omdat Petros daar de heilige Eucharistie vierde. Hij was metgezel van Paulos in zijn lijden en stierf de marteldood onder keizer Nero. Paulos noemt hem in 2 Tim. 4:21.
Trofimos uit Efese, een reisgezel van de apostel (Hand. 20:4), was door Paulos meegenomen naar Jeruzalem en daardoor ongewild de aanleiding van de uitvoerige gevangenschap van Paulos, die van Jeruzalem naar Caesarea werd gevoerd en vandaar naar Rome, met alle avonturen die deze reis meebracht, waarvan het verslag. de laatste 8 hoofdstukken van de Handelingen vult. Trofimos is Paulos achterna gegaan, want in Rome was hij weer bij hem, zoals uit 2 Tim. 4:20 blijkt. Kort na Paulos werd hij eveneens onthoofd.
De heilige Sabbas (Sabas) was een Goth, christen vanaf zijn jeugd, en lektor in de kerk van Targovista in Walachije (Roemenië). Eens kwam in zijn dorp een Gothische vorst op bezoek en vroeg aan de dorpelingen of daar soms ook christenen leefden. Zij verzekerden hem op hun erewoord dat er geen enkele christen was. Toen kwam Sabbas naar voren en zei: “Laat niemand uit mijn naam zweren, want ik ben een christen.” De vorst keek geringschattend naar die eenvoudige man, had ook wel eerbied voor diens moed, en dacht dat zo’n simpele enkeling geen kwaad kon. Hij liet hem dus ongemoeid.
Toen de vervolging weer opvlamde na een nieuw bevel van de vorst, werd Sabbas weer gevangen genomen, maar nadat de soldaten hun wrede spel met hem bedreven hadden, weer in vrijheid gesteld. Nadat hij voor de derde maal gearresteerd was, kwam het tot een woordenwisseling met de bevelhebber. Tenslotte werd hij aan een paal gebonden en onder water gehouden in de rivier de Mussowa tot hij verdronken was, in 372. Hij was toen 32 jaar oud. Zijn relieken werden later overgebracht naar Kappadocië.
De heilige Anastasia en Basilissa waren Romeinse edelvrouwen, bekeerlingen van de apostelen Petros en Paulos. Nadat deze ter dood gebracht waren, haalden zij in stilte hun lichamen weg om die te begraven. De lijken werden vermist en de daders werden opgespoord. Zij werden wreed en onterend gefolterd, en toen zij ondanks alle gruwelijke dwang trouw bleven aan Christus, werden zij onthoofd.
De heilige Paternus (Padarn, Peddrwn of Padern), bisschop van Yannes, werd in Armorica geboren in 490. Zijn vader was, met toestemming van zijn echtgenote, monnik geworden in Ierland. Zijn zoon had een diepe verering voor zijn vader, en op jeugdige leeftijd ging hij als kluizenaar leven in Wales. Om zijn geestelijk inzicht en heiligheid werd hij tot overste gekozen van alle monniken uit die streek. Voor hen bouwde hij kloosters en kerken, waarvan er enkele nog bestaan, nu gesierd met zijn naam.
In Wales behoorde hij eerst tot de gemeenschap van de heilige Iltut. Later stichtte hij zelf een religieuze gemeenschap die weldra 120 leden telde, in Llanbadarn Fawr, waarvan hij ook de eerste bisschop werd. Dit diocees bestuurde hij 21 jaar, welke tijd hij volgens de kroniek doorbracht “in gebed, tranen, vasten, gastvrijheid en ziekenbezoek.” Tevens trok hij voortdurend door het land om Christus te prediken aan alle rangen en standen van het volk, en daarom wordt hij gerekend tot de “Gezegende Bezoekers” van het Brits eiland. Hij bouwde kerken en kloosters en bracht Maelgwn Gwynedd, de prins van Zuid-Wales, weer tot rede.
Tijdens een bezoek aan zijn vader in Ierland, wist hij twee koningen die in een bloedige strijd verwikkeld waren, met elkander te verzoenen. Vervolgens vergezelde hij de heilige David op zijn pelgrimstocht naar het heilig Land.
Na zijn terugkeer ging hij terug naar zijn oude kluis, maar de koning van Armorica haalde hem naar Vannes. Daar bouwde hij een klooster, maar de naburige bisschoppen voerden een actie tegen hem. Paternus voerde geen verweer, doch trok zich verder in Frankrijk terug omdat hij geen oorzaak van verdeeldheid wilde zijn. Hij nam nog deel aan het concilie van Parijs in 557 en is gestorven in 560. Hij was een tijdgenoot van de dichter Venantius Fortunatus, die ook over hem geschreven heeft.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-466/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
16 april
De heilige Agape, Chionia en lrene waren drie zusters die, ofschoon hun ouders nog heiden waren, zich als maagd aan Christus hadden toegewijd.
Zij leefden te Thessalonika tijdens de regering van Diokletiaan. Deze had de doodstraf gesteld op het bezit van de heilige Schrift, maar zij waren erin geslaagd verschillende boeken uit de Bijbel voor de vervolgers verborgen te houden.
Tenslotte werd het echter toch ontdekt bij een huiszoeking, toen zij beschuldigd waren van het niet willen eten van aan de goden geofferd voedsel. Zij werden gevangen genomen en samen met Kassia, Filippa‚ Eutychia en Agathon voor de gouverneur gebracht, die vertederd werd door hun jonge schoonheid. Hij beloofde hun een man uit zijn gevolg, als ze van hun dwaasheid afstand wilden doen. Toen hij echter niets bereikte, hield hij hen gevangen en hij veroordeelde Agape en Chionia tot de vuurdood.
lrene, de jongste, werd naakt in een bordeel geplaatst, maar toen niemand bij haar durfde te komen, werd zij met een pijl doorboord‚ in het jaar 304.
De heilige Michaël, kopersmid uit Bourla (Klein-Azië), een vlotte jongeman, werd toen hij 18 jaar oud was, door zijn kameraden overgehaald de islam aan te nemen. Toen hij echter met Pasen het Christos anesti hoorde zingen, kreeg hij er spijt van. Hij liet duidelijk merken dat hij een christen was; daarom werd hij te Smyrna onthoofd in 1772.
De heilige Theodora (prinses Bassa) van Nizjni Novgorod was de geestelijke dochter van de heilige Dionysios. Met zijn zegen bouwde zij daar een cenobitisch vrouwenklooster, het Zatsjatiev-klooster.
Zij is de eerste Russische vrouwelijke asceet volgens de echte Byzantijnse traditie. Zij is in haar klooster gestorven in 1375.
De heilige Fructuosus‚ aartsbisschop van Braga, was een afstammeling van het Visigothische koningshuis. Vanaf zijn jeugd voelde hij zich aangetrokken tot een geheel aan Christus gewijd leven, en na de dood van zijn ouders kon hij in vrijheid zijn plannen verwezenlijken. Hij nam deel aan een cursus over de heilige geestelijken. Hierdoor gesterkt verkocht hij het grootste deel van zijn bezittingen om de opbrengst aan de armen te geven. De rest gebruikte hij vooral voor het stichten van kloosters. Hij bouwde o.a. een abdij in het Leon-gebergte en ook verschillende kerken. Daarna trok hij zich terug in de wildernis en hij leidde een leven van grote ontberingen. Toch bleef hij ook de leiding van de kloosters in handen houden, waar hij ijverde voor de regelgetrouwheid. Hierdoor werd hij ook steeds meer bekend, en hij moest zijn geliefde eenzaamheid opgeven toen hij tot bisschop gekozen werd van Duma. Later, in 656, werd hij door het concilie van Toledo tot aartsbisschop van Braga benoemd. Negen jaar later is hij gestorven, 16 april 965, nadat hij zich in de kerk op de grond had laten neerleggen, met as bestrooid.
De heilige Turibus, bisschop van Astorga in Galicië (Spanje). De vorige bisschop was tot ketterij vervallen en had daardoor het geestelijk leven in, het diocees geheel in wanorde gebracht. Turibus moest heel zijn werkkracht concentreren op het verbeteren der verhoudingen. Hij werd daarin gesteund door brieven van paus Leo de Grote. Turibus is gestorven in 460.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-467/
De heilige Agape, Chionia en lrene waren drie zusters die, ofschoon hun ouders nog heiden waren, zich als maagd aan Christus hadden toegewijd.
Zij leefden te Thessalonika tijdens de regering van Diokletiaan. Deze had de doodstraf gesteld op het bezit van de heilige Schrift, maar zij waren erin geslaagd verschillende boeken uit de Bijbel voor de vervolgers verborgen te houden.
Tenslotte werd het echter toch ontdekt bij een huiszoeking, toen zij beschuldigd waren van het niet willen eten van aan de goden geofferd voedsel. Zij werden gevangen genomen en samen met Kassia, Filippa‚ Eutychia en Agathon voor de gouverneur gebracht, die vertederd werd door hun jonge schoonheid. Hij beloofde hun een man uit zijn gevolg, als ze van hun dwaasheid afstand wilden doen. Toen hij echter niets bereikte, hield hij hen gevangen en hij veroordeelde Agape en Chionia tot de vuurdood.
lrene, de jongste, werd naakt in een bordeel geplaatst, maar toen niemand bij haar durfde te komen, werd zij met een pijl doorboord‚ in het jaar 304.
De heilige Michaël, kopersmid uit Bourla (Klein-Azië), een vlotte jongeman, werd toen hij 18 jaar oud was, door zijn kameraden overgehaald de islam aan te nemen. Toen hij echter met Pasen het Christos anesti hoorde zingen, kreeg hij er spijt van. Hij liet duidelijk merken dat hij een christen was; daarom werd hij te Smyrna onthoofd in 1772.
De heilige Theodora (prinses Bassa) van Nizjni Novgorod was de geestelijke dochter van de heilige Dionysios. Met zijn zegen bouwde zij daar een cenobitisch vrouwenklooster, het Zatsjatiev-klooster.
Zij is de eerste Russische vrouwelijke asceet volgens de echte Byzantijnse traditie. Zij is in haar klooster gestorven in 1375.
De heilige Fructuosus‚ aartsbisschop van Braga, was een afstammeling van het Visigothische koningshuis. Vanaf zijn jeugd voelde hij zich aangetrokken tot een geheel aan Christus gewijd leven, en na de dood van zijn ouders kon hij in vrijheid zijn plannen verwezenlijken. Hij nam deel aan een cursus over de heilige geestelijken. Hierdoor gesterkt verkocht hij het grootste deel van zijn bezittingen om de opbrengst aan de armen te geven. De rest gebruikte hij vooral voor het stichten van kloosters. Hij bouwde o.a. een abdij in het Leon-gebergte en ook verschillende kerken. Daarna trok hij zich terug in de wildernis en hij leidde een leven van grote ontberingen. Toch bleef hij ook de leiding van de kloosters in handen houden, waar hij ijverde voor de regelgetrouwheid. Hierdoor werd hij ook steeds meer bekend, en hij moest zijn geliefde eenzaamheid opgeven toen hij tot bisschop gekozen werd van Duma. Later, in 656, werd hij door het concilie van Toledo tot aartsbisschop van Braga benoemd. Negen jaar later is hij gestorven, 16 april 965, nadat hij zich in de kerk op de grond had laten neerleggen, met as bestrooid.
De heilige Turibus, bisschop van Astorga in Galicië (Spanje). De vorige bisschop was tot ketterij vervallen en had daardoor het geestelijk leven in, het diocees geheel in wanorde gebracht. Turibus moest heel zijn werkkracht concentreren op het verbeteren der verhoudingen. Hij werd daarin gesteund door brieven van paus Leo de Grote. Turibus is gestorven in 460.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-467/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
17 april
De heilige Simeon, bisschop van Ktesifon in Perzië, was de zoon van een voller. De vorige bisschop van Ktesifon, Papas, had hem opgeleid en in 316 tot zijn hulpbisschop gemaakt. In 325 zond hij een priester als zijn vertegenwoordiger naar het Concilie van Nicea omdat hij zelf het land niet kon verlaten. In 344 werd hij bij koning Sapor aangeklaagd als vriend van de doodsvijanden der Perzen, de Romeinen, en ervan beschuldigd een geheime briefwisseling met hen te onderhouden. Dit deed de woede van Sapor ontvlammen tegen alle christenen in zijn rijk en hij beval alle christenpriesters ter dood te brengen. Zwaar geboeid werd Simeon voor hem gebracht en de koning trachtte hem over te halen de zon te aanbidden. Toen Simeon weigerde werd hij samen met meer dan 100 christenen onthoofd. Onder hen bevonden zich de priester Abdella, de opzichter Foesik, diens dochter Askitrea‚ de eunuch Azades, verder Usthatsan, die eerst uit angst geofferd had maar zich opnieuw als christen had gemeld, de priester Ananias, metgezel van bisschop Simeon, en nog vele anderen.
Toen de oude priester Ananias zijn hoofd op het blok legde, beefde hij over al zijn ledematen. Foesik, die in het geheim christen was, sprak hem moed in en zei: “Wees toch niet zo bang, vadertje, sluit uw ogen en gedraag u als een man, u zult immers direct het goddelijk Licht mogen zien!” Daardoor werd hij als christen herkend en, samen met zijn dochter, heftig gefolterd.
Toen de geliefde eunuch van de koning, Azades, op Goede Vrijdag ter dood was gebracht, was de koning diep bedroefd en hij begon de zinloosheid van deze moordpartijen in te zien. Er kwam toen een einde aan de ergste vervolging.
De heilige Adrianos werd met geweld in de afgodstempel van Korinthe gebracht en men wilde hem dwingen het brandoffer te ontsteken. In plaats daarvan echter wierp hij het altaar omver. Toen werd hij hevig geslagen en tenslotte levend verbrand, in 251.
Zosimas en Sabbatius van het Solovjetski-klooster.
De heilige Zosimas abt van het Solovjetski-klooster. Hij was geboren in het dorp Tolts (gouvernement Novgorod), in het begin van de 5e eeuw. Zijn ouders waren rijk en stierven toen Zosimas nog een jonge man was. Nu kon hij zijn ideaal gaan verwezenlijken: een leven leiden als dat van de oude woestijnvaders, ver van de mensen, in een vijandige omgeving, de tijd geheel gewijd aan het stille gebed. Hij verdeelde zijn bezittingen onder de armen en trok de eindeloze bossen en toendra’s in, steeds verder naar het noorden. De Suma-rivier gaf daarbij de richting aan; misschien heeft hij ook wel daarop gevaren wanneer de gelegenheid zich voordeed. Deze rivier mondt uit in de Witte Zee, en daar trof hij een geestverwant die, door dezelfde gedachte bezield, zich hier al sinds enige tijd gevestigd had. Deze had ook de omgeving verkend, de verhalen der aldaar wonende vissers gehoord, en vertelde nu enthousiast over een onbewoond eiland dat op enkele dagreizen voor de kust gelegen was. Voor een man alleen zou het te moeilijk zijn om daar te leven, maar zouden zij met vereende kracht daar niet toe in staat zijn? Met deze heilige Germanos (Herman)(zie 30 juli) stak hij dus over en zij verkenden het eiland. Op een enigszins beschutte plaats aan de oever van een meertje begonnen zij enkele hutten te bouwen, en de bodem te bewerken om te zien of er enig voedsel wilde groeien. Het was ongelooflijk zwaar werk in een onbarmhartig klimaat, met moeras-hete, korte zomerse waarin, de lucht zich vulde met wolken muskieten, en eindeloze poolwinters. Met dit werk brachten ze de dagen door, terwijl zij ‘s nachts de diensten zongen.
Hoe ver zij ook van de wereld verwijderd waren, het gerucht van hun ascetische leven verspreidde zich snel over het Russische rijk. Het volk had een diepe belangstelling voor elke heldhaftige poging tot volkomen christelijk leven. Spoedig kwamen er anderen die in dit leven wilden delen. Het waren natuurlijk de sterkste karakters die zulk een uitdaging aandurfden: er kwam een samenleving van geestelijke reuzen tot stand. Het duurde niet lang of er werd voor de diensten een grote kerk gebouwd, gewijd aan de verheerlijking des Heren; een naam die duidelijk aangeeft door welke spiritualiteit deze monniken werden bezield.
Zosimas werd tot abt gekozen; hij nam zonder ophouden deel aan het zware werk; tot aan zijn dood in 1478. Zijn gedachtenis werd natuurlijk in zijn klooster in ere gehouden, maar de verering breidde zich steeds verder uit, en in enkele tientallen jaren werd hij gevierd in heel het bereik van de Russische kerk.
In 1917 werd het klooster gesloten en de monniken verdreven; in 1920 werd het klooster het centrum van een wreed concentratiekamp. Dit duurde tot 1939. Later deed het dienst als marine-basis. Na het einde van het tijdperk van het communisme heeft een kleine gemeenschap van broeders het oude klooster opnieuw opgebouwd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-468/
Het Solovjetski-klooster van nu.
Ktesifon
De heilige Simeon, bisschop van Ktesifon in Perzië, was de zoon van een voller. De vorige bisschop van Ktesifon, Papas, had hem opgeleid en in 316 tot zijn hulpbisschop gemaakt. In 325 zond hij een priester als zijn vertegenwoordiger naar het Concilie van Nicea omdat hij zelf het land niet kon verlaten. In 344 werd hij bij koning Sapor aangeklaagd als vriend van de doodsvijanden der Perzen, de Romeinen, en ervan beschuldigd een geheime briefwisseling met hen te onderhouden. Dit deed de woede van Sapor ontvlammen tegen alle christenen in zijn rijk en hij beval alle christenpriesters ter dood te brengen. Zwaar geboeid werd Simeon voor hem gebracht en de koning trachtte hem over te halen de zon te aanbidden. Toen Simeon weigerde werd hij samen met meer dan 100 christenen onthoofd. Onder hen bevonden zich de priester Abdella, de opzichter Foesik, diens dochter Askitrea‚ de eunuch Azades, verder Usthatsan, die eerst uit angst geofferd had maar zich opnieuw als christen had gemeld, de priester Ananias, metgezel van bisschop Simeon, en nog vele anderen.
Toen de oude priester Ananias zijn hoofd op het blok legde, beefde hij over al zijn ledematen. Foesik, die in het geheim christen was, sprak hem moed in en zei: “Wees toch niet zo bang, vadertje, sluit uw ogen en gedraag u als een man, u zult immers direct het goddelijk Licht mogen zien!” Daardoor werd hij als christen herkend en, samen met zijn dochter, heftig gefolterd.
Toen de geliefde eunuch van de koning, Azades, op Goede Vrijdag ter dood was gebracht, was de koning diep bedroefd en hij begon de zinloosheid van deze moordpartijen in te zien. Er kwam toen een einde aan de ergste vervolging.
De heilige Adrianos werd met geweld in de afgodstempel van Korinthe gebracht en men wilde hem dwingen het brandoffer te ontsteken. In plaats daarvan echter wierp hij het altaar omver. Toen werd hij hevig geslagen en tenslotte levend verbrand, in 251.
Zosimas en Sabbatius van het Solovjetski-klooster.
De heilige Zosimas abt van het Solovjetski-klooster. Hij was geboren in het dorp Tolts (gouvernement Novgorod), in het begin van de 5e eeuw. Zijn ouders waren rijk en stierven toen Zosimas nog een jonge man was. Nu kon hij zijn ideaal gaan verwezenlijken: een leven leiden als dat van de oude woestijnvaders, ver van de mensen, in een vijandige omgeving, de tijd geheel gewijd aan het stille gebed. Hij verdeelde zijn bezittingen onder de armen en trok de eindeloze bossen en toendra’s in, steeds verder naar het noorden. De Suma-rivier gaf daarbij de richting aan; misschien heeft hij ook wel daarop gevaren wanneer de gelegenheid zich voordeed. Deze rivier mondt uit in de Witte Zee, en daar trof hij een geestverwant die, door dezelfde gedachte bezield, zich hier al sinds enige tijd gevestigd had. Deze had ook de omgeving verkend, de verhalen der aldaar wonende vissers gehoord, en vertelde nu enthousiast over een onbewoond eiland dat op enkele dagreizen voor de kust gelegen was. Voor een man alleen zou het te moeilijk zijn om daar te leven, maar zouden zij met vereende kracht daar niet toe in staat zijn? Met deze heilige Germanos (Herman)(zie 30 juli) stak hij dus over en zij verkenden het eiland. Op een enigszins beschutte plaats aan de oever van een meertje begonnen zij enkele hutten te bouwen, en de bodem te bewerken om te zien of er enig voedsel wilde groeien. Het was ongelooflijk zwaar werk in een onbarmhartig klimaat, met moeras-hete, korte zomerse waarin, de lucht zich vulde met wolken muskieten, en eindeloze poolwinters. Met dit werk brachten ze de dagen door, terwijl zij ‘s nachts de diensten zongen.
Hoe ver zij ook van de wereld verwijderd waren, het gerucht van hun ascetische leven verspreidde zich snel over het Russische rijk. Het volk had een diepe belangstelling voor elke heldhaftige poging tot volkomen christelijk leven. Spoedig kwamen er anderen die in dit leven wilden delen. Het waren natuurlijk de sterkste karakters die zulk een uitdaging aandurfden: er kwam een samenleving van geestelijke reuzen tot stand. Het duurde niet lang of er werd voor de diensten een grote kerk gebouwd, gewijd aan de verheerlijking des Heren; een naam die duidelijk aangeeft door welke spiritualiteit deze monniken werden bezield.
Zosimas werd tot abt gekozen; hij nam zonder ophouden deel aan het zware werk; tot aan zijn dood in 1478. Zijn gedachtenis werd natuurlijk in zijn klooster in ere gehouden, maar de verering breidde zich steeds verder uit, en in enkele tientallen jaren werd hij gevierd in heel het bereik van de Russische kerk.
In 1917 werd het klooster gesloten en de monniken verdreven; in 1920 werd het klooster het centrum van een wreed concentratiekamp. Dit duurde tot 1939. Later deed het dienst als marine-basis. Na het einde van het tijdperk van het communisme heeft een kleine gemeenschap van broeders het oude klooster opnieuw opgebouwd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-468/
Het Solovjetski-klooster van nu.
Ktesifon
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
18 april
Johannes en Athanasia
De heilige Johannes de hesychast, zette zich onder Leo de Armeniër in, met zijn leermeester Gregorios de Dekapoliet, om het volk te steunen in de zware strijd voor de orthodoxie tegen de iconoklasten, die alle iconen wilden vernietigen. Maar het eigenlijke doel van zijn leven was het onophoudelijk gebed. Hij woonde bij Gregorios op de Olymposberg en men sprak overal over zijn onvoorwaardelijke en ogenblikkelijke gehoorzaamheid. Na de dood van Gregorios bezocht Johannes verschillende steden waar de christenen het moeilijk hadden, om hun moed in te spreken en te verhalen over zijn geestelijke vader. Tenslotte werd hij monnik in het klooster van de heilige Chariton in Jeruzalem, waar hij in vrede is gestorven in 820.
De heilige Kosmas, bisschop van Chalcedon, afkomstig uit Constantinopel. Hij legde zich toe op de ascese, samen met zijn mede-monnik Auxentios. Tegen het einde van de 8e eeuw werd hij tot bisschop gekozen van Chalcedon, en Auxentios kwam met hem mee om hem te helpen met zijn werk en om samen het gebedsleven te blijven beoefenen.
Onder Leo de Armeniër ontstonden er moeilijkheden om de verering der iconen. Kosmas werd herhaalde malen in ballingschap gezonden, maar wegens het verzet van het volk weer teruggeroepen. Tenslotte zijn zij in ballingschap gestorven in de 9e eeuw. Hun lichamen werden echter naar de stad teruggebracht en rusten in de grote kerk van de heilige apostelen.
De heilige Euthymios, verlichter der Karelen. Hij was steeds verder naar het Noorden getrokken; zoals de heilige Zosimas, doch niet om de eenzaamheid te zoeken maar om aan de daar wonende volkeren Christus te brengen. Hij vestigde zich bij de Karelen aan de kust van de Witte Zee en stichtte daar zelfs een klooster, gewijd aan de heilige Nikolaas. Dit werd echter reeds spoedig door invallende Noormannen verwoest. Maar hij wist het weer op te bouwen met hulp van de vorstin van Novgorod, wier beide zonen daar in de Duna verdronken waren en die nu een kerk over hun graf wilde stichten. Hij is gestorven in 1435.
De heilige Johannes van Yannina, de oude hoofdstad van koning Pyrrhus. Zijn inkomen deelde hij altijd in drie gelijke delen: voor zijn ouders, voor de armen en voor zichzelf. Er heerste echter grote armoede en na de dood van zijn ouders trok Johannes naar Constantinopel, waar meer toekomst was voor een vakman kleermaker. De stad was sinds kort door de Turken veroverd, en een aantal mensen uit het gewone volk, die de zaken niet zo zwaar namen, waren uit angst tot de islam overgegaan. ln zijn werkplaats kwam hij voortdurend met hen in aanraking, en hij kon maar niet begrijpen dat zij zo onverschillig bleven over hun verraad van Christus. Hij kon er zich niet bij neerleggen en begon hun verwijten te maken. Juist omdat zij dit in hun hart ook wel voelden doch er zich tegen verzetten, konden zij dit niet verdragen en ze werden woedend. Ze grepen hem beet en sleurden hem voor de rechter met de beschuldiging dat hij hun geloof in de islam beledigd had.
Juist in het begin werd iedere uiting van opstandigheid natuurlijk zwaar bestraft, want terreur moest de anderen in toom houden. Johannes werd met vuur gefolterd en daarna onthoofd, Pasen 1526.
De heilige Johannes van Koelika was in zijn jeugd met Turkse kameraden opgegroeid en zonder nadenken tot de islam overgegaan. Toen hij man werd begon hij daarover na te denken, en hij kwam tot besef van wat hij gedaan had. Toen hij dat duidelijk zag, trok hij daaruit de consequentie en werd opnieuw christen wat het ook kosten zou. Hij werd toen gegrepen en na een dispuut over de islam door de Turken in een ijzeren kooi verbrand, 1564.
De heilige Euthymios de wonderdoener was zijn ouderlijk huis ontvlucht toen telkens weer druk op hem werd uitgeoefend dat hij moest trouwen. Hij werd monnik en was bij al zijn broeders geliefd om de toewijding waarmee hij alles wat hem werd opgedragen ten uitvoer bracht. Tegelijk toonde hij een warm hart voor allen met wie hij in aanraking kwam. Maar toen er een beroep op hem werd gedaan om de leiding op zich te nemen, trok hij ook hier weg en hij vestigde zich in de eenzaamheid. Op den duur kwamen veel mensen hem toch opzoeken, vooral daar God hem de gave van wonderen schonk: hij genas zieken, maakte blinden ziende, bracht herstel bij allerlei kwalen, totdat hij op hoge leeftijd overging naar de Heer.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-469/
De Maximovskaja ikoon van Moeder Gods Maria
Johannes en Athanasia
De heilige Johannes de hesychast, zette zich onder Leo de Armeniër in, met zijn leermeester Gregorios de Dekapoliet, om het volk te steunen in de zware strijd voor de orthodoxie tegen de iconoklasten, die alle iconen wilden vernietigen. Maar het eigenlijke doel van zijn leven was het onophoudelijk gebed. Hij woonde bij Gregorios op de Olymposberg en men sprak overal over zijn onvoorwaardelijke en ogenblikkelijke gehoorzaamheid. Na de dood van Gregorios bezocht Johannes verschillende steden waar de christenen het moeilijk hadden, om hun moed in te spreken en te verhalen over zijn geestelijke vader. Tenslotte werd hij monnik in het klooster van de heilige Chariton in Jeruzalem, waar hij in vrede is gestorven in 820.
De heilige Kosmas, bisschop van Chalcedon, afkomstig uit Constantinopel. Hij legde zich toe op de ascese, samen met zijn mede-monnik Auxentios. Tegen het einde van de 8e eeuw werd hij tot bisschop gekozen van Chalcedon, en Auxentios kwam met hem mee om hem te helpen met zijn werk en om samen het gebedsleven te blijven beoefenen.
Onder Leo de Armeniër ontstonden er moeilijkheden om de verering der iconen. Kosmas werd herhaalde malen in ballingschap gezonden, maar wegens het verzet van het volk weer teruggeroepen. Tenslotte zijn zij in ballingschap gestorven in de 9e eeuw. Hun lichamen werden echter naar de stad teruggebracht en rusten in de grote kerk van de heilige apostelen.
De heilige Euthymios, verlichter der Karelen. Hij was steeds verder naar het Noorden getrokken; zoals de heilige Zosimas, doch niet om de eenzaamheid te zoeken maar om aan de daar wonende volkeren Christus te brengen. Hij vestigde zich bij de Karelen aan de kust van de Witte Zee en stichtte daar zelfs een klooster, gewijd aan de heilige Nikolaas. Dit werd echter reeds spoedig door invallende Noormannen verwoest. Maar hij wist het weer op te bouwen met hulp van de vorstin van Novgorod, wier beide zonen daar in de Duna verdronken waren en die nu een kerk over hun graf wilde stichten. Hij is gestorven in 1435.
De heilige Johannes van Yannina, de oude hoofdstad van koning Pyrrhus. Zijn inkomen deelde hij altijd in drie gelijke delen: voor zijn ouders, voor de armen en voor zichzelf. Er heerste echter grote armoede en na de dood van zijn ouders trok Johannes naar Constantinopel, waar meer toekomst was voor een vakman kleermaker. De stad was sinds kort door de Turken veroverd, en een aantal mensen uit het gewone volk, die de zaken niet zo zwaar namen, waren uit angst tot de islam overgegaan. ln zijn werkplaats kwam hij voortdurend met hen in aanraking, en hij kon maar niet begrijpen dat zij zo onverschillig bleven over hun verraad van Christus. Hij kon er zich niet bij neerleggen en begon hun verwijten te maken. Juist omdat zij dit in hun hart ook wel voelden doch er zich tegen verzetten, konden zij dit niet verdragen en ze werden woedend. Ze grepen hem beet en sleurden hem voor de rechter met de beschuldiging dat hij hun geloof in de islam beledigd had.
Juist in het begin werd iedere uiting van opstandigheid natuurlijk zwaar bestraft, want terreur moest de anderen in toom houden. Johannes werd met vuur gefolterd en daarna onthoofd, Pasen 1526.
De heilige Johannes van Koelika was in zijn jeugd met Turkse kameraden opgegroeid en zonder nadenken tot de islam overgegaan. Toen hij man werd begon hij daarover na te denken, en hij kwam tot besef van wat hij gedaan had. Toen hij dat duidelijk zag, trok hij daaruit de consequentie en werd opnieuw christen wat het ook kosten zou. Hij werd toen gegrepen en na een dispuut over de islam door de Turken in een ijzeren kooi verbrand, 1564.
De heilige Euthymios de wonderdoener was zijn ouderlijk huis ontvlucht toen telkens weer druk op hem werd uitgeoefend dat hij moest trouwen. Hij werd monnik en was bij al zijn broeders geliefd om de toewijding waarmee hij alles wat hem werd opgedragen ten uitvoer bracht. Tegelijk toonde hij een warm hart voor allen met wie hij in aanraking kwam. Maar toen er een beroep op hem werd gedaan om de leiding op zich te nemen, trok hij ook hier weg en hij vestigde zich in de eenzaamheid. Op den duur kwamen veel mensen hem toch opzoeken, vooral daar God hem de gave van wonderen schonk: hij genas zieken, maakte blinden ziende, bracht herstel bij allerlei kwalen, totdat hij op hoge leeftijd overging naar de Heer.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-469/
De Maximovskaja ikoon van Moeder Gods Maria
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
19 april
De heilige Johannes van de Paleo-Laura (het Oude Klooster), in de woestijn Soekka van Palestina gesticht door de heilige Chariton de Grote. Hij leidde daar een leven van harde ascese in de 8e eeuw.
De heilige Georgios de belijder, bisschop van Antiochië in Pisidië, leefde ten tijde van keizer Leo de Armeniër de iconenbestrijder. Hij schreef hem dat hij daarmee afweek van de traditie van de kerk, en werd daarom van zijn zetel verdreven en in ballingschap gezonden tot aan: zijn dood. 9e eeuw.
De heilige Tryfon werd in 928 patriarch van Constantinopel, op voorwaarde dat hij afstand zou doen wanneer de zoon van de keizer meerderjarig werd omdat de keizer wilde dat deze patriarch werd. Dergelijke gebeurtenissen grepen plaats in een vervaltijd van het Byzantijnse rijk, en ook de kerk had daaronder te lijden. Op dit ogenblik was deze Theofylaktos 13 jaar oud, maar reeds 2 jaar later verklaarde de keizer hem meerderjarig. Tryfon, een strenge monnik, wilde aan deze gril niet toegeven, maar de secretaris van de keizer wist hem op arglistige wijze een handtekening te ontfutselen, die toen op zijn ontslag-aanvraag bleek te staan. Tryfon wilde daar geen openlijke ruzie over maken en hij trok zich in zijn klooster terug, waar hij in 933 in vrede ontslapen is.
De heilige Nikeforos uit Constantinopel, deelde zijn vermogen uit aan de armen en ging naar Chalcedon; waar hij monnik werd in het klooster van de heilige Andreas. Om zijn heilig leven werd hij tot abt gekozen.
Hij had contact met de mensen uit de omgeving, en van het heidense platteland van Fenicië bekeerden zich velen tot het geloof in Christus. Nadat hij het klooster gedurende 38 jaar had bestuurd, is hij op een tocht naar Chalcedon onderweg gestorven.
De heilige Pafnutios, priestermonnik te Jeruzalem, moest tijdens de vervolging martelingen door wilde dieren, door vuur en door het zwaard ondergaan. Zijn relieken werden verheerlijkt door de eruit stromende wonderwerkende myron.
De heilige Symeon -de barrevoetse- was de zoon van een priester. Van jongsaf had hij als asceet geleefd op de Olymposberg. Toen zijn geestelijk vader gestorven was, trok hij naar de Athos en werd monnik in het Filotheo-klooster.De andere monniken waren zo gesticht door zijn radicale levenswijze dat ze hem tot abt kozen. Later zocht hij weer de eenzaamheid en hij vestigde zich op de Flamoerionberg, met een wilde appelboom als enige beschutting. Hij liep altijd barrevoets over de ruwe stenen, sliep op de naakte grond en maakte nooit gebruik van vuur. De mensen die hij ontlopen was, kwamen hem opzoeken; zoals dikwijls gebeurt wanneer iemand geheel uit God leeft. Zij vestigden zich eerst in nabijgelegen holen, maar spoedig werd er gebouwd en er ontstond een klooster‚ gewijd aan de heilige Drie-eenheid.
Nu zag Symeon dat men nog op een andere wijze het leven der apostelen kon navolgen. Wanneer iemand vervuld is van de Geest van God, en zichzelf geheel heeft vergeten, dan kan God hem gebruiken om rechtstreeks tot de mensen te spreken.
Hij trok nu rond door stad en land, om de christenen op te wekken tot een inniger geestelijk leven, opdat zij zouden inzien wat het eigenlijke doel van het leven is. Zo kwam hij ook in Constantinopel, waar hij in vrede gestorven is in de 16e eeuw.
De heilige Agathangelos, een jongen uit Thracië, was als slaaf verkocht aan enkele Turken. Dezen lieten hem besnijden en voedden hem op als moslim. Toen hij groter werd, begreep hij dat hij bij Christus hoorde. Hij wist te ontsnappen en naar de Athos te gaan, waar hij als boeteling monnik werd in het klooster Esfigmenou. Maar zijn geweten liet hem niet met rust en hij wist toestemming te krijgen van zijn geestelijk vader om de marteldood te zoeken. Hij kwam op een schip terecht dat naar Smyrna voer. Daar liet hij aan de Turken zien dat hij een Kruis droeg en een icoon van de Opstanding van Christus bij zich had. Als een onbekende, zonder enige bescherming, werd er kort proces met hem gemaakt, en hij werd onthoofd in 1819. Hij was toen een jongeman van 19 jaar.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-470/
De heilige Johannes van de Paleo-Laura (het Oude Klooster), in de woestijn Soekka van Palestina gesticht door de heilige Chariton de Grote. Hij leidde daar een leven van harde ascese in de 8e eeuw.
De heilige Georgios de belijder, bisschop van Antiochië in Pisidië, leefde ten tijde van keizer Leo de Armeniër de iconenbestrijder. Hij schreef hem dat hij daarmee afweek van de traditie van de kerk, en werd daarom van zijn zetel verdreven en in ballingschap gezonden tot aan: zijn dood. 9e eeuw.
De heilige Tryfon werd in 928 patriarch van Constantinopel, op voorwaarde dat hij afstand zou doen wanneer de zoon van de keizer meerderjarig werd omdat de keizer wilde dat deze patriarch werd. Dergelijke gebeurtenissen grepen plaats in een vervaltijd van het Byzantijnse rijk, en ook de kerk had daaronder te lijden. Op dit ogenblik was deze Theofylaktos 13 jaar oud, maar reeds 2 jaar later verklaarde de keizer hem meerderjarig. Tryfon, een strenge monnik, wilde aan deze gril niet toegeven, maar de secretaris van de keizer wist hem op arglistige wijze een handtekening te ontfutselen, die toen op zijn ontslag-aanvraag bleek te staan. Tryfon wilde daar geen openlijke ruzie over maken en hij trok zich in zijn klooster terug, waar hij in 933 in vrede ontslapen is.
De heilige Nikeforos uit Constantinopel, deelde zijn vermogen uit aan de armen en ging naar Chalcedon; waar hij monnik werd in het klooster van de heilige Andreas. Om zijn heilig leven werd hij tot abt gekozen.
Hij had contact met de mensen uit de omgeving, en van het heidense platteland van Fenicië bekeerden zich velen tot het geloof in Christus. Nadat hij het klooster gedurende 38 jaar had bestuurd, is hij op een tocht naar Chalcedon onderweg gestorven.
De heilige Pafnutios, priestermonnik te Jeruzalem, moest tijdens de vervolging martelingen door wilde dieren, door vuur en door het zwaard ondergaan. Zijn relieken werden verheerlijkt door de eruit stromende wonderwerkende myron.
De heilige Symeon -de barrevoetse- was de zoon van een priester. Van jongsaf had hij als asceet geleefd op de Olymposberg. Toen zijn geestelijk vader gestorven was, trok hij naar de Athos en werd monnik in het Filotheo-klooster.De andere monniken waren zo gesticht door zijn radicale levenswijze dat ze hem tot abt kozen. Later zocht hij weer de eenzaamheid en hij vestigde zich op de Flamoerionberg, met een wilde appelboom als enige beschutting. Hij liep altijd barrevoets over de ruwe stenen, sliep op de naakte grond en maakte nooit gebruik van vuur. De mensen die hij ontlopen was, kwamen hem opzoeken; zoals dikwijls gebeurt wanneer iemand geheel uit God leeft. Zij vestigden zich eerst in nabijgelegen holen, maar spoedig werd er gebouwd en er ontstond een klooster‚ gewijd aan de heilige Drie-eenheid.
Nu zag Symeon dat men nog op een andere wijze het leven der apostelen kon navolgen. Wanneer iemand vervuld is van de Geest van God, en zichzelf geheel heeft vergeten, dan kan God hem gebruiken om rechtstreeks tot de mensen te spreken.
Hij trok nu rond door stad en land, om de christenen op te wekken tot een inniger geestelijk leven, opdat zij zouden inzien wat het eigenlijke doel van het leven is. Zo kwam hij ook in Constantinopel, waar hij in vrede gestorven is in de 16e eeuw.
De heilige Agathangelos, een jongen uit Thracië, was als slaaf verkocht aan enkele Turken. Dezen lieten hem besnijden en voedden hem op als moslim. Toen hij groter werd, begreep hij dat hij bij Christus hoorde. Hij wist te ontsnappen en naar de Athos te gaan, waar hij als boeteling monnik werd in het klooster Esfigmenou. Maar zijn geweten liet hem niet met rust en hij wist toestemming te krijgen van zijn geestelijk vader om de marteldood te zoeken. Hij kwam op een schip terecht dat naar Smyrna voer. Daar liet hij aan de Turken zien dat hij een Kruis droeg en een icoon van de Opstanding van Christus bij zich had. Als een onbekende, zonder enige bescherming, werd er kort proces met hem gemaakt, en hij werd onthoofd in 1819. Hij was toen een jongeman van 19 jaar.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-470/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
22 april
De heilige Nathanaël de apostel. Ofschoon we over hem slechts weinig feiten bezitten, hebben we toch een vrij duidelijke indruk van zijn persoonlijkheid door het mooie verhaal van zijn roeping in het Johannes-Evangelie (1 :45-51). Filippos die zojuist door Christus is uitgenodigd, komt vol enthousiasme aan Nathanaël vertellen dat ze de Messias gevonden hebben. Nathanaël reageert sceptisch, maar laat zich toch overhalen zelf te gaan zien. Christus begroet hem met een lofrede op zijn volkomen eerlijkheid. Nog haalt Nathanaël de schouders op: “Wat kunt U nu van mij weten?” En dan komt dat geheimzinnige antwoord: “lk heb je gezien onder de vijgenboom”. En tegelijk staat Nathanaël in vuur en vlam: “Meester, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van lsraël!”
Verder zijn er over hem slechts enkele legendarische aanwijzingen. We weten niet eens of hij werkelijk bij de apostelen behoord heeft, en hij wordt genoemd als Bartholomeos en door anderen als Simon de Zeloot. Dan zou hij het geloof verkondigd hebben van Afrika tot Brittannië, en daar gekruisigd zijn.
De heilige Epipodius en Alexander de Griek, woonden in Lyon en waren boezemvrienden vanaf hun jeugd. Samen streefden zij naar de christelijke volmaaktheid en ze wilden niet in het huwelijk treden. Toen er een nieuwe golf van vervolging losbrak, ontvluchtten zij de stad, zoals Christus in het Evangelie aanraadde. Ze vonden onderdak bij een christen weduwe in een naburig dorp. Door zich heel rustig te houden poogden ze aan de aandacht te ontsnappen, maar bij een razzia werden ze toch gegrepen. Onder heftige martelingen werden zij ter dood gebracht, in het jaar 177.
De heilige Soter, martelaar, en Caius, pausen van Rome. Soter werd gekozen in 173. Hij was een tedere vader voor allen die om een of andere reden ongelukkig waren. Hij zorgde vrijgevig voor de armen en zond ook rijke gaven naar andere kerken die in nood verkeerden. Er bestaan nog bedankbrieven van de heilige bisschop Dionysios van de kerk van Corinthe. Hij bestuurde de kerk gedurende 4 jaar. Over zijn dood is niets bekend, maar hij werd vanaf het begin als martelaar genoemd. Caius, afkomstig uit Dalmatië, kwam op de zetel in 283, toen juist de kerk-vrede gebroken werd door een vervolging die 2 jaar duurde. Hij moest wel lijden maar werd niet ter dood gebracht. Vanuit een schuiladres bemoedigde hij de gelovigen die veel vertrouwen in hem hadden, en hem smeekten zich niet bloot te stellen aan de marteldood. Hij is dus in vrede gestorven, na een bewind van ruim 12 jaar, op deze dag in 296.
De heilige Opportuna, abdis van Montreuil (Normandië), uit de Normandische adel. Als meisje had zij zich voorgenomen haar leven aan God te wijden, en zij liet zich ook door de schitterendste huwelijksaanzoeken daar niet van af brengen. Haar ouders stemden tenslotte toe met haar intrede in de abdij van Montreuil. Zij was een voorbeeldige moniale, en een aantrekkelijke, gezaghebbende persoonlijkheid. Dit was voor de communauteit de reden haar tot abdis te kiezen toen de regerende abdis gestorven was.
Zij zag haar taak vooral in het voorbeeld zijn voor de zusters, en zocht met steeds grotere consequentie het zuiver geestelijk leven. Vaak bracht zij de gehele nacht in gebed door. Zomer en winter droeg zij hetzelfde habijt. Zij legde zichzelf strenge vasten op: woensdag en vrijdag at zij in het geheel niet, de andere weekdagen gebruikte zij alleen ‘s avonds een maaltijd van grof brood en groente. Maar voor de anderen zorgde zij met tedere bezorgdheid.
Opportuna onderhield een warme vriendschap met haar broer, Chrodegang, de bisschop van Séez. Deze nam voor een aantal jaren afscheid van zijn diocees om een grote bedevaart te maken naar de graven van de apostelen in Rome, en waarschijnlijk ook om daar een ambt te vervullen, want pas na 7 jaar keerde hij terug. Hij had een vriend aangesteld als plaatsvervanger, maar deze had het bisdom slecht beheerd.
Hij was intussen aan deze machtspositie gewend geraakt en liet daarom Chrodegang op de thuisweg laaghartig vermoorden (gedachtenis 3 september).
De diep bedroefde abdis ging het lichaam zoeken en bracht het naar Montreuil om het daar te begraven. Toen zij zelf stierf in 770 werd zij bij hem in het graf gelegd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-473/
Natanaël
Koningin Tamara van Georgië
De heilige Nathanaël de apostel. Ofschoon we over hem slechts weinig feiten bezitten, hebben we toch een vrij duidelijke indruk van zijn persoonlijkheid door het mooie verhaal van zijn roeping in het Johannes-Evangelie (1 :45-51). Filippos die zojuist door Christus is uitgenodigd, komt vol enthousiasme aan Nathanaël vertellen dat ze de Messias gevonden hebben. Nathanaël reageert sceptisch, maar laat zich toch overhalen zelf te gaan zien. Christus begroet hem met een lofrede op zijn volkomen eerlijkheid. Nog haalt Nathanaël de schouders op: “Wat kunt U nu van mij weten?” En dan komt dat geheimzinnige antwoord: “lk heb je gezien onder de vijgenboom”. En tegelijk staat Nathanaël in vuur en vlam: “Meester, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van lsraël!”
Verder zijn er over hem slechts enkele legendarische aanwijzingen. We weten niet eens of hij werkelijk bij de apostelen behoord heeft, en hij wordt genoemd als Bartholomeos en door anderen als Simon de Zeloot. Dan zou hij het geloof verkondigd hebben van Afrika tot Brittannië, en daar gekruisigd zijn.
De heilige Epipodius en Alexander de Griek, woonden in Lyon en waren boezemvrienden vanaf hun jeugd. Samen streefden zij naar de christelijke volmaaktheid en ze wilden niet in het huwelijk treden. Toen er een nieuwe golf van vervolging losbrak, ontvluchtten zij de stad, zoals Christus in het Evangelie aanraadde. Ze vonden onderdak bij een christen weduwe in een naburig dorp. Door zich heel rustig te houden poogden ze aan de aandacht te ontsnappen, maar bij een razzia werden ze toch gegrepen. Onder heftige martelingen werden zij ter dood gebracht, in het jaar 177.
De heilige Soter, martelaar, en Caius, pausen van Rome. Soter werd gekozen in 173. Hij was een tedere vader voor allen die om een of andere reden ongelukkig waren. Hij zorgde vrijgevig voor de armen en zond ook rijke gaven naar andere kerken die in nood verkeerden. Er bestaan nog bedankbrieven van de heilige bisschop Dionysios van de kerk van Corinthe. Hij bestuurde de kerk gedurende 4 jaar. Over zijn dood is niets bekend, maar hij werd vanaf het begin als martelaar genoemd. Caius, afkomstig uit Dalmatië, kwam op de zetel in 283, toen juist de kerk-vrede gebroken werd door een vervolging die 2 jaar duurde. Hij moest wel lijden maar werd niet ter dood gebracht. Vanuit een schuiladres bemoedigde hij de gelovigen die veel vertrouwen in hem hadden, en hem smeekten zich niet bloot te stellen aan de marteldood. Hij is dus in vrede gestorven, na een bewind van ruim 12 jaar, op deze dag in 296.
De heilige Opportuna, abdis van Montreuil (Normandië), uit de Normandische adel. Als meisje had zij zich voorgenomen haar leven aan God te wijden, en zij liet zich ook door de schitterendste huwelijksaanzoeken daar niet van af brengen. Haar ouders stemden tenslotte toe met haar intrede in de abdij van Montreuil. Zij was een voorbeeldige moniale, en een aantrekkelijke, gezaghebbende persoonlijkheid. Dit was voor de communauteit de reden haar tot abdis te kiezen toen de regerende abdis gestorven was.
Zij zag haar taak vooral in het voorbeeld zijn voor de zusters, en zocht met steeds grotere consequentie het zuiver geestelijk leven. Vaak bracht zij de gehele nacht in gebed door. Zomer en winter droeg zij hetzelfde habijt. Zij legde zichzelf strenge vasten op: woensdag en vrijdag at zij in het geheel niet, de andere weekdagen gebruikte zij alleen ‘s avonds een maaltijd van grof brood en groente. Maar voor de anderen zorgde zij met tedere bezorgdheid.
Opportuna onderhield een warme vriendschap met haar broer, Chrodegang, de bisschop van Séez. Deze nam voor een aantal jaren afscheid van zijn diocees om een grote bedevaart te maken naar de graven van de apostelen in Rome, en waarschijnlijk ook om daar een ambt te vervullen, want pas na 7 jaar keerde hij terug. Hij had een vriend aangesteld als plaatsvervanger, maar deze had het bisdom slecht beheerd.
Hij was intussen aan deze machtspositie gewend geraakt en liet daarom Chrodegang op de thuisweg laaghartig vermoorden (gedachtenis 3 september).
De diep bedroefde abdis ging het lichaam zoeken en bracht het naar Montreuil om het daar te begraven. Toen zij zelf stierf in 770 werd zij bij hem in het graf gelegd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-473/
Natanaël
Koningin Tamara van Georgië
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
23 april
De heilige Georgios, nieuwe martelaar, afkomstig van Cyprus, werd ervan beschuldigd de godsdienst van de bezettende macht te hebben beledigd. Geen dreigementen konden hem ertoe brengen zijn geloof te verloochenen. Hij werd gefolterd in een vuur en vervolgens in stukken gesneden. Zo heeft hij zijn bloedgetuigenis afgelegd in Ptolemaïs, in 1752.
De heilige Lazaros, nieuwe martelaar, was een jonge Bulgaar, als slaaf verkocht naar Klein-Azië. Daar was hij schaapherder in de buurt van Pergamum. Toen hij niet inging op de avances van de boerin, diende zij een klacht in dat hij haar had lastig gevallen. Lazaros werd toen gevangen genomen‚ zwaar gefolterd en gewurgd, in 1802, in de ouderdom van 28 jaar.
De heilige Adalbert, bisschop van Praag, werd in 956 uit een van de beroemdste heidense Boheemse families geboren en kreeg de naam Wojtisj; hij had nog 6 broers. Als baby werd hij getroffen door een dodelijke ziekte, en daarom deden zijn ouders een gelofte aan de heilige Moeder Gods hem aan God toe te wijden, wanneer hij genezen mocht. Dit geschiedde en daarom werd hij voor zijn opvoeding toevertrouwd aan zijn oom Adalbert, de aartsbisschop van Maagdenburg, die hem zijn eigen naam als doopnaam gaf. Bij diens dood keerde de 25-jarige Adalbert naar Bohemen terug, waar hij tot priester werd gewijd.
Niet lang daarna stierf de bisschop, die hem gewijd had, in een toestand van volstrekte wanhoop. Hij schreeuwde het uit dat hij verdoemd was omdat hij de plichten van zijn staat verwaarloosd had en een werelds leven had geleid. Dit maakte een geweldige indruk op Adalbert, die erbij tegenwoordig was. Hij maakte een volledige omkeer door, en het volgende jaar kozen volk en geestelijkheid hem tot bisschop van Praag; de 28e juni 983 werd hij gewijd, nauwelijks 27 jaar oud. Hij was zich zo sterk van zijn zware verantwoordelijkheid bewust dat niemand hem sindsdien meer heeft zien lachen.
Hij deed blootsvoets zijn plechtige intrede. Het bisschopsinkomen verdeelde hij in vier gelijke delen: voor het onderhoud van de kerk, voor zijn kanunniken, voor de behoeftigen, en het laatste deel voor zijn eigen huishouding. Daarbij nodigde hij dagelijks 12 armen aan tafel. Er stond wel een bed in zijn slaapkamer, maar hij sliep op de grond en bracht een groot deel van de nacht biddend door. Hij preekte elke dag en bezocht zieken en gevangenen. Ook deed hij missiewerk tot in Hongarije en hij wist daar koning Stefanos niet alleen te winnen voor het geloof, maar hem ook te brengen tot een werkelijk heilig leven.
Maar in zijn eigen diocees had hij helaas des te meer reden tot somberheid, want hij slaagde er niet in de barbaarsheid van zijn volk en het wangedrag van de priesters te temperen. In 989 deed hij afstand van zijn zetel om een rustig monniksleven te gaan leiden in een abdij in Rome. De 24-jarige paus Gregorius V, die met jeugdig elan aan de hervorming van de kerk was begonnen, keurde het af dat Adalbert terugschrok voor zijn taak en stond erop dat hij naar Praag zou terugkeren. Toen de Bohemen hoorden dat hij zou terugkeren, terwijl ze helemaal niet van zijn striktheid gediend waren, brachten zij een duivels plan ten uitvoer. Zij roeiden zijn gehele familie uit, verbrandden hun kastelen en zonden een koelbloedige boodschap aan Adalbert dat zij te slecht waren voor een goede bisschop.
Nu het hem zo onmogelijk gemaakt was naar Praag terug te keren, en hij toch niet aan zijn opdracht wilde verzaken, trok Adalbert verder door naar het Noorden, om het christendom te prediken in het heidense Pruisen. In de buurt van Danzig werd hij door een oorlogsgroep van de Wenden overvallen en met speren doorboord.
Zo vond hij de marteldood in het jaar 997, toen hij 41 jaar oud was. Om zijn marteldood wordt hij geëerd als de apostel van Pruisen.
De heilige priester Felix en de diakens Fortunatus en Achilles waren door de heilige lreneos van Lyon naar het heidense Gallië gezonden. Toen zij samen het officie zongen, werden zij als christenen herkend en in de gevangenis geworpen. In de nacht lagen de wachters in zulk een diepe slaap verzonken dat zij wisten vrij te komen. Toen gingen zij naar de heidense tempel en braken het grote standbeeld van Jupiter af, dat daar vereerd werd. Zij werden toen opnieuw gevangen genomen en onthoofd in 212 te Valence.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-474/
Graflegging van Jezus
Molchjenskaja icoon van Madonna
De heilige Georgios, nieuwe martelaar, afkomstig van Cyprus, werd ervan beschuldigd de godsdienst van de bezettende macht te hebben beledigd. Geen dreigementen konden hem ertoe brengen zijn geloof te verloochenen. Hij werd gefolterd in een vuur en vervolgens in stukken gesneden. Zo heeft hij zijn bloedgetuigenis afgelegd in Ptolemaïs, in 1752.
De heilige Lazaros, nieuwe martelaar, was een jonge Bulgaar, als slaaf verkocht naar Klein-Azië. Daar was hij schaapherder in de buurt van Pergamum. Toen hij niet inging op de avances van de boerin, diende zij een klacht in dat hij haar had lastig gevallen. Lazaros werd toen gevangen genomen‚ zwaar gefolterd en gewurgd, in 1802, in de ouderdom van 28 jaar.
De heilige Adalbert, bisschop van Praag, werd in 956 uit een van de beroemdste heidense Boheemse families geboren en kreeg de naam Wojtisj; hij had nog 6 broers. Als baby werd hij getroffen door een dodelijke ziekte, en daarom deden zijn ouders een gelofte aan de heilige Moeder Gods hem aan God toe te wijden, wanneer hij genezen mocht. Dit geschiedde en daarom werd hij voor zijn opvoeding toevertrouwd aan zijn oom Adalbert, de aartsbisschop van Maagdenburg, die hem zijn eigen naam als doopnaam gaf. Bij diens dood keerde de 25-jarige Adalbert naar Bohemen terug, waar hij tot priester werd gewijd.
Niet lang daarna stierf de bisschop, die hem gewijd had, in een toestand van volstrekte wanhoop. Hij schreeuwde het uit dat hij verdoemd was omdat hij de plichten van zijn staat verwaarloosd had en een werelds leven had geleid. Dit maakte een geweldige indruk op Adalbert, die erbij tegenwoordig was. Hij maakte een volledige omkeer door, en het volgende jaar kozen volk en geestelijkheid hem tot bisschop van Praag; de 28e juni 983 werd hij gewijd, nauwelijks 27 jaar oud. Hij was zich zo sterk van zijn zware verantwoordelijkheid bewust dat niemand hem sindsdien meer heeft zien lachen.
Hij deed blootsvoets zijn plechtige intrede. Het bisschopsinkomen verdeelde hij in vier gelijke delen: voor het onderhoud van de kerk, voor zijn kanunniken, voor de behoeftigen, en het laatste deel voor zijn eigen huishouding. Daarbij nodigde hij dagelijks 12 armen aan tafel. Er stond wel een bed in zijn slaapkamer, maar hij sliep op de grond en bracht een groot deel van de nacht biddend door. Hij preekte elke dag en bezocht zieken en gevangenen. Ook deed hij missiewerk tot in Hongarije en hij wist daar koning Stefanos niet alleen te winnen voor het geloof, maar hem ook te brengen tot een werkelijk heilig leven.
Maar in zijn eigen diocees had hij helaas des te meer reden tot somberheid, want hij slaagde er niet in de barbaarsheid van zijn volk en het wangedrag van de priesters te temperen. In 989 deed hij afstand van zijn zetel om een rustig monniksleven te gaan leiden in een abdij in Rome. De 24-jarige paus Gregorius V, die met jeugdig elan aan de hervorming van de kerk was begonnen, keurde het af dat Adalbert terugschrok voor zijn taak en stond erop dat hij naar Praag zou terugkeren. Toen de Bohemen hoorden dat hij zou terugkeren, terwijl ze helemaal niet van zijn striktheid gediend waren, brachten zij een duivels plan ten uitvoer. Zij roeiden zijn gehele familie uit, verbrandden hun kastelen en zonden een koelbloedige boodschap aan Adalbert dat zij te slecht waren voor een goede bisschop.
Nu het hem zo onmogelijk gemaakt was naar Praag terug te keren, en hij toch niet aan zijn opdracht wilde verzaken, trok Adalbert verder door naar het Noorden, om het christendom te prediken in het heidense Pruisen. In de buurt van Danzig werd hij door een oorlogsgroep van de Wenden overvallen en met speren doorboord.
Zo vond hij de marteldood in het jaar 997, toen hij 41 jaar oud was. Om zijn marteldood wordt hij geëerd als de apostel van Pruisen.
De heilige priester Felix en de diakens Fortunatus en Achilles waren door de heilige lreneos van Lyon naar het heidense Gallië gezonden. Toen zij samen het officie zongen, werden zij als christenen herkend en in de gevangenis geworpen. In de nacht lagen de wachters in zulk een diepe slaap verzonken dat zij wisten vrij te komen. Toen gingen zij naar de heidense tempel en braken het grote standbeeld van Jupiter af, dat daar vereerd werd. Zij werden toen opnieuw gevangen genomen en onthoofd in 212 te Valence.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-474/
Graflegging van Jezus
Molchjenskaja icoon van Madonna
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
24 april
De heilige Egbert, priester-monnik. Hij was een van de vele Engelsen die overstaken naar Ierland, aangetrokken door de gastvrijheid en het intellectuele klimaat van de Ierse kloosters. Tegelijkertijd leefde daar de Griekse aartsbisschop van Canterbury, Theodoros, omringd door een hele schare van jonge Ierse monniken. Beiden vervulden een ideaal van deze eilandbewoners die zo zeer aan hun geboortegrond gehecht waren: de vrijwillige ballingschap omwille van het leven met Christus, ver van hun bezittingen en van hun familiebanden, in een leven van ascese en vooral van intensieve Schriftstudie.
Egbert was nog pas 25 jaar toen de heftige pestepidemie uitbrak die zulk een ravage aanrichtte onder de bevolking van de Britse eilanden. Dagelijks zag hij monniken sterven in zijn klooster, ten laatste werd hij zelf aangetast. Met zijn laatste krachten ontvluchtte hij de ziekenzaal om op een eenzame plek voor het laatst zijn zonden te bewenen. Hij dacht dat de tijd te kort was om werkelijk berouw te hebben en smeekte God zijn leven te sparen tot hij de zonden van zijn jeugd werkelijk zou hebben uitgeboet. Hij deed daarbij de gelofte dat hij dan voor altijd een banneling zou blijven en nooit meer naar Engeland zou terugkeren. Daarna keerde hij naar de ziekenzaal terug en legde zich neer naast een stervende vriend.
Plotseling kwam deze tot bewustzijn en klaagde “Ach, broeder Egbert‚ wat heb je gedaan? ik had me er zo op verheugd samen het eeuwige leven binnen te gaan, en nu laat je me sterven zonder jou, want je gebed is verhoord!” En hij stierf dezelfde nacht terwijl Egbert nog 65 jaren leefde, als een levend voorbeeld van alle monastieke deugden. Hij was door warme vriendschapsbanden verbonden, niet slechts met zijn landgenoten maar ook met de veeleisende Ieren die in hem een ideaal van heiligheid zagen. De vurige ijver waarmee hij zich toelegde op de studie van de heilige Schrift, zijn dorst naar kennis, de onrust die zich van hem meester maakte wanneer hem iets geschonken werd totdat hij het aan de armen had uitgedeeld, en de strenge ascese van zijn levenswijze, wekten ieders bewondering. En hij verwierf daarmee een onweersproken gezag.
Hij kwam op het denkbeeld zijn vurigste monniken te vormen tot missionarissen onder de Germanen en de Friezen en staat daarom aan de wieg van het christendom in onze streken. Eerst was hij zelf daartoe scheepgegaan, zelfs nadat hij door dromen van verschillende monniken daartegen gewaarschuwd was, maar toen zijn schip verging en op de Ierse kust werd teruggeworpen, begreep hij dat het Gods wil was dat hijzelf in lerland moest blijven. Zijn sterke persoonlijkheid en organisatorische begaafdheid vormden een vaste basis van waaruit telkens nieuwe hulptroepen naar de kloosterstichtingen op het vasteland werden gezonden. Want de bekering van deze stammen was een werk van lange adem dat alleen op deze wijze tot een goed einde kon worden gebracht. Door zijn gave om anderen te bezielen, door zijn strategische inzichten over de verdeling van het missiewerk en door het telkens zenden van de geschikte hulpkrachten, heeft hij veel meer tot stand gebracht dan hij door een persoonlijk optreden had kunnen doen. Denken wij slechts aan de vele heiligen die op deze wijze in onze landen gewerkt hebben, zoals Willibrord, Suitbertus, Adalbert en Werenfried.
Ook in Ierland zelf wist hij door jarenlang geduldig aandringen de scheuringen die de kerk verdeelden, tot oplossing te brengen. De laatste 9 jaren van zijn leven woonde hij daartoe in het beroemde klooster van Iona. Hij stierf daar, 90 jaar oud, op de 14e april van het jaar 729, tijdens het Paasfeest, dat toen voor het eerst op dezelfde datum als in heel de christenheid werd gevierd.
De heilige Bova en Doda (Bona), abdissen te Reims. Bova, een nicht van koning Dagobert, leefde op voorbeeldige wijze in het huis van haar ouders tot haar 30e jaar. Toen men haar wilde dwingen in het huwelijk te treden ging zij naar het klooster dat haar broer had gesticht, in een voorstadje van Reims. Zij trachtte daar zichzelf geheel en al weg te cijferen, maar kon, ondanks al haar tegenstand, toch niet verhinderen dat zij later tot abdis werd gekozen. Zij is gestorven in 673. Zij werd opgevolgd door haar nicht Doda, die geheel van eenzelfde geest was vervuld. Haar sterfdatum is onbekend en daarom wordt zij samen herdacht met de heilige Bova.
Wilfried
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-475/
Tsaregradskaja ('Constantinopolitaanse') icoon van Madonna De Opstanding van Jezus
De heilige Egbert, priester-monnik. Hij was een van de vele Engelsen die overstaken naar Ierland, aangetrokken door de gastvrijheid en het intellectuele klimaat van de Ierse kloosters. Tegelijkertijd leefde daar de Griekse aartsbisschop van Canterbury, Theodoros, omringd door een hele schare van jonge Ierse monniken. Beiden vervulden een ideaal van deze eilandbewoners die zo zeer aan hun geboortegrond gehecht waren: de vrijwillige ballingschap omwille van het leven met Christus, ver van hun bezittingen en van hun familiebanden, in een leven van ascese en vooral van intensieve Schriftstudie.
Egbert was nog pas 25 jaar toen de heftige pestepidemie uitbrak die zulk een ravage aanrichtte onder de bevolking van de Britse eilanden. Dagelijks zag hij monniken sterven in zijn klooster, ten laatste werd hij zelf aangetast. Met zijn laatste krachten ontvluchtte hij de ziekenzaal om op een eenzame plek voor het laatst zijn zonden te bewenen. Hij dacht dat de tijd te kort was om werkelijk berouw te hebben en smeekte God zijn leven te sparen tot hij de zonden van zijn jeugd werkelijk zou hebben uitgeboet. Hij deed daarbij de gelofte dat hij dan voor altijd een banneling zou blijven en nooit meer naar Engeland zou terugkeren. Daarna keerde hij naar de ziekenzaal terug en legde zich neer naast een stervende vriend.
Plotseling kwam deze tot bewustzijn en klaagde “Ach, broeder Egbert‚ wat heb je gedaan? ik had me er zo op verheugd samen het eeuwige leven binnen te gaan, en nu laat je me sterven zonder jou, want je gebed is verhoord!” En hij stierf dezelfde nacht terwijl Egbert nog 65 jaren leefde, als een levend voorbeeld van alle monastieke deugden. Hij was door warme vriendschapsbanden verbonden, niet slechts met zijn landgenoten maar ook met de veeleisende Ieren die in hem een ideaal van heiligheid zagen. De vurige ijver waarmee hij zich toelegde op de studie van de heilige Schrift, zijn dorst naar kennis, de onrust die zich van hem meester maakte wanneer hem iets geschonken werd totdat hij het aan de armen had uitgedeeld, en de strenge ascese van zijn levenswijze, wekten ieders bewondering. En hij verwierf daarmee een onweersproken gezag.
Hij kwam op het denkbeeld zijn vurigste monniken te vormen tot missionarissen onder de Germanen en de Friezen en staat daarom aan de wieg van het christendom in onze streken. Eerst was hij zelf daartoe scheepgegaan, zelfs nadat hij door dromen van verschillende monniken daartegen gewaarschuwd was, maar toen zijn schip verging en op de Ierse kust werd teruggeworpen, begreep hij dat het Gods wil was dat hijzelf in lerland moest blijven. Zijn sterke persoonlijkheid en organisatorische begaafdheid vormden een vaste basis van waaruit telkens nieuwe hulptroepen naar de kloosterstichtingen op het vasteland werden gezonden. Want de bekering van deze stammen was een werk van lange adem dat alleen op deze wijze tot een goed einde kon worden gebracht. Door zijn gave om anderen te bezielen, door zijn strategische inzichten over de verdeling van het missiewerk en door het telkens zenden van de geschikte hulpkrachten, heeft hij veel meer tot stand gebracht dan hij door een persoonlijk optreden had kunnen doen. Denken wij slechts aan de vele heiligen die op deze wijze in onze landen gewerkt hebben, zoals Willibrord, Suitbertus, Adalbert en Werenfried.
Ook in Ierland zelf wist hij door jarenlang geduldig aandringen de scheuringen die de kerk verdeelden, tot oplossing te brengen. De laatste 9 jaren van zijn leven woonde hij daartoe in het beroemde klooster van Iona. Hij stierf daar, 90 jaar oud, op de 14e april van het jaar 729, tijdens het Paasfeest, dat toen voor het eerst op dezelfde datum als in heel de christenheid werd gevierd.
De heilige Bova en Doda (Bona), abdissen te Reims. Bova, een nicht van koning Dagobert, leefde op voorbeeldige wijze in het huis van haar ouders tot haar 30e jaar. Toen men haar wilde dwingen in het huwelijk te treden ging zij naar het klooster dat haar broer had gesticht, in een voorstadje van Reims. Zij trachtte daar zichzelf geheel en al weg te cijferen, maar kon, ondanks al haar tegenstand, toch niet verhinderen dat zij later tot abdis werd gekozen. Zij is gestorven in 673. Zij werd opgevolgd door haar nicht Doda, die geheel van eenzelfde geest was vervuld. Haar sterfdatum is onbekend en daarom wordt zij samen herdacht met de heilige Bova.
Wilfried
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-475/
Tsaregradskaja ('Constantinopolitaanse') icoon van Madonna De Opstanding van Jezus
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
25 april
De heilige Anianos, de opvolger van de heilige Markos op de zetel van Alexandrië, was een schoenmaker die de heilige apostel Markos in zijn huis had opgenomen toen deze in Alexandrië voet aan wal zette. Een vriendelijke legende verhaalt dat de riem van Markos’ sandaal gescheurd was en dat Anianos bij het repareren zijn hand met de els doorboorde, zodat hij het uitschreeuwde van de pijn. Markos genas de wond en won zo het hart van Anianos. Vol geestdrift aanvaardde deze de boodschap van het Evangelie, en een brandende liefde tot Christus maakte hem tot een ijveraar om ook aan zijn medeburgers die blijde boodschap te verkondigen. Hij werd dan ook spoedig de medewerker van de apostel en beheerde de bisschopszetel nog 19 jaar, tot aan zijn dood, 26 november van het jaar 86. Hij wordt echter herdacht samen met de heilige Markos.
De heilige Fiari (Phebadus), bisschop van Agen in Aquitanië (Zuid- Frankrijk), was een trouwe medestander van de heilige Hilarion van Poitiers in de strijd tegen het opdringende Arianisme. In 358 schreef hij een scherpe weerlegging van de ariaans getinte alternatieve geloofsbelijdenis, hoewel zelfs de beroemde Hosios zich had laten verleiden die te tekenen. Op het concilie van Rimini dat het volgend jaar gehouden werd, was hij het middelpunt van het verzet, samen met de heilige Servatius, de bisschop van Tongeren. Hij is heel oud geworden en leefde nog in 392, toen de heilige Hiëronymos zijn boek over de beroemdheden schreef. Hij zal dus tegen het jaar 400 gestorven zijn.
De heilige Ivo was een Perzische bisschop die als missionaris naar Engeland was gekomen, waar hij het geloof predikte in de 7e eeuw, ongeveer in dezelfde tijd als de heilige Augustinus. Op het eind van zijn leven trok hij zich terug voor een leven van gebed, nachtwaken en vasten. Zijn sterfjaar is onbekend. Op de 24e april van het jaar 1001 werd zijn graf geopend en zijn lichaam nog geheel ongeschonden teruggevonden. Op die plaats werd een benedictijner abdij gebouwd.
De heilige Maughold (Maccald of Macull), bisschop van Man. Hij was een roverhoofdman met een losbandige levenswijze, voortdurend uit op plundering en doodslag. Toen hun troep eens het pad van de heilige Patrick kruiste, wilden zij hem bespottelijk maken. Een van de bendeleden hield zich ziek en lag op de grond, bedekt met een mantel. Zij vroegen aan de heilige over hem te komen zingen om hem weer gezond te maken. Deze willigde het verzoek in. Hij trok de mantel van de zogenaamde zieke af, die gestorven bleek te zijn. Dit feit joeg de anderen grote angst aan en zij zagen nu in Patrick werkelijk een man Gods.
Maughold bekeerde zich en werd gedoopt en vroeg welke boete hij moest volbrengen voor zijn zondig verleden. De heilige beval hem zich aan de zee toe te vertrouwen in een wankel bootje, met niets anders bij zich dan het boetegewaad dat hij aanhad. Hij gehoorzaamde en dreef aan land op, het eiland, Man. Daar werd hij vriendelijk opgenomen door de bisschop die ook zijn geestelijke raadsman werd. Hij leidde zulk een boetvaardig leven dat hij in 498 tot bisschop gekozen werd. Een herinnering aan zijn bestuur is de verdeling van het eiland over 17 parochies. Hij is gestorven rond 518.
De heilige Erminus was geboren in het dorpje Erclie, nabij Laon. Daar werd hij priester gewijd en hij werd toen monnik in de abdij van Lobes, onder de heilige Ursmaris. Toen deze oud werd stelde hij Erminus als zijn plaatsvervanger aan. Hij werd ook bisschop gewijd met jurisdictie over het boerenland, waar hij het licht van het Evangelie bracht. Hij is gestorven in 737.
Martelares Callista
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Stefanos, bisschop te Antiochië, in de Orontes verdronken ten tijde van keizer Zeno; Evodios met zijn broeder Hermogenes en Kallista; de diakens Filo en Agathopos te Antiochië, geroemd door de bisschop-martelaar Ignatios; Nike, door de marteling van Georgios bekeerd, en onthoofd; en 8 monniken, omgebracht met het zwaard.
Eveneens op deze dag de heilige Rusticus, bisschop van Lyon, 501; en Floribertus, bisschop-belijder.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-476/
De heilige Anianos, de opvolger van de heilige Markos op de zetel van Alexandrië, was een schoenmaker die de heilige apostel Markos in zijn huis had opgenomen toen deze in Alexandrië voet aan wal zette. Een vriendelijke legende verhaalt dat de riem van Markos’ sandaal gescheurd was en dat Anianos bij het repareren zijn hand met de els doorboorde, zodat hij het uitschreeuwde van de pijn. Markos genas de wond en won zo het hart van Anianos. Vol geestdrift aanvaardde deze de boodschap van het Evangelie, en een brandende liefde tot Christus maakte hem tot een ijveraar om ook aan zijn medeburgers die blijde boodschap te verkondigen. Hij werd dan ook spoedig de medewerker van de apostel en beheerde de bisschopszetel nog 19 jaar, tot aan zijn dood, 26 november van het jaar 86. Hij wordt echter herdacht samen met de heilige Markos.
De heilige Fiari (Phebadus), bisschop van Agen in Aquitanië (Zuid- Frankrijk), was een trouwe medestander van de heilige Hilarion van Poitiers in de strijd tegen het opdringende Arianisme. In 358 schreef hij een scherpe weerlegging van de ariaans getinte alternatieve geloofsbelijdenis, hoewel zelfs de beroemde Hosios zich had laten verleiden die te tekenen. Op het concilie van Rimini dat het volgend jaar gehouden werd, was hij het middelpunt van het verzet, samen met de heilige Servatius, de bisschop van Tongeren. Hij is heel oud geworden en leefde nog in 392, toen de heilige Hiëronymos zijn boek over de beroemdheden schreef. Hij zal dus tegen het jaar 400 gestorven zijn.
De heilige Ivo was een Perzische bisschop die als missionaris naar Engeland was gekomen, waar hij het geloof predikte in de 7e eeuw, ongeveer in dezelfde tijd als de heilige Augustinus. Op het eind van zijn leven trok hij zich terug voor een leven van gebed, nachtwaken en vasten. Zijn sterfjaar is onbekend. Op de 24e april van het jaar 1001 werd zijn graf geopend en zijn lichaam nog geheel ongeschonden teruggevonden. Op die plaats werd een benedictijner abdij gebouwd.
De heilige Maughold (Maccald of Macull), bisschop van Man. Hij was een roverhoofdman met een losbandige levenswijze, voortdurend uit op plundering en doodslag. Toen hun troep eens het pad van de heilige Patrick kruiste, wilden zij hem bespottelijk maken. Een van de bendeleden hield zich ziek en lag op de grond, bedekt met een mantel. Zij vroegen aan de heilige over hem te komen zingen om hem weer gezond te maken. Deze willigde het verzoek in. Hij trok de mantel van de zogenaamde zieke af, die gestorven bleek te zijn. Dit feit joeg de anderen grote angst aan en zij zagen nu in Patrick werkelijk een man Gods.
Maughold bekeerde zich en werd gedoopt en vroeg welke boete hij moest volbrengen voor zijn zondig verleden. De heilige beval hem zich aan de zee toe te vertrouwen in een wankel bootje, met niets anders bij zich dan het boetegewaad dat hij aanhad. Hij gehoorzaamde en dreef aan land op, het eiland, Man. Daar werd hij vriendelijk opgenomen door de bisschop die ook zijn geestelijke raadsman werd. Hij leidde zulk een boetvaardig leven dat hij in 498 tot bisschop gekozen werd. Een herinnering aan zijn bestuur is de verdeling van het eiland over 17 parochies. Hij is gestorven rond 518.
De heilige Erminus was geboren in het dorpje Erclie, nabij Laon. Daar werd hij priester gewijd en hij werd toen monnik in de abdij van Lobes, onder de heilige Ursmaris. Toen deze oud werd stelde hij Erminus als zijn plaatsvervanger aan. Hij werd ook bisschop gewijd met jurisdictie over het boerenland, waar hij het licht van het Evangelie bracht. Hij is gestorven in 737.
Martelares Callista
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Stefanos, bisschop te Antiochië, in de Orontes verdronken ten tijde van keizer Zeno; Evodios met zijn broeder Hermogenes en Kallista; de diakens Filo en Agathopos te Antiochië, geroemd door de bisschop-martelaar Ignatios; Nike, door de marteling van Georgios bekeerd, en onthoofd; en 8 monniken, omgebracht met het zwaard.
Eveneens op deze dag de heilige Rusticus, bisschop van Lyon, 501; en Floribertus, bisschop-belijder.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-476/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
26 april
De heilige Anacletus (Cletus), 2e of 3e bisschop van Rome, gedurende enkele jaren rond 70. Hij is waarschijnlijk daartoe aangewezen door de heilige Petros die omstreeks die tijd in Rome kwam, terwijl de heilige Paulos zijn terechtstelling afwachtte in de gevangenis. Het is niet duidelijk of de Romein, de heilige Clemens, die vanaf het jaar 58 door de apostel Paulos als zijn medewerker wordt genoemd, vóór of na Anacletus bisschop van Rome is geweest.
De heilige Hicharius (Hiquier), abt van Centule, bij Abbeville. Hij was daar geboren rond het jaar 600 en werd door twee Ierse monniken, die daar passeerden, tot het geloof gebracht. Hij begon toen een leven van ascese en zelfverloochening. Dat trok de aandacht en hij werd priester gewijd, waarna hij Ierland bezocht om het kloosterleven te leren. Toen hij naar Frankrijk terugkeerde werd hij opgeëist om koning Dagobert te bezoeken. Deze zag dat hij de juiste man was en steunde hem toen hij een abdij stichtte in zijn geboorteplaats, in 638, en nog een andere abdij in het naburige woud van Cressy. Nadat hij de kloosters op gang had gebracht, trok hij zich, samen met een metgezel, nog verder terug in het bos. Hij wordt afgebeeld met de heraldische lelie op zijn habijt, als aanduiding van zijn verwantschap met het Franse koningshuis.
De heilige Trudpert zocht een teruggetrokken leven in de vrije natuur om al zijn tijd aan de dienst van God te wijden. Na een pelgrimstocht naar Rome kwam hij terug in het Munsterdal, een van de mooiste streken van het Zwarte Woud, en hij vestigde zich daar, hoog op de berghelling, in 640. De plek was hem gewezen door graaf Othpert van Habsburg, die met vreugde een man Gods op zijn gebied verwelkomde en een kleine kapel voor hem bouwde, toegewijd aan de heilige apostelen Petros en Paulos en ingewijd door de bisschop van Konstanz. Deze wilde eveneens van dienst zijn en zond twee van zijn knechten om Trudpert te helpen bij het vellen van bomen en het bijeengaren van hooi voor zijn geiten die hem in de winter van leeftocht moesten voorzien.
De kluizenaar moet een indrukwekkende persoonlijkheid zijn geweest, misschien van hoge geboorte, gezien het feit dat hij door graaf en bisschop zo voorspoedig werd geholpen. Maar misschien was dat juist de oorzaak dat hij geen goede verstandhouding had met de knechten die kennelijk tegen hun zin naar die verre uithoek waren gestuurd om hem te dienen. We weten alleen dat op een zonnige dag Trudpert op de bank voor de kluis lag te slapen en dat de ene knecht hem met een bijl de schedel kliefde, in het jaar 643. Hij liet de bijl in de wonde-steken en beide knechten sloegen op de vlucht. Later verrees op deze plaats een klooster dat de naam van Trudpert draagt.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Petrus, de eerste bisschop en martelaar van Braga in Portugal; en Lucidius, bisschop van Verona.
Eveneens op deze dag de heilige monnik Nestor de Zwijger (de Hesychast); de moniale Justa; de monniken Andreas en Anatolios‚ leerlingen van de heilige Euthymios de Grote; Clarentius, bisschop van Vienne, tegen 620; Exuperantia, maagd te Troyes, tegen 380; en Emmon, bisschop van Sens, tegen 675.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige Rafaël, Nikolaos en Irini
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-477/
De heilige Anacletus (Cletus), 2e of 3e bisschop van Rome, gedurende enkele jaren rond 70. Hij is waarschijnlijk daartoe aangewezen door de heilige Petros die omstreeks die tijd in Rome kwam, terwijl de heilige Paulos zijn terechtstelling afwachtte in de gevangenis. Het is niet duidelijk of de Romein, de heilige Clemens, die vanaf het jaar 58 door de apostel Paulos als zijn medewerker wordt genoemd, vóór of na Anacletus bisschop van Rome is geweest.
De heilige Hicharius (Hiquier), abt van Centule, bij Abbeville. Hij was daar geboren rond het jaar 600 en werd door twee Ierse monniken, die daar passeerden, tot het geloof gebracht. Hij begon toen een leven van ascese en zelfverloochening. Dat trok de aandacht en hij werd priester gewijd, waarna hij Ierland bezocht om het kloosterleven te leren. Toen hij naar Frankrijk terugkeerde werd hij opgeëist om koning Dagobert te bezoeken. Deze zag dat hij de juiste man was en steunde hem toen hij een abdij stichtte in zijn geboorteplaats, in 638, en nog een andere abdij in het naburige woud van Cressy. Nadat hij de kloosters op gang had gebracht, trok hij zich, samen met een metgezel, nog verder terug in het bos. Hij wordt afgebeeld met de heraldische lelie op zijn habijt, als aanduiding van zijn verwantschap met het Franse koningshuis.
De heilige Trudpert zocht een teruggetrokken leven in de vrije natuur om al zijn tijd aan de dienst van God te wijden. Na een pelgrimstocht naar Rome kwam hij terug in het Munsterdal, een van de mooiste streken van het Zwarte Woud, en hij vestigde zich daar, hoog op de berghelling, in 640. De plek was hem gewezen door graaf Othpert van Habsburg, die met vreugde een man Gods op zijn gebied verwelkomde en een kleine kapel voor hem bouwde, toegewijd aan de heilige apostelen Petros en Paulos en ingewijd door de bisschop van Konstanz. Deze wilde eveneens van dienst zijn en zond twee van zijn knechten om Trudpert te helpen bij het vellen van bomen en het bijeengaren van hooi voor zijn geiten die hem in de winter van leeftocht moesten voorzien.
De kluizenaar moet een indrukwekkende persoonlijkheid zijn geweest, misschien van hoge geboorte, gezien het feit dat hij door graaf en bisschop zo voorspoedig werd geholpen. Maar misschien was dat juist de oorzaak dat hij geen goede verstandhouding had met de knechten die kennelijk tegen hun zin naar die verre uithoek waren gestuurd om hem te dienen. We weten alleen dat op een zonnige dag Trudpert op de bank voor de kluis lag te slapen en dat de ene knecht hem met een bijl de schedel kliefde, in het jaar 643. Hij liet de bijl in de wonde-steken en beide knechten sloegen op de vlucht. Later verrees op deze plaats een klooster dat de naam van Trudpert draagt.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Petrus, de eerste bisschop en martelaar van Braga in Portugal; en Lucidius, bisschop van Verona.
Eveneens op deze dag de heilige monnik Nestor de Zwijger (de Hesychast); de moniale Justa; de monniken Andreas en Anatolios‚ leerlingen van de heilige Euthymios de Grote; Clarentius, bisschop van Vienne, tegen 620; Exuperantia, maagd te Troyes, tegen 380; en Emmon, bisschop van Sens, tegen 675.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Heilige Rafaël, Nikolaos en Irini
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-477/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - april
27 april
De heilige Anthimios was bisschop van Nikomedië in het begin van de 4e eeuw. Toen er brand was uitgebroken in het keizerlijk paleis, werd beweerd dat die brand gesticht was door de hardnekkige sekte der christenen. Vooral van de kant der heidense priesters werd er heftig geageerd tegen het christendom. Bij Diokletiaan, die in het begin van zijn regering de christenen met rust had gelaten omdat er reeds zoveel gevaarlijke spanningen heersten in het Rijk, gaf volgens de overlevering een orakel van Apollo de doorslag. De stem uit de diepte verklaarde geen juiste voorspellingen meer te kunnen doen doordat er rechtvaardigen leefden op aarde. Diokletiaan informeerde wie die rechtvaardigen dan wel waren. Een afgodspriester verklaarde dat het de christenen waren. En de kroniek zegt: “dat hoorde Diokletiaan tot zijn grote vreugde, en hij trok tegen die onschuldigen het zwaard dat hem ter hand was gesteld om de misdaad te bestrijden. En met de punt ervan schreef hij zijn bloedige edicten tegen de christenen, en hij beval de rechters heel hun vindingrijkheid te richten op het verzinnen van nieuwe martelingen”.
Als gunstige dag om de vervolging te openen werd de 23e februari gekozen, de feestdag van Thermos, met de bedoeling het christendom met een vernietigende slag van de aardbodem weg te vagen. Een troep soldaten brak de grote kerk binnen, greep de heilige Boeken om ze te verbranden en roofde de kerkschatten. Diokletiaan en Galerius zagen toe vanaf een balkon. Zij wilden de kerk door brand vernietigen, maar zagen ervan af vanwege het brandgevaar voor de stad. Er werd dus nog een cohorte ontboden om het gebouw in de kortste tijd af te breken.
De volgende dag werd een edict uitgevaardigd waarbij de christenen buiten de wet werden gesteld. Zij konden geen enkel recht op bescherming doen gelden, wat er ook aan hen gedaan zou worden. Er brak toen een woeste vervolging los in 303. Anthimios werd onthoofd, hele families werden omgebracht met het zwaard of in het vuur. Anderen werden op planken gebonden en zo in zee geworpen. Onder de ontelbare slachtoffers zijn de namen bekend van Petros, Gorgonios, Dorotheos, Indos en Migdonios. De mazen van het net werden steeds nauwer gemaakt: telkens als men iets kocht of verkocht moest aan de goden worden geofferd, zelfs als men water kwam halen. De martelingen werden steeds sadistischer. Het ene straf-edict kwam na het andere. Maar tegelijk begon er ontevredenheid te groeien tegen zulk een schrikbewind en het overwicht van de beheerst optredende Constantijn nam steeds toe. En waar deze de heerschappij veroverde, kwam er een einde aan de vervolging.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Poplion en Lollion; Kastor en Stefanos, die hebben geleden in Tarsos; de bisschop Zenon met Gennesios, Sodalis, Marinos, Zotikos, Elpidios, Eutychios en Lupitinos, die ter dood zijn gebracht in Lydië; de priester Eppeos, met Hermogenes en de soldaat Hilpidios, die hun martelaarschap hebben volbracht in Melitene (Armenië); Viktor, Maximos, Markianos, Paulos, Germanos en nog 6 anderen, die ter dood zijn gebracht in Egypte: de martelaressen Hermelina, Letissima, Felicia, Germana en Evantia die geleden hebben in Nikomedië, evenals Nikeforos, Dioskoros‚ Papias, Serapion, Johannes en Julios; Timia, Mauros, Gennoza, Sodalis en de diaken Attos in Antiochië; Elia Ardoenis, nieuwe martelaar van de Athos (zie 31 januari); en Longinus de nieuwe.
Eveneens op deze dag de heilige Serafim, bisschop van Fanar; Tertullianus, bisschop van Bologna, belijder; Theophilus, bisschop van Brescia; en Alpinianus en Austriclinianus, die het Evangelie gepredikt hebben rond Limoges, 3e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-478/
De heilige Anthimios was bisschop van Nikomedië in het begin van de 4e eeuw. Toen er brand was uitgebroken in het keizerlijk paleis, werd beweerd dat die brand gesticht was door de hardnekkige sekte der christenen. Vooral van de kant der heidense priesters werd er heftig geageerd tegen het christendom. Bij Diokletiaan, die in het begin van zijn regering de christenen met rust had gelaten omdat er reeds zoveel gevaarlijke spanningen heersten in het Rijk, gaf volgens de overlevering een orakel van Apollo de doorslag. De stem uit de diepte verklaarde geen juiste voorspellingen meer te kunnen doen doordat er rechtvaardigen leefden op aarde. Diokletiaan informeerde wie die rechtvaardigen dan wel waren. Een afgodspriester verklaarde dat het de christenen waren. En de kroniek zegt: “dat hoorde Diokletiaan tot zijn grote vreugde, en hij trok tegen die onschuldigen het zwaard dat hem ter hand was gesteld om de misdaad te bestrijden. En met de punt ervan schreef hij zijn bloedige edicten tegen de christenen, en hij beval de rechters heel hun vindingrijkheid te richten op het verzinnen van nieuwe martelingen”.
Als gunstige dag om de vervolging te openen werd de 23e februari gekozen, de feestdag van Thermos, met de bedoeling het christendom met een vernietigende slag van de aardbodem weg te vagen. Een troep soldaten brak de grote kerk binnen, greep de heilige Boeken om ze te verbranden en roofde de kerkschatten. Diokletiaan en Galerius zagen toe vanaf een balkon. Zij wilden de kerk door brand vernietigen, maar zagen ervan af vanwege het brandgevaar voor de stad. Er werd dus nog een cohorte ontboden om het gebouw in de kortste tijd af te breken.
De volgende dag werd een edict uitgevaardigd waarbij de christenen buiten de wet werden gesteld. Zij konden geen enkel recht op bescherming doen gelden, wat er ook aan hen gedaan zou worden. Er brak toen een woeste vervolging los in 303. Anthimios werd onthoofd, hele families werden omgebracht met het zwaard of in het vuur. Anderen werden op planken gebonden en zo in zee geworpen. Onder de ontelbare slachtoffers zijn de namen bekend van Petros, Gorgonios, Dorotheos, Indos en Migdonios. De mazen van het net werden steeds nauwer gemaakt: telkens als men iets kocht of verkocht moest aan de goden worden geofferd, zelfs als men water kwam halen. De martelingen werden steeds sadistischer. Het ene straf-edict kwam na het andere. Maar tegelijk begon er ontevredenheid te groeien tegen zulk een schrikbewind en het overwicht van de beheerst optredende Constantijn nam steeds toe. En waar deze de heerschappij veroverde, kwam er een einde aan de vervolging.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Poplion en Lollion; Kastor en Stefanos, die hebben geleden in Tarsos; de bisschop Zenon met Gennesios, Sodalis, Marinos, Zotikos, Elpidios, Eutychios en Lupitinos, die ter dood zijn gebracht in Lydië; de priester Eppeos, met Hermogenes en de soldaat Hilpidios, die hun martelaarschap hebben volbracht in Melitene (Armenië); Viktor, Maximos, Markianos, Paulos, Germanos en nog 6 anderen, die ter dood zijn gebracht in Egypte: de martelaressen Hermelina, Letissima, Felicia, Germana en Evantia die geleden hebben in Nikomedië, evenals Nikeforos, Dioskoros‚ Papias, Serapion, Johannes en Julios; Timia, Mauros, Gennoza, Sodalis en de diaken Attos in Antiochië; Elia Ardoenis, nieuwe martelaar van de Athos (zie 31 januari); en Longinus de nieuwe.
Eveneens op deze dag de heilige Serafim, bisschop van Fanar; Tertullianus, bisschop van Bologna, belijder; Theophilus, bisschop van Brescia; en Alpinianus en Austriclinianus, die het Evangelie gepredikt hebben rond Limoges, 3e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-478/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen