callista schreef: ↑10 dec 2022, 12:53
Zolderworm schreef: ↑10 dec 2022, 12:44
Hahaha, ik had wel gedacht dat je zou happen. M'n wens was nooit alleen te zijn. Ik moet er niet aan denken in m'n eentje te leven.
Hahaha...daarom ben je hier natuurlijk ook weer.
Nou...ik heb je wel anders gehoord...dat je er met de Kerst alleen op uit ging en dat was de mooiste Kerst van je leven...
Maar gezellig dat je weer hier bent...
Ja, dat was 46 jaar geleden! Ik had toen zelf geen partner. En m'n zwager zou de hele kerst komen. Die m'n zus be-lazerde met een ander toen zij van het tweede kind zwanger was. En die sowieso een akelig figuur was, die me nog wel eens bij de keel gegrepen heeft. En die door niemand in de familie sympathiek werd gevonden. Integendeel, iedereen vond hem een akelige zak. Ook m'n zus vond dat, toen hij haar bel-azerd had. Ze had zelfs de avond voor haar trouwen twijfels. Maar ja, ze was toen verliefd.
Hij zou die hele kerst komen en ik zag het niet zitten de kerst door te brengen met zo'n Jan Doedel. Al was dit voordat hij het met een ander hield. Dus ging ik die dagen alleen op pad. Dat waren geweldige dagen mede door een UFO-avontuur. Compleet met de man in het zwart.
Maar goed, ik zou dat misschien nog eens een keer over willen doen. Alhoewel het de vraag is of ik dat nu, vijfig jaar later, wel zou overleven. Al die spannende dagen vol avontuur.
_______
Het was 1976. En het was kerstmis. Ik was een jongeman van 26.
Zoals gewoonlijk zouden wij met het gezin en aanhang het kerstfeest vieren. Maar ik had geen zin om daarbij te zijn. Ik wou gewoon lekker op mezelf zijn.
Dus loog ik dat ik de kerst bij een van mijn vrienden ging vieren, die ver weg woonde in Winsum in de provincie Groningen. Mijn ouders wisten niet waar hij woonde en zouden dus ook niet kunnen bellen om te vragen of ik het lekker naar mijn zin had.
Op de ochtend van de eerste kerstdag nam ik vanuit Hilversum de trein naar Nunspeet. Vandaar uit ging ik aan de wandel in de Veluwse bossen. Ik nam het Eibertjespad naar Vierhouten, dat uitkomt bij hotel de Mallejan.
Ik liep langs het bos waar ooit het beruchte Ronde Huis had gestaan en waar het volgens ghosthunters tot op de dag van vandaag danig spookt. Ik moet zeggen dat ik, als ik daar in het donker loop, het nog steeds een beetje griezelig vind.
Vervolgens tussen de landgoederen de Rode Heggen en De Vennen door. Tussen manshoge hekken aan weerszijden.
En daarna bij De Mallejan over de hei naar Elspeet.
Bij Elspeet aangekomen begon het al te schemeren en het was koud. Bij de plaatselijke Chinees kocht een bak nasi. Op de balie stond een bak met bestek. En toen de bestellingen-opnemer even weg was, liet ik snel een lepel in m'n zak glijden. De nasi heb ik opgepeuzeld op een licht besneeuwd heideveld, waar de eerste witte wieven al uit de grond tevoorschijn kropen. Mistflarden.
De vraag was waar ik zou overnachten. Ik besloot eerst maar eens bij Mennorode te gaan kijken, dat toen nog het Doopsgezind Broederschapshuis heette, een kilometer buiten Elspeet in de bossen. Op weg daarnaar toe zag ik hoog boven mij een licht dat met flinke vaart onder de wolken vloog en daarbij hoeken van negentig graden maakte. Volgens mij een zogeheten UFO.
Ik sliep uiteindelijk in hotel De Zwaan, dat nu niet meer bestaat. Het was een vergane-glorie hotel met krakende bedden en een wastafel met gescheiden kranen voor koud en warm, die begonnen te piepen zodra je water tapte. En op het kleine vooroorlogse bruine tafeltje een driehoekige stenen asbak, aan drie zijden bedrukt met het woord Ritmeester.
Die nacht bedreef een stel op de kamer boven mij zo luidruchtig de liefde dat het buiten te horen moet zijn geweest. De volgende ochtend bleken zij beiden broodmager.
Op tweede kerstdag wandelde ik door het Kroondomein naar Apeldoorn. Onder meer langs de Uddelheegde, waar het meisje van de Uddelheegde spookt en waar soms takken op de grond kronkelen also zij hevig pijn lijden.
Die avond boekte ik in bij hotel Marktzicht in Apeldoorn, inmiddels ook al verleden tijd.
Daar zag ik beneden in het restaurant twee vrouwen, die een soort gebreide nylonkousen op hun hoofd droegen, die afhingen op hun rug. Gekleed in prachtige zigeunerachtige jurken. En een man gekleed in een zwart pak, die alle tijschriften op zijn schoot had verzameld. Toen ik hem vroeg ook wat tijdschriften te mogen bekijken, bleek dat hij een soort goudkleurige ogen had.
De zigeunerachtigen en de man in het zwart pasten uitstekend in het beeld dat John Keel ooit beschreef als types die opduiken daar waar UFO's worden gezien. Maar dat kan toeval zijn geweest.
Die avond raakte ik in een soort trancetoestand, waarbij alle kleuren bijzonder helder worden en verre voorwerpen dichtbij lijken en nabije voorwerpen ver weg. Ik had geen drugs genomen, maar ik herkende de toestand als een voorafschaduwing van een uittreding uit het lichaam. Maar die kwam niet.
De volgende dag, de zogeheten derde kerstdag, regende het. Het was triest weer. Ik voelde me een beetje somber toen ik het hotel verliet op weg naar het station.
Onderweg liep ik langs een tijdschriften-kiosk.
In een krantenrek zag ik op de voorpagina van De Telegraaf het bericht "Groot alarm door vliegende schotels" Volgens de krant hadden tientallen mensen, onder wie politie- en militair personeel, ten minste twee vreemde ruimte-objecten gezien nabij de vliegbasis Deelen op de Veluwe. Achteraf bleek dat ze geen ruimte-objecten hadden waargenomen, en al helemaal geen vliegende schotels, maar wonderlijke rode en witte lichten, die zwijgend in grote cirkels rondvlogen.
Dus toch, dacht ik. Ik had het 's avonds op eerste kerstdag toch goed.