Hallo Dutch,
Om nog eens even terug te komen op het onderhavige onderwerp, moeten we wellicht op een andere manier duidelijk
maken wat nu het verschil is tussen de Wet zoals de Schriftgeleerden die wilden voorhouden aan de nieuwe christenen uit de heidenen,
en datgene wat Jacobus en Petrus en Cornelius ervaren.
Als Petrus aan het einde van zijn betoog is, daalt de Heilige Geest op heb neer.
Elk spreekt naar zijn eigen taal. Dat wil zeggen, Geestelijk herkennen zij, onafhankelijk van elkaar de Heilige Geest als leiding in hun persoonlijke geloofsleven.
De essentie van Gods Koninkrijk; Uit alle taal, stam, natie en volk!
Hiermee is de macht van de Joodse wetgeving doorbroken.
Want het is Jezus door de Heilige Geest die het laatste woord heeft en wiens Wet de basis is voor bewoning van het Hemels Koninkrijk.
Alle verlosten zullen dus in het Hemels Rijk gelijkwaardig worden behandelt ongeacht afkomst of achtergrond.
Een ieder moet dus wedergeboren worden. Het is alleen Jezus die de kern van wet voor ons doorleeft en waaraan wij een voorbeeld (navolgen) moeten leren nemen.
In dat opzicht worden wij Gelijk aan Zijn Geest!
Als Petrus dus teruggekeerd in Jeruzalem om de gemeente (Handelingen 15) te laten weten dat ook niet-Joden de boodschap van de Almachtige god hadden aangenomen, zijn dus de Kerkleiders not amused!
En dat is dus het verschil wat ik wil duiden. De wet van Jezus heeft niet afgedaan, de wet van Mozes heeft afgedaan en heeft plaats gemaakt voor de werking van de Heilige Geest die niets anders leert dan dat Jezus voor leeft en dat de Schrift bevestigd. Het hart wordt nu besneden, niet het fysiek kenmerk, dat naar de menselijke natuur en geest is.
De Kerkleiders beschuldigen Petrus en zijn medebroeders er van dat zij met onbesneden' mensen maaltijd hadden gehouden.
Wat de Kerkleiders niet begrepen is dat Jezus met iedereen maaltijd houdt, die (de deur) opendoet het gaat om een verstandsverhouding . Niemand wordt gecontroleerd of hij fysiek is besneden, neen Christus kijkt naar een onbekeerd hart, dat gezond gemaakt moet worden! Het is ons eigen 'ik' dat wedergeboren moet worden, door Geest en/of water! Anders kunnen we het Hemels Rijk en niet zien, en niet binnen gaan!
En zij wilden ook niet verstand dat het dus Jezus is die de Trooster door Zijn Hemelse Vader heeft laten zenden.
De Kerkleiders dachten aan gods Wet als en wet om zelf mee te regeren binnen de kerkgemeenschap, maar dat is niet wat Jezus leert!
Gelukkig maar dat deze weerbarstige Kerkleiders, door de Heilige Geest, tot inzicht worden gebracht (Handelingen 11) en zij uiteindelijk dan toch vreugdevol zijn over het feit dat allen in Christus verenigd kunnen worden door gewoon te doen wat Hij van ons vraagt, en niet meer zich zaken moeten laten opleggen, die zij vanuit menselijk oogpunt en traditie, niet kunnen invullen.
Handelingen 11
Petrus over de doop van de heidenen
1 De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook de heidenen Gods woord hadden aanvaard.
2 Toen Petrus terugkwam in Jeruzalem, spraken de Joodse gelovigen hem hierover aan
3 en verweten hem dat hij onbesnedenen had bezocht en samen met hen had gegeten.
4 Daarop zette Petrus uiteen wat er precies gebeurd was. Hij zei:
5 ‘Toen ik in Joppe aan het bidden was, werd ik gegrepen door een visioen: een voorwerp dat op een groot linnen kleed leek, werd aan vier punten uit de hemel neergelaten tot vlak bij mij.
6 Ik keek er aandachtig naar en zag de lopende en kruipende dieren van de aarde, en ook de wilde dieren en de vogels van de hemel.
7 En ik hoorde een stem tegen me zeggen: “Ga je gang, Petrus, slacht en eet.”
8 Maar ik antwoordde: “Nee, Heer, in geen geval, want ik heb nog nooit gegeten van iets dat verwerpelijk of onrein is.”
9 Maar voor de tweede keer kwam er een stem uit de hemel: “Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.” Noot: Is de Sabbat van het 4e gebod onrein voor Christenen dan?)
10 Dat gebeurde tot driemaal toe; daarna werd alles weer omhooggetrokken naar de hemel.
11 Precies op dat moment kwamen er bij het huis waar wij verbleven drie mannen aan; ze waren uit Caesarea naar mij toe gestuurd.
12 De Geest zei tegen me dat ik zonder aarzelen met hen mee moest gaan. Deze zes broeders hebben me vergezeld, en samen zijn we het huis binnengegaan van de man die ons had laten komen.
13 Hij vertelde ons dat hij in zijn huis een engel had zien staan, die tegen hem zei: “Stuur iemand naar Joppe om Simon, die ook Petrus wordt genoemd, te halen.
14 Hij zal je vertellen hoe jij en al je huisgenoten kunnen worden gered.”
15 Ik was nog maar nauwelijks begonnen te spreken, of de heilige Geest daalde op hen neer, zoals destijds ook op ons.
16 Ik herinnerde me dat de Heer tegen ons zei: “Johannes doopte met water, maar jullie zullen gedoopt worden met de heilige Geest.”
17 Als God hun wegens hun geloof in de Heer Jezus Christus hetzelfde geschenk wilde geven als ons, hoe had ik hem daar dan van kunnen weerhouden?’ (Noot: Een besneden ha
18 Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: ‘Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’
De gemeente in Antiochië
19 De leerlingen die verdreven waren als gevolg van de onderdrukking die na de dood van Stefanus was begonnen, trokken naar Fenicië, Cyprus en Antiochië, maar verkondigden Gods boodschap uitsluitend aan de Joden.
20 Enkele Cyprioten en Cyreneeërs onder hen, die naar Antiochië waren gereisd, maakten daar echter ook de Griekse bevolking bekend met het evangelie van de Heer Jezus.
21 De Heer steunde hen bij deze taak, zodat veel mensen overgingen tot het geloof in de Heer.
22 Het nieuws over hun optreden bereikte de gemeente in Jeruzalem, waar men besloot Barnabas naar Antiochië te zenden.
23 Toen hij daar was aangekomen en zag wat God in zijn goedgunstigheid had bewerkt, verheugde hij zich en spoorde hij iedereen aan om standvastig te zijn en trouw te blijven aan de Heer.
24 Hij was een voortreffelijk en diepgelovig man, die vervuld was van de heilige Geest. Een groot aantal mensen werd voor de Heer gewonnen.
25 Hierna vertrok Barnabas naar Tarsus om Saulus te zoeken,
26 en toen hij hem gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië. Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bijeen en gaven ze onderricht aan tal van mensen. Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.
27 In diezelfde tijd kwamen er vanuit Jeruzalem profeten naar Antiochië.
28 Een van hen, die Agabus heette, voorspelde door de Geest dat de wereld door een grote hongersnood zou worden getroffen, iets dat tijdens de regering van Claudius inderdaad gebeurd is.
29 De leerlingen besloten dat de broeders en zusters in Judea ondersteund moesten worden. Ze droegen elk naar vermogen bij
30 en lieten hun gift door Barnabas en Saulus naar de oudsten brengen.
Zie je Dutch, wat ik nu steeds wil benadrukken: Ook in Handelingen staat NERGENS dat de Christenen de Sabbat van het 4e gebod niet hoeven te onderhouden, eerder bevestigt de Heilige Geest juist dat wel te doen. Het Woord IS immers bij de Almachtige god evenals de Ark met de tafelen der 10 leefregels voor dat Rijk..
En zie je at nu ook de fanatieke Schriftgeleerden door de Heilige Geest tot de overtuiging gekomen zijn, dat het Schriftwoord en de wet er -ook- voor de heidenen is, en dat de wet geen bezit is van gelijk welke denominatie op aarde dan ook!
Inherent hieraan is dus ook bewezen dat de zondag NIET de opstandingsdag van Jezus kan zijn, want Hij stond laat op de (wekelijkse) Sabbat uit Zijn graf op, gelijk de profeten hadden voorspeld.
Hij was immers in het 'midden van de week' veroordeeld en gekruisigd.
Hartelijke groet