Geestelijke wereld?Biker schreef:Het Koninkrijk der hemelen is de geestelijke wereld, waarin de " geestelijke bewoners' na 2000 jaar helaas ver zijn afgedwaald en afgevallen van het ware geloof, hun Koning is niet meer zo blij met hen, want ze vinden zichzelf rijk en verrijkt en hebben aan niets gebrek, denken ze.meribel schreef:Ik begrijp je niet.
Daarom wordt het ook vergeleken met een mosterdboom/struik, duizenden vertakkingen, met allerlei kwetterend nestelend gevogelte, 3000 dominaties die allemaal de ware leer claimen.
maar ze zijn blind , naakt en ellendig, zegt Openbaring 3
Jezus roept hen op ijverig te zijn en zich te bekeren.En goud ter zuivering/loutering toe te passen.
Want dat ontbreekt nog aan hun systematische belijdenisgeschriften.
Heel plechtig klinkt het braaf en vroom, dat ze in God geloven en zijn Zoon,
maar zich bekeren, dat hoef je velen niet te leren.
(en die belijdenis ontbreekt ook in deze "belijdenis van de ware leer" )
En dit dan?
Openbaring 21:10 Hij dan voerde mij in de kracht van de geest weg naar een grote en hoge berg, en hij toonde mij de heilige stad Jeruzalem, die van God uit de hemel neerdaalde.
Het hemelse Jeruzalem is Gods regering die bestaat uit Jezus en de kleine kudde.
Zij gaan dus OVER de aarde regeren. Daarop bevinden zich de overlevenden van Gods ingrijpen, de grote schare.
De aardse situatie is dan veranderd.
Openbaring 21:
3 Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn.
4 En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”
Mt 6:10 Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.
Mt 7:
13 Gaat in door de nauwe poort; want breed en wijd is de weg die naar de vernietiging voert, en velen zijn er die daardoor ingaan;
14 maar nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden.
21 Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.
Mt 24:14 En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.
Mt 13:
18 Luistert GIJ dan naar de illustratie van de man die zaaide.
19 Wanneer iemand het woord van het koninkrijk hoort maar de betekenis ervan niet begrijpt, komt de goddeloze en rukt weg wat in zijn hart is gezaaid; dit is degene die langs de weg is gezaaid.
20 Die op de rotsachtige plekken is gezaaid, dat is hij die het woord hoort en het terstond met vreugde aanvaardt.
21 Hij heeft echter geen wortel in zich, maar blijft een tijdlang, en nadat er wegens het woord verdrukking of vervolging is ontstaan, wordt hij terstond tot struikelen gebracht.
22 Die tussen de doorns is gezaaid, dat is hij die het woord hoort, maar de zorg van dit samenstel van dingen en de bedrieglijke kracht van de rijkdom verstikken het woord, en hij wordt onvruchtbaar.
23 Die op de voortreffelijke aarde is gezaaid, dat is hij die het woord hoort en de betekenis ervan begrijpt, die werkelijk vrucht draagt en voortbrengt, deze honderd-, die zestig-, de ander dertigvoud.”
24 Hij hield hun nog een illustratie voor en zei: „Het koninkrijk der hemelen is gelijk geworden aan een mens die voortreffelijk zaad op zijn veld zaaide.
25 Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen de tarwe, en ging weg.
26 Toen de halmen opschoten en vrucht voortbrachten, kwam vervolgens ook het onkruid te voorschijn.
27 Daarom gingen de slaven van de heer des huizes naar hem toe en zeiden: ’Meester, hebt gij niet voortreffelijk zaad op uw veld gezaaid? Hoe komt het dan dat er onkruid op staat?’
28 Hij zei tot hen: ’Een vijand, een mens, heeft dit gedaan.’ Zij zeiden tot hem: ’Wilt gij dan dat wij heengaan en het verzamelen?’
29 Hij zei: ’Neen, opdat GIJ niet soms bij het verzamelen van het onkruid tegelijk daarmee de tarwe uittrekt.
30 Laat beide te samen opgroeien tot de oogst, en in de oogsttijd zal ik de oogsters zeggen: Verzamelt eerst het onkruid en bindt het in bundels om het te verbranden, en gaat daarna de tarwe in mijn voorraadschuur bijeenbrengen.’”
De meeste mensen zullen, net als in de eerste eeuw, het goede nieuws niet aanvaarden.