peda schreef: ↑28 sep 2022, 10:40
Het is weer het probleem met gebruik van het woord "' bewijs "". Zowel het mathematische bewijs als het buikgevoel bewijs wordt in het spraakgebruik gewoon "' bewijs "' genoemd, hoewel er sprake is van een enorm kwalitatief verschil tussen deze totaal verschillende vormen van bewijs.
Er is een wereld aan bewijs dat wat leeft, sterft.
Er is géén enkel bewijs dat wat gestorven is opstaat uit de dood, en dat wat dood is, tot leven komt.
Er is derhalve geen bewijs dat er leven op aarde (gekomen) is.
Uit het leven dat er dan toch is, volgt daarom dwingend,
dat wat dood is of dat wat niet is, eens tot leven is gekomen.
Het bewijs van ontstaan leven, is geen geloofsbewijs, maar mathematisch bewijs.
Want zelfs waar we spreken over oneindigheid, rekenen we mathematisch
met het bewijs dat 0+1= nul in het oneindige.
Minder mathematisch is er ook een zaak van waarschijnlijkheid:
het is waarschijnlijker dat het leven ontstaan is uit iets dat al leeft,
dan dat het leven ontstaan is uit niet-leven.
En dat zegt ons voorstellingsvermogen ook,
want we blijven vasthouden aan leven uit leven,
tot het leven zo klein en min is in onze voorstelling,
dat je het haast geen leven meer kunt noemen.
We hebben het principieel ontstaansprobleem zo geminimaliseerd
en weggepoetst uit de zwart-wit waarheid, dat leven ontstaat uit niets.
Dat in ons beperkte begrip het onwaarschijnlijk is dat er geen begin is,
is mathematisch een zwets-onwaarschijnlijkheid.
Want het is zeer zeker waar, dat de onwaarschijnlijk enorme afmetingen van het heelal,
geen onwaarschijnlijkheid biedt, maar absolute alomtegenwoordige zekerheid.
Een zandkorrel heeft op de schaal van het heelal eigenlijk geen gewicht.
Een luchtdeeltje heeft op de schaal van het heelal eigenlijk geen omvang.
Een heliumkern heeft op de schaal van het heelal eigenlijk geen bestaan.
En omgekeerd heeft een etherdeeltje in ons begrip geen bestaan.
Dus ligt het steeds al vooral aan ons tekort aan begrip en voorstellingsvermogen.
We kunnen ons eigenlijk helemaal niet voorstellen, wat buiten ons gezichtsveld ligt.
Hoewel we zeker weten dat het er toch is of toch ergens moet zijn.