Bonjour schreef:Heb je een model hoe een zenuwcel met pure materialistische processen, praat met het bovennatuurlijk deel van de mens?
Ja, het psychisch monisme. De zenuwcel is volgens het psychisch monisme evenzogoed geestelijk van aard, maar bevindt zich in een zodanige toestand dat wij het als materie ervaren, en wij het met onze zintuigen kunnen waarnemen en zulks binnen dat wat wij ervaren als tijdruimtelijkheid. En geest kan met geest praten.
Zoals je weet zorgt het substantiedualisme (twee substanties: geest versus materie) voor grote problemen: Het probleem is vooral dat maar niet duidelijk wordt hoe geest en stof in elkaar grijpen, hoe ze naar elkaar boodschappen overseinen. Hoe kan de geest invloed uitoefenen op het lichaam, en omgekeerd het lichaam op de geest, als ze totaal verschillend zijn? We zitten hier vooral ook met de wet tot behoud van energie. In het stoffelijk universum gaat geen energie verloren, zeggen de natuurkundigen. De grote vraag is dan hoe de stoffelijke hersenen informatie kunnen overseinen aan onze geest als zij daarbij geen energie mogen overdragen. Doen ze dat wel, dan gaat er immers energie uit ons stoffelijk universum verloren. En dat kan niet volgens de wet van behoud van energie. Bovendien kan de geest niets met materiële energie. Die is haar volkomen vreemd.
Omgekeerd zou de geest als zij iets wil bewerkstelligen in de hersenen, energie de grijze cellen moeten binnenvoeren. Want zonder energie gebeurt daar helemaal niets.(Bron: mijn eigen boek.) Dus het substantiedualisme is wat mij betreft afgeserveerd.
Zo ook de leer van het onbekende andere:
Behalve een parallellisme waarin we stof en geest als twee aanzichten van een en hetzelfde beschouwen, kunnen we een wereldbeeld creëren waarin het fysische op zich geen rol speelt. Dit omdat er niet voldoende gronden zijn om aan de fysische natuurprocessen als zodanig een eigen bestaan naast en buiten de bewustzijnsprocessen toe te kennen. De natuur namelijk is niet meer dan de uitwerking van de zintuiglijke waarneming op ons bewustzijn. Het psychische is binnen zo'n wereldbeeld simpelweg de uitwerking van iets wat niet in z'n ware aard gekend wordt, dus een X. Dit is de leer van het onbekende andere.
Het lastige van dit model is dat er geen verklaring is voor de door ons veronderstelde causale samenhang tussen een wilsbesluit en de handeling die daaruit voortkomt.
Als een wilsbesluit verwijst naar een daaraan ten grondslag liggende toestand in X, die we Xn noemen, dan gaan we ervan uit dat binnen dit model er op basis van de causale wetten binnen X opeenvolgende toestanden optreden, die we aanduiden met Xn+1, Xn+2, enzovoort. Xn+1 kan dan wellicht tot waarneming komen als het zich bewust worden van het functioneren van onze spieren en Xn+2 als de waarneming van de lichaamsbeweging. Nu echter valt niet in te zien waarom er tussen de ervaring van Xn (wilsbesluit) en de hersenprocessen die gelijk staan aan Xn+2 een overeenstemming in inhoud zou moeten bestaan. We kunnen namelijk alleen concluderen tot een betrekking van regelmatige opeenvolging. Meer niet.
De waarnemingen en andere psychische verschijnselen zijn immers slechts onwerkzame voortbrengselen van X. Dus in de afloop van de processen in X zou er niets veranderen als ze zich niet zouden afspiegelen, in willekeurige fysische en psychische verschijnselen. Toch is er een causale wetmatigheid tussen willen en handelen. Daarvan is iedereen overtuigd. Maar binnen het model van het onbekende andere kan men nooit een rechtstreekse lijn leggen van het willen naar het handelen. Het willen is namelijk slechts een afspiegeling en bewerkstelligt zelf niets. (Bron: mijn eigen boek.)
Dus ook afgeserveerd volgens mij.
Wat mij betreft blijft alleen nog het psychisch monisme over.
Welke bezwaren zijn er tegen een model dat zenuwcellen zelf beslissingen nemen, zonder bovennatuurlijk element?
Ik denk dat zenuwcellen heel wat beslissingen zelf nemen. Maar niet alles.
Volgens Paul en Patricia Churchland bestaan mentale toestanden en processen helemaal niet. Er bestaan alleen hersentoestanden en hersenprocessen. De vraag is dan hoe we ons
bewust worden van dat wat we waarnemen of dat we we denken of voelen? Dat is simpelweg niet te verklaren. Er is helemaal niets in de werkelijkheid dat correspondeert met bijvoorbeeld overtuigingen of verlangens. Computers kunnen wel een bepaalde inhoud hebben in de vorm van beelden, tekst enzovoort. Maar ze kunnen geen overtuigingen en verlangens hebben. Bovendien sterven er voortdurend hersencellen af, die niet meer erbij gemaakt kunnen worden. Bovendien zijn er dan ook nog laesies in de hersenen, waarbij totaal andere delen van de hersenen functies overnemen. De computer die dat kan moet nog worden uitgevonden.
De vraag is ook of mijn gedachte aan een bord spaghetti gisteren precies dezelfde toestand in de hersenen geeft als mijn gedachte vandaag aan een bord spaghetti. En is die gelijk aan de toestand in jouw hersenen als jij aan een bord spaghetti denkt? Grote kans dat dat niet zo is. Toch geeft dit dezelfde bewustzijnservaring.
Maar bewustzijn op zich is natuurlijk het grootste probleem. Alles lijkt erop te wijzen dat er in de hersenen geen enkele rol is weggelegd voor het bewustzijn. Alles lijkt zich af te spelen zonder bewustzijn. De vraag is bijvoorbeeld: waar zit precies een pijn-ervaring? We weten wel wat er in de hersenen aan vooraf gaat. Maar waar zit precies die ervaring? En waarom precies is er die pijnervaring? Op zich is die pijn-
ervaring niet nodig als de hersenen volledig het werk doen, zoals bijvoorbeeld het terugtrekken van de vinger die verbrandt.
En wat maakt dat bepaalde neurale mechanismen gepaard gaan met ervaring en andere niet?
Als je kijkt naar de hersenprocessen op zich, dan kun je het bewustzijn nooit verklaren. Wat maakt dat bij bepaalde hersenprocessen bewustzijn ontstaat? Tot nu toe is het raadsel.
Komt bij dat de hersenen alleen maar algoritmisch werken, terwijl er ook een niet-algoritmische realiteit is. Vermoedelijk is de geest of het bewustzijn niet-algoritmisch van aard. Een computer kan dan nooit bewustzijn ontwikkelen. Ook de quantumcomputer niet.
Bij een uittreding ten slotte zie je je lichaam op en afstandje liggen. Dat heb ik zelf meegemaakt. Toch voel je jezelf helemaal als jezelf. Je hebt dezelfde gevoelens, geheugeninhoud, gedachten enzovoort. De vraag is: hoe kan dit als je je buiten het lichaam bevindt?