Re: Bijbelboek Openbaring

[Adinomis]

Op deze vraag (13 Jun 2013, 09:11) aan Nicodemus heb ik ook (nog) geen antwoord gehad:

Hoe verklaar je dan de reactie van Jozef? Waarom wilde hij Maria niet in opspraak brengen?

[nicodemus zda]

Hallo Adinomis,

Je schreef o.a.:

In de bijbel zijn de "zonen Gods" altijd wezens die rechtstreeks door God geschapen zijn en niet door afstamming zijn geboren. Daarom werd ook de eerste Adam de Zoon van God genoemd. Ook de engelen worden "zonen van God" genoemd, want zij zijn rechtstreeks door God geschapen.

Ik weet niet of dat 'altijd zo is' in die strekking, want ik kan dat als zodanig nergens in de Bijbel terug vinden!
Wél met betrekking tot 'wedergeboorte' door gehoorzaamheid, en Schepping zoals inderdaad Adam en Eva.
Maar zij verloren het 'zoonschap' door de ongehoorzaamheid aan de wet. Zij overtraden het Verbond met hun Hemelse Vader.
Je kunt het Zoonschap dus ook verliezen, door af te wijken van de wetten en geboden die een zoonschap rechtvaardigen.
Als je als Nederlander in een vreemde dienst gaat (militair) dan verlies je je Nederlanderschap; je 'zoonschap' ontleent aan de Grondwet van Nederland, je 'geboorterecht' a.h.w..

Ik kan het je wel gaan uitleggen, maar denk eens over het feit dat we 'wedergeboren' kunnen worden! Zijn we dan 'herschapen' of blijven we (geestelijk) in ons oude lichaam.
Een 'zoon' in de Bijbel is de essentie van iemand die volmaakt in de wet des Heren is herschapen. Hij of zij die doet wat de Here welgevallig is!
Ze zijn gehoorzaam aan Zijn wetten en geboden. Volmaakt, geenszins ...maar groeien tot het verworven recht om een Zoon te worden van de Allerhoogste God.
Ook wij kennen ins ons familierecht de erkenning van 'zoonschap' (of dochter schap) door een kind dat niet van jezelf is, of door andere omstandigheden verwekt is dan door een wettelijk huwelijksvoltrekking,
te erkennen.Dat de Heilige Geest deel geworden is van het Kind Jezus is dus een bewijs van verbondenheid van God met de mens (zoals ook de 10 geboden zijn en de Sabbat van het 4e gebod.
In de 10 geboden is de gehoorzaamheid en de betrokkenheid van Jezus vervat in het 4e gebod (de zaterdag) als die tussen de Hemelse Vader en de mens.

Jozef wist wat Maria overkomen was. Hij was door de Allerhoogste zelf op de hoogte gebracht.
Graag wil ik er je wel verder bij helpen, het je duidelijker te maken, maar je zult even moeten wachten tot morgen, als ik nog tijd heb, want ik moet 3 dagen naar Nederland.
Lees in ieder geval Lucas 1 helemaal door. Dan zal ik je op grond van dat hoofdstuk uitleggen, waarom Jozef wel degelijk de echte (menselijke) vader van de Messias was en moest zijn,
anders had Jezus nooit de Verlosser kunnen zijn.

Hier al een paar aanwijzingen alvast:

Lucas 1:
Aankondiging van de geboorte van Jezus

26 In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea

In verband met Grote Verzoendag ( de zesde maand) voorbereiding op Pesach.
Nazaret betekent overigens: Jonge Spruit of 'Bewaker' (eens over nadenken in dit verband)

27 naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David, Het meisje heette Maria

.
Maria was al uitgehuwelijkt, het woord meisje/maagd kan van alles betekenen, maar bedoeld wordt gewoon jong meisje (om de discussie te vermijden dus)
het gaat hier om Almah= jong meisje

28 Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’

Dat was een gewoonlijke groet van oorsprong stond er ' Cheen El imaach' de link naar 'Immanuel' in Mattheus.
En nu komt het; Maria was hoogst verbaasd over het tweede gedeelte van de tekst; ....Gezegend zijt Gij onder de vrouwen!
de volgende verzen geven het antwoord

Lucas 1:29 Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. 30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen.

Wat zegt de engel? Gewoon dat ze zwanger zal worden, nergens staat dat de Allerhoogste God "gemeenschap met haar zal hebben of heeft gehad" waar staat dat Adinomis!

Was Maria nu zwanger? Nee, geenszins dat staat nergens in Lucas tot nu toe, niet in Lucas 1 in ieder geval!.
Wel zegt Gabriêl

32 Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven.

Maria weet nu dat ze inderdaad voor Jozef moet kiezen, ze zijn wel in ondertrouw maar nog niet in de echt verbonden. Maria kan dus nog niet zwanger zijn, wil zij aan beide verbonden voldoen, naar de Geestvan God én de Burger wetgeving van het joodse volk, aan welk zij door de wet en de geboden, trouw was!
Maria was in Nazaret bij haar schoonfamilie, omdat ze -nog- in ondertrouw was. Jozef komt voort uit de Davidische geslachtslijn. Omdat de Rabbinale bevestiging van het huwelijk nog geen plaats gevonden heeft, kan zij dus ook geen gemeenschap met Jozef hebben gehad. Alles gebeurde op één dag. Als Jezus geen fysiek-menselijke ouders had gehad, kon Hij ook niet besneden worden. Kon Hij geen voorbeeld zijn als mens en als Zoon van de Allerhoogste god (Zoon= hij of zij die gehoorzaam is aan de wet) Naar Joodse gebruiken dienen gehuwden in de eerst volgende huwelijksnacht gemeenschap te hebben. De huwelijksvoltrekking is dus één lange reeks van gebeurtenissen waarbij de "eenwording' tot één vlees' dé essentie is van die gehele ceremonie, om het maar even zo te zeggen.
Ook de westerse mens kent de huwelijksnacht; vele ouders zullen vragen na enkele maanden.....hoe zit het ermee?

Deze plechtigheid had verstrekkende gevolgen -zie Deuteronomium 20:7 .
Maar goed Lucas 1:27 geeft ons een beeld van het (Joodse-) huwelijksvoltrekking, maar bij Maria is nog geen mannelijk contact geweest.

34 Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad

Maria is dus hier (nog) niet getrouwd, maar zoal eerder aangeduid, wel bij haar schoonouders in huis en in ondertrouw, geen wonder dat zij verbaasd was dus!!
Want vers 33 zegt wat er met hun zoon (haar Zoon) zal gebeuren:

33 Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.

Waar staat nu dat Jozef en Maria gemeenschap hebben gehad, tot "een vlees'?
Hier:

Lucas 2:4,5:

:4Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde,
5.om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was

Nu, de meesten onder de mensen denken dus dat Jozef dan nog niet getrouwd was met Maria.
Maar dat kan natuurlijk niet, zeker niet volgens Joodse gebruiken. Jozef is met Maria in Bethlehem, ze is hoog zwanger, want ze gaat aanstonds bevallen,
in Bethlehem ( ze is dus gewoonweg al 9 maanden zwanger). Wanneer is een vrouw, meisje af, wanneer ze een kind heeft gebaard! Ze wordt dus, in dat opzicht de "aanstaande" vrouw van Jozef.
Het was dus maart, lente, toen Jezus geboren werd, niet in de winter! (zie Lucas 2:6/2:8 en 2:42).

Dat bovendien Jezus een fysiek geboren kind was door de gemeenschap van twee mensen van vlees en bloed blijkt uit het feit dat Maria 'onrein' gedurende de eerste 8 dagen.
Pas daarna kon Jezus, geheel naar joods gebruik, 'besneden worden'. Door het feit dat de Heilige Geest over Maria was gekomen (feitelijk, over de vrucht was Jozef ook, de vrucht van die Geest, een geestelijke toestand, geen fysieke vleselijke)
En was Jezus dus ook 'herboren' in het vruchtwater van Maria, als menselijke zoon en als (Geestelijke-) Zoon van de Allerhoogste God.
Dat mag ook blijken, want Jezus heeft zich altijd tegenover Zijn ouders zo gedragen als we zijn uitspraken tegenover Zijn moeder in acht nemen. Hij duidde haar dat Zijn (werkelijke geestelijke) Vader die in de Hemel was. Maria en Jezus verschilden dus op dat punt, zoals dat ook onder ons gebeurt! Maria had immers Christus nog niet aangenomen als haar Heer en Heiland. Ze begreep Zijn boodschap evenmin als dat veel mensen dat doen omdat het hen aan Geestelijke vrucht ontbreekt! Het is Jezus zélf die dat aan ALLE mensen laat zien, dus ook aaan Zijn broers, zusters en moeder!

Voortdurend was hij als kleine jongen bij de Rabbi's om hen te onderwijzen! Als kind, deed hij niet onder voor andere kinderen hij was soms tegendraads, in de ogen van "gewone" mensen!
Maria en de familie van Jezus begrepen Hem niet!

Wellicht dat we, naar aanleiding van de verdere studie van Openbaringen, nog verder komen met 'zoonschap', zoals ook Daniël duidt, als het om de Zonen van Zijn nageslacht gaat!

Hartelijke groet

[Hendrik-NG]

Waar staat nu dat Jozef en Maria gemeenschap hebben gehad, tot "een vlees'?
Hier:

Lucas 2:4,5:

:4Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde,
5.om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was

Nu, de meesten onder de mensen denken dus dat Jozef dan nog niet getrouwd was met Maria.
Maar dat kan natuurlijk niet, zeker niet volgens Joodse gebruiken. Jozef is met Maria in Bethlehem, ze is hoog zwanger, want ze gaat aanstonds bevallen,
in Bethlehem ( ze is dus gewoonweg al 9 maanden zwanger). Wanneer is een vrouw, meisje af, wanneer ze een kind heeft gebaard! Ze wordt dus, in dat opzicht de "aanstaande" vrouw van Jozef.
Het was dus maart, lente, toen Jezus geboren werd, niet in de winter! (zie Lucas 2:6/2:8 en 2:42).

Dat bovendien Jezus een fysiek geboren kind was door de gemeenschap van twee mensen van vlees en bloed blijkt uit het feit dat Maria 'onrein' gedurende de eerste 8 dagen.

Bijbelse "logica" zit soms anders in elkaar...

Mogen we uit de volgende passage de conclusie trekken dat Jezus zich moest laten dopen omdat Hij een zondig mens was? Johannes geeft het antwoord...

Mat 3:13 Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden. 14 Maar Johannes probeerde hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door u gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?’ 15 Jezus antwoordde: ‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.’

De reden waarom "de wet" (Gods oproep tot doop) werd nageleefd is soms omdat "het is goed dat op deze manier Gods gerechtigheid vervuld wordt"... Waarom zou dat met dat reinigingsritueel na 8 dagen ook niet het geval geweest kunnen zijn?



(NB: vergeet svp mijn vraag niet...)

[Adinomis]

[modbreak Trajecto] Deze reactie voor nicodemus zda is verplaatst naar het topic "Jezus geboren uit de maagd".
viewtopic.php?f=9&t=564&p=11005#p11005

[Titus]

Als Jezus de vrucht was van gemeenschap tussen Jozef en Maria, was er toch geen enkele reden dat Maria in opspraak zou komen?

Wellicht probeert Nicodemus ons hier duidelijk te maken dat in zijn visie Jezus gewoon een simpele bastaardzoon was uit een overspelige buitenhuwelijkse relatie van Maria.

Wellicht kan hij dan nu de bronnen voor zijn 2 eerdere bijdragen (eerste gaf HarryK » 15 Jun 2013, 22:06 aan, en zelfs daarna nogmaals sprake van plagiaat) geven die reeds opgemerkt zijn als plagiaat en antwoord geven op de directe vraag van de moderator (HarryK » 15 Jun 2013, 19:25).

[Gaitema]

Ten aanzien van de eerste punt, de 1000 jaar in het Hemels Jeruzalem, behoort dus tot het Koninkrijk der Hemelen. Maar iemand die er naar streeft, te willen groeien in Christus, kans dus door zich tot een Tempel van de Heilige
Geest te willen laten bekeren reeds deel hebben aan dat Hemels Koninkrijk

Nou zeg je precies wat ik dacht, zo vat ik het ook op

Als we nu naar Jezus' geboorte kijken, dan zien we dat ook Jezus geboren was uit het 'vruchtwater' in Maria. feitelijk was Jezus hier 'gedoopt' in de essentie van wat de mens, op geen enkele wijze, anders kan doen.

Hierover heb ik de topic "Jezus geboren uit de maagd?" geopend in Levens Beschouwing.

Voor mij persoonlijk en waarschijnlijk ook voor vele andere gelovigen is de profetische periode die we in Daniël vermeldt zien, de 2300 avonden en morgens, in 1843 geëindigd.
(...)

„Zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn" (Matteus 24:39), zei Jezus. In alle stilte, onopgemerkt als een dief in de nacht, zal het beslissende uur aanbreken, wanneer het lot van ieder mens wordt bepaald en het aanbod der genade aan schuldige mensen voorgoed wordt ingetrokken.„Waakt dan,... opdat hij niet, als hij plotseling komt, u slapende vinde" (Marcus 1:35,36). Zij die vermoeid worden van het waken en weer het plezier van de wereld zoeken, zijn in groot gevaar. Terwijl de zakenman volledig opgaat in het maken van winst, terwijl de genotzoeker zich met hart en ziel overgeeft aan zijn plezier, terwijl het modepoppetje volop meedoet aan de mode, kan het gebeuren dat de Rechter der gehele aarde het vonnis uitspreekt: „Gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden" (Daniël 5:27).

Nu snap ik je kijk op het oordeel. Dank voor de uitleg.
Ik geloof dat het grote oordeel gaat volgen na de wederkomst van Jezus,
wat je schrijft over de 2300 avonden vind ik gewoon interessant om te lezen.
Ik heb zelf het idee dat Jezus wel inderdaad het één en ander constant aan het voor berijden was,
in aanloop naar de laatste dagen van de eindtijd. Het beoordelen plaats ik vooral na het verlaten van de aarde,
na we door de tunnel in de hemel komen. Een terugblik op het leven is dat, wij zijn vrij van elk oordeel door het bloed van Christus.
Maar toch, je visie is wel interessant en helder onderbouwd.

[Gaitema]

Als Christus voor je is en boven je en onder je en naast je, wat hebben dan oude gebruiken uit (...) Twente (...) nog voor cultische betekenis voor je???

Nen stukkie warklijkheid. Ie bint ginnen echen tukker ai ginnen Twentsch kunt kuieren.
En dat is wa neudig, want uut de gouden koren en de aren schiep God de Twentenaren.

[Gaitema]

ps. Wat de discussie over de maagdelijkheid van Maria betreft, daar is al een topic over, om te voorkomen dat het hier te veel van het behandelen van Openbaring zou afleiden, met de titel: "Jezus geboren uit de maagd?" Hier ga ik op dat onderwerp in ieder geval niet inhoudelijk in.

[Gaitema]

Openbaring 14:1-13

Het lam en de zijnen; het oordeel
14
1 Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden. 2 Ik hoorde uit de hemel een geluid komen dat klonk als het geluid van geweldige watermassa’s, van zware donderslagen; het klonk als het geluid dat muzikanten maken die op de lier spelen. 3 Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. 4 Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. 5 Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.
6 Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 7 Luid riep hij: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want nu is de tijd gekomen dat hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’ 8 Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.’ 9 Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, 10 zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam. 11 De rook van die pijniging zal opstijgen tot in eeuwigheid. Wie het beest en zijn beeld aanbidden, of wie het merkteken van zijn naam draagt, ze krijgen geen rust, overdag niet en ’s nachts niet.’
12 Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jezus.
13 Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven.”’ En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling

[nicodemus zda]

Hallo Gait en Trajecto,

Bedankt dat jullie mijn gewezen hebben om de aspecten van 'off-topic' inzake de ontstane discussie over Maria/Mirjam.
Prima Trajecto dat je het 'off-topic' onderwerp hebt verplaatst.
Het is zeker geen gemakkelijk onderwerp, want:
“Als de Jood iets wil aanmerken als voorbestemd, dan sprak hij alsof het al ‘bestond’ in de hemel.
Dit betekent dus dat verklaringen over ‘voorbestaan’ in de Apostolische geschriften hebben eigenlijk van doen hebben met voorbeschikking en voorbestemming.
Het waren de Grieken die de Joodse manier van denken verkeerd begrepen. En dat is voor ons een dilemma, want ook de kerken van vandaag (door de concilies van Niçea bijv.)
is het er niet duidelijker op geworden, geen wonder dus dat Jezus in Openbaring 6 zo wijst op dat verval van die (eerste) trouwe gemeente.
Vandaar dat het van belang is dat we moeten accepteren dat het de Heilige Geest alleen kan zijn, die in harmonie met de Bijbel, zaken kan uitleggen aan ons persoonlijk.
De heilige Geest werkt altijd persoonlijk, zoals ook Jezus een persoonlijke relatie met mensen heeft. Hij en de heilige Geest attenderen altijd naar onze persoonlijke omstandigheden.
Ik ben naar aanleiding van het onderwerp Maria/Mirjam nog eens met Joodse- en Messiaans joodse Rabbi's in contact getreden, omdat het onderwerp ook bij Joden nogal eens tot heftige discussies kan lijden.
Joods denken is geheel iets anders zoals wij Christenen soms denken en doen.

Hartelijke groet

[nicodemus zda]

[modbreak Trajecto]
De bronvermelding bij het citaat "De aarde verwoest" ontbreekt.
Die hoort erbij te staan.


Hallo Gait,

Je schreef o.a.:

Het beoordelen plaats ik vooral na het verlaten van de aarde,
na we door de tunnel in de hemel komen. Een terugblik op het leven is dat, wij zijn vrij van elk oordeel door het bloed van Christus.
Maar toch, je visie is wel interessant en helder onderbouwd.

Wat juist is Gait in dit verband, is dat de verlosten, in de periode dat zij 1000 jaar met Hem in het Hemelse Jeruzalem zijn, "zij die verloren zijn" oordelen.

Enkele aspecten op een rij:

De aarde verwoest

„Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid gedacht... Mengt haar het dubbele in de beker, die zij gemengd heeft; geeft haar zoveel pijniging en rouw, als zij heerlijkheid en weelde genoten heeft. Want zij zegt in haar hart: Ik troon als koningin, ik ben geen weduwe en geen rouw zal ik zien. Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood en rouw en hongersnood, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar geoordeeld heeft. En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd hebben en weelderig geweest zijn, zullen over haar wenen en weeklagen... zeggende: Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen!” (Openbaring 18:5-10).

Wanneer God de bevrijding van zijn volk aankondigt, worden zij die alles in de grote strijd hebben verloren zich pijnlijk bewust van de ernst van de toestand. In de genadetijd hebben ze zich laten verblinden door de drogredenen van Satan en wilden hun zondig leven goedpraten. De rijken beroemden zich op hun superioriteit. Ze hebben hun rijkdom echter verworven door de overtreding van Gods wet.

De ongelovigen hebben geen spijt omdat ze hun verplichtingen tegenover God en hun medemensen niet zijn nagekomen, maar vinden het wel jammer dat God de overwinnaar is. Ze hebben geen spijt over hun zonden, maar betreuren de afloop van de strijd. Als ze de kans kregen, zouden ze geen middel onbeproefd laten om alsnog te overwinnen.

God zegt: „Zij trachten de breuk van de dochter mijns volks op het lichtst te genezen door te zeggen: Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is”. „Gij (hebt) het hart van de rechtvaardige bedroefd (...) met leugen, terwijl Ik hem geen smart aandeed, en de handen van de goddeloze gesterkt (...), opdat hij zich niet van zijn boze weg zou bekeren en leven” (Jeremia 8:11; Ezechiël 13:22 /Jeremia 23:1,2; 25:34,35).

„Krijgsrumoer verbreidt zich tot aan het einde der aarde, want de HERE heeft een rechtsgeding met de volken. Hij houdt gericht over al wat leeft; de goddelozen geeft Hij over aan het zwaard” (Jeremia 25:31). De grote strijd heeft zesduizend jaar geduurd. Christus en zijn hemelse boodschappers hebben tegen de macht van de Boze gestreden om de mensen te waarschuwen, te informeren en te redden. Iedereen heeft nu gekozen. De ongelovigen staan helemaal aan de zijde van Satan in zijn strijd tegen God.( zie ook: Ezechiël 9:1-6).

De valse wachters vallen het eerst. De verderfengel is meedogenloos. Niemand wordt gespaard.

„Want zie, de HERE verlaat zijn plaats om de ongerechtigheid der bewoners van de aarde aan hen te bezoeken; dan zal de aarde het op haar vergoten bloed aan het licht brengen en haar verslagenen niet langer bedekken” (Jesaja 26:21 en Zacharia 14:12,13).

In de waanzinnige strijd, ontketend door hun eigen wilde hartstochten en door de vreselijke uitstorting van Gods ongemengde gramschap, zullen de goddeloze bewoners van de aarde - priesters, machthebbers, en het volk, rijk en arm, hoog en laag - vallen. „En zij die door de HERE geveld zijn, zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot het andere, zij zullen niet beklaagd, noch bijeengezameld, noch begraven worden” (Jeremia 25:33).

Bij de wederkomst van Christus zullen alle ongelovigen volledig worden uitgeroeid: ze worden verteerd door „de adem van zijn mond” en worden vernietigd door zijn heerlijkheid. Christus brengt zijn volgelingen naar de stad Gods. De aarde is dan onbewoond. „Zie, de HERE ontledigt en verwoest de aarde, keert haar ondersteboven en verstrooit haar inwoners”.

„De aarde wordt volkomen ontledigd en geheel leeggeroofd, want de HERE heeft dit woord gesproken”. „Want de aarde is ontwijd door haar bewoners, omdat zij de wetten hebben overtreden, de inzetting ontdoken, het eeuwig verbond verbroken. Daarom verslindt een vloek de aarde door een gloed verteerd en blijven er weinig stervelingen over” (Jesaja 24: 1,3,5,6).

De hele aarde is verwoest. De puinhopen van de steden en dorpen die door de aardbeving zijn getroffen, ontwortelde bomen en de grote rotsblokken die door de zee zijn uitgespuwd of uit de aarde zijn losgescheurd, liggen over de oppervlakte van de aarde verspreid, terwijl grote kraters de plaats aanduiden waar de bergen van hun grondvesten zijn losgerukt.( zie ook:Leviticus 16:21).

Wanneer het werk in het hemelse heiligdom voltooid is, zullen de zonden van Gods volk op Satan worden gelegd in aanwezigheid van God, de hemelse engelen en de schare van de verlosten. Hij zal verantwoordelijk worden gesteld voor al het kwaad waartoe Hij hen heeft aangezet. Zoals de zondebok werd weggebracht naar „een onvruchtbaar land”, zal Satan worden verbannen naar de verwoeste aarde, die dan een troosteloze, onbewoonde woestenij zal zijn.

De uitdrukking „de afgrond” stelt de chaos en duisternis op aarde voor. Dit blijkt duidelijk uit andere bijbelteksten. De Bijbel zegt dat de aarde „in den beginne” „woest en ledig” was, „en duisternis lag op de vloed” (Genesis 1:2). Volgens de profetie zal de aarde - alleszins gedeeltelijk - weer in deze toestand verkeren. Jeremia heeft „de grote dag des Heren” van verre gezien en beschreven: „Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet.....(lees Jeremia 4:23-26).

De aarde zal duizend jaar lang de woonplaats van Satan en zijn engelen zijn. Hij zal op aarde moeten blijven en zal geen toegang hebben tot de andere werelden om degenen die nooit zijn gevallen te verleiden en te kwellen. In die betekenis is hij „gebonden”: er is niemand meer over wie hij kan heersen. Hij kan het bedrog en de vernietiging waaraan hij eeuwenlang zoveel plezier heeft beleefd niet meer voortzetten.

De profeet Jesaja heeft de ondergang van Satan in een visioen gezien: „Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten ... Ik wil ... mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Integendeel, in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste der groeve. Wie u zien, beschouwen u, letten op u: Is dit de man, die de aarde deed sidderen, die koninkrijken deed beven; die de wereld tot een woestijn maakte en haar steden afbrak; die zijn gevangenen niet naar huis liet keren” (Jesaja 14:12-17 en Jesaja 14:18-20).
Satan zal duizend jaar lang op de verwoeste aarde rondzwerven om de gevolgen van zijn opstand tegen Gods wet te overzien. In deze duizend jaar lijdt hij vreselijk. Hij heeft sinds zijn val door zijn onafgebroken activiteit geen ogenblik kunnen nadenken, maar nu is hij machteloos en kan hij zich wel verdiepen in de rol die hij heeft gespeeld sinds het begin van zijn opstand tegen Gods heerschappij.
Tijdens „de duizend jaren” tussen de eerste en de tweede opstanding vindt het oordeel over de ongelovigen plaats. Volgens de apostel Paulus zal dit oordeel na de wederkomst van Christus plaatshebben. „Daarom, velt geen oordeel vóór de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken” (1 Korintiërs 4:5). Daniël zegt dat toen de Oude van dagen kwam „recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten” (Daniël 7:22).

In de Openbaring zegt Johannes: „En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven”. „Zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, (die) duizend jaren” (Openbaring 20:4,6). Tijdens „de duizend jaren” „zullen de heiligen de wereld oordelen”, zoals Paulus voorzegde. (1 Korintiërs 6:2).

Samen met Christus zullen ze over de ongelovigen oordelen door hun daden met het Wetboek, de Bijbel, te vergelijken. Ze zullen over elk geval afzonderlijk recht spreken op grond van de daden van de betrokkenen. Dan wordt de straf die de ongelovigen moeten krijgen vastgesteld „naarmate hun werken zijn” en naast hun naam in „het boek des doods” opgetekend.

Christus en zijn volgelingen oordelen over Satan en zijn boze engelen. Paulus zegt in dit verband: „Weet gij niet, dat wij over engelen oordelen zullen?”(vers 3). En volgens Judas heeft Hij „de engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid bewaard gehouden” (Judas 6).
Aan het einde van „de duizend jaren” vindt de tweede opstanding plaats. De goddelozen zullen dan uit de doden opstaan en voor God verschijnen voor de voltrekking van het vonnis dat in de boeken staat opgetekend. Na zijn beschrijving van de opstanding van de rechtvaardigen zegt Johannes: „De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren” (Openbaring 20:5). En Jesaja zegt over de goddelozen: „En zij zullen bijeengebracht worden, zoals men gevangenen bijeenbrengt in een kuil, en zij zullen opgesloten worden in een kerker, en na vele dagen zullen zij bezocht worden” (Jesaja 24:22).

Bron: Bijbelteksten gewoon uit de Bijbel! de rest van eigen studie en verslagen die in algemene Bijbelkringen (van de Kerk) zijn besproken of er uit zijn ontstaan.

Hartelijke groet

[Sanne]

Maar zoals ik je uitspraken opvat lees je het als een oproep om "de wereld te mijden als de pest" ("de ongelovige niet de hand te schudden", als het ware)... Terwijl ik de tekst meer lees als een oproep om "je (eigen!) akker niet met tweeërlei zaad in te zaaien"...

Ik woon, werk, evangeliseer tussen mensen met allerlei verschillende achtergronden; ook ongelovigen. Ik leef dus niet als een kluizenaar en ik respecteer ieders keus en ik schudt iedereen de hand. En als een Arabische buurvrouw me uitnodigt voor een kopje koffie en zij vindt het prettig als ik mijn schoenen uittrek, dan trek ik mijn schoenen uit. En ik heb van Afrikanen geleerd dat het onder sommige Afrikanen "not done" is om een heilig boek als de Bijbel op de grond te leggen. Nu ben ik zelf in Afrika geweest en heb er dan geen enkele moeite mee om met dat soort gevoeligheden rekening te houden. En als ik met mijn man meega naar de bedrijfsbarbecue met voornamelijk gereformeerde collega's, dan trek ik een rokje aan en ben ik heel bescheiden met make-up. Een collega van mijn man, had mij een keer "Izebel" genoemd , terwijl ik toch echt wel bescheiden ben. Maar goed, ik wil op zo'n avondje geen aanstoot geven. Maar als het om aanbidding gaat, sluit ik geen compromis.

Als Christus voor je is en boven je en onder je en naast je, wat hebben dan oude gebruiken uit Babylon, Egypte, Germanië, Twente of Monnikendam nog voor cultische betekenis voor je???

Zo ook met het offervlees: 1 Kor 8:8 Nu zal ons voedsel ons niet bij God brengen: eten wij niet, dan zal ons dat niet tot nadeel strekken; eten wij wel, dan zal ons dat niet tot voordeel strekken. (9 Maar: let erop dat de vrijheid die u hebt geen struikelblok wordt voor de zwakken onder u).

Het kan zijn dat ik op je over kom als iemand met een zwak geweten. Toch luister ik naar mijn geweten. In Nederland komen we het waarschijnlijk niet zo snel tegen dat we vlees krijgen voorgeschoteld, dat eerst aan een afgod geofferd is geweest. Ik kan wel een ander voorbeeldje aanhalen. Als iemand mij nu een chocolaatje aanbiedt in de vorm van een paasei, dan kan ik met 1 Kor.8:8 in gedachten denken: " het is maar chocolade" en het gewoon lekker opeten. Ik ga echter niet in de dagen dat ik stil sta bij de dood van Jezus, mijn huis versieren met paastakken, paashazen en schalen met paaseitjes op mijn tafel zetten. Dan wordt het a.h.w. onderdeel van mijn aanbidding. En gezien de achtergrond van dit soort gebruiken, wil ik dat niet. Ik heb ook Handelingen 15:28,29 in gedachten: "Want het heeft de heilige geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke: onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is.. "
De keuzes die anderen maken, respecteer ik. Ik hoop ook dat anderen mijn keuze respecteren. En als ze me toch een beetje vreemd vinden.. Ach, daar heeft Jezus me al voor gewaarschuwd. - zie Johannes 15:17-20.

[nicodemus zda]

Hallo Hendrik-NG,

Je schreef aan mijn adres dit:

Bijbelse "logica" zit soms anders in elkaar...

Mogen we uit de volgende passage de conclusie trekken dat Jezus zich moest laten dopen omdat Hij een zondig mens was? Johannes geeft het antwoord...

Mat 3:13 Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden. 14 Maar Johannes probeerde hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door u gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?’ 15 Jezus antwoordde: ‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.’

De reden waarom "de wet" (Gods oproep tot doop) werd nageleefd is soms omdat "het is goed dat op deze manier Gods gerechtigheid vervuld wordt"... Waarom zou dat met dat reinigingsritueel na 8 dagen ook niet het geval geweest kunnen zijn?

Nu, we weten dat Bijbelse logica niet altijd de Geestelijk weer geeft. Dat kan ook niet, want de Bijbels is, op zich weergave van de 'dode letter'. Wie naar de letter leeft is in feite een 'dode levende'.
Het is immers de Geest die levend maakt!

Wat is Gods gerechtigheid! Johannes 3:3 zegt het als volgt:

alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 4 ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ 5 Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. 6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7 Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden NBG

Kun je dat begrijpen Hendrik?

Wat was nu de essentie van die Johanneïsche doophandelingen!
Nu bij de joodse doop ging het in principe alleen om het afwassen van rituelen verontreinigingen, echter dat was niet de juiste bedoeling, immers
Jezus wees niet op de ceremoniële aspecten van een doop, maar op de Geestelijk er van, zoals Hij aan Nicodemus in Johannes 3 uitlegt.
Moest Jezus dan gedoopt worden?

Laten we eens zien wat Johannes er verder zelf over zegt:

Getuigenis van Johannes de Doper

22 Daarna ging Jezus met zijn leerlingen naar Judea. Daar bleef hij enige tijd en hij doopte er. 23 Johannes doopte toen ook, in Enon, dicht bij Salim, een waterrijk gebied. Daar kwamen de mensen naartoe om zich te laten dopen. 24 Johannes was immers nog niet gevangengezet. 25 Er ontstond een discussie tussen de leerlingen van Johannes en een Jood over het reinigingsritueel. 26 Ze gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: ‘Rabbi, de man die bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!’ 27 Johannes antwoordde: ‘Een mens kan alleen ontvangen wat hem door de hemel gegeven wordt. 28 Jullie kunnen van mij getuigen dat ik gezegd heb: “Ik ben de messias niet, maar ik ben voor hem uit gezonden.” 29 De bruidegom krijgt de bruid; de vriend van de bruidegom staat te luisteren en is blij dat hij de stem van de bruidegom hoort. Dat vervult mij met grote vreugde. 30 Hij moet groter worden en ik kleiner.
31 Hij die van boven komt staat boven allen, wie uit de aarde voortkomt is aards en spreekt de taal van de aarde. Hij die uit de hemel komt en boven allen staat, 32 getuigt van wat hij gezien en gehoord heeft, en toch wordt zijn getuigenis door niemand aanvaard. 33 Wie zijn getuigenis wel aanvaardt, bevestigt daarmee dat God betrouwbaar is. 34 Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de Geest in overvloed. 35 De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle macht aan hem overgedragen. 36 Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’

NBG

Goed, hier zien we dus dat Johannes getuigt van Christus! Wat Johannes hier doet is datgene bevestigen wat Jezus in Johannes 3 uitlegt.
Waarom denk je nu Handerik-NG, dat Jezus zich moest laten dopen. Welke Gerechtigheid bewees Jezus hiermee aan de mensheid, die van God komt.
Maak van Jezus niet JHJW. Jezus is de (hemels-) Vader niet. Jezus is een 'beeltenis' van de Vader!

De essentie van Johannes was 'als voorloper van Christus' namelijk het feit dat de doophandelingen die hij deed, in overeenstemming waren met de Gerechtigheid in de Hemelse Vader!

Wat mij dus in het bijzonder op valt Hendrik-NG, dat je nét niet aan de kern raakt van wat Jezus hier dus nu doet, als Hij zich door Johannes laat dopen, en dat verwondert mij ten zeerste.
Als je even iets verder de tekst van Mattheus 3 had uitgewerkt (gelezen) dat had je de kernvraag, die je mij stelde zelf kunnen invullen, denk ik!
Jij spreekt over "Bijbels logica", maar Bijbelse logica bestaat niet Hendrik. Het is namelijk de Heilige Geest die in harmonie met de Schrift onderwijst zoals Jesja 8:20 leert.
Het is juist dat de Bijbel zichzelf verklaart, maar dan nog is daarbij de heilige Geest nodig. Als we een cursus volgen of een studie, dan is het veelal zo dat we "in de boeken" veel wijsheid vinden,
maar soms begrijpen we er geen jota van. Pas als onze Leraar of Docent het met 'voorbeelden' of beelden verklaart, "zien" en "horen" we de juiste maatstaf van ons vermoeden. Geestelijk begrijpen we dan
vaak meteen wat de boeken ons willen 'zeggen'. En zo is het met de Bijbel ook. Vandaar dat Jezus er op duidt, dat de Gerechtigheid (Juistheid van Goddelijke wetgeving) alleen in Geestelijke relatie met Jezus' of Gods Geest begrepen kan worden!

Matteus 3:

15 Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. 16 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. NBG

Wanneer manifesteert de Geest van de Allerhoogste zich in de Bijbel voor het eerst?

Jesaja 44:3 3 Want Ik zal water gieten op de dorstige, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.

Waar spreken we hier over? Jakob, die met de HEER streed. Het begin van wat; een Geestelijk Israël.
Doop heeft dus te maken met (de verandering van...) je Geestelijke toestand. Als je Jesaja 44:3 verstaat,dan kun je weten dat de Allerhoogste hemels Vader het vanaf dat punt heeft over een Geestelijk Israël.
Want alleen die zich door Water en Geest laten dopen, doen veranderen van je geestelijke instelling, zullen de waarlijk volgelingen van Christus en de hemelse Vader (kunnen) zijn.
Jakob is de 'eerste' die Israël genoemd wordt op grond vaneen Geestelijke overwinning, het is immers de Allerhoogste die Jakob dat mededeelt, wie kan er iets tegen inbrengen!
Deze "zien" en "horen" niet alleen Zijn Stem en het Koninkrijk, maar ontvangen ook de Gave der Profetie!
Geen wonder dat Satan des te meer de strijd tegen hen, juist, opvoert.
We moeten dus erg oppassen om tegen andersdenkenden, die van Christus getuigen, iets in te brengen. We kunnen beter luisteren en met eigen hart onderzoeken wat Waarheid (in Christus) feitelijk inhoudt.
Overigens:
[/quote]De eerste maal dat we Gods Geest in de Bijbel tegenkomen is boven het water in Genesis 1:2. [/quote]
Goed, wanneer begon daadwerkelijk het Dienstwerk van Jezus. We kunnen het in Mattheus 3 gewoon vinden;

De Here Jezus ontvangt de Heilige Geest wanneer Hij na Zijn doop uit het water opstijgt (Mattheüs 3:16)

.
Als we dus de gehele tekst er bij pakken, dan leren we het volgende:

15 Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij Hem geworden. 16 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.

NBG
Jezus was zonder zonden, zeker, maar in het VOORBEELD voor hen die Zijn Dienstwerk zouden (mede-) helpen ondersteunen, de discipelen, liet Hij zich dopen, ging door het watergraf, en legde zijn menselijke natuur af, door een Geestelijk kleed aan te trekken (Hij was reeds rein vanuit de moederschoot, door diezelfde Geest) maar in het voorbeeld van de Doop, verbond Hij zich met Zijn discipelen, als een voorbeeld voor hen en de Hemel, zodat ook wij diezelfde weg kunnen (leren) gaan! Hij kon alleen op grond van dat feit- en dus die handeling anderen voeden, Zijn Geest werd het 'Levende Water'!
Zie ook wat Mattheus 28 daarover zegt, als Hij leert dat alles wat Hijzelf heeft gedaan in het voorbeeld aan de dienstknechten zij ook aan "alle volkeren van de wereld" ook moeten leren, in Zijn Naam (dus).
Iedereen die nu met hem (of in Hem) het Hemels koninkrijk wil kunnen binnengaan, moet door water en Geest gezuiverd worden.
Lees nog eens Johannes 3 en begrijp waarom Nicodemus geen leraar Israël kon zijn. Nicodemus paste de wetten en geboden, niet in Christus noch door de Heilige Geest toe, maar op grond van menselijk handelen naar het eigen (Gerechtigde-) hart.

Bron: Alle Bijbelteksten komen uit de NBG vertaling!

Ben vanaf morgen, voor 3 dagen in Den Helder (Nederland) i.v.m. Kon Marine 525 jaar

http://www.marine525.nl/
http://www.defensie.nl/marine/525_jaar/evenementen/
http://www.google.be/search?site=&sourc ... FzJh6m_8og

Gegroet!

[Sanne]

Openbaring 14:1-13

Het lam en de zijnen; het oordeel
14
1 Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden. 2 Ik hoorde uit de hemel een geluid komen dat klonk als het geluid van geweldige watermassa’s, van zware donderslagen; het klonk als het geluid dat muzikanten maken die op de lier spelen. 3 Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. 4 Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. 5 Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.

Het is interessant om dit gedeelte te vergelijken met Openbaring 5:9,10. Daar wordt namelijk ook gesproken over personen die van de aarde zijn gekocht en een nieuw lied zingen. Het gedeelte in Openbaring 14 geeft aan dat het aantal personen dat samen met Jezus naar de hemel zal gaan om met hem als koningen en priesters te gaan dienen, 144.000 is.
Nu was de priesterschap in het oude Israël slechts een "schaduw" van hemelse werkelijkheden. - Zie Hebreeën 8:5. Niet iedereen was priester. Het was slechts een kleine groep. En zo ook wanneer de nieuwe hemel en nieuwe aarde daar is, zal slechts een kleine groep, 144.000, samen met Jezus als koning / priester dienen. En in Openbaring 5:10 staat dat zij zullen heersen over de aarde. Het grootste deel van gehoorzame aanbidders van God zullen het aardse deel van het koninkrijk beërven. - Zie Mattheus 5:5 en Psalm 37:10,11,29.

[Adinomis]

[Openbaring 14:1 Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden. 2 Ik hoorde uit de hemel een geluid komen dat klonk als het geluid van geweldige watermassa’s, van zware donderslagen; het klonk als het geluid dat muzikanten maken die op de lier spelen. 3 Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. 4 Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. 5 Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.

Het is interessant om dit gedeelte te vergelijken met Openbaring 5:9,10. Daar wordt namelijk ook gesproken over personen die van de aarde zijn gekocht en een nieuw lied zingen. Het gedeelte in Openbaring 14 geeft aan dat het aantal personen dat samen met Jezus naar de hemel zal gaan om met hem als koningen en priesters te gaan dienen, 144.000 is.

In Openbaring 5 vers 9 en 10 gaat het om de verlosten door het bloed van het lam. Ze zijn gekocht en "gelost". Ze komen uit elke stam, volk en natie. Dat staat er uitdrukkelijk bij vermeld. Het is inderdaad "het Lichaam van Christus", Christus is het Hoofd en zij zullen samen met Christus regeren. Deze schare is volgens de hele beschrijving dan al in de hemel. Dat zullen er veel meer zijn dan 144.000. Want dat getal wordt in Openbaring 5 niet genoemd.

Maar vergelijk het ook eens met Openbaring 7. In Openbaring 7:2 wordt wel over de 144.000 gesproken en daarbij staat uitdrukkelijk vermeld: uit alle stammen van de kinderen van Israël. Daar staan vier engelen gereed om deze 144.000 knechten van God aan hun voorhoofd te verzegelen, nadat zegelgerichten zijn voltrokken en het zevende zegel zal worden geopend. Dit vindt dus plaats op aarde tijdens de oordelen. Als de 144.000 verzegeld worden uit alle stammen van Israël, kun je dit toch niet betrekken op een selectie uit wat de bijbel noemt: "elke taal, volk en natie"? Daarna lees je in Openbaring 7:9-17 over die "grote schare" uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Het gaat dus over twee verschillend beschreven groepen, de éne in de hemel en de andere op aarde.

Nu was de priesterschap in het oude Israël slechts een "schaduw" van hemelse werkelijkheden. - Zie Hebreeën 8:5. Niet iedereen was priester. Het was slechts een kleine groep. En zo ook wanneer de nieuwe hemel en nieuwe aarde daar is, zal slechts een kleine groep, 144.000, samen met Jezus als koning / priester dienen. En in Openbaring 5:10 staat dat zij zullen heersen over de aarde. Het grootste deel van gehoorzame aanbidders van God zullen het aardse deel van het koninkrijk beërven. - Zie Mattheus 5:5 en Psalm 37:10,11,29.

Uit niets blijkt dat uit de schare een selectie wordt gemaakt om met Christus te regeren. Er zullen mogelijk verschillende taken zijn, maar Openbaring 1 zegt: Aan hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed, 6 die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.

Wat de taak van de 144.000 uit Israël is, wordt niet duidelijk in de bijbel omschreven. Het lijkt erop dat dit getuigende Messiaanse Joden zullen zijn, die alsnog - nadat de gemeente is opgenomen - de opdracht zullen vervullen die God aan Israël gaf. Ik denk wel eens dat de volgende tekst dan in vervulling gaat:

Zach.8: 23 En dit zegt de HEER van de hemelse machten: Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.”’ Het is goed om die tekst in zijn context te lezen.

[Gaitema]

Hallo Gait,

Dag Nicodemus! Ik moest er even voor gaan zitten, maar het is een interessante gedeelte met interessante gevolgstrekkingen. Hoewel het niet prettig is te lezen over het lot van vele mensen.
Een citaat van je viel we wel op:

Jeremia heeft „de grote dag des Heren” van verre gezien en beschreven: „Ik zag de aarde, en zie, zij was woest en ledig; ik zag naar de hemel, en zijn licht was er niet.....(lees Jeremia 4:23-26).

Zoals ik het verder door lees, gaat dit over het verwoest worden van Israël door hun vijanden. De aarde bekeken, wanneer God over Israël uit kijkt.

[Gaitema]

Maar zoals ik je uitspraken opvat lees je het als een oproep om "de wereld te mijden als de pest" ("de ongelovige niet de hand te schudden", als het ware)... Terwijl ik de tekst meer lees als een oproep om "je (eigen!) akker niet met tweeërlei zaad in te zaaien"...

Ik woon, werk, evangeliseer tussen mensen met allerlei verschillende achtergronden; ook ongelovigen.

Kan je hierover in Christelijk zijn in de dagelijkse praktijk iets over delen? Ik ben daar wel nieuwsgierig naar, lijkt me leerzaam.
Ik zal er een topic "Evangelisatie" openen.

Het kan zijn dat ik op je over kom als iemand met een zwak geweten. Toch luister ik naar mijn geweten. In Nederland komen we het waarschijnlijk niet zo snel tegen dat we vlees krijgen voorgeschoteld, dat eerst aan een afgod geofferd is geweest. Ik kan wel een ander voorbeeldje aanhalen. Als iemand mij nu een chocolaatje aanbiedt in de vorm van een paasei, dan kan ik met 1 Kor.8:8 in gedachten denken: " het is maar chocolade" en het gewoon lekker opeten. Ik ga echter niet in de dagen dat ik stil sta bij de dood van Jezus, mijn huis versieren met paastakken, paashazen en schalen met paaseitjes op mijn tafel zetten. Dan wordt het a.h.w. onderdeel van mijn aanbidding. En gezien de achtergrond van dit soort gebruiken, wil ik dat niet. Ik heb ook Handelingen 15:28,29 in gedachten: "Want het heeft de heilige geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke: onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is.. "
De keuzes die anderen maken, respecteer ik. Ik hoop ook dat anderen mijn keuze respecteren. En als ze me toch een beetje vreemd vinden.. Ach, daar heeft Jezus me al voor gewaarschuwd. - zie Johannes 15:17-20.

Ik respecteer het. Zelf doe ik wel aan die dingen mee, net als sinterklaas en het optuigen van de kerstboom met kerst.
Het is voor mij een stuk cultuur waarvan de oorspronkelijke betekenis al lang is verloren gegaan. Op de sinterklaasfeest misschien nog een beetje na dan.
Wat iets directer is, dat zijn de deelnames van mijn broertje aan carnaval in een carnavalsband met zijn Brabantse vrienden in Noord Brabant en
zijn optreden met de muziek vereniging Sint Jan van Wierden met kerst in een mis van de Sint Jan kerk. Dat bezocht ik ook een keer en dan zit je toch met een liturgische Maria-gebed. Dan nog, het vergt een zelfde behandeling. Er vrij van staan.

[Gaitema]

Openbaring 14:1-13

Het lam en de zijnen; het oordeel
14
1 Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden. 2 Ik hoorde uit de hemel een geluid komen dat klonk als het geluid van geweldige watermassa’s, van zware donderslagen; het klonk als het geluid dat muzikanten maken die op de lier spelen. 3 Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. 4 Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. 5 Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.

Het is interessant om dit gedeelte te vergelijken met Openbaring 5:9,10. Daar wordt namelijk ook gesproken over personen die van de aarde zijn gekocht en een nieuw lied zingen. Het gedeelte in Openbaring 14 geeft aan dat het aantal personen dat samen met Jezus naar de hemel zal gaan om met hem als koningen en priesters te gaan dienen, 144.000 is.
Nu was de priesterschap in het oude Israël slechts een "schaduw" van hemelse werkelijkheden. - Zie Hebreeën 8:5. Niet iedereen was priester. Het was slechts een kleine groep. En zo ook wanneer de nieuwe hemel en nieuwe aarde daar is, zal slechts een kleine groep, 144.000, samen met Jezus als koning / priester dienen. En in Openbaring 5:10 staat dat zij zullen heersen over de aarde. Het grootste deel van gehoorzame aanbidders van God zullen het aardse deel van het koninkrijk beërven. - Zie Mattheus 5:5 en Psalm 37:10,11,29.

Wie die 144.000 zijn is me ook wel een interessante vraag. Ik kan me dit wel letterlijk voorstellen, al zie ik het getal 144.000 aan voor een getal waarmee een bepaalde grote voorgesteld wordt, zonder dat het perse op de kop af 144.000 hoeven te zijn.
Met het maagdelijk zijn, denk ik dan aan de roeping die Paulus had en ook wat Jezus zei over het niet kunnen huwen van verscheidenen. Eén van de reden is dat sommigen niet kunnen huwen vanwege hun geloof, omdat ze de Heer intens dienen. Ik kan me dat zo voorstellen bij Paulus, dat hij een gezin niet er bij kon hebben, als hij dat grote deel van de wereld af moest reizen en ook af en toe gevaren moest trotseren (stenigingen doorstaan, dobberen op zee).
Het handboek wat ik gebruik kan zich dit zo niet voorstellen. Het valt over het idee dat maagd zijn dan boven het huwelijk gesteld zou zijn.
Het redeneert dan in een geestelijk maagd zijn, geen afgoden dienen. Het valt hen ook op dat hier 144.000 mannen voorstelt worden, omdat het gaat om het geen gemeenschap hebben met vrouwen. Het boek ziet het aan voor alle christenen en dat daar ook vrouwen onder moet zitten, dus het een geestelijk beeld moet zijn. Ik betwijfel dat. Ik denk dat we meer aan evangelisten moeten denken, naar het voorbeeld van Paulus bijvoorbeeld.

Wat koningen, priesters en profeten betreft. In het calvinisme wordt beleden dat we als christenen dat allemaal zijn, door onze eenheid met Jezus. Een tekst die er bij gebruikt wordt is:

1 Petrus 2:9

9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Dat zou ik toch ook eens uit moeten pluizen. Nog een nieuw topic maar in Gereformeerd Leven voor de onderbouwing

[Sanne]

In Openbaring 5 vers 9 en 10 gaat het om de verlosten door het bloed van het lam. Ze zijn gekocht en "gelost". Ze komen uit elke stam, volk en natie. Dat staat er uitdrukkelijk bij vermeld. Het is inderdaad "het Lichaam van Christus", Christus is het Hoofd en zij zullen samen met Christus regeren. Deze schare is volgens de hele beschrijving dan al in de hemel. Dat zullen er veel meer zijn dan 144.000. Want dat getal wordt in Openbaring 5 niet genoemd.

Maar vergelijk het ook eens met Openbaring 7. In Openbaring 7:2 wordt wel over de 144.000 gesproken en daarbij staat uitdrukkelijk vermeld: uit alle stammen van de kinderen van Israël. Daar staan vier engelen gereed om deze 144.000 knechten van God aan hun voorhoofd te verzegelen, nadat zegelgerichten zijn voltrokken en het zevende zegel zal worden geopend. Dit vindt dus plaats op aarde tijdens de oordelen. Als de 144.000 verzegeld worden uit alle stammen van Israël, kun je dit toch niet betrekken op een selectie uit wat de bijbel noemt: "elke taal, volk en natie"? Daarna lees je in Openbaring 7:9-17 over die "grote schare" uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Het gaat dus over twee verschillend beschreven groepen, de éne in de hemel en de andere op aarde.

Ik geloof dat we een verschillende kijk op het volk Israël hebben, Adinomis. Ik geloof wel dat het Gods oorspronkelijke bedoeling was dat de 144.000 letterlijke Joden zouden zijn die als koningen en priesters over de aarde zouden gaan regeren. Dat blijkt uit de belofte in Exodus 19:5,6. De Joden waren een "heilige natie" en een "koninklijke priesterschap". Voorwaarde was wel dat ze zich aan het verbond moesten houden. In Mattheus 21:43 lees je echter dat Jezus zegt dat het Koninkrijk aan een ander volk gegeven zal worden. En welk volk dat is, blijkt uit 1 Petrus 2:9,10, welke tekst Gaitema hierboven ook al heeft aangehaald. Petrus spreekt hier niet alleen tegen Joden, maar tegen christenen, zowel Joden als niet Joden. Zij worden nu aangesproken als een "heilig volk" en een " koninklijke priesterschap". Ze waren eerst geen volk, maar nu zijn ze Gods volk.

Op die manier lees ik ook Opb.7, waar staat dat de 144.000 Israëlieten zijn. Ik zie dat geestelijk. In Romeinen 2:28,29 staat dat niet iemand die in zijn vlees besneden een Jood is, maar iemand die in zijn hart besneden is. In die zin kunnen de 144.000 dus ook uit alle stammen en naties komen.
Ik geloof dat dit getal letterlijk is; dat er maar zoveel christenen naar de hemel gaan om daar als koning\priester te dienen. Zij zijn daar voor uitverkoren. Dit getal is natuurlijk een keer "vol". - Openbaring 6:11. Dit wil echter niet zeggen dat er maar zo weinig christenen worden gered. Opb.7 laat het contrast zien tussen het beperkte aantal en een grote schare die niemand tellen kan. Ook deze grote schare wordt gered. Ze komen levend uit de "grote verdrukking" die over de aarde zal komen. Vergelijk Opb.7:14 met Mattheus 24:21.

Het was uiteindelijk ook Gods oorspronkelijk bedoeling dat mensen voor eeuwig op aarde zouden wonen. Ik vind het zelf dan ook niet vreemd dat de meeste mensen op aarde zullen blijven om daar voor eeuwig te blijven leven. Een prachtige belofte ook.

[Hendrik-NG]

Op die manier lees ik ook Opb.7, waar staat dat de 144.000 Israëlieten zijn. Ik zie dat geestelijk. In Romeinen 2:28,29 staat dat niet iemand die in zijn vlees besneden een Jood is, maar iemand die in zijn hart besneden is. In die zin kunnen de 144.000 dus ook uit alle stammen en naties komen.
Ik geloof dat dit getal letterlijk is...

Op basis waarvan trek je de conclusie dat je een tekst de ene keer letterlijk moet lezen en de andere keer geestelijk???

Je zegt weliswaar "ik zie dat..." en "ik geloof..." Is het enkel een geloofskwestie? Of bestaan er ook "objectieve criteria" om een tekst te interpreteren?

[Adinomis]

Ik geloof dat we een verschillende kijk op het volk Israël hebben, Adinomis.

Ja dat blijkt. Niettemin ben ik blij dat je steeds van de bijbel uitgaat. Zo mogen we onze verschillende zienswijzen naast elkaar leggen in het vertrouwen dat God ons op ons gebed wijsheid en onderscheid zal geven.

Ik geloof wel dat het Gods oorspronkelijke bedoeling was dat de 144.000 letterlijke Joden zouden zijn die als koningen en priesters over de aarde zouden gaan regeren. Dat blijkt uit de belofte in Exodus 19:5,6. De Joden waren een "heilige natie" en een "koninklijke priesterschap". Voorwaarde was wel dat ze zich aan het verbond moesten houden. In Mattheus 21:43 lees je echter dat Jezus zegt dat het Koninkrijk aan een ander volk gegeven zal worden.

Op het eerste gezicht lijk je hier een punt te hebben. Ik zal die tekst hier nog even citeren:

Math. 21:43 Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.

Als we de tekst in zijn verband lezen zien we dat de overpriesters en Farizeeën begrepen dat Jezus over hen sprak. (vs.45) Het ging hier dus over de leiders van het volk. Het Koninkrijk van God zal van hen weggenomen worden en gegeven worden aan diegenen die Jezus, als de Koning der Koningen, geloofden. Even eerder zegt Jezus ook in dit hoofdstuk:

Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk van God. 32 Want Johannes is bij u gekomen in de weg van de gerechtigheid, en u hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; en hoewel u dat zag, hebt u later geen berouw gehad zodat ook u hem geloofde.

Jezus zegt niet dat het Koninkrijk nu naar de heidenen gaat, of naar de volken (meervoud), maar een ander volk, een andere groep mensen: de tollenaars en de hoeren en allen die Jezus als hun Leidsman erkenden.

En welk volk dat is, blijkt uit 1 Petrus 2:9,10, welke tekst Gaitema hierboven ook al heeft aangehaald. Petrus spreekt hier niet alleen tegen Joden, maar tegen christenen, zowel Joden als niet Joden. Zij worden nu aangesproken als een "heilig volk" en een " koninklijke priesterschap". Ze waren eerst geen volk, maar nu zijn ze Gods volk.

Petrus was niet de apostel der heidenen, dat was Paulus. Petrus richt zich dan ook op de Joden in de verstrooiing. Dat blijkt ook uit de aanhef en adressering van dit Bijbelboek. Mogelijk zijn daarbij ook bekeerde heidenen. Ik las nog even de kanttekening van de Statenvertaling over deze tekst (de gebruikte nummers zijn niet de tekstverzen maar verwijsnoten):

23) een uitverkoren
Dat is, u komen al deze voorrechten en eretitels metterdaad toe, die het ganse volk van Israël doorgaans en inzonderheid Exod. 19:5,6; Deut. 26:18,19, ten opzichte van het uiterlijk verbond worden gegeven; zie ook Mal. 3:16,17, Rom. 9:8.

24) een koninklijk priesterdom,
Dat is, koningen en priesters, gelijk Johannes spreekt Openb. 1:6. Mozes zegt Exod. 19:6, een priesterlijk koninkrijk. Doch de apostel volgt de Griekse overzetting, dewijl het één zin heeft.

25) een verkregen volk;
Grieks een volk tot verkrijging; dat is, dat God Zichzelf door Zijn bloed tot een eigendom heeft verkregen; Hand. 20:28.

26) de deugden Desgenen,
Dat is, de eigenschappen, namelijk de wijsheid, mogendheid, rechtvaardigheid, genade en barmhartigheid van God.

27) uit de duisternis
Namelijk van de onwetendheid en natuurlijke boosheid.

28) wonderbaar licht;
Dat is, tot heiligheid en ware kennis van God. Zie Hand. 26:18

29) Gij, die eertijds
Deze plaats is genomen uit Hos. 2:22, die de apostel hier van de verstrooide Joden, die tot Christus bekeerd waren, en Paulus, Rom. 9:25, ook van de bekeerde heidenen verklaart, die nu beiden een volk van God in Christus zijn; Ef. 2:13, enz.
30) als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt
Of bijwoners, van welk woord, zie de aantekeningen 1 Petr. 1:17.

In dit licht gezien is het dus logisch dat Petrus teruggrijpt naar de belofte die God aan Israël had gedaan in Exodus 19:5,6 en waar de gelovigen uit de heidenen deel aan hebben omdat ze geënt zijn op de edele olijfboom, d.i. Israël.

[Hendrik-NG]

(13 Jun 2013, 19:11)

...Nu, het is hier niet de juiste plaats om uitvoerig over het Pausdom uit te leggen, maar Openbaring wijst op de macht en de kracht van de wereldkerk, die de gehele wereld onder zijn macht zal brengen, omdat zij opgekomen is vanuit de eerste gemeente, na het afsluiten van het OT. We vinden haar omschreven in Openbaring 6.

Nou... Eerlijk gezegd zie ik dat helemaal niet omschreven staan in Openbaring 6... Wat ik je zie doen is opnieuw de stelling poneren "wereldkerk = fout, want uit op de ondergang der mensheid" zonder dat je aantoont waarop je die gedachte (die volledig overeen komt met/samenvalt met de gedachte "hoer = Kerk") baseert.

Maar vervolgens interpreteer je vanuit die claim/gedachtegang er lustig op los door dat beeld op die 4 ruiters toe te passen (niet te verklaren vanuit het beeld van die ruiters, maar toe te passen...)

Een onderbouwen van die claim lijkt me toch wat anders. Dan wijs je er op op grond van welke bijbeltekst (liefst uit Openbaring, want dat boek zijn we aan het bespreken!) je stellig kan beweren dat met die hoer Babylon een "wereldkerk", religieuze macht bedoeld wordt - die ook nog eens volledig samenvalt met "de gevestigde kerk"...

Ik heb je dat nog niet zien doen...

[Gaitema]

Op die manier lees ik ook Opb.7, waar staat dat de 144.000 Israëlieten zijn. Ik zie dat geestelijk. In Romeinen 2:28,29 staat dat niet iemand die in zijn vlees besneden een Jood is, maar iemand die in zijn hart besneden is. In die zin kunnen de 144.000 dus ook uit alle stammen en naties komen.
Ik geloof dat dit getal letterlijk is; dat er maar zoveel christenen naar de hemel gaan om daar als koning\priester te dienen. Zij zijn daar voor uitverkoren. Dit getal is natuurlijk een keer "vol". - Openbaring 6:11. Dit wil echter niet zeggen dat er maar zo weinig christenen worden gered. Opb.7 laat het contrast zien tussen het beperkte aantal en een grote schare die niemand tellen kan. Ook deze grote schare wordt gered. Ze komen levend uit de "grote verdrukking" die over de aarde zal komen. Vergelijk Opb.7:14 met Mattheus 24:21.

Nu lijkt het net alsof er voor de grote verdrukking af slechts 144.000 mensen in de hemel komen en pas in de toekomst de grote schare in de verdrukking worden gered. Die 144.000 zijn enkel mannen, zoals ik het lees en allemaal ongehuwden. Ik geloof niet dat ik je begrijp

Hoe dan ook, ik geloof dat deze 144.000 mannen helemaal niets te maken hebben met wie er wel of niet in de hemel komen of gered worden, maar deze 144.000 mannen zijn de hoofdpriesters van het hemels koninkrijk die de rest van het hemels koninkrijk leiden, zoals Paulus ook een hoofdpriester is, samen met de 11 andere apostelen.

Verder geloof ik niet dat de grote verdrukking enkel over de toekomst gaat, aangezien de christenen uit Klein Azië waaraan de Openbaring geschreven is al in de grote verdrukking zaten.

[grondig christelijk]

Sanne schreef...

Ik geloof dat we een verschillende kijk op het volk Israël hebben, Adinomis. Ik geloof wel dat het Gods oorspronkelijke bedoeling was dat de 144.000 letterlijke Joden zouden zijn die als koningen en priesters over de aarde zouden gaan regeren. Dat blijkt uit de belofte in Exodus 19:5,6. De Joden waren een "heilige natie" en een "koninklijke priesterschap". Voorwaarde was wel dat ze zich aan het verbond moesten houden. In Mattheus 21:43 lees je echter dat Jezus zegt dat het Koninkrijk aan een ander volk gegeven zal worden.

Sanne, volgens mij mis je in je uitleg over mat 21 vers 43 een heel belangrijk element. Het is belangrijk te weten tot wie Jezus sprak. Hij deed dat niet tegen het hele volk, hij deed dat tegen hogepriesters en farizeeën. Deze begonnen met een vraag over de bevoegdheid van Jezus;

23 Toen hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar hem toe. Ze vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die bevoegdheid gegeven?’ 24 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als u mij daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.

daarom confronteert Jezus op een gegeven ogenblik;

42 Daarop zei Jezus tegen hen: ‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”

Hij kapittelt hen hier over hun blindheid, gebrek aan inzicht. Om die reden pakt Hij hun geestelijke bevoegdheid af, zij zijn immers niet oprecht, ze willen zoals zo vaak Jezus stiekem in de val lokken. Dit blijkt ook uit de "slot"zin;

46 Ze wilden hem graag gevangennemen, maar ze waren bang voor de reactie van de volksmassa, daar men hem voor een profeet hield.

de zin er voor geeft duidelijk aan tot wie Jezus sprak;

45 Toen de hogepriesters en de farizeeën zijn gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat hij over hen sprak.

Wat jij citeert is nu één van de teksten waarvan men denkt te bewijzen dat beloften over zijn gegaan op de kerk. Maar het gaat hier dus ook om het slaan met blindheid tot de tijd van de volheid der heidenen is gekomen. Destijds werd de groep geestelijke leiders geoordeeld, maar het volk niet.

Zoals staat in Romeinen 11

25 Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen zijn toegetreden. 26 Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. 27 Dit is mijn verbond met hen, wanneer ik hun zonden wegneem.’ 28 Ze zijn Gods vijanden geworden opdat het evangelie aan u kon worden verkondigd, maar God blijft hen liefhebben omdat hij de aartsvaders heeft uitgekozen. 29 De genade die God schenkt neemt hij nooit terug, wanneer hij iemand roept maakt hij dat niet ongedaan. 30 Zoals u God eens ongehoorzaam was, maar door hun ongehoorzaamheid Gods barmhartigheid hebt ondervonden, 31 zo zijn zij nu ongehoorzaam om door de barmhartigheid die u ondervonden hebt, ook zelf barmhartigheid te ondervinden. 32 Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.

Tot slot, als de 144.000 geestelijk is, waarom worden dan ALLE stammen bij naam genoemd? Dus ook de verloren tien stammen?

[nicodemus zda]

Hallo Gait,

Zo, ik ben terug uit Den Helder, 525 jaar Kon.Marine. Helaas, geen enkele oude baksmaat meer getroffen. Wél nog een oud medewerker van het KIM, waar ik 25 jaar nog heb gewerkt.
Maar goed, graag wil ik nog eens reageren op Openbaringen 14.
In dat hoofdstuk vinden we de laatste belangrijkste oproep aan alle gelovigen of zij die zeggen dienstknechten van Jezus te zijn.
Namelijk deze:

Het lam en de zijnen; het oordeel
14

Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. 4 Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. 5 Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.

Uitleg: Hier gaat het om een ontelbaar volk, uit alle tijden alle volkeren alle stammen en alle taal. Israël is een Geestelijk volk dat zijn oorsprong vindt in Jakob. De essentie van de persoonlijke strijd, om innerlijk te willen veranderen en Dienstknecht van de Allerhoogste God te (willen) worden. In die eerste verzen wordt de overwinning van -al- dat volk bevestigd.
De Verlossing is dus niet ontstaan uit een geheel volk in eens, maar gegroeid in Christus, door een individuele relatie tussen Jezus en de mens. Jezus zegt; Ik ben de Deur, die opendoet heeft met Mij maaltijd!
Dat betekent dus ook dat de profetie, zoals in Openbaringen maar ook Daniël wordt uitgelegd (zeker voor onze tijd dus) op de individu van toepassing is. Allemaal zijn we dus leerlingen van één Meester. (Matt 21:44)
Jezus past de 'nu moet gij kiezen' profetie toe op de zedelijke keuze van de enkeling. Dat geldt dus ook voor de individuele mens van de natuurlijke en seculier Staat Israël. Ik hoop dat daar geen misverstand over bestaat.
Kijk, die zedelijke oproep zien we nu dus terug in de volgende verzen:

6

Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 7 Luid riep Hij hij: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want nu is de tijd gekomen dat hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’ 8 Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.’ 9 Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, 10 zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam. 11 De rook van die pijniging zal opstijgen tot in eeuwigheid. Wie het beest en zijn beeld aanbidden, of wie het merkteken van zijn naam draagt, ze krijgen geen rust, overdag niet en ’s nachts niet.’

Okay Gait, lees nog eens de tekst hierboven, realiseren wij ons (allemaal) wat hier werkelijk staat?
Want wat zegt Jezus hier dan daarop, door Johannes (een voorbeeld)

12 Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jezus.

Welke geboden worden hier bedoeld, wélke geestelijke situatie van ons hart wordt hier bedoeld? Nergens staat dat we wettisch moeten handelen, omdat we (desondanks) niet volmaakt op deze aarde kunnen zijn;
dan alleen indien we 'in Christus' (leren en hebben aangenomen te)getuigen!

En wat bevestigd dan de Enige Allerhoogste God en Gezamelijke Hemelse Vader; van Jezus én ons:

13 Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven.”’
En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’

Let eens op wie getuigt en/of bevestigt.....de (Heilige-) Geest! Dus de verlosten zijn een volk uit Jakob en dus Israël naar de Geestelijke maatstaf van Christus!

In de volgende verzen van Openbaring 14 wordt dan het laatste Dienstwerk van Jezus omschreven die op het witte paard zit (zie ook openbaring 6)

De bewijsvoering van mijn betoog kun je terug vinden in Daniël: 3/7/10/12/14 en 18.
In die hoofdstukken gaat het om de aanbidding van het 'Beest' en het 'Beeld' dat deze van zich laat maken, om te worden aanbeden.
Het 'Beest' en dat Babylon vinden we terug in de figuur van Nebukadnessar.
Daniël verwijst vanuit dat Bijbels fundament naar onze tijd en (dus) Openbaring, waar 6 maal gewag gedaan wordt door Jezus, van het Beest en zijn Beeld in onze tijd.
Zowel hoofdstuk 14 als 20 verwijzen naar de aanbidding van dat Beeld en dat Beest met de tekst: "Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt"

Indien we nu Openbaring 14 maar ook Daniël met een Geestelijk hart bestuderen, dan kunnen we "zien" en "horen" dat de huidige en natuurlijke Staat Israël in dienst staat
van het Beest en niet van een Hemels Vader; zoals nota bene de eerste 4 verzen van Openbaring 14 wordt aangeduid. Want in vers 2 gaat het (alleen) om de verlosten uit alle taal, stam, natie en volk,
die wat.......van de aarde vrijgekocht zijn! Deze zijn dus, in relatie tot de verzen 6 t/m 12 Geestelijk verbonden met het Hemels Jeruzalem, waar hun moeder woont (woonde).

Bron Bijbelteksten: NBG vanaf Internet

Hartelijke groet