Piebe Paulusma schreef:En nu een inhoudelijke reactie en anders negeer ik je voortaan. De keuze is geheel aan jou!
Doe wat je wilt Piebe no problem.
Piebe, mijn reactie ging over Romeinen 4, het hoofdstuk waar jij mee kwam en wat eraan vooraf gaat aan citaten.
Jou citaat maakt deel uit van een hele uitleg in Romeinen 4.
Door er 1 citaat uit te lichten die je past om je gelijk te bewijzen is onzin natuurlijk.
Dus nogmaals, aan Romeinen 4 gaan nog belangrijke citaten vooraf, het citaat staat niet op zich zelf:
2 Immers, als Abraham uit werken gerechtvaardigd is, heeft hij iets om zich op te beroemen, maar niet bij God.
3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend.
4 Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar wat men hem verschuldigd is.
5 Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.
Kortom, Abraham zijn faith in G'd maakte hem gerechtigd voor G'd en niet vanwege zijn werken.
Immers G'd gaf Abraham de Belofte tav zijn nageslacht (dat het uitverkoren volk Israel zou gaan worden) tezamen met het Verbondteken van besnijdenis NADAT Abaraham faith had bewezen in G'd.
Het teken van de besnijdenis kwam dus erna als een stempel op de eeuwige Belofte van G'd aan Abraham tav Zijn nageslacht lopend via Isaac en Jacob.
Eerst Abraham zijn faith en dat leidde tot de belofte van een uitverkoren volk Israel en daarbij hoort het verbondsteken, de besnijdenis. Zie onder:
9 Geldt deze zaligspreking nu alleen voor besneden mensen of ook voor onbesneden mensen? Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid.
10 Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een onbesnedene? Niet als besnedene, maar als onbesnedene!
11 En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven, hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden;
De eeuwige Belofte van G'd aan Abraham tav het komende uitverkoren volk Israel als (eerste) nageslacht van Abraham, via Isaac en Jacob.
Vers 11 staat vervolgens duidelijk over de niet Joden dankzij Christus, dat zij OOK als gerechtigd rekekend zullen worden.
OOK Piebe, niet in plaats van !
Niet alleen het teken van besnijdenis zal de mens redden, dat doet men in islam eveneens zonder nut, maar de afstammeling zijn van Abrahamm, Isaac en Jacob tezamen met faith in de G'd van Abraham, Isaac en Jacob, de G'd van Israel. Geloof in G'd en de besnijdenis samen. En neem van mij aan dat het geloof in G'd binenn het Jodendom sterk is, daar kunnen veel christenen nog van leren.
Vervolgens in vers 12 Abraham is dus nog steeds de aardsvader van de besnedenen waarop de Belofte van G'd rust, maar ook van de niet besnedenen die ook wandelen in het geloof, maar dan middels Yeshua Christus. Daarover gaat Paulus dan ook verder,
over hen die Christus volgen.
12 en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had toen hij nog onbesneden was.
13 Want niet door de wet is de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn, maar door de gerechtigheid van het geloof.
Niet de Wet van G'd heeft G'd de belofte aan Abraham tav Israel gedaan, maar door de faith van Abraham in G'd.
Hier gaat het dus specifiek
over besneden Joden die Christus (gingen) volgen en daarmee uit de Joodse Wet van G'd zijn !
Want besneden Joden die Christus volgden, vallen niet meer onder de Joodse Wet, ze zijn
(er)uit de Joodse Wet, maar vanwege hun Joodse afkomst samen met geloof in G'd en besneden,
dus zouden OOK nog erfgenamen van eeuwige Belofte van G'd aan Abraham zijn.
Maar dat is in Christus dus niet meer het geval zegt vers 14, omdat het geloof dan zonder inhoud zou zijn, wanneer dat zou blijven.
14 Immers, als zij die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, is het geloof zonder inhoud geworden en is de belofte tenietgedaan.
De wijze hoe Romeinen 4 daarover verder gaat, laat dat ook zien:
Genade, dus niet alleen voor wat uit de Wet (Joodse volk Israel) alleen, maar OOK voor het hele nageslacht.
16 Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen,
17 zoals geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt. Dit was hij tegenover Hem in Wie hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en de dingen die niet zijn, roept alsof zij er waren.
2 Timoteüs 3:16 & Johannes 5:47 inzake G'd Zijn onfeilbare Woord in de Schrift en Christenen.