In onze verzakelijkte samenleving zijn we wel eens vervreemd van ons gevoel. Rituelen kunnen helpend zijn om terug te keren naar ons eigen gevoel.„Rituelen voeren we elke dag uit”, zegt Teunissen. „Opstaan, douchen, ontbijten. Maar als je dat met aandacht doet, worden die handelingen heilig voor je. Het gaat niet zozeer om wat je doet, maar om de intentie waarmee je het doet.”
„Rituelen markeren een omslagpunt”, vervolgt ze. „Ze sluiten iets af en openen een weg naar iets nieuws.”
Mijn eigen vader heb ik 'afgelegd' zoals dat zo mooi heet. Met hulp uiteraard, want ik had en heb geen enkele expertise op dat gebied.Voor rouwrituelen geldt volgens Teunissen dat ze een samenbindende functie kunnen hebben. Bijvoorbeeld wanneer familieleden betrokken worden bij het verzorgen van de dode. „Soms vraag ik een zoon om zijn vader te scheren”, zegt Teunissen. „Ik stel ook wel eens voor om de overledene in een doek in te bakeren. Elke dag een stukje verder. Als ze dat willen, kunnen familieleden briefjes of bloemblaadjes tussen de plooien steken. Dat laat mensen beseffen dat hun dierbare inderdaad dood is. Ze voelen zelf hoe het leven uit het lichaam wegtrekt, dat is heel goed. En door de nabestaanden zo mee te laten doen, probeer ik hun verdriet te verzachten.”
Een waardevol ritueel weet ik achteraf.
Bij een andere dierbare ben ik weer op een andere wijze 'los' gegaan. Zuiver op gevoel gewerkt, ik had geen aanmoediging nodig om méér te doen.„Voor mij is alles bespreekbaar”, zegt Teunissen. „Ik heb weinig grenzen. Goed, als de dode met ontbloot bovenlijf in een open kist wordt vervoerd terwijl er vuurpijlen worden afgeschoten, kan dat aanstoot geven. Dat is een grens. En ik wil ook niets doen dat strijdig is met mijn esthetische gevoel. Maar ik heb mensen nog nooit hoeven inperken. Eerder aanmoedigen om wat méér te doen.”
. „Als iemand van de zee hield, stel ik voor om in de rouwbrief iedereen op te roepen een schelp mee te nemen naar de uitvaart. Of, in een ander geval: neem een lint mee in een kleur die je vindt passen bij het karakter van de overledene. Daarmee creëer je aandacht, mensen moet erover nadenken: wat zal ik precies meenemen, wat zou de bedoeling zijn? Die aandacht, dat nadenken, is een vorm van saamhorigheid.”
Het mooiste is een uitvaartbegeleidster die jou stimuleert om rituelen zelf te bedenken. Vrouwen als uitvaartbegeleidster hebben toch wel mijn voorkeur dan de mannelijke variant. Vrouwen leven -over het algemeen- dichter bij hun gevoel dan mannen.
Binnen de mens leeft een eerbied voor het 'niet meer zijn'. Dat is bij de meeste mensen van nature aanwezig.Zeker, zegt Teunissen, door middel van rituelen probeert ze orde te scheppen in de chaos die mensen overvalt na het sterven van een naaste. Maar die orde gaat verder dan het praktische, is méér dan stipt op tijd arriveren bij het uitvaartcentrum. „Ik probeer voor rust en aandacht te zorgen. Als mensen hun overleden dierbare verzorgen, voeren ze die laatste handelingen voeren vaak heel zorgvuldig uit, bijna eerbiedig.