Ik word mijzelf via jou, zonder jou kan ik mijzelf niet zijn.Volgens de Joods-Oostenrijkse filosoof en anarchist Buber (1878-1965) betekent menselijkheid wezenlijk mede-menselijkheid. Alleen door de dialoog aan te gaan, door volledig open te staan voor anderen in al hun andersheid, door ons aan te laten spreken en vanuit ons hart te antwoorden, worden we échte mensen. De “gehele mens”, aldus Buber, is “de mens mét de mens”, de dialogische mens. “Ik word mijzelf via jou”, zegt Buber, en: “Alle echte leven is ontmoeting.”
Wat we zien in deze tijd is dat we van de ene crisis in de andere vervallen. Eens kijken, schuldencrisis, eurocrisis, coronacrisis en dan nu de oorlog in Oekraïne.Kijken we vanuit Bubers dialogische filosofie naar onze tijd – het bubbel-tijdperk – dan moeten we concluderen dat onze (mede-)menselijkheid flink onder druk staat. De Russen en het Westen, de ‘complotwappies’ en de ‘sheeple’, links en rechts, de Israëli’s en de Palestijnen, de ‘klimaatwappies’ en de ‘klimaatontkenners’, de haves en de have-nots – iedereen zit in z’n eigen informatiebubbel, wereldbeeld, comfortzone, getto of gated community. Echte dialoog, dwars door bubbelwanden heen, vindt nog maar zelden plaats. Onze bubbels zijn echokamers waarin alleen het eigen gelijk weerklinkt.
Deze verharding zien we ook terug op internet. Hoe moet je omgaan met psychotische complottheorieën en de mensen die deze aanhangen?En daarmee boeten we aan medemenselijkheid in: de onmenselijkheid van Poetins oorlog getuigt daarvan. Ook los van deze oorlog zien we de ontmenselijking om ons heen: online scheldpartijen, psychotische complottheorieën, de hardvochtige behandeling van migranten en vluchtelingen, doodsbedreigingen, de verharding van het publieke debat op sociale media en in de Tweede Kamer – het zijn allemaal symptomen van een medemenselijke tekort.
Door gebrek aan dialoog vervallen we in onmenselijkheid.....
Het hoeft geen betoog dat ik geen liefhebber ben van de neoliberale samenleving waar alleen de ratio en de winst telt.Vragen we naar de onderliggende oorzaak van dit tekort, dan komen we volgens de anarchist Buber uit bij het kapitalisme. Bubers anarchisme en kapitalismekritiek volgen naadloos uit zijn dialogische filosofie. Omdat we alleen dankzij elkaar echt mens worden, en omdat in de dialoog elke stem even zwaar moet tellen, is alleen een solidaire, absoluut democratische en anti-autoritaire samenleving volgens Buber een echt menselijke samenleving.
In een dergelijke samenleving stroomt de menselijkheid weg.
We laten ons 'verdienen' in deze samenleving. Ik word gezien als een consument waar je ja/nee wat aan kunt verdienen.In het kapitalisme heerst niet de dialogische “Ik-Jij-relatie”, aldus Buber, maar de instrumentele “Ik-Het-relatie”, waarin we de ander reduceren tot exploiteerbaar ‘ding’. De ander verschijnt niet als medemens maar als concurrent, als klant, als baas of als bron van arbeid.
Zolang ik arbeid kan leveren ben ik nuttig en daarna kan ik afgeschreven worden.
Het staatscommunisme zoals we dat in de vorige eeuw zagen leidde ook al tot een ontmenselijking.Hoewel geen fan van het staatscommunisme van Marx – als anarchist had Buber geen fiducie in een van bovenaf opgelegde “dictatuur van het proletariaat” – deelde hij wél Marx’ analyse dat het kapitalisme de onstuitbare neiging heeft om traditionele gemeenschapsbanden af te breken en te vervangen door louter financiële relaties tussen ‘marktspelers’, die ook nog eens radicaal ongelijk in economische macht zijn.
Maar dat maakt nog niet dat we over het kapitalisme/neoliberalisme tevreden mogen zijn.