1 december
Ananias (of Menas) de Pers, uit Arbela. Hij werd als christen gevangen genomen, en stierf tijdens de martelingen (de icoon is oorspronkelijk van de andere 10 martelaren van Kreta).
De heilige Eligius (wat betekent: ‘Uitverkorene’), bisschop van Noyon. Hij was geboren in de buurt van Limoges (588), en werd daar reeds op jonge leeftijd leerling edelsmid. Bij de bekende Abbo leerde hij het vak tot in de puntjes, vooral het werk met goud en zilver, en ook het emailwerk‚ dat een specialiteit was van Limoges. Toen hij volleerd was, ging hij naar Parijs, waar hij een plaats kreeg bij de rijksmunt, waar blijkbaar ook gelegenheid was om zijn kunst te beoefenen.
Koning Clotarius II gaf hem een hoeveelheid goud om een troon te maken. Eligius maakte niet alleen een schitterende troon, maar had het goud daarbij zo dun uitgehamerd dat hij slechts de helft van het materiaal gebruikt had. Van de rest maakte hij daarom nog zulk een troon. Hij gaf de ene aan de koning, die het werk bewonderde en hem zijn loon uitbetaalde. Toen kwam Eligius tot aller verbazing met de tweede troon tevoorschijn. De koning was getroffen door dit bewijs van eerlijkheid en maakte Eligius tot zijn financier en vertrouwensman. Om hem nog meer aan te binden wilde Clotarius hem met de hand op de heilige relieken trouw laten zweren, doch Eligius maakte bezwaar omdat hij er niet zeker van kon zijn of hij de koning in alles met een goed geweten zou kunnen volgen. Clotarius was ruim van geest en werd hierdoor niet beledigd, ja, hij kreeg nog groter respect voor hem en verklaarde dat hij meer waarde hechtte aan het woord van Eligius dan aan de eed van ieder ander.
Hij trok zich bijzonder het lot van de slaven aan. Door de vele oorlogen werden dezen in groten getale te koop aangeboden, en Eligius kocht hele partijen op, soms wel honderd tegelijk, vooral de Saksers die blijkbaar goedkoop werden aangeboden. Hij stelde hen in vrijheid met de keuze naar hun land terug te keren of in een van de door hem begunstigde kloosters te treden. Sommigen kwamen bij hem in dienst.
Met sommigen van zijn werkvolk bad hij dagelijks de getijden. Onder hen zijn bekende namen van latere geestelijken. Altijd had hij armen aan tafel, die hij zelf bediende, en hij at slechts van de overgebleven resten. Hij was een grote man met een onschuldig en vriendelijk uiterlijk. Zijn trouwhartigheid boezemde ieder het grootste vertrouwen in.
ln die tijd was ook Ouen, een edelman, aan het hof verbonden. Hij was nog een paar jaar jonger dan Eligius en een verwante ziel, en tussen hen ontstond een diepgaande vriendschap. Ook prins Dagobert, die weldra zijn vader zou opvolgen, werd in deze vriendschap opgenomen. Deze had, toen hij koning geworden was, zulk een vertrouwen in het helder inzicht van Eligius, dat hij hem als afgezant gebruikte wanneer bijzonder moeilijke kwesties tot een oplossing gebracht moesten worden.
In deze tijd ontwikkelde zich ook het religieuze besef bij de jonge hoveling. Omwille van zijn positie, en om zijn vakmanschap te tonen, droeg hij bijzonder rijke kleding, versierd met goudborduurwerk, maar daaronder droeg hij een hemd van ruwe zakkenstof. Toen zijn positie gevestigd was, verkocht hij zijn rijke gewaden om armen te kunnen bijstaan en hij kleedde zich in heel gewone kleren, zodat de koning hem soms zijn eigen mantel omdeed zeggend, dat zij die alles weggeven omwille van Christus er niet havelozer moesten uitzien dan de wereldlingen.
Toen Dagobert zei dat Eligius alles mocht vragen wat hij wenste, vroeg deze om de bezitting Solignac in Limousin, om daar een klooster te stichten. Het was een uitgelezen plaats, op een brede landtong, omspoeld door een rivier met rotsige oevers, bestaande uit heuvelland, overdekt met bossen. Het klooster was weldra gebouwd en trok binnen enkele jaren ver over de honderd monniken aan. Zowel de regel van Benedictus als de spiritualiteit van de Ierse kloosters werd daar in ere gehouden onder het bestuur van de heilige abt Remaclus. De heilige Ouen kwam er graag en rekende het tot de beste kloosters van Frankrijk wat trouw aan de Regel en het onderhouden van de dagelijkse diensten betrof. Verder werden er allerlei ambachten tot in de perfectie beoefend.
Eligius bouwde ook andere kloosters en herbouwde ook de kerk van de heilige Martialis in Parijs. Toen deze kerk eens door brand bedreigd werd, riep Eligius uit: “Martialis, Martialis, let op je kerk want ik ben niet van plan die nog eens op te bouwen”. De heilige Martialis heeft blijkbaar goed opgelet want de kerk bleef gespaard.
Intussen bleef hij trouw aan zijn beroep. Vooral de kostbare door hem vervaardigde reliekschrijnen zijn beroemd. Maar in 640 werd hij, na een gewetensvolle voorbereiding, bisschop gewijd van Noyon en Turnhout, met jurisdictie over Gent en Kortrijk. Op 14 mei, de Litanie-Zondag, werd hij gewijd, evenals zijn vriend Ouen, die nu bisschop werd van Rouen.
In zijn bisschopsambt toonde Eligius zich even gewetensvol als in zijn handwerk. onvermoeibaar werkte hij aan de kerstening van zijn nog half-heidense Vlamingen in de streken van Doornik, Gent en Kortrijk; en de geestelijken wist hij te bezielen met werkelijke geestelijkheid. Het ging om het bestrijden van allerlei bijgelovige gebruiken welke nog in zwang waren, vooral in de streek rond Antwerpen. Zo werd hij een van de beroemdste apostelen van Vlaanderen. Maar tegelijk bleef hij werken aan zijn reliekschrijnen voor allerlei kerken in zijn bisdom.
De heilige Eligius is gestorven te Noyon, op de 1e december van het jaar 659, omringd door zijn trouwe dienaren, en betreurd door de gelovigen, die hem zeer waren toegedaan. Hij is de patroon van smeden en ijzerwerkers, maar ook van de boeren.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-689/
De broers van Jozef komen naar Egypte voor brood, ze buigen zich voor Jozef die ze niet herkenden en die hen zwaar op de proef stelde. Uiteindelijk vindt er verzoening plaats.
De levens van de heiligen voor elke dag - december
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
De levens van de heiligen voor elke dag - december
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - december
2 december
De heilige Kyrillos van Filea, een dorpje aan het Dercosmeer in Oost-Thracië, op 40 km afstand van Constantinopel. Daar werd hij geboren en gedoopt als Kyriakos, in het jaar 1016. De intelligente en toegewijde jongen werd al vroeg lector gewijd en diende vol ijver in de kerk. Maar toen hem de priesterwijding in het vooruitzicht werd gesteld, vond hij zich onwaardig. Hij trad in het huwelijk met een meisje dat zijn idealen deelde. Zij wijdden zich aan de opvoeding van hun kinderen en aan een streng ascetisch leven.
Kyrillos wilde nu toch monnik worden, en om zich te oefenen in de gehoorzaamheid nam hij dienst als matroos, waarbij hij elk bevel beschouwde als een opdracht uit de mond van Christus, hoe hatelijk zulk een bevel ook gegeven werd.
Maar toen hij na drie jaar weer thuis kwam, smeekte zijn vrouw hem bij haar te blijven. Kyrillos stemde toe, maar trok zich zoveel mogelijk terug in een binnenkamer die hij als zijn cel beschouwde, en waar hij zich wijdde aan gebed en geestelijke lezing. Elke vrijdag trok hij te voet naar Constantinopel om de nachtelijke vigilie bij te wonen in de beroemde Blachernakerk, waar de sluier bewaard werd van de heilige Moeder Gods. Van tijd tot tijd hield hij enkele dagen retraite in een woest gebied aan de overkant van het meer om zich volkomen aan het beschouwend leven te wijden, en hij kwam dan terug met nieuwe kracht bezield. Thuis was hij behulpzaam en verrichtte ook reparaties voor zijn buren, bezocht zieken en bood gastvrijheid aan reizigers.
Er was in hem ook een verlangen naar avontuur. Dan ging hij op pelgrimstocht, tot naar Rome toe, maar daar werd hij langdurig ziek. Toen hij eindelijk thuiskwam, bleek zijn broer een klooster te hebben gesticht, waar hij direct intrad en de naam Kyrillos ontving. Een tijd lang leefde hij ingesloten maar na drie jaar kwam hij weer bij de broeders wonen en wijdde alleen het grootste deel van de nacht aan persoonlijk gebed.
Toen een monnik zich eens klaagde dat hij geen psalmboek had, schonk hij hem direct zijn eigen exemplaar, maar toen hij ‘s nachts aan het bidden was, bedroefde het hem toch dat hij slechts een deel van de psalmen uit het hoofd kende, en daardoor minder in staat was de Heer te loven. Toen verscheen hem een engel, die de psalmen zo vurig voorbad dat ze zich in zijn hart griften en hij nooit een boek meer nodig had.
Zijn liefste zoon voegde zich op 14-jarige leeftijd bij hem en werd nu ook zijn geestelijk kind. Vol vuur wijdde deze zich aan het monastieke leven, maar hij stierf reeds na anderhalf jaar. Ook voor de rest bleef het leven niet kalm verlopen. Herhaalde malen moest de gemeenschap vluchten wegens invallen van barbaren, die het bijzonder op de kloosters gemunt hadden. Maar telkens keerden zij toch naar hun geliefde gemeenschap in Filea terug. Daar is Kyrillos ook gestorven als een eerbiedwaardige grijsaard van 94 jaar, op deze dag in het jaar 1110. Zijn relieken werden verheerlijkt door talrijke wonderbare gebedsverhoringen.
De heilige Jesse (lse) was een leerling van de heilige Johannes Sedasneli, de stichter van het monnikwezen in Georgië. Om zijn heilig leven werd hij tot bisschop gekozen van Tsilkansk (Kachetië), waar hij veel missiewerk deed onder de nog half heidense bevolking. God werkte met hem mee door de gave van wonderen, het sterkste overtuigingsmiddel. Hij is gestorven tegen het einde van de 6e eeuw.
De heilige Stefan Ourosj, koning van Servië. Zijn regeringsperiode kende veel beroeringen, maar de zachtmoedige vorst wilde niet met geweld weerstand bieden aan de opstandige edelen. Hij regeerde 12 jaar en werd 31 jaar oud, verraderlijk gedood in 1367. Zijn relieken staan in hoge eer bij het volk in Belgrado, wier gebed vaak op wonderdadige wijze wordt verhoord.
De heilige maagd-martelares Viviana (Bibiana). Zij was de dochter van de prefect van Rome in de tijd van Juliaan de Afvallige. Nadat haar ouders waren onthoofd werd Viviana aan een geselkolom gebonden en geslagen tot zij dood was, in 363. Volgens sommige historici is het onwaarschijnlijk dat dit tijdens de korte regering van Juliaan is kunnen gebeuren, zodat men denkt aan een martelares van die naam uit een vroegere periode. Daar staat tegenover dat Ammianus Marcellinus, een heidense geschiedschrijver in dienst van keizer Juliaan verhaalt hoe Juliaan in 363 Apronius tot gouverneur van Rome had aangesteld. Deze had door ziekte een oog verloren, en hij schreef dit toe aan boze magie. Daarom zwoer hij alle magiërs uit te roeien, en tot hen rekende hij op de eerste plaats de christenen, omdat door hen veel wonderen waren verricht.
Ter ere van Viviana is in de vijfde eeuw in Rome een kerk gewijd, die volgens latere opgravingen waarschijnlijk al kort na haar dood gebouwd werd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-690/
De komst van de familie Israël naar Egypte. Familiehereniging van Jozef met zijn vader en familie.
De heilige Kyrillos van Filea, een dorpje aan het Dercosmeer in Oost-Thracië, op 40 km afstand van Constantinopel. Daar werd hij geboren en gedoopt als Kyriakos, in het jaar 1016. De intelligente en toegewijde jongen werd al vroeg lector gewijd en diende vol ijver in de kerk. Maar toen hem de priesterwijding in het vooruitzicht werd gesteld, vond hij zich onwaardig. Hij trad in het huwelijk met een meisje dat zijn idealen deelde. Zij wijdden zich aan de opvoeding van hun kinderen en aan een streng ascetisch leven.
Kyrillos wilde nu toch monnik worden, en om zich te oefenen in de gehoorzaamheid nam hij dienst als matroos, waarbij hij elk bevel beschouwde als een opdracht uit de mond van Christus, hoe hatelijk zulk een bevel ook gegeven werd.
Maar toen hij na drie jaar weer thuis kwam, smeekte zijn vrouw hem bij haar te blijven. Kyrillos stemde toe, maar trok zich zoveel mogelijk terug in een binnenkamer die hij als zijn cel beschouwde, en waar hij zich wijdde aan gebed en geestelijke lezing. Elke vrijdag trok hij te voet naar Constantinopel om de nachtelijke vigilie bij te wonen in de beroemde Blachernakerk, waar de sluier bewaard werd van de heilige Moeder Gods. Van tijd tot tijd hield hij enkele dagen retraite in een woest gebied aan de overkant van het meer om zich volkomen aan het beschouwend leven te wijden, en hij kwam dan terug met nieuwe kracht bezield. Thuis was hij behulpzaam en verrichtte ook reparaties voor zijn buren, bezocht zieken en bood gastvrijheid aan reizigers.
Er was in hem ook een verlangen naar avontuur. Dan ging hij op pelgrimstocht, tot naar Rome toe, maar daar werd hij langdurig ziek. Toen hij eindelijk thuiskwam, bleek zijn broer een klooster te hebben gesticht, waar hij direct intrad en de naam Kyrillos ontving. Een tijd lang leefde hij ingesloten maar na drie jaar kwam hij weer bij de broeders wonen en wijdde alleen het grootste deel van de nacht aan persoonlijk gebed.
Toen een monnik zich eens klaagde dat hij geen psalmboek had, schonk hij hem direct zijn eigen exemplaar, maar toen hij ‘s nachts aan het bidden was, bedroefde het hem toch dat hij slechts een deel van de psalmen uit het hoofd kende, en daardoor minder in staat was de Heer te loven. Toen verscheen hem een engel, die de psalmen zo vurig voorbad dat ze zich in zijn hart griften en hij nooit een boek meer nodig had.
Zijn liefste zoon voegde zich op 14-jarige leeftijd bij hem en werd nu ook zijn geestelijk kind. Vol vuur wijdde deze zich aan het monastieke leven, maar hij stierf reeds na anderhalf jaar. Ook voor de rest bleef het leven niet kalm verlopen. Herhaalde malen moest de gemeenschap vluchten wegens invallen van barbaren, die het bijzonder op de kloosters gemunt hadden. Maar telkens keerden zij toch naar hun geliefde gemeenschap in Filea terug. Daar is Kyrillos ook gestorven als een eerbiedwaardige grijsaard van 94 jaar, op deze dag in het jaar 1110. Zijn relieken werden verheerlijkt door talrijke wonderbare gebedsverhoringen.
De heilige Jesse (lse) was een leerling van de heilige Johannes Sedasneli, de stichter van het monnikwezen in Georgië. Om zijn heilig leven werd hij tot bisschop gekozen van Tsilkansk (Kachetië), waar hij veel missiewerk deed onder de nog half heidense bevolking. God werkte met hem mee door de gave van wonderen, het sterkste overtuigingsmiddel. Hij is gestorven tegen het einde van de 6e eeuw.
De heilige Stefan Ourosj, koning van Servië. Zijn regeringsperiode kende veel beroeringen, maar de zachtmoedige vorst wilde niet met geweld weerstand bieden aan de opstandige edelen. Hij regeerde 12 jaar en werd 31 jaar oud, verraderlijk gedood in 1367. Zijn relieken staan in hoge eer bij het volk in Belgrado, wier gebed vaak op wonderdadige wijze wordt verhoord.
De heilige maagd-martelares Viviana (Bibiana). Zij was de dochter van de prefect van Rome in de tijd van Juliaan de Afvallige. Nadat haar ouders waren onthoofd werd Viviana aan een geselkolom gebonden en geslagen tot zij dood was, in 363. Volgens sommige historici is het onwaarschijnlijk dat dit tijdens de korte regering van Juliaan is kunnen gebeuren, zodat men denkt aan een martelares van die naam uit een vroegere periode. Daar staat tegenover dat Ammianus Marcellinus, een heidense geschiedschrijver in dienst van keizer Juliaan verhaalt hoe Juliaan in 363 Apronius tot gouverneur van Rome had aangesteld. Deze had door ziekte een oog verloren, en hij schreef dit toe aan boze magie. Daarom zwoer hij alle magiërs uit te roeien, en tot hen rekende hij op de eerste plaats de christenen, omdat door hen veel wonderen waren verricht.
Ter ere van Viviana is in de vijfde eeuw in Rome een kerk gewijd, die volgens latere opgravingen waarschijnlijk al kort na haar dood gebouwd werd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-690/
De komst van de familie Israël naar Egypte. Familiehereniging van Jozef met zijn vader en familie.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - december
3 december
De heilige nieuwe martelaar Angelos, door de Turken gedood op Chios. Hij was arts in Kouzantashi (Efese) in het begin van de 19e eeuw. Hij was opvliegend van aard en kwam tot een woordentwist met een Franse reiziger. Om de echtheid van zijn geloof te bewijzen daagde hij de ander uit tot een nachtelijk duel, waarbij hij zelf alleen maar een stok zou gebruiken. De ander had geen zin om hierop in te gaan en vertrok. Angelos beschouwde zich als overwinnaar, gaf zijn beroep er aan en ging als kluizenaar leven.
Maar opnieuw werd hij de gevangene van zijn onbesuisdheid, en op Lazaros-zaterdag van het jaar 1813 ging hij, zonder opgehelderde reden, over tot de Islam. Hij werd uit de stad verdreven en verbannen naar Chios. Daar kwam hij weer tot zichzelf, deed boete onder tranen, en gaf zich aan bij het Turkse grensfort. Na allerlei mishandelingen werd hij toen onthoofd op deze dag in het jaar 1813. (Op de ikoon is een andere nieuwe martelaar Angelos of Agathangelos afgebeeld, dat ontdekte ik even later).
De heilige Birinus, bisschop van Dorchester. Hij was een Duitse monnik (Bjorn, beer) van het klooster van de heilige Andreas in Rome, en werd op zijn verzoek door paus Honorius als geloofsverkondiger naar Engeland gezonden. Hij landde daar in 634 te Gewisse bij de West-Saksers, toen nog allen heidens. Na een jaar had hij koning Cynegils bekeerd en hij bracht een bondgenootschap tot stand met de heiligekoning Oswald van Northumbrië. Birinus, die bisschop gewijd was door bisschop Asterius van Genua, kreeg heel midden-Engeland toegewezen als diocees, een voorlopige oplossing, daar verschillende reeds bestaande bisschopszetels vacant waren. Hij predikte het geloof en wist dit solide te grondvesten door het bouwen van kerken en het aanstellen van ijverige priesters. Na een bestuur van 14 jaar is Birinus gestorven op de 3e december van het jaar 650.
De heilige Cassianus was griffier van de rechtbank in Tanger. Toen de Romeinse officier Marcellus ter dood veroordeeld werd nadat hij geweigerd had deel te nemen aan de afgodsfeesten‚ wilde Cassianus zulk een onrechtvaardig vonnis niet registreren. Hij werd toen eveneens ter dood gebracht in 298.
De heilige Theodoulos van Cyprus, dwaas om Christus. Heel jong reeds was hij vervuld van liefde tot Christus. Hij werd monnik en pleegde harde ascese, hij sliep op de stenen vloer. Hij gedroeg zich niet volgens de conventies maar was zichtbaar van Gods genadengave vervuld. Hij las in de harten en in de gedachten, en bracht zo menig zondaar tot bekering. Hij is in vrede gestorven in 755.
De heilige kluizenaar Solus behoorde tot het gezelschap van de heilige Bonifacius en was door hem tot priester gewijd. Hij bouwde een kluis aan de oever van de Altmuhl in Beieren, bij een oude Romeinse steengroeve. Karel de Grote schonk hem het rondom liggende land en Solus predikte Christus aan de boerenbevolking, die tot het diocees behoorde van Eichstadt. Hij is gestorven in 790 en rond zijn graf groeide een klooster, Solnhoven, een dependance van de abdij van Fulda.
De heilige Georgios van Tsjernika (Roemenie). Hij was van jongsaf monnik in Transsylvanië maar om te ontkomen aan de voortdurende dwang van de Oostenrijkse Uniaten trok hij naar de Athos, waar hij een leerling werd van Païssi Vjelitskovski, in de vurige communauteit van de Profeet Elia. Hij werd priester gewijd en behoorde hij tot de monniken die met Païssi meegingen naar Moldavië, waar een meer beschermd verblijf werd aangeboden.
Gedurende 12 jaar was hij daar de priester, de biechtvader en de econoom van de snel groeiende gemeenschap. Toen de te grote communauteit zich moest splitsen, kwam hij aan het hoofd van de nieuwe stichting van 200 monniken in Neamts, dat middelpunt werd van de heropleving van het Slavische monnikdom.
Nadat hij enkele jaren retraite had gehouden in het Elias-klooster op de Athos‚ ging hij naar het Heilige Nikolaas-klooster van Tsjernika, waarvan nog slechts ruïnes restten op een eilandje niet ver van Boekarest, om dit te herbouwen. Vergezeld van slechts twee monniken begon Georgios aan dit werk, waarbij hij de nachten doorbracht in gebed, en als voedsel slechts brood en wat wilde planten gebruikte.
De roep van zijn heiligheid trok anderen aan, en na 4 jaar stond hij reeds aan het hoofd van 534 monniken. Van hieruit begon het herstel van het monnikwezen in heel Roemenië. Hij hield zich trouw aan de regels van de heilige Païssi, maar omdat het samenleven van verschillende nationaliteiten toch veel moeilijkheden bood, beperkte hij het aantal van zijn kloosterlingen tot een honderdtal, terwijl hij‚ het zwaartepunt van het leven legde in de gemeenschappelijke liturgische diensten.
Tijdens een zware ziekte meende hij te zullen sterven en hij maakte zijn geestelijk testament, waarin hij heel de leer van zijn onderricht samenvatte, en dat als een kostbaar document in ere wordt gehouden. Maar hij genas en kon nog 22 jaar leiding geven aan zijn geestelijk gezin, tot hij in vrede in de Heer ontsliep, 3 december 1806.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-691/
Jozef stelt zijn vader en broers voor aan de farao, schilderij van François Boucher, 1723-26
Jacob zegent de zonen van Jozef, Efraïm en Manasse.
De heilige nieuwe martelaar Angelos, door de Turken gedood op Chios. Hij was arts in Kouzantashi (Efese) in het begin van de 19e eeuw. Hij was opvliegend van aard en kwam tot een woordentwist met een Franse reiziger. Om de echtheid van zijn geloof te bewijzen daagde hij de ander uit tot een nachtelijk duel, waarbij hij zelf alleen maar een stok zou gebruiken. De ander had geen zin om hierop in te gaan en vertrok. Angelos beschouwde zich als overwinnaar, gaf zijn beroep er aan en ging als kluizenaar leven.
Maar opnieuw werd hij de gevangene van zijn onbesuisdheid, en op Lazaros-zaterdag van het jaar 1813 ging hij, zonder opgehelderde reden, over tot de Islam. Hij werd uit de stad verdreven en verbannen naar Chios. Daar kwam hij weer tot zichzelf, deed boete onder tranen, en gaf zich aan bij het Turkse grensfort. Na allerlei mishandelingen werd hij toen onthoofd op deze dag in het jaar 1813. (Op de ikoon is een andere nieuwe martelaar Angelos of Agathangelos afgebeeld, dat ontdekte ik even later).
De heilige Birinus, bisschop van Dorchester. Hij was een Duitse monnik (Bjorn, beer) van het klooster van de heilige Andreas in Rome, en werd op zijn verzoek door paus Honorius als geloofsverkondiger naar Engeland gezonden. Hij landde daar in 634 te Gewisse bij de West-Saksers, toen nog allen heidens. Na een jaar had hij koning Cynegils bekeerd en hij bracht een bondgenootschap tot stand met de heiligekoning Oswald van Northumbrië. Birinus, die bisschop gewijd was door bisschop Asterius van Genua, kreeg heel midden-Engeland toegewezen als diocees, een voorlopige oplossing, daar verschillende reeds bestaande bisschopszetels vacant waren. Hij predikte het geloof en wist dit solide te grondvesten door het bouwen van kerken en het aanstellen van ijverige priesters. Na een bestuur van 14 jaar is Birinus gestorven op de 3e december van het jaar 650.
De heilige Cassianus was griffier van de rechtbank in Tanger. Toen de Romeinse officier Marcellus ter dood veroordeeld werd nadat hij geweigerd had deel te nemen aan de afgodsfeesten‚ wilde Cassianus zulk een onrechtvaardig vonnis niet registreren. Hij werd toen eveneens ter dood gebracht in 298.
De heilige Theodoulos van Cyprus, dwaas om Christus. Heel jong reeds was hij vervuld van liefde tot Christus. Hij werd monnik en pleegde harde ascese, hij sliep op de stenen vloer. Hij gedroeg zich niet volgens de conventies maar was zichtbaar van Gods genadengave vervuld. Hij las in de harten en in de gedachten, en bracht zo menig zondaar tot bekering. Hij is in vrede gestorven in 755.
De heilige kluizenaar Solus behoorde tot het gezelschap van de heilige Bonifacius en was door hem tot priester gewijd. Hij bouwde een kluis aan de oever van de Altmuhl in Beieren, bij een oude Romeinse steengroeve. Karel de Grote schonk hem het rondom liggende land en Solus predikte Christus aan de boerenbevolking, die tot het diocees behoorde van Eichstadt. Hij is gestorven in 790 en rond zijn graf groeide een klooster, Solnhoven, een dependance van de abdij van Fulda.
De heilige Georgios van Tsjernika (Roemenie). Hij was van jongsaf monnik in Transsylvanië maar om te ontkomen aan de voortdurende dwang van de Oostenrijkse Uniaten trok hij naar de Athos, waar hij een leerling werd van Païssi Vjelitskovski, in de vurige communauteit van de Profeet Elia. Hij werd priester gewijd en behoorde hij tot de monniken die met Païssi meegingen naar Moldavië, waar een meer beschermd verblijf werd aangeboden.
Gedurende 12 jaar was hij daar de priester, de biechtvader en de econoom van de snel groeiende gemeenschap. Toen de te grote communauteit zich moest splitsen, kwam hij aan het hoofd van de nieuwe stichting van 200 monniken in Neamts, dat middelpunt werd van de heropleving van het Slavische monnikdom.
Nadat hij enkele jaren retraite had gehouden in het Elias-klooster op de Athos‚ ging hij naar het Heilige Nikolaas-klooster van Tsjernika, waarvan nog slechts ruïnes restten op een eilandje niet ver van Boekarest, om dit te herbouwen. Vergezeld van slechts twee monniken begon Georgios aan dit werk, waarbij hij de nachten doorbracht in gebed, en als voedsel slechts brood en wat wilde planten gebruikte.
De roep van zijn heiligheid trok anderen aan, en na 4 jaar stond hij reeds aan het hoofd van 534 monniken. Van hieruit begon het herstel van het monnikwezen in heel Roemenië. Hij hield zich trouw aan de regels van de heilige Païssi, maar omdat het samenleven van verschillende nationaliteiten toch veel moeilijkheden bood, beperkte hij het aantal van zijn kloosterlingen tot een honderdtal, terwijl hij‚ het zwaartepunt van het leven legde in de gemeenschappelijke liturgische diensten.
Tijdens een zware ziekte meende hij te zullen sterven en hij maakte zijn geestelijk testament, waarin hij heel de leer van zijn onderricht samenvatte, en dat als een kostbaar document in ere wordt gehouden. Maar hij genas en kon nog 22 jaar leiding geven aan zijn geestelijk gezin, tot hij in vrede in de Heer ontsliep, 3 december 1806.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-691/
Jozef stelt zijn vader en broers voor aan de farao, schilderij van François Boucher, 1723-26
Jacob zegent de zonen van Jozef, Efraïm en Manasse.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - december
4 december
De heilige Gennadios, aartsbisschop van Novgorod. Hij was een leerling van de heilige Sabbatios van Solovjets toen deze nog in het Warlaamklooster was. In 1430 werd hij zelf kluizenaar op het SoIovjetski-eiland maar in 1447 werd hij tot hegoumen benoemd van het Tsjoedovklooster in Moskou, en in 1484 aartsbisschop van Novgorod. Hij kreeg te maken met een succesrijke Judaïserende sekte. Deze had de verwachting verspreid dat in het jaar 1492, of het jaar 7000 van de schepping der wereld volgens de joodse kalender, het einde van de wereld zou komen. Gennadios riep daar de raad over in van de heilige Nil Sorski, en het kwam toen tot het concilie van 1490 waarop deze sekte veroordeeld werd. Gennadios zorgde voor beter onderricht van het volk en van de geestelijkheid. Daartoe richtte hij scholen en seminaries op, waar hij ook zelf les gaf. Bij dit werk werd veel overhoop gehaald en er ontstonden vijandschappen. Er gingen klachten naar Moskou en in 1504 werd Gennadios daarom naar Moskou teruggeroepen en uit zijn ambt ontzet. Een jaar later is hij daar gestorven in zijn oude klooster.
De heilige Petros Chrysologos, aartsbisschop van Ravenna, was afkomstig uit Imola in Midden-Italië. Hij was geboren in het jaar 400, en van jongsaf diaken in de kathedraal van Ravenna. Nauwelijks volwassen werd hij monnik en leefde als kluizenaar tot hij in 430 tot bisschop van Ravenna gekozen werd, dat toen nog geheel tot de byzantijnse cultuurwereld behoorde. Na zijn wijding in Rome, werd hij met een geweldige vreugde door het volk ingehaald.
Veel van zijn preken zijn bewaard gebleven. Petros had practisch didactisch talent. Zijn preken waren kort, met mooie taal (‘guldenwoord’ is zijn bijnaam), maar eenvoudig en vloeiend. Meer leerzaam dan meeslepend. Hij sprak vaak over veelvuldige Communie: het Lichaam van Jezus Christus, dus Jezus Christus Zelf, moet het dagelijks voedsel worden van onze ziel. Een geliefd onderwerp was ook de noodzaak van vasten en te zorgen voor anderen die minder hebben dan wij. En als we te zwak zijn om te vasten, dat we dan des te overvloediger aalmoezen moeten geven.
Tegen het einde van zijn leven verlangde hij terug naar zijn geboortestad, Imola. Daar is hij ook gestorven, 2 december 450, en hij ligt begraven in de kerk van de heilige Cassianus, waar ook de kelk en de disk bewaard worden die hij aan die kerk geschonken had. Wel heeft men een arm van het lichaam gehaald, die in Ravenna wordt bewaard.
De heilige Meletios, bisschop van Pontus. Zijn naam “de Honing-vloeiende”, werd ook in verband gebracht met zijn geleerdheid en welsprekendheid. Tijdens de vervolging van Diokletiaan trok hij zich 7 jaar in Palestina terug, maar daarna nam hij zijn zetel weer in. Hij is gestorven rond 320.
De heilige Ciran (Cyran, Siran, Sigiran), abt van Lonrey. Hij leefde aan het hof van koning Clotarius II, terwijl zijn vader bisschop van Tours geworden was. Toen er een huwelijk voor hem gearrangeerd werd, nam Ciran zijn ontslag en werd geestelijke in Tours, onder de opvolger van zijn vader. Hij volbracht als aartsdiaken diplomatieke diensten maar droeg vooral op hartelijke wijze zorg voor de armen. Een wisseling in fortuin bracht hem in de gevangenis, en nadat zijn onschuld was aangetoond, gaf hij zijn ambt op en vergezelde de heilige Ierse bisschop Fulvius naar Rome.
ln 641 ontving Ciran grondbezit in het diocees van Bourges waar hij twee kloosters bouwde: Meaube en Lonrey (dat later naar hem genoemd is). Daar is hij ook gestorven in 657.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Christodoulos en Christodoula; en Theofanes met zijn mede-martelaren te Constantinopel.
Eveneens op deze dag de heilige Maroethas, bisschop van Tagritis (Mesopotamië) (zie 16 februari); de abdissen Bertoara en Ada (Adrehilde, Adnatte), 7e eeuw; Felix, bisschop van Bologna, vroeger diaken van de heilige Ambrosius; en Anno, bisschop van Keulen.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-692/
Jacob zegent zijn zonen. Jacob's begrafenis in Machpela.
De heilige Gennadios, aartsbisschop van Novgorod. Hij was een leerling van de heilige Sabbatios van Solovjets toen deze nog in het Warlaamklooster was. In 1430 werd hij zelf kluizenaar op het SoIovjetski-eiland maar in 1447 werd hij tot hegoumen benoemd van het Tsjoedovklooster in Moskou, en in 1484 aartsbisschop van Novgorod. Hij kreeg te maken met een succesrijke Judaïserende sekte. Deze had de verwachting verspreid dat in het jaar 1492, of het jaar 7000 van de schepping der wereld volgens de joodse kalender, het einde van de wereld zou komen. Gennadios riep daar de raad over in van de heilige Nil Sorski, en het kwam toen tot het concilie van 1490 waarop deze sekte veroordeeld werd. Gennadios zorgde voor beter onderricht van het volk en van de geestelijkheid. Daartoe richtte hij scholen en seminaries op, waar hij ook zelf les gaf. Bij dit werk werd veel overhoop gehaald en er ontstonden vijandschappen. Er gingen klachten naar Moskou en in 1504 werd Gennadios daarom naar Moskou teruggeroepen en uit zijn ambt ontzet. Een jaar later is hij daar gestorven in zijn oude klooster.
De heilige Petros Chrysologos, aartsbisschop van Ravenna, was afkomstig uit Imola in Midden-Italië. Hij was geboren in het jaar 400, en van jongsaf diaken in de kathedraal van Ravenna. Nauwelijks volwassen werd hij monnik en leefde als kluizenaar tot hij in 430 tot bisschop van Ravenna gekozen werd, dat toen nog geheel tot de byzantijnse cultuurwereld behoorde. Na zijn wijding in Rome, werd hij met een geweldige vreugde door het volk ingehaald.
Veel van zijn preken zijn bewaard gebleven. Petros had practisch didactisch talent. Zijn preken waren kort, met mooie taal (‘guldenwoord’ is zijn bijnaam), maar eenvoudig en vloeiend. Meer leerzaam dan meeslepend. Hij sprak vaak over veelvuldige Communie: het Lichaam van Jezus Christus, dus Jezus Christus Zelf, moet het dagelijks voedsel worden van onze ziel. Een geliefd onderwerp was ook de noodzaak van vasten en te zorgen voor anderen die minder hebben dan wij. En als we te zwak zijn om te vasten, dat we dan des te overvloediger aalmoezen moeten geven.
Tegen het einde van zijn leven verlangde hij terug naar zijn geboortestad, Imola. Daar is hij ook gestorven, 2 december 450, en hij ligt begraven in de kerk van de heilige Cassianus, waar ook de kelk en de disk bewaard worden die hij aan die kerk geschonken had. Wel heeft men een arm van het lichaam gehaald, die in Ravenna wordt bewaard.
De heilige Meletios, bisschop van Pontus. Zijn naam “de Honing-vloeiende”, werd ook in verband gebracht met zijn geleerdheid en welsprekendheid. Tijdens de vervolging van Diokletiaan trok hij zich 7 jaar in Palestina terug, maar daarna nam hij zijn zetel weer in. Hij is gestorven rond 320.
De heilige Ciran (Cyran, Siran, Sigiran), abt van Lonrey. Hij leefde aan het hof van koning Clotarius II, terwijl zijn vader bisschop van Tours geworden was. Toen er een huwelijk voor hem gearrangeerd werd, nam Ciran zijn ontslag en werd geestelijke in Tours, onder de opvolger van zijn vader. Hij volbracht als aartsdiaken diplomatieke diensten maar droeg vooral op hartelijke wijze zorg voor de armen. Een wisseling in fortuin bracht hem in de gevangenis, en nadat zijn onschuld was aangetoond, gaf hij zijn ambt op en vergezelde de heilige Ierse bisschop Fulvius naar Rome.
ln 641 ontving Ciran grondbezit in het diocees van Bourges waar hij twee kloosters bouwde: Meaube en Lonrey (dat later naar hem genoemd is). Daar is hij ook gestorven in 657.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Christodoulos en Christodoula; en Theofanes met zijn mede-martelaren te Constantinopel.
Eveneens op deze dag de heilige Maroethas, bisschop van Tagritis (Mesopotamië) (zie 16 februari); de abdissen Bertoara en Ada (Adrehilde, Adnatte), 7e eeuw; Felix, bisschop van Bologna, vroeger diaken van de heilige Ambrosius; en Anno, bisschop van Keulen.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-692/
Jacob zegent zijn zonen. Jacob's begrafenis in Machpela.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - december
5 december
De heilige woestijnvader Sabbas de Gewijde, 437-531. Hij werd geboren te Mulalaska in Kappadocië. Zijn vader, die een hoge post bekleedde in het leger, liet de kleine Sabbas achter in de hoede van een van zijn broers. Daar bleef hij tot hij acht jaar oud was, maar toen kon hij het slechte humeur van zijn oom niet langer verdragen en hij liep weg naar een andere oom. Dit gaf aanleiding tot heftige ruzies in de familie en Sabbas trok zich dat zo aan dat hij ook hier wegliep en zich, nog geen negen jaar oud, bij het klooster van Flavianum meldde.
Men ontfermde zich over de jongen, maar verder werd hij blijkbaar een beetje aan zijn lot overgelaten. Het was Sabbas echter wel toevertrouwd om voor zichzelf te zorgen want hij speelde het klaar om alle psalmen uit het hoofd te leren. Hij was ook een echte jongen met lef. Toen eens de bakkersoven was aangestoken terwijl er nog natte kleren in te drogen hingen, klauterde hij onbevreesd in de vlammen om met een ruk die mantels weg te grissen terwijl de anderen alleen maar stonden te weeklagen. Dat deed zijn aanzien natuurlijk wel goed.
Er werd daardoor meer op hem gelet en zo is ook het volgende voorval bekend geworden.
De jonge Sabbas werkte eens in de kloostertuin. Hij kreeg dorst en hij plukte een prachtige appel, ofschoon niemand iets mocht eten zonder daartoe verlof te hebben. Plotseling realiseerde hij zich hoe Adam door een appel was verleid. Toen wierp hij de vrucht op de grond, vertrapte hem om er niet meer door in verleiding te worden gebracht, en deed een gelofte om heel zijn leven geen appel meer te eten.
Tien jaar later kreeg hij zegen om op pelgrimstocht naar Jeruzalem te gaan. Daar hoorde hij spreken over de heilige Euthymios en hij ging naar het klooster van de heilige Bessarion in de woestijn van de Jordaan. De abt vond hem echter te jong en stuurde hem door naar de heilige Theoktistos. Deze zond hem eens met een opdracht naar Egypte. Daar ontmoette hij zijn ouders die hem trachtten over te halen bij hen te blijven, maar Sabbas keerde naar Palestina terug.
Weer tien jaar later, toen Sabbas dus ongeveer dertig jaar oud was, mocht hij zich vestigen in een grot. Alleen de weekeinden kwam hij nu nog naar de kloosterkerk voor het vieren van de heilige Mysteriën. Dan ging hij weer terug naar zijn grot met een lading palmtakken. Daarvan vlocht hij korven, tien stuks per dag, zodat hij zaterdags met 50 manden naar het klooster kwam. De heilige Euthymios koos hem als metgezel bij zijn jaarlijkse retraite in de Rubanwoestijn. Bij een van deze tochten ontdekte Sabbas een ontoegankelijk hol in een overhellende rotswand boven de Kedron-kloof. Hij was nog altijd een held in het klauteren en hij wist het hol te bereiken, waar hij een touw bevestigde, dat hem een rechtstreekse toegang bood.
Sabbas was veertig jaar toen hij in dit hol ging wonen, zo volkomen afgesloten van de wereld. Maar het duurde nog geen vijf jaar of er hadden zich reeds 70 leerlingen rond hem verzameld. die hij onderbracht in grotten in de omtrek. Hun grootste moeilijkheid was om aan drinkwater te komen, want het Kedronwater was ondrinkbaar, de beek diende waarschijnlijk als afvoer van het afvalwater van Jeruzalem naar de Dode Zee. Maar Sabbas zag in een maanlichte nacht hoe een wilde ezel het grind wegtrapte en op die manier water vond. Hij liet daar graven en ze vonden er een bron met bruikbaar drinkwater voor allen.
Tijdens een van zijn zwerftochten in die rotswereld vond hij een groot hol waarin een oude tempel was geweest. Hiervan maakte hij een kerk voor de broeders, wier aantal intussen was gestegen tot zo’n 150. Voor zichzelf bouwde hij een verblijf boven op die rots, met een eigen pad naar de gebedsruimte. Toen de patriarch van Jeruzalem op bezoek was, wijdde hij Sabbas tot priester en de oude tempel tot kerk, in 490. Dit maakte ook een einde aan de moeilijkheden welke er bestonden met sommige monniken, omdat niemand met gezag kon oordelen over liturgische kwesties die zich voordeden bij het bezoek van sommige vreemde priesters. Sabbas was toen 53 jaar.
Bij een andere gelegenheid vond hij een oud Romeins fort dat uitzag over de vallei. In die ruïne stichtte hij een nieuw klooster voor de broeders die er in het andere teveel waren. Onder hen waren zowel Egyptenaren als Armeniërs. Sabbas liet hen de diensten vieren, elk in hun eigen taal behalve de gebeden die aanleiding zouden geven tot ketterij, die moesten in het Grieks.
Een aantal monniken begon zich steeds meer te beklagen over de vaak zo langdurige afwezigheid van Sabbas waardoor de gewone gang van zaken verstoord werd omdat er zonder hem geen beslissingen konden worden genomen. Nadat zij vergeefs bij de patriarch om een andere abt hadden gevraagd, trok een zestigtal monniken tijdens zulk een afwezigheid weg en begonnen een nieuwe vestiging in de woestijn van Thecua. In de praktijk bleek dat bitter tegen te vallen en de groep kwam in grote moeilijkheden. Toen Sabbas tenslotte in de laura terugkwam kunnen we ons voorstellen dat dit hem met enig leedvermaak door de getrouwen werd verteld. Sabbas zei hier niets op maar vertrok meteen naar de broeders die in nood verkeerden. Hij maakte geen enkele aanmerking maar organiseerde de bouw van een kerk, hij zorgde dat zij land kregen waarop zij voedsel konden verbouwen en intussen bezorgde hij hun levensmiddelen en geld.
Op humoristische wijze kon Sabbas soms iemands geweten blootleggen. Eens liep hij met een jonge monnik langs de Jordaan bij Jericho. Zij passeerden enige reizigers in wier gezelschap zich een knap jong meisje bevond. “Wat was dat voor een vrouw met één oog, waar we zojuist langskwamen?” vroeg Sabbas aan zijn metgezel. “Maar ze had niet maar één oog”, sprak de ander tegen. “Weet je zeker dat je je niet vergist?” hield Sabbas aan. “Nee vader, ik heb er speciaal naar gekeken, ze had twee prachtige ogen”. “Zo zo, je keek dus speciaal naar haar ogen? Beste jongen, ga dan ergens anders heen, want dan hoor je niet thuis in mijn klooster”, was de reactie van Sabbas.
De talrijke kloosters raakten verdeeld door de monofysitismekwestie, (dwz. dat Christus alleen maar de goddelijke natuur bezeten zou hebben), die velen in verwarring bracht omdat de strenge monastieke levenswijze op de verachtelijkheid van het lichaam scheen te wijzen. De patriarch van Jeruzalem benoemde toen de twee bekendste monnikvaders tot archimandriet en exarch over alle monniken: Theodosios over de cenobieten, en Sabbas over de laureoten, de georganiseerde kluizenaars. Dit terwijl Sabbas reeds zeven door hem gestichte grote kloosters onder zijn beheer had.
Sabbas volgde de oude gewoonte van sommige heiligen om de Grote Vasten in volkomen eenzaamheid door te brengen, diep in de woestijn, waarbij hij voor zichzelf geen enkel voedsel meenam. Eens ontmoette hij daar een kluizenaar die reeds 38 jaar zo leefde en in die tijd nooit een mens had gezien. Toen Sabbas het volgend jaar naar dezelfde plaats terugkeerde, bleek de ander gestorven te zijn.
Tegen het einde van zijn leven werd de heilige Sabbas door de partij van de keizer misbruikt om geestelijk gezag te verlenen aan het ter dood brengen van ketters en Samaritanen. Hij is gestorven in 531, in de ouderdom van 94 jaar. Het Mar-Sabas-klooster is waarschijnlijk het oudste nog in gebruik zijnde klooster.
Sabbas werd “de Gewijde” genoemd omdat het in die tijd nog een zeldzaamheid was dat een monnik priester werd. Het onbedorven lichaam van de heilige Sabbas was door de kruisvaarders naar Venetië geroofd, maar op 26 oktober 1965 werd het weer teruggebracht naar het beroemde Sabbasklooster, dat zoveel heiligen heeft voortgebracht, waaronder Johannes Damascenos, Kosmas van Majuma, Andreas van Kreta en Stefanos de Sabbaïet. Daar is ook het typikon ontstaan, met de naam: ‘Typikon van Jeruzalem’, dat nog steeds de vorm van de orthodoxe diensten bepaalt.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-693/
Jozef's reizen en dood (door Maldotti).
De heilige woestijnvader Sabbas de Gewijde, 437-531. Hij werd geboren te Mulalaska in Kappadocië. Zijn vader, die een hoge post bekleedde in het leger, liet de kleine Sabbas achter in de hoede van een van zijn broers. Daar bleef hij tot hij acht jaar oud was, maar toen kon hij het slechte humeur van zijn oom niet langer verdragen en hij liep weg naar een andere oom. Dit gaf aanleiding tot heftige ruzies in de familie en Sabbas trok zich dat zo aan dat hij ook hier wegliep en zich, nog geen negen jaar oud, bij het klooster van Flavianum meldde.
Men ontfermde zich over de jongen, maar verder werd hij blijkbaar een beetje aan zijn lot overgelaten. Het was Sabbas echter wel toevertrouwd om voor zichzelf te zorgen want hij speelde het klaar om alle psalmen uit het hoofd te leren. Hij was ook een echte jongen met lef. Toen eens de bakkersoven was aangestoken terwijl er nog natte kleren in te drogen hingen, klauterde hij onbevreesd in de vlammen om met een ruk die mantels weg te grissen terwijl de anderen alleen maar stonden te weeklagen. Dat deed zijn aanzien natuurlijk wel goed.
Er werd daardoor meer op hem gelet en zo is ook het volgende voorval bekend geworden.
De jonge Sabbas werkte eens in de kloostertuin. Hij kreeg dorst en hij plukte een prachtige appel, ofschoon niemand iets mocht eten zonder daartoe verlof te hebben. Plotseling realiseerde hij zich hoe Adam door een appel was verleid. Toen wierp hij de vrucht op de grond, vertrapte hem om er niet meer door in verleiding te worden gebracht, en deed een gelofte om heel zijn leven geen appel meer te eten.
Tien jaar later kreeg hij zegen om op pelgrimstocht naar Jeruzalem te gaan. Daar hoorde hij spreken over de heilige Euthymios en hij ging naar het klooster van de heilige Bessarion in de woestijn van de Jordaan. De abt vond hem echter te jong en stuurde hem door naar de heilige Theoktistos. Deze zond hem eens met een opdracht naar Egypte. Daar ontmoette hij zijn ouders die hem trachtten over te halen bij hen te blijven, maar Sabbas keerde naar Palestina terug.
Weer tien jaar later, toen Sabbas dus ongeveer dertig jaar oud was, mocht hij zich vestigen in een grot. Alleen de weekeinden kwam hij nu nog naar de kloosterkerk voor het vieren van de heilige Mysteriën. Dan ging hij weer terug naar zijn grot met een lading palmtakken. Daarvan vlocht hij korven, tien stuks per dag, zodat hij zaterdags met 50 manden naar het klooster kwam. De heilige Euthymios koos hem als metgezel bij zijn jaarlijkse retraite in de Rubanwoestijn. Bij een van deze tochten ontdekte Sabbas een ontoegankelijk hol in een overhellende rotswand boven de Kedron-kloof. Hij was nog altijd een held in het klauteren en hij wist het hol te bereiken, waar hij een touw bevestigde, dat hem een rechtstreekse toegang bood.
Sabbas was veertig jaar toen hij in dit hol ging wonen, zo volkomen afgesloten van de wereld. Maar het duurde nog geen vijf jaar of er hadden zich reeds 70 leerlingen rond hem verzameld. die hij onderbracht in grotten in de omtrek. Hun grootste moeilijkheid was om aan drinkwater te komen, want het Kedronwater was ondrinkbaar, de beek diende waarschijnlijk als afvoer van het afvalwater van Jeruzalem naar de Dode Zee. Maar Sabbas zag in een maanlichte nacht hoe een wilde ezel het grind wegtrapte en op die manier water vond. Hij liet daar graven en ze vonden er een bron met bruikbaar drinkwater voor allen.
Tijdens een van zijn zwerftochten in die rotswereld vond hij een groot hol waarin een oude tempel was geweest. Hiervan maakte hij een kerk voor de broeders, wier aantal intussen was gestegen tot zo’n 150. Voor zichzelf bouwde hij een verblijf boven op die rots, met een eigen pad naar de gebedsruimte. Toen de patriarch van Jeruzalem op bezoek was, wijdde hij Sabbas tot priester en de oude tempel tot kerk, in 490. Dit maakte ook een einde aan de moeilijkheden welke er bestonden met sommige monniken, omdat niemand met gezag kon oordelen over liturgische kwesties die zich voordeden bij het bezoek van sommige vreemde priesters. Sabbas was toen 53 jaar.
Bij een andere gelegenheid vond hij een oud Romeins fort dat uitzag over de vallei. In die ruïne stichtte hij een nieuw klooster voor de broeders die er in het andere teveel waren. Onder hen waren zowel Egyptenaren als Armeniërs. Sabbas liet hen de diensten vieren, elk in hun eigen taal behalve de gebeden die aanleiding zouden geven tot ketterij, die moesten in het Grieks.
Een aantal monniken begon zich steeds meer te beklagen over de vaak zo langdurige afwezigheid van Sabbas waardoor de gewone gang van zaken verstoord werd omdat er zonder hem geen beslissingen konden worden genomen. Nadat zij vergeefs bij de patriarch om een andere abt hadden gevraagd, trok een zestigtal monniken tijdens zulk een afwezigheid weg en begonnen een nieuwe vestiging in de woestijn van Thecua. In de praktijk bleek dat bitter tegen te vallen en de groep kwam in grote moeilijkheden. Toen Sabbas tenslotte in de laura terugkwam kunnen we ons voorstellen dat dit hem met enig leedvermaak door de getrouwen werd verteld. Sabbas zei hier niets op maar vertrok meteen naar de broeders die in nood verkeerden. Hij maakte geen enkele aanmerking maar organiseerde de bouw van een kerk, hij zorgde dat zij land kregen waarop zij voedsel konden verbouwen en intussen bezorgde hij hun levensmiddelen en geld.
Op humoristische wijze kon Sabbas soms iemands geweten blootleggen. Eens liep hij met een jonge monnik langs de Jordaan bij Jericho. Zij passeerden enige reizigers in wier gezelschap zich een knap jong meisje bevond. “Wat was dat voor een vrouw met één oog, waar we zojuist langskwamen?” vroeg Sabbas aan zijn metgezel. “Maar ze had niet maar één oog”, sprak de ander tegen. “Weet je zeker dat je je niet vergist?” hield Sabbas aan. “Nee vader, ik heb er speciaal naar gekeken, ze had twee prachtige ogen”. “Zo zo, je keek dus speciaal naar haar ogen? Beste jongen, ga dan ergens anders heen, want dan hoor je niet thuis in mijn klooster”, was de reactie van Sabbas.
De talrijke kloosters raakten verdeeld door de monofysitismekwestie, (dwz. dat Christus alleen maar de goddelijke natuur bezeten zou hebben), die velen in verwarring bracht omdat de strenge monastieke levenswijze op de verachtelijkheid van het lichaam scheen te wijzen. De patriarch van Jeruzalem benoemde toen de twee bekendste monnikvaders tot archimandriet en exarch over alle monniken: Theodosios over de cenobieten, en Sabbas over de laureoten, de georganiseerde kluizenaars. Dit terwijl Sabbas reeds zeven door hem gestichte grote kloosters onder zijn beheer had.
Sabbas volgde de oude gewoonte van sommige heiligen om de Grote Vasten in volkomen eenzaamheid door te brengen, diep in de woestijn, waarbij hij voor zichzelf geen enkel voedsel meenam. Eens ontmoette hij daar een kluizenaar die reeds 38 jaar zo leefde en in die tijd nooit een mens had gezien. Toen Sabbas het volgend jaar naar dezelfde plaats terugkeerde, bleek de ander gestorven te zijn.
Tegen het einde van zijn leven werd de heilige Sabbas door de partij van de keizer misbruikt om geestelijk gezag te verlenen aan het ter dood brengen van ketters en Samaritanen. Hij is gestorven in 531, in de ouderdom van 94 jaar. Het Mar-Sabas-klooster is waarschijnlijk het oudste nog in gebruik zijnde klooster.
Sabbas werd “de Gewijde” genoemd omdat het in die tijd nog een zeldzaamheid was dat een monnik priester werd. Het onbedorven lichaam van de heilige Sabbas was door de kruisvaarders naar Venetië geroofd, maar op 26 oktober 1965 werd het weer teruggebracht naar het beroemde Sabbasklooster, dat zoveel heiligen heeft voortgebracht, waaronder Johannes Damascenos, Kosmas van Majuma, Andreas van Kreta en Stefanos de Sabbaïet. Daar is ook het typikon ontstaan, met de naam: ‘Typikon van Jeruzalem’, dat nog steeds de vorm van de orthodoxe diensten bepaalt.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-693/
Jozef's reizen en dood (door Maldotti).
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - december
6 december
De heilige Maximos, metropoliet van Kiev en geheel Rusland. Hij was een Griek, door de patriarch van Constantinopel werd aangesteld in 1283. Wegens de veelvuldige aanvallen der Tartaren verplaatste hij de zetel naar Wladimir‚ want Kiev was vrijwel geheel verwoest en de bevolking was naar alle kanten gevlucht. Tevergeefs had hij getracht de stad te reorganiseren, en ook een smeektocht naar de Gouden Horde had geen resultaat opgeleverd. Daarom trok hij naar het veiliger Noorden. Wladimir was al bekend door het bezit van de wonderdoende icoon van de heilige Moeder Gods.
Er bestaat van de heilige Maximos nog een rondschrijven “Over de Regels voor het Vasten en het onderhouden van het Huwelijk”. Hij is gestorven in 1305. Meer dan 600 jaar later werd zijn lichaam ongeschonden teruggevonden.
De heilige Nikolaas, de nieuwe-martelaar van Karamanië. Eens had de jonge heethoofd ruzie met een andere christen en hij schreeuwde dat hij nog liever Turk zou worden dan toegeven. Dit werd gehoord door enkele Turken die hem direct meenamen naar de kadi om dit officieel te bevestigen. Maar intussen was Nikolaas afgekoeld. Hij zei dat hij er niet aan dacht “om mijn Heer Jezus Christus te verloochenen‚ de ware God Die zal komen om de levenden en de doden te oordelen”. De geïrriteerde rechter liet hem de bastonnade geven, en toen Nikolaas standvastig bleef, werd hij gedurende ruim een maand aan steeds meer folteringen onderworpen. Maar de heilige bleef Christus belijden, en bevestigde zo de christenen van Smyrna in het geloof. Nikolaas werd toen door de Turken opgehangen op 19 maart 1657. Zijn lichaam werd in zee geworpen, maar weer aan land gehaald door enkele westerse christenen die eveneens onder de indruk waren geraakt van zijn christelijke moed.
De heilige Nikolaas, bisschop van Myra, de Wonderdoener, 4e eeuw. Dit is eigenlijk het enige dat we geschiedkundig weten over wie waarschijnlijk de populairste heilige is over heel de wereld. De vele legenden die over hem bestaan zijn uiting van een innerlijke waarheid en doen ons hem werkelijk kennen in zijn zielegrootheid en liefdevolle barmhartigheid.
Hij was geboren te Patara in Lycië als zoon van rijke ouders. Zijn oom, Nikolaas, was daar bisschop en zorgde ervoor dat zijn neef en naamgenoot al op jonge leeftijd aan de dienst van God werd gewijd. Nikolaas werd priester en na de dood van zijn ouders schonk hij in het verborgen zijn vermogen weg. Bijzonder bekend is het verhaal hoe hij de drie dochters van een berooid edelman elk een bruidsschat bezorgde door telkens in de nacht een beurs met goudstukken door een open venster te werpen. De derde maal werd hij herkend door de edelman die toen de wacht had gehouden.
Op bedevaart naar Jeruzalem wekte hij een uit de mast gevallen matroos weer tot leven, en sindsdien geldt de heilige Nikolaas als schutspatroon van de zeelieden‚ die hen in allerlei noodsituaties te hulp komt. Na deze pelgrimstocht wilde hij monnik worden, maar hij werd tot bisschop van Myra gekozen, en deze taak vervulde hij op een wijze die hem tot het ideale type van een bisschop heeft gemaakt.
Tijdens de grote vervolging van Diokletiaan, toen de christenen bij duizenden werden gedood, was Nikolaas in de gevangenis, totdat hij door keizer Constantijn weer op zijn bisschopszetel van Myra werd hersteld. Hij had daar te strijden tegen de Arianen, en in 325 nam hij deel aan het eerste oecumenische concilie.
Zijn wijsheid, gepaard aan warme menselijkheid, deed hem algemene verering ten deel vallen. Hij maakte gebruik van zijn moreel gezag om slachtoffers van een onjuiste rechtspraak te hulp te komen, vaak op wonderbare wijze.
In hoge ouderdom is Nikolaas gestorven in 342, en hij werd al spoedig ‘de apostelgelijke’ genoemd. Elke donderdag wordt dan ook zijn gedachtenis gevierd, naast die van de apostelen. Op de 9e mei (Slavische traditie) c.q. de 20e mei (Griekse traditie) wordt zijn zomerfeest gevierd.
De kooplieden van Bari organiseerden in 1087 een ware roofexpeditie om het lichaam van de overal vereerde heilige Nikolaas in handen te krijgen. Zij stuurden er drie schepen op af die aanlegden bij het strand van Myra. De grafkerk bevond zich buiten de stad en stond onder de hoede van slechts enkele monniken. Zo konden de rovers ongestoord binnenkomen, het graf openbreken en het lichaam meenemen naar hun schepen. De inmiddels gealarmeerde bevolking kon niet anders dan hen achterna schreeuwen op het strand. Op 9 mei kwam de expeditie in Bari terug, juist voordat Venetië dezelfde rooftocht wilde ondernemen.
ln het Middellandse Zee-gebied is de heilige Nikolaas vooral de patroon van de zeelieden; in Rusland van de arme boeren; in het Westen van de kinderen, omdat hij eens drie kinderen, die door een slager in stukken waren gehakt, weer tot het leven teruggeroepen had. Ontelbare kerken in heel de wereld zijn aan hem toegewijd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-694/
Slavernij van de Israëlieten in Egypte. Shifra en Puah, joodse verloskundigen en slavinnen die farao's bevel negeerden om de pasgeboren joodse jongens te doden.
De heilige Maximos, metropoliet van Kiev en geheel Rusland. Hij was een Griek, door de patriarch van Constantinopel werd aangesteld in 1283. Wegens de veelvuldige aanvallen der Tartaren verplaatste hij de zetel naar Wladimir‚ want Kiev was vrijwel geheel verwoest en de bevolking was naar alle kanten gevlucht. Tevergeefs had hij getracht de stad te reorganiseren, en ook een smeektocht naar de Gouden Horde had geen resultaat opgeleverd. Daarom trok hij naar het veiliger Noorden. Wladimir was al bekend door het bezit van de wonderdoende icoon van de heilige Moeder Gods.
Er bestaat van de heilige Maximos nog een rondschrijven “Over de Regels voor het Vasten en het onderhouden van het Huwelijk”. Hij is gestorven in 1305. Meer dan 600 jaar later werd zijn lichaam ongeschonden teruggevonden.
De heilige Nikolaas, de nieuwe-martelaar van Karamanië. Eens had de jonge heethoofd ruzie met een andere christen en hij schreeuwde dat hij nog liever Turk zou worden dan toegeven. Dit werd gehoord door enkele Turken die hem direct meenamen naar de kadi om dit officieel te bevestigen. Maar intussen was Nikolaas afgekoeld. Hij zei dat hij er niet aan dacht “om mijn Heer Jezus Christus te verloochenen‚ de ware God Die zal komen om de levenden en de doden te oordelen”. De geïrriteerde rechter liet hem de bastonnade geven, en toen Nikolaas standvastig bleef, werd hij gedurende ruim een maand aan steeds meer folteringen onderworpen. Maar de heilige bleef Christus belijden, en bevestigde zo de christenen van Smyrna in het geloof. Nikolaas werd toen door de Turken opgehangen op 19 maart 1657. Zijn lichaam werd in zee geworpen, maar weer aan land gehaald door enkele westerse christenen die eveneens onder de indruk waren geraakt van zijn christelijke moed.
De heilige Nikolaas, bisschop van Myra, de Wonderdoener, 4e eeuw. Dit is eigenlijk het enige dat we geschiedkundig weten over wie waarschijnlijk de populairste heilige is over heel de wereld. De vele legenden die over hem bestaan zijn uiting van een innerlijke waarheid en doen ons hem werkelijk kennen in zijn zielegrootheid en liefdevolle barmhartigheid.
Hij was geboren te Patara in Lycië als zoon van rijke ouders. Zijn oom, Nikolaas, was daar bisschop en zorgde ervoor dat zijn neef en naamgenoot al op jonge leeftijd aan de dienst van God werd gewijd. Nikolaas werd priester en na de dood van zijn ouders schonk hij in het verborgen zijn vermogen weg. Bijzonder bekend is het verhaal hoe hij de drie dochters van een berooid edelman elk een bruidsschat bezorgde door telkens in de nacht een beurs met goudstukken door een open venster te werpen. De derde maal werd hij herkend door de edelman die toen de wacht had gehouden.
Op bedevaart naar Jeruzalem wekte hij een uit de mast gevallen matroos weer tot leven, en sindsdien geldt de heilige Nikolaas als schutspatroon van de zeelieden‚ die hen in allerlei noodsituaties te hulp komt. Na deze pelgrimstocht wilde hij monnik worden, maar hij werd tot bisschop van Myra gekozen, en deze taak vervulde hij op een wijze die hem tot het ideale type van een bisschop heeft gemaakt.
Tijdens de grote vervolging van Diokletiaan, toen de christenen bij duizenden werden gedood, was Nikolaas in de gevangenis, totdat hij door keizer Constantijn weer op zijn bisschopszetel van Myra werd hersteld. Hij had daar te strijden tegen de Arianen, en in 325 nam hij deel aan het eerste oecumenische concilie.
Zijn wijsheid, gepaard aan warme menselijkheid, deed hem algemene verering ten deel vallen. Hij maakte gebruik van zijn moreel gezag om slachtoffers van een onjuiste rechtspraak te hulp te komen, vaak op wonderbare wijze.
In hoge ouderdom is Nikolaas gestorven in 342, en hij werd al spoedig ‘de apostelgelijke’ genoemd. Elke donderdag wordt dan ook zijn gedachtenis gevierd, naast die van de apostelen. Op de 9e mei (Slavische traditie) c.q. de 20e mei (Griekse traditie) wordt zijn zomerfeest gevierd.
De kooplieden van Bari organiseerden in 1087 een ware roofexpeditie om het lichaam van de overal vereerde heilige Nikolaas in handen te krijgen. Zij stuurden er drie schepen op af die aanlegden bij het strand van Myra. De grafkerk bevond zich buiten de stad en stond onder de hoede van slechts enkele monniken. Zo konden de rovers ongestoord binnenkomen, het graf openbreken en het lichaam meenemen naar hun schepen. De inmiddels gealarmeerde bevolking kon niet anders dan hen achterna schreeuwen op het strand. Op 9 mei kwam de expeditie in Bari terug, juist voordat Venetië dezelfde rooftocht wilde ondernemen.
ln het Middellandse Zee-gebied is de heilige Nikolaas vooral de patroon van de zeelieden; in Rusland van de arme boeren; in het Westen van de kinderen, omdat hij eens drie kinderen, die door een slager in stukken waren gehakt, weer tot het leven teruggeroepen had. Ontelbare kerken in heel de wereld zijn aan hem toegewijd.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-694/
Slavernij van de Israëlieten in Egypte. Shifra en Puah, joodse verloskundigen en slavinnen die farao's bevel negeerden om de pasgeboren joodse jongens te doden.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen