Wim Nusselder schreef:"Beter waarnemen" is echter niet noodzakelijk het enige nastrevenswaardige: als je te weinig gehecht ben aan iets, heb je geen houvast om wat je waarneemt te kunnen verbeteren en daarvoor ben ik toch meer op aarde dan om objectief waar te nemen, denk ik.
Laat ik voorlopig maar even uitgaan van de gedachte van J. Krishnamurti. Dan is het wellicht wat beter te begrijpen. Het gaat er in de eerste plaats om de wereld waar te nemen zoals deze is. Dat is wat ons niet lukt, omdat we altijd onze "vooroordelen" schuiven tussen de werkelijkheid op zich en onze waarneming. Je kunt hetgeen je waarneemt alleen werkelijk verbeteren, als je echt waarneemt wat er is. Zolang je een soort mengeling waarneemt van de wereld zoals deze werkelijk is en je eigen denkbeelden over de wereld, dan neem je niet echt de wereld op zich waar en kun je ook niet echt op een effectieve manier in de wereld werkzaam zijn. Dit is bij uitstek iets wat we bij onze huidige regering zien, en het is de belangrijkste reden waarom het hun niet lukt de juiste maatregelen te nemen om de crisis te bestrijden.
Dat kan ook een soort taakverdeling zijn: de een hecht zich meer en de andere kan beter waarnemen, zodat we samen zowel vast kunnen houden wat van waarde is als gestalte kunnen geven aan het nieuwe, betere dat God voor ons in petto heeft.
Mits we elkaar herkennen en vasthouden.
Zolang er mensen zijn die niet de werkelijkheid op zich waarnemen, maar slechts een persoonlijke afspiegeling van de werkelijkheid op basis van hun denkbeelden, zullen er verkeerde plannen worden gemaakt en uitgevoerd, iets waar de "echte waarnemers" niets aan kunnen doen. Het zijn met name de mensen die leven vanuit hun denkbeelden, die hun ideeën fanatiek willen doorzetten, en daarbij desnoods de "echte waarnemers" opzij schuiven. Hierbij spelen dan met name emoties, of feitelijk de emotionele erfenis een grote rol, hetzij vanuit het verleden van de betreffende persoon, hetzij vanuit het collectief onbewuste. Dit geldt bijvoorbeeld feitelijk voor alle politici met hun partij-programma's. De samenwerking tussen hen die echt waarnemen en hen die dat niet doen, levert dan nooit echt iets op.
Voor mij is het dus een soort evenwichtsoefening: denkkaders vormen (naast individuele en collectieve gewoontes en biologische kenmerken) onze identiteit.
Ja maar die identiteit is juist hetgeen ons in de weg zit als het erom gaat de werkelijkheid waar te nemen zoals deze werkelijk is. Identiteit plaats ons altijd op een valse manier in de werkelijkheid. Dit omdat onze identiteit een bouwwerk is van in het geheugen gesettelde denkbeelden op basis van persoonlijke emoties.
Als je die niet voldoende onveranderd en geïntegreerd weet te houden in je leven ben je of word je gek en kun je niet meer functioneren in een samenleving.
Het tegendeel is het geval, volgens mij. Als je, strikt genomen, je identiteit afschaft door werkelijk waar te nemen in plaats van via je "vooroordelen", dan word je geenszins gek, maar word je je helder bewust van de werkelijkheid. En dat is de beste uitgangspositie om te functioneren in de werkelijkheid en in de samenleving. Dat komt omdat je dan niet langer meer handelt op basis van je in het verleden opgebouwde emotionele voorkeuren en afwijzingen, en daaraan gekoppelde denkbeelden. Het gaat daarbij vooral om de persoonlijke erfenis van de emoties in het verleden en vanuit het onbewuste.
Als daar onvoldoende speling en beweging in zit, zit je vast, kom je over als 'vroeg oud', inflexibel etc. en kun je alleen functioneren onder 'soortgenoten'.
Identiteit kan geleidelijk veranderen: je kunt 'groeien'.
Houvast (waaronder denkkaders) dat je eerst wél nodig had of meende te hebben (bijv. de vegetarische en geweldloze en nog heel wat andere principes die ik als tiener had), kun je later in je leven loslaten of relativeren.
Nee, ze moeten in één klap worden losgelaten. Relativeren is namelijk iets anders dan loslaten. Ik zal maar zeggen: als je een blinddoek voor hebt, dan helpt het niet echt om de blinddoek langzaam te veranderen in een andere blinddoek. Bovendien is het zo, dat er slechts twee zijnsstaten zijn: 1) de staat waarin je de werkelijkheid waarneemt zoals deze is, of 2) de staat van het leven in je eigen denkbeelden. Een tussenmogelijkheid is er niet. Daarom kun je nooit geleidelijk van de ene naar de andere staat gaan. Het is als met het begrijpen van een wiskundesom. Je begrijpt hem of je begrijpt hem niet. Ook bij Zenboeddhisme zien we dat het inzicht ineens komt, niet geleidelijk.
Denkkaders waar je je op een bepaald moment in je leven tegen hebt afgezet om een eigen identiteit vorm te geven (in mijn geval bijv. de synodaal Gereformeerde denkkaders waarmee ik ben opgevoed), kun je later in leven weer leren waarderen en integreren in een groter geheel.
Denkkaders kun je nooit integreren in de werkelijkheid zoals deze is. Denkkaders en de werkelijkheid zoals deze is, zijn gewoon fundamenteel totaal verschillend. Wel kun je denkkaders gebruiken om je werk te doen, en dat zal ook wel moeten. Maar in dat geval is het goed om de emotionele erfenis er niet bij te betrekken. Zolang je dat niet doet, gaat het goed.
Je moet inderdaad niet gehecht zijn aan enig onderdeel van je denkkaders en bereid zijn elk onderdeel los te laten voor iets beters, maar tegelijkertijd heb je wel denkkaders nodig om een zinvolle rol te vervullen in de wereld, om God en Gods leiding zichtbaarder te kunnen maken, om instrument te kunnen zijn van wat dan ook dat zin geeft aan je leven.
Praktisch gesproken heb je inderdaad denkkaders nodig om je werk te kunnen doen. Maar het feit dat je bij je werk uitgaat van denkkaders, staat de waarneming van de werkelijkheid op zich niet in de weg, omdat deze denkkaders dan geen betrekking op de werkelijkheid op zich maar op een bepaalde specifieke taak of functie. En vooral omdat de emotionele erfenis er niet bij betrokken is. Er is, kort gezegd, niet de onbedwingbare drijfveer van emotionele structuren in het onbewuste. Daar gaat het om. Het repareren van een auto is hier een goed voorbeeld van.