Dirk schreef:Alpha schreef:De gaven, w.o. profeteren, bestaan m.i. nu niet meer. Je hebt echter mensen die beweren een profeet te zijn.
Als we even de discussie m.b.t. de gaven buiten beschouwing laten, ben ik met je eens dat er mensen zijn die beweren profeet te zijn, terwijl ze het zeker niet zijn. Soms lijkt het wel een modeverschijnsel.
Iets anders valt me op, Alpha! Ik heb regelmatig gesprekken gehad met Jehovah's getuigen, en sommige van hen beweerden dat zij de laatste levende profeten van God op aarde zijn. Daarnaast beweerden sommige van hen dat er namens profeten toch voorspellingen gedaan zijn. Sommige voorspellingen zijn gepubliceerd in de Wachttoren. Je kent ze ongetwijfeld. Sommige getuigen refereren hier nog aan, en leggen deze voorspellingen anders uit. Volgens sommigen was Russell ook een profeet, volgens anderen weer niet.
Wat is het verschil tussen een voorspelling en een profetie? Een van de opvallendste is natuurlijk die m.b.t. het jaar 1914 / 1915, waarin de eerste wereldoorlog in Europa als het begin van Armageddon wordt genoemd (Russell, Russell’s Sermons, blz. 676).
Hoe plaats je deze foute voorspellingen? Zijn het valse profeten? Of zijn het menselijke vergissingen? En, hoe verklaar je dat er toch Jehovah's getuigen zijn die wel in hedendaagse profeten geloven en zich zelfs de laatste profeten noemen. Zijn die - volgens jou - verkeerd geinformeerd? Ik krijg er geen duidelijk beeld van. Misschien zijn er verschillende visies onder Jehovah's getuigen?
Het is m.i. niet mogelijk om een bijbelonderdeel geheel buiten beschouwing te laten.
Er staat nu eenmaal letterlijk dat de gaven zijn weggedaan.
Je ziet dus dat er Jg zijn, die zelf een conclusie kunnen trekken, die niet geheel in overeenstemming is, met wat de Bijbel schrijft.
Wat het profeteren betreft, als je een profetie citeert, profeteer je in feite.
Natuurlijk kan je jezelf tot profeet verklaren, wat is de waarde daarvan?
1914 is beslist niet het begin van Armageddon, het woord verschijnt te pas en te onpas in de pers.
Het is een bewering van Theodore Roosevelt.
Men interpreteert maar wat.
Het woord komt uit Openbaring 16:16.
Het is een oorlog tussen de koningen van de gehele bewoonde aarde en God de Almachtige. (vers 14).
Het komt geheel onverwachts! (vers 15).
Op basis van Jezus omschrijving is alleen de tijdsperiode te zien.
Jg kunnen niet voorspellen, maar m.n. in 1975 is die indruk wèl gewekt.
Daarvoor heeft men later openlijk excuses voor aangeboden.
Toen ik daar over hoorde, was ik stomverbaasd.
Wat de periode van 1914 betreft, Jg, maar ook anderen, zien dat als de onzichtbare wederkomst van Jezus.
Jezus inspecteerde de aarde en zag gelovigen, in naam van god , elkaar afmaken.
En zo werd "het walgelijke ding" zichtbaar, net als de gebeurtenissen, die vooraf gingen aan het jaar 70.
Helaas zagen toen alleen Jezus discipelen wat "het walgelijke ding" was en maakten dat ze weg kwamen.
Degenen die nu "het walgelijke ding" herkend hebben, zijn, overeenkomstig de Bijbelse waarschuwing, uit Babylon de grote vertrokken.
Dat kan nu nog steeds, zolang die nog niet vernietigd is.
Alleen door intensieve Bijbelstudie is er achter de betekenis te komen.
Maar dit zijn zaken, die voor meer dan 99% van de mensheid m.i. niet te zien zijn.
Zo zag de jonge rijke man niet welke grote voordelen het had, om Jezus te volgen.
Hij koos voor materiële zaken, niet voor de geestelijke.
Ik heb gegoocheld op "Russell’s Sermons", "Russells lezingen".
Ik kom dan terecht bij tegenstanders.
Mensen die er op uit zijn ieder foutje aan te grijpen om hem of Jg te diskwalificeren.
De kern van hen zijn degenen die in opstand kwamen, toen Rutherford tot president was gekozen en een nieuwe weg in sloeg.
Ik heb geen uitspreken gevonden, waar Russell met Armageddon dreigde.
Jezus zei tegen zijn discipelen, dat zij nog veel, moesten leren, maar dat zij dat op dat ogenblik nog niet konden dragen.
Hun onderwijs ging geleidelijk.
Ook de Bijbelkennis van Jg ontwikkelde zich geleidelijk en namen zij steeds meer in kennis toe.
Net als Jezus discipelen maakten zij fouten en kregen de tijd om daarvan te leren.