We zitten met een klein probleempje, afgezien van het feit dat er veel gelovigen menen, dat er voor Israël van vandaag, nog een belangrijke theocratische rol weggelegd zou zijn.
Kanaän is de benaming die vooral ten tijde van het OT werd gebruikt. Het 'land' waar het 'volk Israël' verbleef kreeg in de loop der historische feiten, in diverse tijden en bij verschillende volkeren.
De term Kanaän is de echte naam die de Israëlieten gebruikten voor het land waar ze verbleven. Dat dus Paulus naar een Hemels Kanaän verwijst ( een Geestelijk dus) is niet verwonderlijk.
De Israëlieten hebben nogal eens het zwaard getrokken, zonder toestemming van YAWEH, waarvan de naam ook binnen verschillende structuren gebruikt wordt, zonder op de Allerhoogste god te wijzen.
Het 'volk Israël' als natuurlijk volk, waaronder ook een Geestelijk volk Israël zich bevond, breidde zich zo snel uit, dat het aan één klein plekje in de beurt van Palestina, niet genoeg had.
Opmerkelijk hierbij is, dat het dezelfde 'tactiek' gebruikt in het huidige Israël, en dus volkeren of gemeenschappen letterlijk verdringt, om dezelfde reden als in het OT.
Zich een nationale (wereld-) macht vormen als destijds.
En dat is wat Paulus dus ook al zag! Het gevecht om een 'monarchie' te zijn trouwens, heeft heel wat verdeeldheid en strijd gebracht binnen het 'volk Israël'.
David is niet zo maar eventjes op de troon gezet. Ook weer een strijd tussen natuurlijke en Geestelijke joden! (Israël)
Geen wonder dus dat Paulus, maar ook Jezus zo overduidelijk wijst op het Hemels Jeruzalem, het Hemels Kanaän als plaats van rust en Geest én als bewoning!
Zie:
-Exodus 1,7
-Exodus 8:18
-Exodus 9:26
-Exodus 12:13
Na de avonturen, het 'land' Kanaän te verlaten, keerden duizenden Israëlieten terug naar Kanaän het 'land', waar ze met zoveel atavistische en godsdienstige banden hadden.
Opmerkelijk dus dat de Israëlieten wél terug wilden keren naar ' de plaats waar ze gewend en gewoon' waren, maar niet de Geestelijke aspecten van hun godsdienstige banden
wilden aanvaarden. Want die atavistische en godsdienstige aspecten maakten, dat zij naar Kanaän terugkeerden.
Ergens begrepen zij wel dat er "een land" was wat hen toebehoorde. Jammer dat ze het in een 'koningschap' naar aards model zochten, wat wéér tot een strijd onderling
voerde.
Het 'volk Israël' voelde zich niet thuis tussen de Egyptenaren, die vijandig waren. Zie je Adinomis, hoe kenmerkend hier zaken zijn ook voor de Geestelijke en seculiere gelovige?
En zie je ook hoe kenmerkend hier we Ezechiël in het licht van Openbaring in vervulling zien gaan, want wéér roept de Allerhoogste god op om"uit het grote Babylon te gaan" waar de 'Geest van het afgodische Egypte" heerst.
En zie je nu ook (in) dat de Staat Israël, die feitelijk is zoals in de tijd van de door mij omschreven situatie van het Kanaän van het OT!
En daarom kon ik ook gemakkelijk zeggen dat de huidige Staat Israël feitelijk Kanaän zou moeten heten, waar een volk woont dat zich Israël noemt.
Atavisme
Wat staat er in Genesis 50:7-14 en wat kunnen wij er van leren:het optreden van eigenschappen die reeds bij verre voorouders voorgekomen zouden zijn, maar de directe voorouders niet bezitten. Vooral de ziekelijke afwijkingen, zoals het aanwezig zijn van meer tenen of juist het ontbreken van enkele, worden als zodanig aangemerkt. (Bron http://dieren-ehbo.nl/index.php?option= ... &Itemid=48.
Met andere woorden, Israël verviel geestelijk tot een volk dat het Geestelijke -zedelijke- aspect van hun opdracht niet begreep. Zij voelden wel het manik gaan er aan, maar konden niet begrijpen hoe het op te lossen, en daarom
gingen zijn terug naar hun vertrouwde omgeving, hopende op betere tijden een meer veilige omgeving)
Om nu te voorkomen dat je weer begint uit te leggen dat het op een Egyptisch Kanaän gaat, nog dit dan:Zo ging Jozef op reis om zijn vader te begraven. Veel dienaren van de farao gingen met hem mee, alle hovelingen en alle andere vooraanstaanden van Egypte, 8 en verder Jozefs hele gezin, zijn broers en alle andere familieleden; alleen de kinderen en de schapen, geiten en runderen lieten ze in Gosen achter. 9 Er gingen ook wagens en ruiters mee, een zeer indrukwekkende stoet.
10 Bij Goren-Haätad aangekomen, ten oosten van de Jordaan, hieven ze een lange, aangrijpende rouwklacht aan. Zeven dagen lang liet Jozef om zijn vader treuren. 11 Toen de Kanaänieten die in die streek woonden het rouwbetoon in Goren-Haätad zagen, zeiden ze: ‘De Egyptenaren zijn in diepe rouw!’ Daarom wordt die plaats, die ten oosten van de Jordaan ligt, ook wel Abel-Misraïm genoemd.
12 Israëls zonen deden wat hun vader hun had opgedragen: 13 ze brachten hem naar Kanaän en begroeven hem in de grot op de akker in Machpela, dicht bij Mamre, op het stuk land dat Abraham van de Hethiet Efron had gekocht omdat hij een eigen graf wilde hebben. 14 Nadat hij zijn vader had begraven keerde Jozef terug naar Egypte, samen met zijn broers en met alle anderen die met hem waren meegegaan.
Veelal kregen grondgebieden de naam van de veroveraar of behielden zij de oorspronkelijke naam, maar gaven daar een eigen versie van, in hun eigen taal.
Zo gebeurde dat ook met Kanaän! Er is een Hebreeuwse versie en een Egyptische, de laatsten verbonden daaraan direct hun afgoderij.
Hartelijke groet