peda schreef: ↑14 okt 2018, 14:50
Mart schreef: ↑14 okt 2018, 14:40
peda schreef: ↑14 okt 2018, 14:18
Ja ophangen doe jezelf, maar de slingers, toeters en bellen worden wel gehaald uit de rekken en schappen van de spirituele ( Bonjour ) supermarkt. Een enorm aanbod, waar ieder wel wat van zijn/haar gading vindt. De broculeur.
Klopt. M'n ma had een self-made versie die aan updates onderhevig was. Niet alleen JHWH en de profeten waren geweldig, maar ook Jezus, Mohammed, Boeddha, Krisjna en de hele reutemeteut. Eveneens las ze graag Krishnamurti. Een vrolijke risicoloze weergave van de Gok van Pascal. Functioneerde goed. De lach bleef op haar gezicht.
De God van de Lach, spreekt mij ook aan. De God van de Alverzoening nog meer. Omdat ik het Gezicht van God niet ken, kies ik niet voor somberheid, kommer en kwel.
Er zit best wel humor in de Bijbel. Spreuken is vaak heel lollig met die luiaard. Jona die loopt te klaagzaniken en dan beschikt God een worm om zijn wonderboom te mollen. Dat vind ik John Cleese humor.
En de Here God beschikte een wonderboom, die boven Jona opschoot om tot schaduw te zijn boven zijn hoofd, ten einde hem van zijn misnoegdheid af te brengen. En Jona verheugde zich zeer over de wonderboom. Maar de volgende dag, bij het aanbreken van de morgenstond, beschikte God een worm, die de wonderboom stak, zodat deze verdorde. En het geschiedde, zodra de zon opging, dat God een gloeiende oostenwind beschikte en de zon stak op het hoofd van Jona, zodat hij amechtig neerzonk en wenste dat hij sterven mocht, zeggende: Het is mij beter te sterven dan te leven.
Jona 4:6-8 NBG51
https://bible.com/bible/328/jon.4.6-8.NBG51
Die ezelin is ook lollig. Maar de ezelin zeide tot Bileam: Ben ik niet uw ezelin, waarop gij uw leven lang tot op deze dag hebt gereden? Ben ik ooit gewoon geweest u zó te behandelen?
David die zich als een waanzinnige gedraagt.
Daarom veranderde hij zijn gelaat voor hun ogen, en hij maakte zichzelven gek onder hun handen; en hij bekrabbelde de deuren der poort, en hij liet zijn zever in zijn baard aflopen.
14 Toen zeide Achis tot zijn knechten: Ziet, gij ziet, dat de man razende is, waarom hebt gij hem tot mij gebracht?
15 Heb ik razenden gebrek, dat gij dezen gebracht hebt, om voor mij te razen? Zal deze in mijn huis komen?