vergun mij om deze uitspraak van Peter als uitgangspunt te nemen voor het geven van mijn mening over Gods koninkrijk.Ik denk dat de gelijkenis van de rijke man en de arme lazarus een beeld geeft van hoe men het koninkrijk na het leven dacht.
I am so sorry, maar ik kom nergens in Gods heilig Woord een bevestiging tegen dat dit verhaal van de Heere Jezus als een vergelijking moet worden gezien, ook al wordt het door de meeste theologen wel zo voorgesteld. Dus blijf ik het verhaal nog voortgaande serieus nemen.
Zo lees ik het uiteraard ook niet als 'hoe men het koninkrijk na het leven dacht.' Maar voor mij is het gewoon een openbaring van Christus Zelf, met een heel duidelijke boodschap over na het aardse leven. M.i. een boodschap voor álle mensen, niet slechts voor christenen.
Herkenbaar voor mij is de tweedeling in het hiernamaals, in een hemelse soort paradijssituatie voor de arme Lazarus, zoals de Heere Jezus ook aan de moordenaar aan het kruis beloofde enerzijds, en het terechtkomen in het helse deel van het dodenrijk, Hades dus, voor de voorheen zo rijke, doch egoïstische man.
Dat helse dodenrijk is niet eeuwig, belooft onze Bijbel, maar moet aan het einde van onze wereldtijd al de doden weer afstaan aan de grote Schepper van hemel en aarde. Zij worden dan weer levend ten behoeve van het grote eindoordeel over de mensen voor Gods grote witte troon, zoals ons in Openbaring 20 wordt geleerd. In dat grote eindoordeel wordt dan de definitieve scheiding gemaakt tussen hen die op grond van hun doen en laten zoals in Gods boeken is aangetekend, in het boek der levenden voorkomen enerzijds, en hen welke niet staan in dat alles bepalende boek anderzijds.
Wiens naam dan niet staat in het boek der levenden (boek des levens), wordt onverbiddelijk geworpen in de poel van vuur, de echte hel, het Gehenna. (zie het laatste vers van Op.20)
Zij die wel 'overeenkomstig zijn werken' (vs.13) blijkbaar in het boek des levens staan, (en alzo het grote oordeel overleven), zien we m.i. terug op de nieuwe aarde, zoals hst.21 verhaalt.
Nou kom ik overal in den lande theologische 'interpretatie' tegen welke ons wijs wil maken dat we Op.21 niet gewoon rechttoe rechtaan mogen lezen zoals de Heere, de Allerhoogste Almachtige dus, dat op liet schrijven. Dat komt omdat men dan een voorstelling van zaken heeft gevormd van volmaaktheid, waaraan de Bijbelse voorstelling van het Koninkrijk Gods niet zou voldoen. Maar we zouden ook onze voorstelling aan kunnen passen aan Gods Woord, in plaats van dat Woord te verdraaien naar onze theologie toe, toch?
(Of snap ik dat onversneden Woord van de Allerhoogste niet?)
Voor mijzelf houd ik het koninkrijk der hemelen slaande op wat uiteindelijk haar eindbestemming krijgt in de vorm van de nieuwe hemel, welke als het Nieuwe Jeruzalem op de nieuwe aarde zal neerdalen. Een volmaakte heerlijkheid met mensen van een volkomen nieuwe schepping, net als de Eersteling Zelf, en de engelen, los van tijd en ruimte, zich vrij bewegend in die hemelse stad van 2220 km hoog, en ook zo breed en zo lang; >10miljard km3 groot dus. Daartoe is dus wel de wonderlijke metamorfose nodig zoals ons o.a. in 1Kor.15 en 1Tess.4 wordt geleerd, gebonden zijnde aan de (in mijn kerkelijke kringen breed geloochende) opname van de Gemeente van Christus.
Het koninkrijk Gods vindt m.i. haar eindbestemming op de paradijselijke nieuwe aarde, (zonder zee!!) waar mensen niét net als de engelen zullen zijn, doch waar geen dood en rouw meer zullen zijn en zelfs geen moeite, belooft de Heere (Op.21:4) Wel komen we op de nieuwe aarde hele 'naties die zalig worden' (HSV) tegen welke nog geregeerd worden en blijkbaar bladeren ter genezing nodig kunnen hebben van de bomen langs de rivier met water des levens, komende uit de troon van God. Dit heeft allemaal niets meer met het vrederijk op de oude aarde te maken hoor, ook al lezen wij in Zach.14 dat daar ook van een rivier met levend water wordt gesproken, komende vanuit de tempel in Jeruzalem.