Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

Het leven van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Omiritus (Himyar).

Hier komt weer een andere dispuut van een andere verafgelegen hoek van de wereld, waar tegenwoordig het islamitische arme land Jemen ligt. Het vond plaats in de VI eeuw, vóór de opkomst van islam. Behalve Khazaarse kaganaat, ook daar hadden de joden tijdelijk hun bolwerk.

Afbeelding

'Heilige Gregorius spande zich in aanvankelijk in de stad Mediolanum (Milaan), waar hij door goddelijke verkiezing als diaken op de kandelaar van de kerkelijke dienst schitterde; later hadden andere steden en dorpen hem als prediker van de naam van Christus en verdelger van afgodische ijdelheid. Gregorius was de zoon van de vrome ouders Agapius en Theodotia, hij werd in vroomheid en de vreze Gods opgevoed en, vervuld als hij was vanaf zijn jeugd met de genade van God, was hij een wonderdoener en genezer. De Heer bereidde hem voor het dienstwerk in de rang van de bisschop, waarvan Hij hem op de hoogte stelde door middel van openbaringen en helderziende vaders [1]. Toen Gregorius naar Mediolanum kwam voor een kluizenaar, voorspelde deze de hele toekomst voor hem, want hij was helderziend, hij voorzag de komst van Gregorius, toen hij nog dertig stadiën [2] van hem verwijderd was, wat de kluizenaar aan zijn dienaar had verteld. Er was ook een andere oudere schema-monnik [3], die zich voor God van de wereld teruggetrokken had en in de bergen woonde. Gregorius, die over deze oudvader hoorde, ging naar hem toe. Toen hij de berg naderde waar deze vader woonde, zag hij een vuurkolom in de lucht en viel op de grond uit angst.

Toen hij aangemoedigd was, stond hij op en ging kijken wat voor soort vurige visioen het was. Van een afstand dacht hij een brand te zien, maar toen hij dichterbij kwam, zag hij de kluizenaar naar hem toe naderen, die kuste hem en noemde hem Gregorius, hoewel hij hem nooit had gekend. Gregorius bleef twee dagen bij deze grote oudvader en daar werd hij wonderbaarlijke visioenen waardig geacht. Om middernacht zag hij deze Goddragende man omhoog stijgen van de grond en in de lucht staan, zijn handen uitgestrekt in gebed. Gregorius verwonderde zich over dit visioen, maar 's morgens riep de oudvader hem bij zich en zei met een rustige en zachtmoedige stem:

- Ga, vriend en broeder! En luister naar wat ik je vertel, daarom kwam je naar mij om alles te weten te komen wat mij over jou is onthuld. Je zult Rome zien, bidden in de kerk van de heilige martelaar Bonifatius en Aglais, en vandaar zal je naar Alexandrië moeten varen, dan in Ethiopië het woord van de waarheid prediken en naar de Omiritische stad Najran [4] komen, die werd veroverd door de Omiritische koning Dounaas (Yusuf Dhu Nuwas of Yusuf Asar Yathar) en daar de apostolische leer moet prediken, en nadat je de grote en glorieuze daden verricht zult hebben, zul je sterven en naar de verblijfplaats van de rechtvaardigen verhuizen. Je zult echter veel werk moeten verduren van de ongehoorzame Joden die in Omiritus wonen, en je zult velen van hen tot God bekeren, hebbend Hem als je goede Helper, die je onderricht en wijs maakt. Daar wordt je ook tot aartsbisschop gewijd door de patriarch van Alexandrië.

Toen hij dit hoorde, begon de zalige Gregorius te zeggen dat hij het niet waardig was wat de oudvader hem had voorspeld, en wenste nog langer bij de kluizenaar blijven. De helderziende man vertelde Gregorius over de verschijning die Gregorius zelf had gezien. Hij zag de eersttronende apostelen Petrus en Paulus, die omophorion [5] op Gregorius' schouders plaatsten, wat het voorteken was van de aartsbisschoppelijke genade, die Gregorius zal moeten ontvangen. De zalige Gregorius was zeer verbaasd over deze wonderbaarlijke helderziendheid van de oudvader, voor wie zelfs wat hij alleen had gezien niet verborgen was, en zei:

- Glorie aan God, die zo werkzaam is in hen die Hem liefhebben, moge de wil des Heren geschieden!'


1 'Vader' is een eerbiedige, informele aanspreekvorm voor een priester, een priester-monnik, een ervaren of begaafde oude monnik of soms alle monniken in het algemeen.
2 Het stadium is een antieke lengtemaat van ongeveer 190 meter; 30 stadia is dan 5,7 kilometer.
3 Een schema-monnik is een monnik die het schema heeft ontvangen. Het is afkomstig van het Griekse woord schima, wat betekent een beeld, type, waardigheid. Schema verwijst naar het hoogste stadium van het monastiek leven, gecombineerd met nieuwe, de meest strenge geloften van zelfverloochening en dienstbaarheid aan Christus - het is de meest volledige afzondering van de wereld, het sterkste verlangen om heen te gaan en bij Christus te zijn (Fil. 1:23).
4 De Omirieten (Himyarieten) waren de inwoners van Zuid-Arabië die in de buurt van de Golf van Aden (in de Arabische zee) woonden. In de eerste eeuwen van het christendom werd Arabië bewoond door elf verschillende stammen, waarvan er slechts twee, - de Himyarieten en de Sabeërs, - het christelijk geloof beleden. De rest van de stammen, die in constante betrekkingen stonden met de Joden, hielden zich grotendeels aan de Joodse wet. De Himyarieten werden in het christendom verlicht door Theophilus van India (Ethiopië), de tweede bisschop van de Ethiopische hoofdstad Aksum.
Najran of Anajran is een uitgestrekte en dichtbevolkte stad niet ver van de Rode zee, waarvan de inwoners zonder uitzondering het christelijk geloof beleden.
5 Omophorion - (Grieks voor "schouderdrager") is een van de zeven gewaden van de bisschop, die gedragen wordt op de schouders en neerdaalt van voren en van achteren, versierd met vier kruisen. De omophorion symboliseert een verloren schaap, dat wil zeggen de mensheid, die de Heer gevonden en op Zijn schouders genomen heeft en hem bij Zijn schapen voegde, d.w.z. de engelen. Met kruisen toont de bisschop zijn wil om het lijden van Christus te volgen: zoals Hij Zijn kruis op de schouders droeg en gekruisigd werd, zo neemt de bisschop het kruis van Christus aan op zijn schouders, zonder mislachdelenheid te ontvluchten: want het kruis is een symbool van mislachdelenheid (slechte behandeling).

Afbeelding

Afbeelding AfbeeldingAfbeelding
Omofórion
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

"Twee dagen later liet de oudvader hem gaan, kuste hem liefdevol, en Gregorius vertrok, betreurend de afscheid van zo'n Goddelijke man, brandend met de vlam van liefde voor hem en voortdurend aan hem denkend. Van daaruit kwam Gregorius allereerst naar Carthago [6] en woonde daarin lange tijd, predikte het woord van God en genas allerlei ziekten. Toen ging hij op Gods bevel naar Rome en bad in de tempel van de heilige martelaars Bonifatius en Aglaïda. Toen hij bij het graf van de heilige apostel Petrus kwam en met tranen op de grond viel, kreeg hij een visioen: voor hem waren de geopende hemeldeuren te zien en een buitengewoon licht scheen. En dan kwam de heilige apostel Petrus, met de sleutel in zijn rechterhand, de hemeldeuren uit, ging naar hem toe met grote glorie en een stralend gezicht en zei, hem aankijkend met een heldere blik:

- Ik kwam hier, kind Gregorius, door de genade van de Heer, daarvóór was ik met de andere apostelen in Najran, de Omiritische stad, bijstaand aan de lijdenden voor onze Heer Jezus Christus van Dunaas de Jood en elk van hen versterkend in vroomheid. Met Gods hulp verzetten ze zich allemaal tegen de wil van de misdadige Jood, streden standvastig in vroomheid, leden voor de waarheid, en nu zijn ze in de hemel met de vaders die met de onsterfelijke eer geëerd zijn. Ik kwam hier om deze stad te bezoeken, maar Paulus, de broeder, de voorvechter van de kerken, nam afscheid van mij in Jeruzalem en ging naar Perzië. Maar jij, kind, terwijl je een goed pad bewandelt, tracht de Heer te behagen, voortdurend lerend in Zijn wet, en wetend dat het leven en de schoonheid van deze wereld voorbijgaan als een droom en een schaduw, zul je gezegend zijn als je je loop voltooit, zoals je hem begon bent. Wandelend in de wil des Heren, zul velen leiden tot de vreze Gods. De troon in de hemel wordt al voor je klaargemaakt door de Heer Zelf, en je zult samen met ons beloond worden.

Dit gezegd hebbende, ging de apostel heen en het visioen eindigde. Gregorius, die tot zichzelf was gekomen, viel opnieuw op de grond en noemde zichzelf een zondaar. Na een lang gebed ging hij naar zijn woning en die nacht in een droom zag hij de heilige apostel Paulus hem een ​​vat met olie overhandigen: dit was een voorteken van de genade van het priesterschap en de bisschopschap die aan hem voorbestemd waren. Gregorius, die deze olie in de droom uit de apostolische handen nam, werd onmiddellijk wakker, verheugde zich en zong: "Een goed woord is uit mijn hart gegoten" (Ps. 45: 2, 8), want God heeft mij gezalfd met de olie van vreugde."

6 Carthago was de oudste, beroemde Fenicische kolonie in Noord-Afrika, die de hoogste machtsgraad in de oude geschiedenis bereikte en werd vervolgens verwoest in 146 voor Christus. Op de ruïnes van het oude Carthago, onder de eerste Romeinse keizers ontstond een nieuw Carthago, dat bestond met grote pracht voor een zeer lange tijd. In Carthago was de heidense Grieks-Romeinse cultus zeer sterk ontwikkeld, en als een direct gevolg daarvan werden gedurende lange tijd bijgeloof, tovenarij en de zogenaamde "magische kunsten" ontwikkeld.

Afbeelding Poort van Carthago.

Afbeelding Petrus en Paulus Afbeelding Martelaren Bonifatius en Aglaïs (Aglaïda)
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

Daarna verliet hij Rome en ging naar Alexandrië, waarbij hij voortdurend zijn hart tot God richtte, zich steeds meer in deugden perfectioneerde en vervuld werd met de Goddelijke wijsheid en verstand en grote Goddelijke gaven. In de tijd toen de vrome koningen regeerden, - in Griekenland - Justinus [7], en in Ethiopië - Elesvaäs, - Dunaäs, die regeerde in het Omiritische land, begon de christenen te vervolgen om de naam van Christus zelf in zijn koninkrijk uit te roeien. Hij nam op een sluwe bezit van de glorieuze stad Najran, waar de gelovigen in Christus woonden, en doodde talloze christenen: hij verbrandde sommigen in het vuur, maakte anderen af ​​met het zwaard en doodde de vrome prins Arethas met de meest nobele burgers. Toen de vrome koningen Justinus en Elesvaäs dit hoorden, betreurden ze het onschuldig vergoten bloed van christenen; Justinus schreef aan Elesvaäs [8], waarbij hij hem overhaalde om ten strijde te trekken tegen de goddeloze Dunaäs om het onschuldig vergoten bloed te wreken. De prijzenswaardige koning Elesvaäs, vervuld van ijver, verzamelde zijn hele leger en trok ten strijde tegen de goddeloze koning Dunaäs [9]. Tijdens deze grote oorlog versloeg Elesvaäs, met de hulp van God, de regimenten van Dunaäs en vernietigde zijn hele leger volledig, hemzelf en zijn familieleden executeerde hij met het zwaard. Nadat hij het koninkrijk van Dunaäs in bezit had genomen, begon Elesvaäs het ijverig te reinigen van joodse en heidense dwalingen en verspreidde daarin de glorie van de naam van onze Heer Jezus Christus. Veel van de Joden en heidenen die in de Omiritus waren, wilden gedoopt worden, maar ze hadden noch bisschop, noch priester, noch diaken, noch iemand van de clerus, omdat de hele hiërarchische kerkorde werd door Dunaäs vernietigd. Toen wendde de zalige Elesvaäs zich met het verzoek tot de Alexandrijnse patriarch. Nadat hij hem in detail had verteld hoe God het christendom in het Omiritische land had hersteld, de koning smeekte de patriarch om een ​​intelligente, deugdzame man te kiezen die de Heilige Schrift kent, hem tot bisschop te wijden, en hem naar de Omitische land naar hen toe te sturen met alles wat nodig is voor de kerk. Toen deze boodschap naar Alexandrië kwam, verheugde de patriarch zich met alle christenen in Gods hulp aan de christenen tegen de goddelozen, en begon zorgvuldig te zoeken naar een waardig persoon, zodat hij hem, nadat hij hem tot de bisschop gewijd zou hebben, hem snel naar Elesvaäs kon sturen. Vele mannen werden aan de patriarch voorgesteld, maar geen van hen leek hem de bisschoppelijke rang waardig te zijn. Toen wendde de patriarch zich 's nachts met een vurig gebed tot God, zodat de Heer Zelf een persoon, die waardig was om zo'n dienstwerk te ondergaan, zou kiezen en tonen. Tijdens het gebed verscheen de heilige apostel Marcus in een visioen aan de patriarch en gebood hem de diaken Gregorius te vinden, die onlangs naar Alexandrië was gekomen en bij een zekere Leontius verbleef, om hem tot bisschop te wijden en hem naar Elesvaäs te sturen, aangezien de Heer om die reden Gregorius hier had gebracht. 's Morgens stuurde de patriarch onmiddellijk om het huis van Leontius te zoeken en toen hij het vond, ontbood hij Gregorius die daar woonde en vroeg hem wie hij was en waar hij vandaan kwam. Toen de patriarch hem over zijn visioen had verteld en over de noden van de kerk had geïnformeerd, begon hij er bij hem op aan te dringen de wijding te aanvaarden. Toen Gregorius zich de woorden van de kluizenaar had herinnerd, die in Mediolanum aan hem voorspelde hoe hij de waardigheid van de aartsbisschop zou ontvangen door de wijding van de Alexandrijnse patriarch, stortte hij een traan en zei:

- Moge de wil van de Heer geschieden. Doe, mijnheer, wat u wilt, volgens het bevel van de Heer.

[7] Justinus I - Byzantijnse keizer van 518 tot 527.
[8] De Byzantijnse keizer nam een actieve deel aan het lot van de inwoners van Najran vanwege het feit dat deze stad, die in 25 na Christus veroverd was door de Romeinse generaal Elius Gallus, onder het beschermheerschap stond van de Romeinse keizers.
[9] De koning van Ethiopië beschouwde het als zijn plicht om voor de christenen - de Himyarieten - op te komen, omdat zij het christendom zelf uit het Ethiopië hadden overgenomen en naar alle waarschijnlijkheid in kerkelijke afhankelijkheid van de Auxumitische aartsbisdom waren.

Afbeelding Koning Elesvaäs van Ethiopië

Afbeelding Justinus I van Byzantium

Afbeelding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

"De patriarch wijdde Gregorius onmiddellijk tot de rang van presbyter en vervolgens tot de aartsbisschop. Tegelijkertijd gebeurde er een wonder: tijdens de dienst en de inwijding veranderde het gezicht van Gregorius, hij werd licht als vuur, stralend met de genade van de Heilige Geest, terwijl van zijn kleren gingen de rook van een geurige chrisma [10] en aroma uit die de hele kerk met zijn geur vulde. Dit gebeurde gedurende de hele dienst, ieders ogen waren gericht op Sint Gregorius, en iedereen stond versteld van zo'n wonder. De gezanten van Elesvaäs zagen dit en verwonderden zich hierover, en daarna rapporteerden ze alles wat ze zagen aan de koning. Na de wijding en een geestelijk gesprek met de patriarch, werd de heilige Gregorius vrijgelaten met de ambassadeurs van Elesvaäs, met de geestelijken bij zich die pasten bij de waardigheid van zijn rang en met alles wat nodig was voor de inrichting van de kerk.

Al snel bereikten ze Ethiopië en vervolgens het Omiritische land. Koning Elesvaäs verheugde zich enorm over de komst van Gregorius, en nog meer toen hij hoorde dat Gregorius gekozen was door de Goddelijke Openbaring en dat de genade van de Heilige Geest op wonderbaarlijke wijze op hem geopenbaard was tijdens zijn bisschopswijding [11]. Hij begroette Gregorius met grote eer, ontving hem vriendelijk en stelde de hele regio tot zijn beschikking. De koning, die met Gregorius door de steden van het Omiritische land trok, bouwde nieuwe kerken, versierde de graven van de heilige martelaren die door de goddeloze Dunaäs voor Christus gedood waren, en leidde de ongelovigen naar de doopbad. In de stad Najran stelde Elesvaäs de zoon van de martelaar Arethas tot vorst en bouwde daar een prachtige tempel ter ere van de opstanding van Christus, een andere tempel ter ere van de Alzuivere Moeder Gods, een derde in de naam van de heilige martelaar Arethas en degenen die met hem hebben geleden, niet ver van het huis waar ooit de heilige martelaar woonde.

En in andere steden werden veel kerken gebouwd, die Gregorius zelf inwijdde en waarvoor hij ouderlingen en diakenen instelde, en aan hen de goede kudde van Christus' schapen toevertrouwde. De gezegende koning Elesvaäs bleef bijna 36 maanden na de dood van Dunaäs in het Omiritische land, en nadat hij hier alles goed had geregeld, wilde hij terugkeren naar zijn troon in het Ethiopische land. Nadat hij met de heilige Gregorius alle edelen, vorsten, prinsen en adviseurs had geroepen, begon hij met hen te overleggen welke rechtgelovige, redelijke, zachtmoedige en godvrezende man gekozen en gezalfd moest worden voor het Omiritische koninkrijk. Alle adviseurs antwoordden de koning:

- Wie u kent en die God aan u zal openbaren, stel hem aan, want we hebben niemand aan u gelijk in redelijkheid, die de koninklijke kroon waardig is.

Toen wendde de koning zich tot de aartsbisschop en zei:

- Dit is uw zaak, onze eerwaarde vader en leraar! Hier, voor uw aangezicht zijn alle vorsten, edelen, soldaten, klein en groot, roep degene die u wilt aan en in de naam van onze Heer Jezus Christus zalf hem voor het koninkrijk, maar wij allen die uit Ethiopië kwamen, zouden graag terug willen keren naar ons land, als het God behaagt.

De heilige aartsbisschop antwoordde:

- Wel hebt u het voorzien, vrome koning: zoals uw hart in de macht van God is, zo is uw woord u door God gegeven. Het is altijd goed om eerst aan de hemelse Vader, die in de Hemel is, over de zaken te vragen, en zoals Hij gebiedt, dat ook te doen.

Dit gezegd hebbende, stond de gezegende op van zijn plaats, ging een eindje bij hen vandaan, draaide zich naar het oosten en knielde neer. Terwijl hij zijn ogen en geest ophief naar de hemel en zijn handen omhoog uitstrekte, bad hij ernstig en lang dat God, die het leven en de gedachten van een ieder kent, hun een waardige man voor het koninkrijk zou aantonen. Tijdens het gebed van de aartsbisschop tilde de onzichtbare kracht van de Heer plotseling een zekere man genaamd Abramius de lucht op en zette hem neer voor de koning Elesvaäs. Iedereen riep lange tijd vol vreze uit:

- Heer ontferm u!

De aartsbisschop zei:

- Ziezo, degene die jullie eisten om gezalfd te worden voor het koninkrijk, laat hem hier als koning achter. We zullen eensgezind zijn met hem, en God zal ons in alles helpen.

En iedereen had grote vreugde over zo'n Gods voorziening. Daarna nam koning Elesvaäs de door God geopenbaarde man Abramius, leidde hem naar de tempel van de Alheilige Drie-eenheid, die zich in de hoofdstad Afar bevond, deed hem koninklijke purper [12] aan en plaatste de diadeem [13] op zijn hoofd, daarna voerde de heilige Gregorius zalving op hem uit en werd er een bloedloos offer (eucharistieviering) gebracht voor koningen en alle mensen, en beide koningen namen deel aan de Goddelijke Mysteriën uit de handen van de aartsbisschop. Aan het einde van de viering riepen alle aanwezigen uit:

- Nog vele jaren aan Elesvaäs, de koning van Ethiopië! En aan Abramius, Christus-liefhebbende Omiritische koning, nog vele jaren!

En nogmaals herhaalden ze samen:

- Aan Elesvaäs en Abramius, de vrome en God-liefhebbende koningen, nog vele jaren!

En ze zongen drie keer nog vele jaren. Toen riep iedereen:

- Aan Gregorius, onze heilige aartsbisschop, mentor en leraar, vreedzame, gezonde en vele jaren! Aan het hele christelijke leger en alle gelovigen nog vele jaren!

Toen ze de koninklijke vertrekken binnengingen, verheugde iedereen zich en feestte, zich verheugend in de Here God, hun Redder, en over hun godvruchtige koningen.

Elesvaäs bleef nog 30 dagen in het Omiritische land, waar hij de nieuwe koning de vroomheid leerde en instrueerde hem om het koninkrijk rechtvaardig te organiseren en te besturen en in alles de heilige aartsbisschop Gregorius, zijn geestelijke vader, te gehoorzamen. Nadat hij 15 000 dappere mannen uit het Ethiopische leger had gekozen, liet Elesvaäs hen over aan de nieuwe koning om het koninkrijk te helpen en te beschermen, en keerde daarna terug naar Ethiopië. Hier trok hij zich na een korte tijd van zijn aardse koninkrijk terug in de woestijn, waar hij zich opsloot in een donkere cel in de buurt van een klooster en bleef daar tot aan zijn dood, terwijl hij voedsel nam door het raam van de monniken die daar woonden, en nadat hij nog lange tijd het harde leven van een asceet had geleid, ging hij over naar het koninkrijk der hemelen [14]. Zo'n nobele en rijke koning liet iedereen zo'n voorbeeld van nederigheid en vrijwillige armoede achter!"


10 Chrisma is een heilige olie, gemaakt van 57 componenten, die (in de Grieks-orthodoxe traditie) gebruikt wordt bij sommige erediensten: doop en vormsel, de wijdingen van de altaartafel, antimension, iconen, intronisatie van de koningen en keizers (vroeger). Soms wordt het op wonderbaarlijke wijze verkregen bij de vondst van de relieken van de heiligen. Er is dan sprake van Gods bovennatuurlijke wonder.
11 Het is de zogenaamde chirotonie (handenoplegging) - inwijding tot een bepaalde graad van de priesterschap: diakenschap, priesterschap zelf en bisschopschap.
12 Koninklijke purper is een paarse, dure kledingstuk dat gewoonlijk de buitenste, plechtige kleding van vorsten vormde.
13 Diadeem - een verband dat de oude koningen op hun hoofd droegen, een koninklijke kroon.
14 Hij is gestorven ergens in 553-555. Zijn gedachtenis wordt door de kerk gevierd op 24 oktober.

Afbeelding Martelaar Arethas en 4299 van zijn metgezellen.

Afbeelding

Afbeelding Intronisatie en chrismatie (zalving) van een Byzantijnse keizer.
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

Uranopolitis schreef: 21 jul 2021, 20:28 En iedereen had grote vreugde over zo'n Gods voorziening. Daarna nam koning Elesvaäs de door God geopenbaarde man Abramius, leidde hem naar de tempel van de Alheilige Drie-eenheid, die zich in de hoofdstad Afar bevond
Het moest Zafar zijn.

Afbeelding
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

"Na zijn dood werd het volgende voorval door de monniken verteld. Een jonge broeder, die vanuit het klooster naar zijn werk werd gestuurd, ging vaak naar de herberg, waar hij, na wijn gedronken te hebben, in de zonde van onzuivere vleselijke hartstocht verviel. En dus, op een dag, nadat hij de gewone zonde had begaan en door de woestijn naar het klooster terugkeerde, ging hij een onbegaanbare plaats door, en hier stormde een grote slang op hem af om hem te steken. De monnik haastte zich om te vluchten en ontweek hier en daar, om van de slang af te komen, maar de slang haalde hem snel in. Toen de monnik zich eindelijk zo benauwd voelde dat hij nergens heen kon rennen, haastte de slang zich om hem te verslinden, maar toen herinnerde de monnik zich de gezegende koning Elesvaäs, wendde zich tot de slang en zei:

- Door de gebeden van de rechtvaardige en meest heilige Elesvaäs ga weg van mij!

De slang, alsof hij zich schaamde voor de heilige naam van Elesvaäs, stopte en zei op Gods bevel tot de monnik, nadat hij een menselijke stem had gekregen:

- Hoe kan ik je sparen als de Engel van God aan mij verschenen is en mij bevolen heeft je op te eten voor je onreinheid en de zonden, aangezien jij, terwijl je de gelofte gaf om in reinheid voor de Heer te werken, je lichaam nu met zonde verontreinigt en zo de Heilige Geest vertoornt?

De monnik, die de slang met een menselijke stem hoorde spreken en zijn daden aan de kaak stellen, bleef stil, beefde, bezwoer en smeekte hij de slang hem te sparen. De slang zei tegen hem:

- Waarom bezweer je me? Zweer mij eerst zelf dat je je vleselijke verlangen niet meer zult vervullen, en dan zal ik je verlaten.

De monnik begon te zweren en zei:

- Ik zweer bij God die in de hemel woont en bij de gebeden van de eerwaarde koning Elesvaäs dat ik mijn Heer niet langer zal vertoornen, die ik nu vertoornd heb door mijn vleselijke onreinheid.

Zodra de monnik dit zei, viel er plotseling vuur uit de lucht en verbrandde de slang vóór hem. Gegrepen door vrees en beven ging de monnik naar zijn klooster, en zondigde niet langer, maar beëindigde zijn leven in het pure berouw.

Tijdens het bewind van de vrome koning Abramius, aartsbisschop Gregorius, nadat hij in veel steden bisschoppen - geleerde en welsprekende mannen, - had aangesteld, adviseerde aan de koning dat hij de joden en heidenen in zijn land bevelen zou om zich te laten dopen of hen anderszins ter dood te brengen. Toen het koninklijk bevel hierover werd uitgevaardigd, gingen veel joden en heidenen met hun vrouwen en kinderen naar de heilige doop, uit angst voor de dood. Toen vormden de oudste en meest bekwame in de wet Joden, die uit alle steden waren bijeengekomen, een geheime vergadering, beraadslagend over wat ze moesten doen en onder elkaar beredenerend:

- Als we ons niet laten dopen, zullen wij en onze vrouwen en kinderen op bevel van de koning gedood worden.

Sommigen van hen zeiden:

- Om niet met vroegtijdige dood te sterven, zullen we de wil van de koning vervullen, maar in het geheim zullen we houden aan ons geloof.

Anderen adviseerden niet hypocritisch, maar openlijk aan hun Joodse wet te houden, zodat ze, nadat ze aan de menselijke hand zouden ontsnappen (zoals ze zeiden), niet in de handen van de Wrekende God zouden vallen en, wat nog erger is, omkomen. Sommigen wierpen tegen:

- We zien wel dat onze God roept ons niet op voor deze heldendaad, want Hij heeft onze vrome koning Dunaäs en zijn hele leger in handen van Elesvaäs overgeleverd, maar wat we moeten doen dat weten we niet.

Anderen zeiden:

- Als we onze wet willen behouden en ongedeerd willen blijven, dan zullen we dit land in het geheim één voor één verlaten, ieder met zijn eigen bezit, zodat onze zielen niet ten verderve zullen gaan met onze lichamen.

Anderen wierpen tegen:

- Als we willen vluchten, dan zullen christenen ons zien en doden.

En iedereen vroeg zich af wat te doen. Onder hen was een wijste leraar van de wet, Ervan genaamd, die het hele Oude Testament kende en zeer welsprekend was, hij zei tegen hen:

- Jullie praten allemaal tevergeefs, en wat jullie voorstellen heeft geen nut, maar als je naar me wilt luisteren, ga dan met me mee naar de koning en aartsbisschop Gregorius en we zeggen tegen hen dat ze de leraren uit hun midden moeten aanstellen om met ons over het geloof en de wet te redetwisten. Als ze ons overwinnen, dan worden we vrijwillig christenen, maar als ze terechtgewezen worden in hun fouten, dan zullen ze zelf inzien dat ze ons onterecht aansporen om van onze wet af te wijken. Laten we ze beproeven en ontdekken wat hun geloof is. Als het ware geloof is, dan zullen we geloven dat de Messias al gekomen is, en we wisten het niet. Als hun geloof vals blijkt te zijn, dan zal het ons duidelijk worden dat we sterven voor God en met ijver zullen we de dood aanvaarden.

Toen Ervan dit zei, werd iedereen bang en zei:

- We zien dat je christenen helpt, weet je niet dat ons geloof het ware is: hoe kunnen we hem verlaten?

Ervan antwoordde:

- Ik heb geen enkel sluw woord tegen u gezegd, broeders, maar weet dat u op de een of andere manier gedwongen zult zijn om gedoopt te worden. Als je niet naar me luistert, zal ik voor ieder van jullie onschuldig zijn, want als je hun geloof niet test door middel van debat, dan zul je het toch zonder beproeving moeten accepteren en doen wat ze bevelen, en als je hun geloof niet accepteert, dan zullen ze je doden.

Allen, die dit hoorden, gehoorzaamden Ervan, en na een verzoekschrift te hebben geschreven, stuurden ze hem naar de koning. De koning, toen hij het gelezen had, werd erg boos en wilde ze al allemaal ter dood brengen, maar hij beheerste zich en wilde niets doen zonder het advies van Gregorius, aan wie hij het verzoekschrift gaf. De gezegende las het en zei:

- De Joden zeggen het terecht en prijzenswaardig dat het beter is om vrijwillig te geloven, door overtuiging, dan door dwang. Laat hen, koning, laat ze eerst redekavelen met ons, en daarna doe met hen zoals u wilt.

De koning inwilligde het advies van de heilige en de joden kregen veertig dagen de tijd om zich op het debat voor te bereiden, zodat ze de leraren konden vinden die ze wilden, en zonder angst naar het dispuut te komen. Na het verstrijken van tijd kwamen talloze Joden bijeen, met veel van de wijste rabbijnen [15], die vertrouwd waren met de wet en voorbereid voor het dispuut. Het debat over het geloof vond plaats in de hoofdstad Zafar, in aanwezigheid van de koning met al zijn synclitus [16], de aartsbisschop met alle kerkelijke geestelijken en een groot christelijk volk dat naar het debat kwam te luisteren. De Joden kwamen er ook naartoe met hun schriftgeleerden, wetenschappers en leraren. De Joden stelden Ervan tegenover de bisschop als hun belangrijkste redenaar, die goed thuis was in de wet en profetische boeken en bekwaam in filosofie. Toen er volgens het teken de stilte viel, begon er een debat tussen de aartsbisschop en Ervan."

15 Rabbijn - joodse leraar.
16 Synclitus - volledige bijeenkomst van de gekozenen of hoogwaardigheidsbekleders.

Afbeelding Joodse rabbijnen
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

"De essentie van het debat was als volgt:

Na een lange stilte, waarin iedereen zich voorbereidde om naar het gesprek te luisteren, begon de heilige aartsbisschop Gregorius tot de wijze joodse leraar Ervan en hun hele vergadering zo te spreken:

- Als de nacht voorbij is en de Zon der Gerechtigheid verschenen is, waarom twist je en verzet je je tegen Zijn Licht en geloof je niet in Hem?

Ervan zei:

- Als de Zon der Gerechtigheid verschenen is, en wij verzetten ons tegen Zijn licht, zoals u zegt, terwijl we in de ware God geloven, dan des te meer jullie, heidenen, - die de vreemde leer onderhouden, - verzetten zich tegen het licht van de waarheid, omdat jullie de Goddelijke wet verwijten die aan ons door God gegeven is.

De aartsbisschop antwoordde:

- Wij zijn van de heidenen, maar wiens schepping en maaksel zijn we?

Ervan antwoordde:

- Het is duidelijk dat jullie Gods schepping en maaksel zijn.

De aartsbisschop zei:

- Als wij, net als u, schepselen van God zijn, welke grotere superioriteit hebben jullie in vergelijking met ons?

Ervan wierp tegen:

- Diegene die we hebben in vergelijking met de Egyptenaren.

- Het is goed dat je je de Egyptenaren herinnert hebt, - antwoordde de aartsbisschop, - toon je superioriteit tegenover hen!

Ervan zei:

- Heb je niet gelezen over de grote wonderen in het Egyptische land, in de Rode Zee, in de woestijn, die God door Mozes deed, nadat Israël was uitgegaan: hij verdronk de Egyptenaren, maar redde Israël?

De aartsbisschop antwoordde:

- Er is geen verschil tussen jullie en de Egyptenaren, want God deed hen in de zee verdrinken en jullie heeft Hij op aarde verdelgd vanwege jullie boosaardigheid. Toen jullie de Rode Zee overstaken als over droog land, verdronken jullie in de haven en in leed eindigden jullie je leven in de woestijn, want van de meer dan 600 000 mensen waren er slechts twee, Caleb en Joshua, die waardig werden bevonden het beloofde land te zien [17]. Hoe dan heeft God jullie geërd tegenover de Egyptenaren?

Ervan vroeg:

- En aan wie gaf God het manna in de woestijn?

De aartsbisschop zei:

- En wat lijkt je beter: het vlees dat je in Egypte had gegeten, of het manna dat in de woestijn was gegeven?

Ervan antwoordde:

- Het is vanzelfsprekend dat manna is beter.

De aartsbisschop wierp tegen:

- Waarom keerde je dan terug in gedachten, wensend varkensvlees in ketels en knoflookuien en allerlei soorten Egyptisch eten (Num. 11: 5), en haatten jullie het manna?

Daarna begon het debat over de Heilige Drie-eenheid.

Ervan zei:

- Op welke basis belijden christenen drie goden: Vader, Zoon en Heilige Geest, terwijl God zei bij de Sinaï: "Hoor, Israël: de Heer, onze God, de Heer is één, en naast Hem is er geen andere God" (Deut. 6 : 4)? Daarom handelen de christenen in strijd met de wet en eren ze niet de Ene God, maar drie.

De aartsbisschop, argumenterend, zei dat we de Ene God, de Schepper van allen, wel eren, maar in drie Personen - de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, in dezelfde ene Godheid, en citeerde deze woorden van David als bewijs: “Door het woord van de Heer zijn de hemelen geschapen, en door de adem van Zijn mond al hun legermacht” (Ps. 33:6). De betekenis van dit vers, - legde Gregorius uit, - is als volgt: de Heer is God de Vader, Zijn Woord is God de Zoon, de Geest van Zijn mond is God de Heilige Geest: op deze manier worden drie Goddelijke Personen geopenbaard, de Godheid is echter één, want de Zoon en de Geest zijn één in natuur, medebeginloos, medeëewig en medetronend met de Vader. Ook over het kruis en de dood van de Heer citeerde St. Gregorius voor de Joden de oudtestamentische geschriften, profetieën en voorspellingen, zoals: “Uw leven zal voor u hangen” (Deut. 28:66), 'laten we de boom met zijn vrucht te gronde richten' (Jer. 11:19), en ook dat de ark van Noach een voorafbeelding was van het Kruis, de tuin van Savek, waarin het lam Isaäk vervangen had tijdens de brandoffering (Gen. 22:13), de staf van Jozef, aan het einde waarvan Jakob zich gebogen had (Gen. 47:31), over Jakobs kruisgewijze zegening van de zonen van Jozef (Gen. 48:13-15), over de staf van Mozes die de zee deed splijten (Ex. 14: 11-29), over de opheffing van de handen door Mozes voor de overwinning op de Amalekieten (Ex. 17: 8-14), over de koperen slang die in de woestijn werd opgehangen (Num. 21: 4-9), over de boom die de bittere wateren in Mara verzoette (Exodus 15: 22-26), en vele andere mysterieuze voorspellingen die in de wet zijn. Het debat ging door tot de avond, elk van beide partijen argumenteerde krachtig, en de één maakte bezwaren tegen de ander, maar de aartsbisschop was de winnaar in alle redevoeringen, omdat de Heilige Geest door hem sprak, zoals de Schrift zegt: “Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt” (Matteüs 10:20). Aangezien de avond was aangebroken en het debat nog niet afgelopen was, stond de koning op van zijn stoel, evenals de aartsbisschop, en de vergadering ging uiteen. Het gesprek werd tot de ochtend uitgesteld. De Joden omringden Ervan, verheugden zich, omhelsden en kusten hem en prezen hem voor het feit dat hij hevig de christenen tegensprak. Hierop zei Ervan tot hen:

- Bid dat de Ware God ons helpt, want je ziet het zelf wat voor sluw persoon die aartsbisschop is, en hoe moeilijk het is om hem te overwinnen.

Maar ze moedigden hem aan om zonder angst en vrijmoedig tot hem te spreken."

17 Num. 14:24, 30; Num. 26:65; Num. 32: 1; Deut. 1:36.

Afbeelding Afbeelding
De kruisgewijs uitgestrekte handen en de staf van Mozes als de voorafbeelding van het Kruis.

Afbeelding Ook de onvoltooide offering van Isaäk is een voorafbeelding van Christus - het Onschuldig Lam.

Afbeelding Kruisgewijze zegening van Jozefs zonen, Efraïm en Menashe.
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

" 's Morgens werd er weer een vergadering gehouden, en toen de koning en de aartsbisschop verschenen waren en de Joden met Ervan ook gekomen waren, begon het debat opnieuw, maar noch op die dag, noch op de derde, noch op de vierde, noch zelfs op de vijfde dag kwam het debat ten einde. Op al die dagen was de koning aanwezig bij het debat met de hele synclitus, luisterend met plezier naar de sprekers en zich verheugend over de door God geschonken wijsheid en verstand van zijn meest heilige aartsbisschop. Het was inderdaad moeite waard om ernaar te luisteren en te onthouden toen er veel profetische uitspraken werden uitgelegd en veel mysterieuze passages uit de Schrift uiteengezet. In het gesprek over de menswording van Jezus Christus en de Alzuivere Maagd citeerde de aartsbisschop de woorden van de profeet Jesaja: “Zie, de Maagd zal ontvangen in haar schoot en een Zoon baren” (Jes. 7:14). Op Ervans bezwaar dat Maria alleen een gewone mens baarde en geen God, antwoordde de aartsbisschop met de volgende woorden: “en zij zullen Hem een naam Immanuel geven, wat betekent: God is met ons” (Matt. 1:23).

Ervan zei:

- Hoe heeft de baarmoeder van een vrouw de vreeswekkende majesteit van de Godheid kunnen bevatten?

De aartsbisschop antwoordde:

- Net zoals de woonplaats van Abraham God herbergde onder de eik van Mamre toen Hij bij Abraham kwam te eten (Gen. 18).

Ervan wierp tegen:

- Hoe heeft het vuur van de Godheid het vrouwelijk lichaam niet verbrand?

De aartsbisschop antwoordde:

- Net zoals het vuur de braamstruik op de Sinaï niet verbrandde (Ex. 3: 2-4), zo heeft de Godheid de maagdelijke baarmoeder niet beschadigd: de Maagd baarde en bleef als Maagd.

Ervan wierp tegen:

- De geboorte van de Maagd was spookachtig, en niet in werkelijkheid, omdat het onmogelijk is om de baarmoeder niet te beschadigen bij de geboorte, en het is voor iedereen duidelijk dat dit niet waar is.

De aartsbisschop antwoordde:

- Vertel me, toen Habakuk bij Daniël in de leeuwenkuil binnenging en de deuren van de kuil waren afgesloten en verzegeld, hoe kon hij binnen komen en vertrekken zonder de deuren te openen en zonder de zegels te beschadigen? (Dan. 14: 30-40)

Aan het einde van het debat, op de derde dag, probeerde Ervan te vluchten, maar de Joden hielden hem stevig tegen en zeiden:

- Als je ons verlaat, zullen we allemaal omkomen. Blijf en spreek op alle mogelijke manieren tegen - zal God ons niet helpen? Als we in het debat worden verslagen, hebben we andere manieren van verzet, waarin we niet verslagen kunnen worden.

Toen Ervan tijdens het debat christenen begon te verwijten dat ze iconen aanbaden, en iconen afgoden te noemen, en degenen die ervoor buigen - afgodendienaars en tegenstanders van Gods wet, en zei dat God beval geen afgoden en geen enkele gelijkenis [18] te maken - vroeg de aartsbisschop aan hem:

- Toen er een overstroming was in de dagen van Noah, hoe werd hij gered?

Ervan antwoordde:

- Door de ark van het hout.

De aartsbisschop wierp tegen:

- Had God Noah van de vloed kunnen redden zonder de ark of niet, wat denk je?

Ervan antwoordde:

- Ik denk van wel, want er wordt gezegd dat bij God alles mogelijk is.

De aartsbisschop wierp tegen:

- En als God dat kon doen, waarom was dan de ark nodig om de rechtvaardigen te redden? Volgt hier niet uit dat Noah de ark bedankte en niet God voor zijn redding?

Ervan antwoordde:

- Nee - het is gepast om God te loven, en niet een zielloos schepsel.

De aartsbisschop zei:

- U gelooft echter dat God door een zielloos schepsel, de ark, de redding voor Noah regelde. Evenzo zendt God Zijn genade naar ons toe door deze zichtbare iconen, want hoewel ze zielloos zijn, zijn ze bedoeld voor onze redding. Als we naar de iconen kijken, stijgen we met de geest op naar het prototype en worden we vervuld met de goddelijke ijver: we portretteren niet een afgod, maar de Heer Jezus Christus volgens de mensheid, en niet volgens de Godheid, die onbeschrijflijk is. En net zoals Noah God bedankte voor zijn redding in de ark door een altaar te bouwen, zo danken we Christus God door Zijn beeld te schilderen, zodat we door de vleselijke aanschouwing van Hem van de denkbeeldige vloed af kunnen komen. Wij zien als het ware in Zijn menselijkheid een andere ark, waarmee Hij onze zonden droeg en, nadat Hij ons geheiligd had met Zijn Goddelijkheid, ons naar de hemel heeft opgeheven. Hij, Die zichtbaar was met lichamelijke ogen, schilderen we met de verf om de alzuivere gelijkenis van Zijn menselijkheid af te beelden, en in de vorm van de lichamelijke gelijkenis aanbidden we ook Zijn Godheid, en evenzeer vereren we in Hem met de passende aanbidding ook de Vader en de Heilige Geest."

18 Tweede gebod van de Decaloog.

Afbeelding Noahs ark, precieze reconstructie. https://www.youtube.com/watch?v=WeIcAtn ... vingWaters

Afbeelding Icoon van Jezus
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

"Ervan, die de heilige iconen bleef lasteren, zei:

- Ik sta versteld van jullie christelijke fabels, die zeggen dat God Zijn genade aan de icoon geeft, die geschreven zijn op de muren en planken, en die nooit gelopen of gesproken hebben.

De aartsbisschop om dat te weerleggen vroeg:

- Vertel me, Ervan, waarom gaf God Zijn genade aan de mantel [19] van Elia en niet aan Elisa, en gaf de voorkeur aan een zielloze mantel boven een levende profeet? aangezien de profeet zelf de Jordaan niet kon oversteken, maar hij verdeelde de wateren met een mantel en ging over het droge land, en het wonder dat Elisa niet kon verrichten, had een zielloze mantel verricht (2 Koningen 2:13-15). Waarom niet aan Mozes, die wonderen deed in het Egyptische land, maar aan zijn staf gaf God wonderbaarlijke kracht, waarmee hij het water in bloed veranderde, de zee verdeelde en vele andere, verschrikkelijke en glorieuze wonderen deed? Sterker nog, de tabernakel [20], de Ark van het Verbond [21], het gouden vat met manna, de tafelen en de staf van Aäron, het altaar, het wierookvat en de zevenkandelaar, - hadden ze niet allemaal Gods genade, hoewel ze dood waren, door mensenhanden gemaakt van zichtbare en tastbare dingen? Doch waren ze overschaduwd door Gods heerlijkheid, gevuld en omringd door een wolk en waren ze voor niemand toegankelijk behalve de priesters en de Levieten, en niemand kon ze aanraken, omdat ze Goddelijk en heilig waren. Als dit het geval was in het Oude Testament, waarom verwonder je je dan over de genade die aan heilige iconen wordt gegeven in het Nieuwe Testament?"


19 Mantel - bovenkleed, in dit geval gemaakt van de schapenvacht.
20 De Tabernakel is een verzetbare tempel van de joden, gebouwd op Gods bevel en volgens Zijn instructies door hen tijdens hun omzwervingen in de woestijn. Hij bestond voordat Salomo een prachtige tempel bouwde in Jeruzalem.
21 De Ark van het Verbond - een doos gebouwd door Mozes. De Ark des Verbonds was het heiligdom van het Joodse volk. Het was gemaakt van het cederhout en bedekt, zowel van binnen als van buiten, met het zuiverste goud. Zij bevatte tabletten (stenen planken) waarop de geboden van de decaloog waren geschreven, een gouden vat met manna, dat de joden aten tijdens hun omzwervingen in de woestijn, en de staf van Aäron, die de bloemen ontsproot.

Een prachtige playlist met video's over tabernakel, zijn voorwerpen en hun betekenis (met Nederlandse ondertiteling) https://www.youtube.com/playlist?list=P ... PBAYZEi6zS

Afbeelding

Afbeelding Mantel van Elia
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

Еrvan sprak opnieuw tegen:

- De psalmen zeggen: "En hun afgoden zijn van zilver en goud, het werk van mensenhanden" (Psalm 114:12): daarom zijn je iconen ook afgoden, want ze zijn gemaakt door mensenhanden.

De aartsbisschop wierp tegen:

- Ik spreek niks tegen het feit dat de idolen van heidenen, die God niet kennen, afgoden zijn, aangezien ze de gelijkenis zijn van degenen die goddeloos hun leven in allerlei vuiligheid doorbrachten: magiërs, tovenaars, moordenaars, hoereerders en zij allen vergingen door een kwade dood van zo'n levenswijze; ter gedachtenis aan hen maakten sommigen de idolen, en de volgende generatie, bedrogen en verblind door de satan, veranderde ze in goden en buigt er voor hen. U deed hetzelfde door afgoden te aanbidden, zonen en dochters aan hen te offeren, onschuldig bloed te vergieten, het bloed van uw zonen en dochters, die u hebt geofferd aan de Kanaänitische idolen, die afgoden zijn. Maar de beelden die we schilderen van de heiligen van God zijn geen afgoden, maar eerwaarde iconen. We schilderen de afbeelding van degenen die God kenden, in Hem geloofden, Hem behaagden met gerechtigheid, die eerwaarde mensen waren, heilig en geliefd door God, en vele wonderen verrichtten door Gods genade. Ze wekten de doden op, genazen de zieken, de blinden, de kreupelen, de verlamden, reinigden de melaatsen, dreven demonen uit, hun dood was eervol en hun herinnering is eeuwig en glorieus: “De dood van Zijn heiligen is kostbaar in de ogen van de Heer! Hun gedachtenis zal voor nimmer vergaan; in de eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn” (Psalm 116: 6, 112: 6).

Toen Ervan opnieuw lasterde evenzeer dat iconen niets anders zijn dan de afgoden, zei de aartsbisschop:

- Je kleren, Ervan, en de tabernakel zijn beide gemaakt van wol en linnen, maar hebben ze beide dezelfde waarde? Hebben jouw staf en de gebloeide staf van Aaron dezelfde eer? De kruik, die bij jou thuis is, en het mannavat - zijn ze gelijk? De doos waarin je de benodigdheden van het lichaam legt en de Ark van het verbond - hebben ze gelijke glorie? Het vuur en de olie, die je thuis ontsteekt voor verlichting, kun je vergelijken met de gouden zevenkandelaar? Het huis waarin je woont en de tempel gebouwd door Salomo - kun je de een met de ander vergelijken? Op geen enkele manier, maar onvergelijkelijk meer eerbiedig je dit alles, omdat de Goddelijke genade ooit op hen rustte. Begrijp dus dat het één is de afgod - het beeld van een verdorven persoon die in de hel is geworpen, en het ander is de icoon van de heilige dienaar van God, van waaruit de Goddelijke genade van de Heer voor ons wordt uitgestort door de gebeden van degene die daarop is afgebeeld.

Ervan zei ook over de engelen dat ze onstoffelijk zijn, zoals geschreven staat: "Hij maakt Zijn engelen tot Zijn geesten" (Psalm 104:4), en dat de christenen ze niettemin zonder schaamte op de iconen schilderen, waardoor ze aan de onstoffelijke geesten een vleselijk karakter toeschrijven. Hierop antwoordde de aartsbisschop:

- Je weet niet waar je het over hebt, want we hebben het van jullie geleerd om engelen af te beelden.

Ervan wierp tegen:

- Dit hebben we nooit gehad.

De aartsbisschop vroeg:

- Je hebt het hele Oude Testament bestudeerd en je weet het niet?

Ervan wierp tegen:

- Ik zweer het bij God dat ik niet weet dat we ooit de afbeeldingen van engelen geschilderd en vereerd hebben!

Afbeelding

Afbeelding Jezus
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

De aartsbisschop zei hierop:

- Werkelijk jullie zijn ermee begonnen: toen Salomo de tempel voor God bouwde, maakte hij dan geen cherubs van [Gods] heerlijkheid over het heiligdom, die het altaar overschaduwden? En had hij ook geen cherubs geplaatst over de eerste en de tweede deuren van het heiligdom?
En in de tabernakel gebouwd door Mozes - waren er dan geen afbeeldingen van cherubs boven de Ark des Verbonds, en waren de gezichten van cherubs dan niet geborduurd op de gordijnen, en vereerden jullie dan al deze afbeeldingen van engelen niet samen met de tabernakel en de tempel? Als u, nadat u de onstoffelijke wezens hadden afgebeeld, hen vereerden, waarom zou u ons dan verwijten maken, die gezichten afschilderen van de heiligen en hen eren die in het vlees God hebben behaagd.

Dit en veel dergelijks werd gezegd op de vierde dag van het debat. Toen de avond viel en de koning met de aartsbisschop van hun stoelen opstonden, ging de vergadering uiteen, in de verwachting dat het debat in de ochtend ten einde komt en men zal de triomf van de overwinnaar zien. De Joden verheugden zich over Ervan, dat hij zo goed antwoordde en vragen stelde aan de aartsbisschop, en hem aanmoedigend zeiden ze tegen hem:

- Je doet je best, wees niet bang, maar wees nog sterker, want we zien dat God met je is, vrees niet met je hart, want zo te zien luistert de koning met plezier naar jullie beiden.

Ervan antwoordde hen:

- Broeders, die man, zoals ik zie, overtreft mij veel in het verstand en vaardigheid in het spreken, en het is onmogelijk voor mij om hem te overwinnen, u hebt zelf gehoord hoe hij al mijn argumenten weerlegde en beschaamde, makend ze nietsbetekenend.

Heel vroeg in de ochtend, toen de wijste Joden weer naar Ervan kwamen, zei hij tegen hen:

- Broeders, in alle oprechtheid zal ik u zeggen dat ik zal worden overwonnen door de aartsbisschop, omdat ik 's nachts in een visioen Mozes en Jezus zag, over wie we debatteren. Ik zag ze alsof ze op het dak van een heiligdom stonden te praten, en ik zag Mozes voor Jezus buigen, zijn handen tegen zijn borst houdend, alsof hij ze vastgebonden had, en met vreze stond hij voor Jezus als voor zijn Here God. Ik stond er versteld van en toen mijn mond werd geopend, zei ik:

- Heer Moses, is het goed wat u doet?

Hij draaide zich om en hield me tegen, zeggende:

- Stop ermee, ik zondig niet door mijn Meester te aanbidden, aangezien ik niet één ben van degenen zoals jij en ik belijd mijn Schepper en Heer. Waarom maak je het de rechtvaardige aartsbisschop moeilijk door de waarheid tegen te spreken? De komende dag zul je door hem overwonnen worden en net zoals ik zul je de Heer Jezus Christus aanbidden.

- Ik heb dit gezien, broeders, maar wat dit betekent ik weet het niet, maar ik zal doorgaan met de aartsbisschop tegen te spreken en voor onze wet standhouden totdat de God Zelf het ordent zoals Hij wilt.

Velen, die dit hoorden, begonnen te twijfelen en raakten in verwarring.

Afbeelding

Mozes en Elia vereren Jezus op de berg Tabor
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️
Gebruikersavatar
Uranopolitis
Berichten: 798
Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
Man/Vrouw: M
Locatie: Noord-Brabant

Re: Joods-christelijke dispuut III. Het verhaal van van de heilige Gregorius, aartsbisschop van Himyar

Bericht door Uranopolitis »

"Toen het dag geworden was en de koning verscheen met de synclitus, de aartsbisschop met de geestelijkheid, en de menigte van mensen stroomde samen bijeen, - verscheen ook Ervan met de wetgeleerden die hem hielpen, en het debat begon opnieuw, zoals in de voorgaande dagen. Een geleerde notaris [22] van de aartsbisschop, die hij meebracht uit Alexandrië en die een snelle schrijver was, schreef daar alle toespraken van zowel de aartsbisschop als Ervan op. Met de hulp van de Heilige Geest, handelend door de mond van de aartsbisschop, werd de tegenpartij telkens verslagen, terwijl de onze zegevierde in de Heer. De aartsbisschop was de winnaar in alle redevoeringen, maar Ervan verzwakte, en de Joodse wetgeleerden die hem hielpen verzwakten ook, maar de woede verblindde hen, ze hoorden niet goed met hun oren en hun ogen waren gesloten voor de waarheid. En het was nodig dat de woorden van de heilige gevolgd werden door de manifestatie van de kracht van het geloof en een wonder, dat de door boosaardigheid verharde mensen terecht zou wijzen en hun ongeloof zou beschamen, wat werkelijk op de volgende manier plaatsvond.

Toen Ervan uiteindelijk werd verslagen in het debat, riep hij uit:

- Waarom verspillen we de tijd aan de lange discussies! Ik zal dit debat ten einde brengen. Als u, aartsbisschop, wilt dat ik in Jezus geloof, dat Hij de ware God is, laat me dan Hem levend zien, zodat ik Hem kan zien, met Hem kan praten, en dan zal ik toegeven dat jullie, christenen, ons verslagen en overwonnen hebben.

Toen Ervan dit zei, riep de Joodse vergadering:

- We smeken u, leraar, laat u niet misleiden, zodat u geen christen wordt, vat meer moed en wees sterk in de waarheid, u weet dat er niets meer waar is dan de Ene God van onze vaderen.

Ervan zei tegen hen boos:

- Waarom zeggen jullie ijdelheid? Hoor, als hij me verzekert dat Degene, over wie de profeten voorspeld hadden, bestaat, waar wil je dan nog meer op wachten?

Toen de aartsbisschop zag dat hij oprecht en niet vleiend sprak, zei hij tegen hem:

- Ervan, je brengt ons in grote beproeving en je verzoek gaat onze kracht te boven, omdat je niet mensen verzoekt, maar God, echter opdat jij en degenen die bij je zijn, God zouden geloven en de harten van de gelovigen gesterkt worden, God is krachtig om dit ook te doen. Alleen zeg me definitief, hoe wil je dat ik je verzeker?

Ervan antwoordde:

- Smeek je Meester, als Hij in de hemel is, zoals je zegt. - laat hem hier neerkomen en aan mij verschijnen zodat ik met Hem kan praten, en ik zweer bij de Heer dat ik onmiddellijk in Hem zal geloven en me zal laten dopen.

Toen Ervan dit zei, riep de hele menigte Joden:

- Inderdaad, aartsbisschop, bewijs ons in de praktijk de waarheid van uw woorden, toon ons uw Christus, zodat wij, als we niets te antwoorden zullen hebben, met vrees in Hem mogen geloven.

En allen met geschreeuw drongen Gregorius aan om hun Christus tastbaar te laten zien, als Hij leeft na Zijn kruisiging en dood. Daarna begonnen de Joden onder elkaar te spreken:

- Als de aartsbisschop ons zijn Christus laat zien, wat moeten we dan doen? Wee ons, tegen onze wil in moeten we dan christenen worden.

Anderen zeiden:

- Als hij Christus laat zien, waarom dan niet in Hem geloven?

Sommigen zeiden het zo:

- Hoe is het mogelijk om Degene te laten zien die gestorven is als een vermoorde persoon en er zoveel jaren verstreken zijn sinds de dag van Zijn dood? Waar is Zijn lichaam en geest te vinden, als al zijn beenderen en aderen in het graf lang geleden zijn verstrooid?

De aartsbisschop, die over het belang van de zaak nadacht en hun sterke aandrang zag, vertrouwde met heel zijn ziel op de Heer en dacht bij zichzelf dat als hij de Heer Christus door zijn dringende smeekbede niet zou bewegen om hun verzoek te vervullen, dan zou de tegenpartij enorm zegevieren, de Joden zouden overwinnaars zijn, en Christenen zouden als het ware verslagen zijn, en de vijanden zullen Christenen bespotten en beschimpen. En hoopvol zei hij tegen de Joodse vergadering:

- Als Christus wil, dan zal ik Hem aan u kunnen tonen. Maar u weet heel goed dat als ik u Hem laat zien en u niet in Hem zult willen geloven, dan zal het zwaard u in één keer vernietigen, maar als ik vanwege mijn onwaardigheid aan u mijn Heer niet kan laten zien, doe dan verder volgens uw eigen wil.

Toen de Joden dit hoorden, werden ze tegelijkertijd verdrietig en blij: verdrietig omdat ze bang waren dat als hij hun Christus zou tonen, ze tegen hun wil in Hem zouden moeten geloven; vreugdevol - in de hoop dat hij hun Christus niet zal tonen, en dan zullen ze vrij in hun geloof blijven. Maar de woorden van de aartsbisschop waren aangenaam voor Ervan en de wijste wetgeleerden die bij hem waren. Zij zeiden onder elkaar:

- Het is onmogelijk dat een persoon die gedood werd door onze vaders, die gestorven en verzegeld was in het graf, en daarna gestolen door zijn discipelen, na 500 jaar nog in leven zou kunnen zijn.

Heilige Gregorius, - die de woorden van de Heer in het evangelie kende: "Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn” (Matt. 17:20), en ze in gedachten houdend, onwankelbaar geloof in God hebbend en stevig vertrouwend op Hem, - stond op van zijn plaats en liep een beetje verder weg naar een meer geschikte plaats voor het gebed. De koning met heel het volk waren verbaasd en verwonderd over zo'n grote vrijmoedigheid jegens God en het geloof van de aartsbisschop dat hij zoiets vreeswekkends durfde te doen, en met vreze wachtten ze op wat er zou gebeuren. De heilige liep een eindje weg van de samenkomst, maakte een kruisteken over zichzelf en begon te bidden. Nederig knielend en zich helemaal richtend naar de hemel, bad hij lang en luid voor ieders gehoor, herinnerend aan alle mysteries van de menswording van God het Woord en al het leven van Christus onder de mensen, van Kerstmis tot Zijn vrijwillige lijden, het kruis, de dood, driedaagse opstanding en hemelvaart. Tenslotte zei hij:

- Openbaar Uzelf levend, o Meester, aan deze steenharde en door boosaardigheid verblinde mensen, toon Uzelf omwille van Uw Heilige Naam en laat hen met hun ogen Uw leven-gevende mensheid zien, waarin U Uzelf ter wille van ons hebt bekleed en waarmee u opgevaren bent naar de hemel, zodat wanneer ze U zien, ze in U, de ware God, zullen geloven en in degene die U gezonden heeft - de Vader en de Heilige Geest.

Toen hij zijn gebed beëindigde en iedereen hem aandachtig aankeek, kwam er plotseling een aardbeving en werd er een verschrikkelijke donder uit het oosten gehoord, zodat de aarde beefde en iedereen viel neer van angst. Toen iedereen, hersteld van de angst, beetje bij beetje opstond en naar het oosten keek, zagen ze dat de hemel openging en een heldere wolk met vurige vlammen en zonnestralen van daar naar de aarde neerdaalde. In het midden van de wolk zag men de Man, de schoonste van alle mensenzonen, onze Heer Jezus Christus, onuitsprekelijk stralend met zijn gezicht en schitterend met bliksemachtige kleding. Met een speciale beweging, door op de wolk te stappen, naderde Hij de aarde en stond boven de aartsbisschop op de wolk, de ogen en harten van allen naar Zich toe trekkend met Zijn schoonheid, die de tong niet kan uitdrukken. Uit angst voor Zijn heerlijkheid, die ondraaglijk is om naar te kijken, vielen ze allemaal neer met hun gezicht op de grond, zoals eens de discipelen op Tabor, - zowel de koning als de edelen en al het volk, jong en oud, maar de Joden, gegrepen door grote angst, holden hier en daar en haastten zich om te vluchten omdat de verlichting van het Goddelijke licht verschroeide hen, en de glorie van de Heer, die ze niet konden zien, hen met grote angst greep. Maar ze konden niet rennen of zelfs bewegen, omdat een onzichtbare kracht hen vasthield. De aartsbisschop, van boven versterkt, riep luid tot Ervan:

- Ervan, hier is Degene over Wie je veel verbale verhalen hebt gehoord, kijk naar Hem en geloof dat er Eén is Heilig, Eén is Heer, Jezus Christus tot glorie van God de Vader. Amen.

Maar Ervan was als dode en kon niets antwoorden. En de stem van de Heer werd gehoord:

- Door het gebed van de bisschop geneest jullie de Gekruisigde door jullie vaderen.

Toen ze deze stem hoorden, beefde iedereen nog meer en viel op de grond, gegrepen door schrik. En zoals Saul eens, - toen het licht uit de hemel op hem scheen en een stem van boven gehoord werd, toen hij op weg was naar Damascus, - viel neer op de grond en zag niets met zijn open ogen (Handelingen 9: 3-8), zo ook zij werden verblind, en hoewel hun ogen open waren, zagen ze niets, maar alleen weenden en huilden bitter. Na het gebeurde werd er een soort Goddelijk geluid gehoord voor het aangezicht van de Heer, en een heldere wolk, die onder de voeten van de Heer was, verborg Hem voor de ogen van allen, het werd geleidelijk dikker van alle kanten Hem achterna, toen Hij opsteeg omhoog, totdat de Goddelijke heerlijkheid verdween in de lucht en alles wat gezien werd uit de ogen verdwenen was. De koning en alle christenen riepen lange tijd vrijmoedig tot de Heer achterna:

- Heer, ontferm u!

De eerwaarde aartsbisschop lag met zijn gezicht naar de grond en met tranen bad hij tot de Heer voor het volk. Daarna alle aanwezigen op de samenkomst: de koning met de synclitus en al het volk begonnen aartsbisschop Gregorius met speciaal respect en eerbied te eren, verbaasd over zijn heiligheid en de kracht van het gebed. De Joden vroegen elkaar:

- Broeder, zie je iets?

En iedereen antwoordde:

- Ik zie niets.

En iedereen riep naar Ervan:

- Leraar, wat moeten we doen?

Ervan antwoordde:

- Waren jullie de enigen die blind werden toen jullie de christelijke God zagen, of hebben ook christenen geleden?

Toen de christenen dit hoorden, zeiden ze:

- Wij, door de genade van Christus, zien goed, en onze ogen zijn nu gezonder dan ze waren, u alleen bent blind voor uw ongeloof. "O God van alle wraak, HEERE, God van alle wraak, verschijn blinkend!" (Psalm 93: 1), Hij vernietigde uw gezichtsvermogen, omdat u Hem zag, terwijl u onwaardig was.

Toen begon Ervan en alle Joden de aartsbisschop met tranen te smeken om hun verblinde ogen te genezen en de heilige doop te geven. De aartsbisschop vroeg hun of ze oprecht in de Heer Jezus Christus geloven. En allen getuigden dat ze met overtuiging geloofden. De aartsbisschop met de bisschoppen en priesters die bij hem waren, gaven hen onderricht en begonnen het sacrament van de doop te voltooien. Toen de Joden de heilige doopvont binnengingen, viel er onmiddellijk een soort schub, als het ware, van hun ogen af, en iedereen werd ziende met lichamelijke en geestelijke ogen: "Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid” (Rom. 10: 10), en iedereen werd gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, te beginnen met Ervan, voor wie de koning zelf de peetvader was bij de doopvont en aan wie de naam Leo werd gegeven in de heilige doop. De koning voegde hem aan zijn synclitus toe, maakte hem tot een patriciër [23], als een slimme en eerwaardige persoon. Het speet Ervan enorm van zijn aanvankelijke dwaling en hij stond versteld van vreze als hij zich voortdurend de verschijning van de Heer in zijn gedachten hield.

- Hoe komt het, - zei hij, - de Here Jezus Christus leeft, die onze vaderen hebben gekruisigd en begraven, en die, zoals we dachten, dood was?

En met tranen riep hij uit:

- Heer Jezus Christus, de Zoon van de levende God! Vergeef me dat ik gezondigd heb in mijn onwetendheid.

Ervan vereerde de heilige aartsbisschop als een engel van God en wilde niet van hem gescheiden worden. Zo werd het Omiritische land verlicht met het licht van het heilig geloof: in alle steden en dorpen werden niet alleen joden, maar ook heidenen gedoopt. En er was grote vreugde in het hele land, ook de engelen samen met de mensen verheugden zich over deze bekering en inkeer van menselijke zielen, en men verheerlijkte God, die wil dat alle mensen gered worden.

Daarna adviseerde de heilige aartsbisschop Gregorius de koning dat hij de joden zou bevelen om niet samen te leven, maar met christenen te gaan wonen, zodat ze geen geheime vergaderingen en conferenties zouden houden. De koning vaardigde de volgende wet uit:

- Laat geen van de Joden een echtgenoot uit een Joods gezin voor zijn dochter nemen, maar hij dient een schoonzoon van uit de Christenen te nemen, en geen Joodse zoon mag een bruid van de Joodse dochters nemen, maar hij behoort een christelijke bruid te zoeken. Als iemand deze wet durft te overtreden, wordt hij onderworpen aan de onthoofding met het zwaard.

De aartsbisschop deed dit zodat het Joodse volk, door zich te vermengen met de christenen, in een paar jaar tijd het oude oudtestamentische geloof en gebruiken volledig zou vergeten. Overal was stilte, overal straalde volledige nederigheid en vroomheid, de koning en de aartsbisschop werkten ijverig voor God, door de nachtelijke lofprijzingen voor de Heer Christus te houden, zorgden voor het heil van de mensenzielen en regeerden het koninkrijk met barmhartigheid en waarheidsgetrouwheid. De vrome koning Abramius, - die 30 jaar in het Omiritische land had gewoond en die door de heilige Gregorius op de hoogte was gebracht van de dag van zijn dood, - stierf en werd met een eer begraven in de stad Zafar. Kort na de dood van de koning, onze heilige vader Gregorius, - hebbend zijn kudde behouden en het geloof gesterkt op het fundament van de apostelen en profeten en vele tekenen en wonderen tot de glorie van God hebbend verricht, - beëindigde zijn leven op 19 december (rond 552) en werd eervol begraven in dezelfde stad in het graf van de grote kerk. Het hele Omiritische land weende om hem, en vooral de gedoopte Joden, omdat hij een goedaardige en barmhartige vader was, aangenaam voor de mensen en welgevallig voor God, voor wiens aanschijn de heilige Gregorius verschenen heeft onder andere heilige hiërarchen en met hen verheerlijkt hij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, in alle eeuwen. Amen."

22 De notaris is een snelle schrijver, deze naam werd gegeven aan zowel de keizerlijke secretarissen, die de notulen van de belangrijkste staatsvergaderingen bijhielden, alsook de secretarissen van de patriarchen.
23 Dat wil zeggen rangschikte onder de hogere klasse, wat vergelijkbaar is met de middeleeuwse erfelijke adel.

Bron

Afbeelding Afbeelding
1. Een foto opname met de verschijning van Jezus daarop. Ik kon helaas geen informatie over deze foto vinden.
2. Alfredo Lo Brutto, de inwoner van Agropoli in Italië, keek naar de zonsondergang toen hij een ongewone figuur in de lucht zag. Het werd gemaakt door de stralen van de zon, die tegen de wolken sloegen. De auteur besloot het natuurlijke fenomeen met internetgebruikers te delen. Kijkers merkten op dat de afbeelding erg op het standbeeld van Jezus Christus in Rio de Janeiro lijkt.
🕊️ Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen🕊️