Messenger schreef: 09 dec 2021, 12:24
Het deel van God als diamant, dode materie, zou blij zijn als diamant en de plaats als diamant zou genoeg zijn en heeft vrede. Waarom zou dan sprake zijn van een hel? Heb je nou vrede of toch niet?
Je bewustzijn heeft geen vrede maar opgeslotenheid,
omdat je door te denken, niet ontsnapt aan het zijn van diamant.
Messenger schreef: 09 dec 2021, 12:24
Ik als Godsdeel heb op de werkplaats in de hemel mijn bewustzijn verduisterd om het leven als avontuur, als ontdekkingsreis te ervaren.
Zou die verduistering niet door mij zijn aangebracht, zou er van avontuur of ontdekkingsreis niets ervaren worden. En omdat ik een zielsagenda wil vervullen, ervaar ik het leven in onwetendheid van mijn ware aard en herinner ik mij tijdens de ervaring Wie en Wat ik ben.
Als jij je eigen bewustzijn wilt verduisteren, dan zoek je middelen van verduistering. Maar om dan te zeggen dat je wordt wie je in verduisterde staat bent, vind ik wat ongerijmd. Klinkt echt als trippers, die denken dat ze kunnen vliegen, en dan heel hard vallen.
En om dan daarbij ook nog te zeggen, dat je jezelf in allerlei ervaring brengt, om te beleven wat daarvan nog verbinding heeft met wie je bent als je weer tot jezelf komt, vind ik toch eerder een zaak van verdovende middelen en van vallen en afglijden in gaten en goten.
Messenger schreef: 09 dec 2021, 09:54
Ik constateer meerdere oproepen tot het doden in naam van God. Kijk maar naar de bijbelcitaten van Alpha, het gaat bijna over niets anders.
Of wil je dat ontkennen of niet onder ogen zien?
Wat je beter kunt doen is de vraag stellen : "Wat zou liefde doen?" Dan constateer je dat van alle teksten over God die mensen doodt of laat doden, niets waarheid kan zijn.
Dat is onnadenkende salonpraat. De wet is gemaakt in een woestijn. Het volk van God werd geleid door een wereld die zo liefdeloos was, dat het anders verteerd zou zijn geworden door zwavel, zout, en vuur, zoals Sodom en Gomora overkwam, en ook overal wordt geprofeteerd: zelfs het land zal de goddeloze uitspuwen. Je praat dus over zaken waar je geen inzicht van toont, maar wel een oordeel.
Maar begin dan gewoon met de waarheid: jij kunt niet liefdevol toestaan dat je buren beginnen met iedereen in je straat dood te slaan. Doe je dat wel, dan heb jijzelf de liefde niet en zij mogelijk wel. Want zij zijn in een excessituatie, waarin hun liefde heel even geen plek heeft. Maar jij staat erbij en kijkt ernaar in volle overtuiging van de ware liefde, en dan zeg je: ik ben liefde, want mij doet dat niets. Huh, hoe is dat dan? Nou zeg jij dan: als ik die mensen dood of laat doden, ben ik niet in de waarheid. Wat ik zeg; teveel verdovende middelen.
Ik zeg: jij laat die mensen doden. Als je dat doet, en ook als je dat niet doet. Je bent in beide gevallen schuldig aan de dood.
En dan is er wel een nuancering: je kunt ook zeggen: God zal u straffen, en dat volstaat, want God en de hemelse legermachten zijn getuigen, en grijpen graag in bij waar geloof. Maar niet bij jou, want jij zegt dat God niet kan ingrijpen. Niet wil ingrijpen. Nee; sterker nog: wel kan ingrijpen, maar dat niet doet uit liefde voor het geheel van moord en doodslag. Wat ik zeg: bewustzijnsverlagende middelen.
Messenger schreef: 09 dec 2021, 09:54
Na het sterven herenigt de geest met de ziel. De ziel schept een nieuw lichaam, een nieuwe geest en een nieuwe agenda.
Dàt is de opstanding.
Wat je zegt. Maar volgens jou is die ziel dan toch weer God Zelf in zijn hoogste staat van Zijn.
De bijbel leert dat Christus is, wie jij zegt dat de mens is,
en dat de mens is, van wie God zegt dat Christus meerder is.
Want die mens staat uit zichzelf niet op.
Johannes 5:21-30
Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil.
Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven;
Opdat zij allen den Zoon eren, gelijk zij den Vader eren.
Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet, Die Hem gezonden heeft.
Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in dewelke allen, die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen;
En zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens,
en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis.
Ik kan van Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig;
want Ik zoek niet Mijn wil, maar den wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft.