Zacharia 1

[robert75]

Ik ben het met de stelling van Robert 75 helemaal eens!Je haalt er zaken bij, die er helemaal niet toe doen, als het gaat om Jezus en vooral de plaats waar Hij is.Israël is een volk, en zeker geen land. Nergens spreekt de Bijbel, noch Jezus over een land dat hen op aarde is belooft, vanuit de uiteindelijkebestemming. Wat zegt Jezus nu over dat Rijk, waar Hij op doelt? Hij zegt dat het Koninkrijk (op aarde) niet waarneembaar is.Maar toch is het er. Welnu, het Koninkrijk der Hemelen begint in iemands persoonlijke hart.het is een Geestelijke verbondenheid met een wet die Hemels is. Door de Heilige Geest!Israël zou dus een Geestelijk volk (moeten) zijn dat verbonden is met het Hemels Jeruzalem.Hoe vaak heb ik dat nu al niet op Bijbelse gronden aan je voorgehouden!

Ja dat had ik er ook uit begrepen als ik de Bijbel lees. En corrigeer me als ik het fout heb, Maar in de tijd van het OT werd het evangelie alleen verkondigd aan de toenmalige Joden, Nadat Christus is gekruisigd is het evangelie naar de heidenen gegaan en is het Hemelse Koninkrijk voor iedereen toegankelijk geworden. Waardoor we allemaal één zijn geworden in Christus, Zoals Efeze 2:13,14 ons uitlegt heeft Christus de scheidingsmuur die er voorheen was afgebroken. Waardoor we één volk zijn geworden.

Ik persoonlijk geloof ook niet in twee volkeren, De Joden en de Heidenen. Christus maakte ook onderscheid tussen de Jood en de niet-Jood, En na mijn mening is de ware Jood iemand die in Christus is, Althans die conclusie trek ik eruit als ik de Bijbel lees.

Het aardse was een spiegel op het Hemelse, Zoals Hebreeën ons uitlegt was de aardse Tabernakel een voorbeeld op de Hemelse tabernakel. Er is een aardse en een spirituele.

Zo was er een aardse Tabernakel, maar ook een Hemelse of spirituele.
Zo was er een aards Israel, Maar ook een spiritueel Israel.
Een aards Jeruzalem, Maar ook een spiritueel Jeruzalem
Een aards Babylon, Een spiritueel Babylon.
Een aards Egypte, Een spiritueel Egypte.

Maar goed het is wel een beetje offtopic natuurlijk.

[nicodemus zda]

Beste Robert 75

Dank voor uw reactie!

U schreef o.a.:

Maar in de tijd van het OT werd het evangelie alleen verkondigd aan de toenmalige Joden,

Nu het was de bedoeling dat de Joden, als uitverkoren volk, het Evangelie over de (toenmalige) wereld zouden brengen.
Even de belofte aan Abraham en de aartsvaders buiten beschouwing gelaten kunnen we dus het volgende opmerken:

Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk, dat de vruchten daarvan opbrengt. (En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden, en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen.) En toen de overpriesters en de Farizeeën zijn gelijkenissen hadden gehoord, begrepen zij, dat Hij hen bedoelde. En hoewel zij Hem trachtten te grijpen, vreesden zij de scharen, daar die Hem voor een profeet hielden.” Matteüs 21:33-46

Jezus spreekt hier duidelijk taal.
“Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk, dat de vruchten daarvan opbrengt.” Matteüs 21:43
De joden begrepen precies wat Hij zei en hadden maar één antwoord: Dat nooit! Zie Lucas 20:16-19.
Het joodse volk stootte zich aan de steen des aanstoots en als natie werden zij vermorzeld bij de val van Jeruzalem.
(Derhalve werd-) Het Koninkrijk Gods is gegeven aan een ander volk, de kerk en zij draagt vrucht in de gehele wereld.

En wat leert Jezus nu aan de gehele mensheid, aangaande 'Israël', Robert 75, dit:

Jezus rept hier met geen woord over een herstel van de joodse natie in een nabije of verre toekomst, als een vervulling van de profetie.

Dus ook niet over een herstelt Israël in onze tijd, eerst in 1905 en later in 1947. Want dat is een land (en geen rijk) dat naar de wetten en geboden van mensen is gebouwd.
Het is zelfs zo dat het Israël van 1047 door een multimiljardair is opgebouwd De Rothschild. Want hij zag economische voordelen van uit de (geografische-) ligging van dat land.
Zelfs Jezus is daar geen Koning op natuurlijke basis, want De Rothschild wordt wel de Vader van Israël genoemd (Bron: http://www.rothschild.com/israel/)

Die definitieve val vinden we terug in de profetie van Daniël, aangaande de 70 weken (of 490 jaar) die het volk nog (uit genade) ontving van de Allerhoogste god.
kijk maar:“

Zeventig weken zijn bestemd over uw volk en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten en om de zonden te verzegelen en om de ongerechtigheid te verzoenen en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht en de profeet te verzegelen en om de heiligheid der heiligheden te zalven. Weet dan en versta: van dat het woord uitging, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de Vorst, zijn zeven weken en twee en zestig weken; de straten en de grachten zullen weer gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn; en een volk van de vorst, dat komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vast besloten verwoestingen.
En hij zal velen het verbond versterken, één week; en in de helft van de week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden; en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vast besloten zijnde, zal uitgestort worden over de verwoeste.”
Daniël 9: 24-27

Gaan we deze zaak opsplitsen dan leren we dit:

Zeventig weken zijn bestemd over uw volk en over uw heilige stad. En in die zeventig zou de
§ overtreding afgesloten worden,
§ de zonde verzegeld worden,
§ de ongerechtigheid verzoend worden,
§ een eeuwige gerechtigheid aangebracht worden,
§ het gezicht en de profeet verzegeld worden,
§ de heiligheid der heiligheden gezalfd worden.
Dit zijn de dingen die plaatsvonden door Jezus.

[/quote]

Wat leren we hier alzo. ten eerste dat deze 70 weken een Genade feit zijn met andere woorden, het volk krijgt nog één keer de kans zich te bekeren tot (Geestelijke-) Joden.
Opmerkelijk is dat Jeruzalem (ja dat wat nu nog kennen) nog een heilige stad is. Gods geest werkt immers daar, totdat die 70 weken voorbij zijn.
Ieder een die nog zonde doet en nalaat zich echter het hemels Rijk te scharen, zal 'verzegeld worden naar de werken die hij of zij heeft gedaan.
Verzegelen betekent 'slot er op' einde van de Genade (-tijd) Dus in casu ook het einde van het OT!
Dat Jezus de ongerechtigheid verzoend voor hen, die oprecht zich van de zonde willen afkeren en Hem aannemen als de Verlosser en Middelaar.
Dat de boodschappen van de profetie (en dus de profeten) verzegeld worden, met andere woorden alles dat zij hebben verkondigd in waarheid zal (als getuige) bevestigd worden.
Men kan hen niets meer verwijten nog hun boodschappen ontkennen of verdraaien. In dat opzicht Robert 75 zijn ook alle mensen die Jezus oprecht aannemen Getuigen van hem en ontvangen, daardoor de
Gave der Profetie. Alhoewel er profeten zullen zijn tot aan de verschijning van de Heer op de wolken des hemels, kunnen wij dus getuigen en profetische boodschappen brengen die alleen in het kader van de Bijbel en de Heilige Geest
verbonden zijn. We kunnen dus niet meer buiten de lijntjes kleuren. vandaar dat er twee groepen Joden en twee groepen Christenen zich in de wereld ontwikkelen.
Naarmate de Komst nadert, zullen beide groepen, steeds meer onderscheidenlijk worden van elkaar.
Tenslotte wijst Jezus nog op de heiligheid der heiligheden. in feite wijst Hij hier al op het hemels Heiligdom. Dé meest heilige plaats, waar Hij na Zijn opstanding naar toe zal gaan.
Opmerkelijk is dus dat Jezus het volk Israël daar ook verwacht, maar welk volk. Zoals gezegd, niet iedereen die zegt Here Here en ook niet iedereen die zegt Abraham is onze aartsvader.

En dat kan ook niet, want Jezus verzegeld de Getrouwen en de Zondaars, elk naar hun werken.
De joden hadden de volheid kunnen bereiken maar dat deden zij niet. Hadden zij die volheid bereikt dan zou het evangelie effectiever geweest zijn onder de heidenen.
Was of is het nu de bedoeling dat Jezus de Joden direct liet vallen? Nee, naar mijn inzicht want: Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot naijver op te wekken.
Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!” Romeinen 11:11-12

De betekenis van het woord volheid:
“Hun volledig herstel/hun heilsvolheid”. Het woord betekent dus de volheid van het heil voor de joden, hun /een volledig herstel.
En let nu eens op Robert 75 wat ik hier uitleg:
Maar de joden kwamen niet tot volheid. De apostel Paulus zegt wat de volheid van de joden betekend zou hebben:

“Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden? Zijn de eerstelingen heilig, dan ook het deeg, en is de wortel heilig, dan ook de takken.” Romeinen 11:15-16
D.w.z., als de joden dat bereikt hadden wat God wilde dat zij zouden bereiken, dan zou dat betekend hebben: ‘leven uit de doden’, d.w.z., ‘de opstanding uit de doden’.

Nu die opstanding uit de doden zou niet alleen betrekking hebben gehad inzake zij die reeds begraven zijn, na hun fysieke dood, maar ook en vooral (als Getuigen) de Geestelijke omwenteling van het persoonlijke hart van de Jood!
De nog levende jood zou erdoor Geestelijk op hetzelfde elan van verkondiging zijn gekomen als Jezus zelf. Het Joodse volk had dan over de wereld kunnen gaan vrijwillig op eigen ervaring. Niet omdat Jezus (later) Zelf de joden moest verspreiden, omdat hij hen het land verzegelde om het op te geven. Zij zouden dan de 'volheid des Geestes' hebben ontvangen, zoals ook Jezus die heeft ontvangen en (daarom) Gun Meester en voorbeeld was.
helaas dat is niet gebeurd, omdat men Hem niet heeft aangenomen, op het Overblijfsel na natuurlijk. Want vanuit het OT is een Overblijfsel van verschillende origine (uit alle volkeren) de eerste gemeente ontstaan, die helaas ook door invloed van de Overste der wereld, ten onder is gegaan (Openbaring 6). De man op het witte paard, op die plaats, is dus niet Jezus maar Satan!
Opmerkelijk is dat ook Adam en Eva, door ongehoorzaamheid en het afwijzen van hun Vader in de hemel, het paradijs uit werden gezet, maar God hen nog steeds een kans bood!

Dat het dus wel degelijk om twee volkeren gaat, zoals ik duidde, mag blijken uit het feit dat er twee opstandingen plaats zullen vinden.
De eerste bij de verschijning van Jezus op de wolken, waarna we Hem tegemoet gaan en in het hemels Jeruzalem voor 1000 jaren zullen verblijven.
De tweede verschijning en inderdaad in de Hemels stad, waarbij de volgelingen van Satan met hun leider opstaan uit hun dood en nog een (Geestelijke-) aanval doen
op de Stad (het Geestelijke Israël) De samenvoegen van Joden en Grieken vinden we in de Efezebrief de 'muur' die door Jezus is geslecht.

Tot zover mijn bijdrage

Hartelijke groet

[nicodemus zda]

Hallo Adinomis,

Ol heb al eens aangeduid dat Jezus niet de "zoon" van David is en derhalve ook NIET op diens troon zal (gaan) zitten.
en met dat bewijs, valt dus het gehele pact aangaande de natuurlijke Staat Israël, aan de Middellandse zee.
De idee dat Jezus op de troon van David zou gaan zitten is een natuurlijk Joods idee vanui het natuurlijke denken, geen GEESTELIJK vanuit de hora in relatie met Jezus.

Kijk maar wat Jezus daarover Zelf zegt:

De schriftgeleerde was dichtbij het koninkrijk Gods door het feit, dat hij inzag dat rechtvaardige daden meer aannemelijk zijn voor God dan brandoffers en slachtoffers. Maar het was nodig, dat hij het goddelijk karakter van Christus zou erkennen, en door geloof in Hem kracht zou ontvangen om de werken der gerechtigheid te doen.
De eredienst had geen waarde, indien die niet door een levend geloof met Christus werd verbonden. Zelfs de zedenwet bereikt haar doel niet, tenzij men deze wet verstaat in haar verband mét de Heiland. Christus had steeds weer aangetoond, dat de wet van Zijn Vader een diepere inhoud had dan alleen maar dwingende bevelen.
In de wet ligt hetzelfde beginsel opgesloten dat in het evangelie wordt geopenbaard. De wet wijst op de plicht van de mens en toont hem zijn schuld.
Op Christus moet hij zien om vergeving te verkrijgen en kracht om datgene te doen wat de wet voorschrijft.

De Farizeeën waren dicht om Jezus heen gedrongen, toen Hij de vraag van de Schriftgeleerde beantwoordde.
Nu wendde Hij Zich om en stelde hun een vraag: "Wat dunkt u van de Christus? Wiens Zoon is Hij?" (Matth.22:42)


Noot: Het is hier Jezus die de vraag stelt. In het verband tot het natuurlijke Israël, waarom stelt Jezus deze vraag

Deze vraag was bedoeld om hun geloof aangaande de Messias te beproeven — om aan het licht te brengen of zij Hem eenvoudig zagen als een mens of als de Zoon van God. Een koor van stemmen antwoordde: "Davids zoon." (Matth.22:42)
Dit was de titel die de profetie aan de Messias gegeven had. Toen Jezus door Zijn machtige wonderen Zijn goddelijkheid openbaarde, toen Hij de zieken genas en de doden opwekte, hadden de mensen onder elkan­der de vraag gesteld: "Dit is toch niet de zoon van David?" (Matth.12:23) Noot: Het gaat dus om een menselijk leven., geen Geestelijk in relatie tot Christus.

De Syrofenicische vrouw, de blinde Bartimeüs en vele anderen hadden tot Hem om hulp geroepen: "Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David." (Matth.15:22)
Terwijl Hij Jeruzalem binnenreed, had men Hem toegejuicht met de vreugdevolle kreet: "Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij Die komt in de naam des Heren." (Matth.21:9)
En de kleine kinderen in de tempel hadden die dag de blijde lofprijzing herhaald. Maar velen die Jezus de Zoon van David noemden, erkenden niet Zijn goddelijkheid. Zij begrepen niet, dat de Zoon van David ook de Zoon van God was.

In antwoord op de verklaring dat de Christus de Zoon van David was, zei Jezus: "Hoe kan David Hem dan door de Geest [de Geest der In­spiratie, Die van God komt] zijn Here noemen, als hij zegt: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden onder Uw voeten gelegd heb. Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En niemand kon Hem daarop iets antwoorden en evenmin durfde iemand van die dag af Hem meer iets vragen." (Matth.22:43-46) ("Wens der eeuwen" - E.G.White) voor een diepere studie zie de bron: http://www.agp-internet.com/study/ellen ... rijd-.html

Zie je Adinomis, hoe mensen zich kunnen vergissen, maar vooral, hoe ongewild, misleiden we mensen met onze -menselijke- beweringen over zaken die en verzegeld zijn en die niet meer plaats kunnen vinden.
Gedane zaken nemen immers geen keer! Dus ook die niet van het tijd van het OT.

Hartelijke groet

[Adinomis]

Wel vreemd dat je me opmerkzaam maakt op iets wat Jezus Zelf zegt, dubbele punt, en dan volgt een relaas van de “profetes” Ellen White. Aan het eind lees ik dan de Bijbeltekst waar je blijkbaar op doelt:

Matt.22: 41 Toen de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun:
42 Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tegen Hem: Davids Zoon.
43 Hij zei tegen hen: Hoe kan David Hem dan, in de Geest, zijn Heere noemen, als hij zegt:
44 De Heere heeft gezegd tegen Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?
45 Als David Hem dan zijn Heere noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?
46 En niemand kon Hem een woord antwoorden, en ook durfde niemand Hem vanaf die dag meer iets te vragen.

De Farizeeën gaven als antwoord: “Davids Zoon”. De Messiasverwachting was gekoppeld aan de titel “Davids Zoon”. Jezus werd overal terecht “Davids Zoon” genoemd. Zowel in het geslachtsregister van Jozef, als dat van Maria is Jezus de Zoon van David. Toen Natanaël, die later een discipel was – en volgens Jezus een man in wie geen bedrog was - zei toen hij Jezus ontmoette: "Rabbi, u bent de Zoon van God, u bent de koning van Israël!" (Johannes 1:49) Jezus wordt in de evangeliën 17 “Zoon van David” genoemd.

Jezus verwees in zijn uitspraak naar Psalm 110, waar David deze woorden, geïnspireerd door de Geest had geschreven. Koning aan de rechterhand van God, totdat de vijanden aan zijn voeten zullen liggen.

De Farizeeën geloofden wat er in die psalm staat, ze wisten dat Jezus uit het geslacht van David was. Alleen zij zagen Jezus alleen als een menselijke afstamming van David. Jezus wist dat Hij ook God was in het vlees en daarom citeerde Hij die psalm om de Farizeeën duidelijk te maken dat David wist dat zijn afstammeling goddelijk zou zijn.

In het Hebreeuws staat er in Psalm 110 dat Yahweh tot Adonai (יְהוָה, לַאדֹנִי) sprak.
Dat betekent dat David door de Heilige Geest wist dat dit een gesprek was tussen de Vader en de Zoon. Beiden waren veel groter in macht en aanzien dan koning David zelf. Jezus maakte hier de Farizeeën duidelijk dat als het ging om een gewone menselijke afstammeling hij zijn zoon niet als Heer zou aanspreken. Hij dwong a.h.w. de Farizeeën om met David in te stemmen. Maar dat zouden ze nooit doen. Maar ze begrepen ondertussen best wat Hij bedoelde. Later, in Math. 26:64 verklaarde Jezus zijn status aan de rechterhand van God, waarop het Sanhedrin hem wegens godlastering veroordeelde. In feite ging het hier om precies hetzelfde, wat David al had geprofeteerd.
Trouwens ook in deze tekst staat dat Jezus terugkomt op de wolken. (En de HERE, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem”. Zach.14:5)

Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel.
65 Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Hij heeft God gelasterd. Waarom hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt u Zijn godslastering gehoord.

Lukas 2:
Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven.

[modbreak Trajecto] Het genoemde vers in de quote is Lukas 1:32

[nicodemus zda]

Hallo Adinomis,

Een heel ritueel je bijdrage, maar misschien had ik mijn eerste alinea van mijn vorige bijdrage anders moeten formuleren.

Eerst de oirginele:

Ook heb al eens aangeduid dat Jezus niet de "zoon" van David is en derhalve ook NIET op diens troon zal (gaan) zitten.

feitelijk had ik moeten melden:

Ook heb al eens aangeduid dat Jezus niet de "zoon" van David is en derhalve ook NIET LETTERLIJK op diens troon zal (gaan) zitten,
in de natuurlijk essentie van het volk Israël.

Wat in Lucas 2 staat:
Lukas 2: Lukas 2:
Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven.

Maria zou een zoon baren en let op dat het dan verder gaat over de God, Zijn Vader 5Jozef) en Zijn vader David. Er staat dat Hij de Zoon van de Allerhoogste genoemd zal worden en tegelijk dat Zijn vader David is. Uit God geboren en uit Maria -het Priesterlijke aspect(en uit het geslacht van David) geboren. (het Koninklijke aspect)
Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven.

Dat is logisch; Als mensen was Hij (eerst) gelijk aan ons, door de natuurlijke verloop, zoals elk mens.
Elk mens heeft twee lijnen; het karakter van de moederlijke- en een karakter deel uit vaderlijke lijn.

Je hebt dus eerst eens goed moeten lezen wat de profetes E.G. White (wat dat feit is inmiddels door Joden en christengeleerden bewezen) uiteenzet over wat Jezus bedoelt.
Bovendien zegt de Bijbel dat er profeten en profetessen tot aan de wederkomst van Christus zullen blijven

De Hemelse vader geeft Jezus de troon, die NU door een Geestelijk Israël (Jezus dus) ingenomen wordt.
De Allerhoogste god spreekt hier dus over de mens die zich heeft bekeerd, in de relatie tot ons en de mens die nog in zonde leeft, als voorbeeld dat we in Chrstus allemaal -als-Koningen en Priesters zullen zijn.
We zitten dus a.h.w. allemaal op die troon van David. Niet vanwege onze natuurlijke staat, maar vanwege onze relatie in Christus!

Hier dus dat stukje nog eens van E.G. White uit de" Wens der eeuwen" (zeer geprezen boek door de Joden overigens, omdat het volledig 'joods' is)

De schriftgeleerde was dichtbij het koninkrijk Gods door het feit, dat hij inzag dat rechtvaardige daden meer aannemelijk zijn voor God dan brandoffers en slachtoffers. Maar het was nodig, dat hij het goddelijk karakter van Christus zou erkennen, en door geloof in Hem kracht zou ontvangen om de werken der gerechtigheid te doen.
De eredienst had geen waarde, indien die niet door een levend geloof met Christus werd verbonden. Zelfs de zedenwet bereikt haar doel niet, tenzij men deze wet verstaat in haar verband mét de Heiland. Christus had steeds weer aangetoond, dat de wet van Zijn Vader een diepere inhoud had dan alleen maar dwingende bevelen.
In de wet ligt hetzelfde beginsel opgesloten dat in het evangelie wordt geopenbaard. De wet wijst op de plicht van de mens en toont hem zijn schuld.
Op Christus moet hij zien om vergeving te verkrijgen en kracht om datgene te doen wat de wet voorschrijft.

De Farizeeën waren dicht om Jezus heen gedrongen, toen Hij de vraag van de Schriftgeleerde beantwoordde.
Nu wendde Hij Zich om en stelde hun een vraag: "Wat dunkt u van de Christus? Wiens Zoon is Hij?" (Matth.22:42)

Noot: Het is hier Jezus die de vraag stelt. In het verband tot het natuurlijke Israël, waarom stelt Jezus deze vraag

Deze vraag was bedoeld om hun geloof aangaande de Messias te beproeven — om aan het licht te brengen of zij Hem eenvoudig zagen als een mens of als de Zoon van God. Een koor van stemmen antwoordde: "Davids zoon." (Matth.22:42)
Dit was de titel die de profetie aan de Messias gegeven had. Toen Jezus door Zijn machtige wonderen Zijn goddelijkheid openbaarde, toen Hij de zieken genas en de doden opwekte, hadden de mensen onder elkan¬der de vraag gesteld: "Dit is toch niet de zoon van David?" (Matth.12:23) Noot: Het gaat dus om een menselijk leven., geen Geestelijk in relatie tot Christus.

Objectieve beschouwingen van Mw. E.G. Whitehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Ellen_White/ en http://www.remnantofgod.org/EGW.htm (engels)

Je dient trouwens het Lucas evangelie lezen met 'Joodse' ogen niet met die van de Concilies van de algemene kerken.

Ik heb al eens eerder aan je uitgelegd dat Jezus Christus geboren is uit geslachten die zowel het Koninklijke als het Priesterlijke bevatten.
Daardoor is Jezus zowel Koning als Priester. Doordat Hij geen natuurlijk Koning is, zoals David, maar een Geestelijke gerucht op het Koninkrijk der hemelen waar een andere wet aanvaard wordt.
Dat is het verschil tussen de 'natuurlijke' David en de positie die Jezus (en ons) door de Allerhoogste God wordt aangeboden.
En daarom mag en kun je de 'troon van David' niet meer op het huidige Israël betrekken, zoals de Schriftgeleerden en Farizeeën wilden, dat de mensen het zagen.
Jezus is duidelijk! Dat is biet alleen de bron maar ook de Waarheid die telt.

Doe zeer zeker niet smalend over 'profeten', want zelf heb je ooit gezegd, dat we de profeten niet moeten afdoen. Maar dat zegt Jezus ook m.b.t. het volk Israël (en vooral hun leiders) m.b.t. de
opdracht die zij hadden maar niet (allemaal) wilden vervullen en dragen.

Wees trouwens voorzichtig met je kritiek aan het adres van Mw. E.G. White. Zij was niet alleen in, maar vooral buiten de geloofsgemeenschap der Zevende Dags Adventisten een zeer geliefd persoon. Zij werkte zeer zeker niet alleen voor har gemeente.
Veelal bracht zij de boodschap, die ij te brengen had buiten de kerk. Zij wordt (nog steeds) gedragen door zowel Joden als christenen uit verschillende denominaties. Veel geloofsgemeenschappen onderwijzen vaak op grond van haar geschriften en boeken. Ik zou me maar eens echt in haar verdiepen, voordat je kritiek op haar hebt. Dat doen, over het algemeen, alleen mensen die geen inhoudelijke en vooral geestelijke aspecten van Bijbelse waarheden willen aanvaarden.

Alle argumenten, voor en tegen kun je hier over haar vinden: http://www.sdanet.org/atissue/books/bradford/index.htm

Hartelijke groet en Sjabbath Sjalom

[nicodemus zda]

Hallo Adinomis,

In feite zeg je in je bijdrage precies hetzelfde als Mw. E.G. White en zelfs zoals ik dat duidt. Mijn probleem is, dat vele christelijke denominaties David en de troon in relatie tot Jezus,
nog steeds toepassen op het natuurlijke Israël, zoals wij dat kennen heden, hier op aarde;
Je bekritiseert MW. E.G. White, maar notabene:

Matt.22: 41 Toen de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun:
42 Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tegen Hem: Davids Zoon.
43 Hij zei tegen hen: Hoe kan David Hem dan, in de Geest, zijn Heere noemen, als hij zegt:
44 De Heere heeft gezegd tegen Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?
45 Als David Hem dan zijn Heere noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?
46 En niemand kon Hem een woord antwoorden, en ook durfde niemand Hem vanaf die dag meer iets te vragen.

Zoon heeft dus te maken met de Zoon van de Allerhoogste god. Dus David erkende Jezus als de Verlosser en was 'zoon' in relatie tot de aanvaarding van Hemelse wetgeving in plaats van
de wettische regelgeving die de Joden aan Gods wet gaven. Daar ligt de essentie van de 'zoon' van Hem.
Als Daniël spreekt over de 'zonen' (gelijk aan) dan spreekt Daniël over Geestelijke mensen die 'gelijk zijn' of gelijk in Christus groeien naar Zijn wetten en geboden.
Zoon is in dit geval geen natuurlijke zoon (fysiek) maar Geestelijke gezien in relatie tot de Hemelse Vader die onze ALLER vader is.

En uiteraard konden en de Farizeeërs en de Schriftgeleerden Hem geen antwoord daar op geven, omdat zij Gods wetten natuurlijke invulling wilden geven, naar wereldse macht (-hebbers).
Daar wijst Jezus, Nicodemus op in Joh 3 als Hij tegen Nicodemus zegt: Zijt gij een leraar Israëls?
Natuurlijk, ook Nicodemus was een wettische leraar Israëls, geen leraar die door de Heilige Geest (in eerste instantie) zich iets gelegen liet.
Uiteraard, toen Nicodemus begreep dat het Koninkrijk niet van hier was, verloor hij al zijn bezittingen en rijkdom, want de schatten die wij hier op aarde -menen- te hebben, zijn niet toepasbaar in het Hemels Koninkrijk (de Rijke Jongeling).
Recent heb ik in mijn familie ook zo iets meegemaakt. Tien jaar geleden riep een familielid dat hij wel eens liet zien hoe rijk hij zou worden.
Hij deed er alles aan om ook, van zijn moeder nog geld te ontfutselen. Onterecht inde hij bewoningsgelden, terwijl notariële akten hem dat verboden.
Hij liet zich het leven goed smaken? Maar ook tien jaar geleden zei ik hem direct, toen ik hem betrapte op het trachten overeen te komen met een ander familielid om daar notariële akten te overtreden; "Dat hij geen toekomst" op die manier had! Nu, recent is alles aan het licht gekomen. Hij zal alle onrechtmatig verworven geld terug moeten geven aan de rechtmatige, en bedrogen eigenaars.


En zo Adinomis is het ook met David en ons. Het is de Hemels Vader die beslist en uit maakt wat en aan wie Hij geeft of schenkt. Daar kan niets wat natuurlijk is of naar het inzicht van de mens gemeend wordt, tussen komen.
Natuurlijke zaken of afgedane zaken (verzegelde) kunnen ook nooit aansluiten of verbonden worden aan heilige- of Hemelse zaken! Wat van hier is, is van hier en wat in of van Hemelse zaken is, is van boven!
En dat is nu juist wat Mw.E.G. White van af de jaren 30 van de 18e en begin 19e eeuw bedoelde als zij Bijbelse vraagstukken besprak met zowel christelijke- als joodse leiders!
Je kunt, zoals sommige Joodse Rabbi's al eens zeiden, de zaken van Mw.E.G. White alleen begrijpen als je haar als persoon niet aanbidt of haar niet de eer geeft die Jezus toekomt.
Zij heeft daar ook altijd zelf op gewezen.
Het gaat niet om mensen, het gaat om de werking van de Heilige Geest in ons eigen leven, om mensen bij te staan op zoek naar dat Hemels Koninkrijk en Jezus in het heilige der heiligen in dat Hemels Jeruzalem.
En daar ligt de profetische kracht van Mw. E.G. White, wijzen op het Hemels Heiligdom en de Heiligdomsleer in het algemeen.

Hartelijke groet

[nicodemus zda]

Hallo Adinomis,

Waar staat de troon van Jezus:

"De HERE heeft zijn troon in de hemel gevestigd, zijn koningschap heerst over alles". En de profeet zegt: „En ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon". Zij staan als wachters in de audiëntiezaal van de Koning der koningen - "krachtige helden die zijn woord volvoeren, luisterend naar de klank van zijn woord", „dienaren, die zijn wil volbrengen" (Psalm 103:19-21; Openbaring 5:11). De profeet Daniël zag „duizendmaal duizen¬den en tienduizend maal tienduizenden" hemelse boodschappers. De apostel Paulus sprak van „tienduizendtallen van engelen" (Daniël 7:10; Hebr. 12:22). Ze gaan uit als Gods boodschappers en „snellen heen en weer als bliksemschichten" (Ezechiël 1:14), zó verblindend is hun heerlijkheid en zó snel is hun vlucht. De engel die aan het graf van Christus verscheen, had „een uiterlijk als een bliksem en zijn kleding (was) wit als sneeuw" en „de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden" (Matteüs 28:3,4). Toen Sanherib, de hoogmoedige koning van Assur, God aanklaagde en Hem lasterde, en Israël met verwoesting bedreigde, gebeurde het dat „in die nacht de Engel des HEREN uitging en in het leger van Assur honderdvijfentachtigduizend man sloeg". Een engel verdelgde „alle krijgshelden, vorsten en oversten in de legerplaats van de koning van Assur, zodat hij met beschaamd gelaat naar zijn land terugkeerde" (2 Koningen 19:35; 2 Kronieken 32:21). (bron: http://agp-internet.com/react/profetie/ ... rijd31.htm)

Wat zegtDavid ons over zijn geloof in de Here en zegt hij waar de troon staat:

"Bij de Here schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vliedt naar uw gebergte als vogels?
Want zie, de goddelozen spannen de boog, zij leggen hun pijl op de pees, om oprechten van hart in het duister te treffen.
Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen?
De Here woont in Zijn heilig paleis, de Here heeft in de hemel Zijn troon;
Zijn ogen slaan gade, Zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen.
De Here toets de rechtvaardige en de goddeloze;
en wie geweld bemint, die haat Hij." Psalm 11:1-5 Bron: http://www.agp-internet.com/study/ellen ... gheid.html

Dat David dus in relatie met het Hemels Jeruzalem leefde, ,mag blijken uit zijn gebedsleven en het getuigenis dat hij gaf over de troon en de plaats, waar de Here zich bevindt.
Door zijn Geestelijke begrip en verbondenheid met de wetten van het hemelse Jeruzalem vertegenwoordigde hij symbolisch datgene wat Jezus uiteindelijk zal worden.
Vandaar ook dat de Duivel de Farizeeërs en Schriftgeleerden er toe aan zette om een aards model en een aardse heiligdom voor te stellen en Jezus een natuurlijk (naar de menselijke rede) voor te stellen.
En daarom zagen deze Schriftgeleerden en Farizeeërs Jezus liever als een aardse Koning die voor hen, op gelijke wijze als de heidense koningen der (toenmalige-) wereld.
Het is de reden ook waarom Jezus nadrukkelijk zei, dat Zijn Rijk niet van deze wereld kon zijn. David is dus een Geestelijke Jood en gaan wettische natuurlijke.
Vandaar dat Jezus dus ook vanuit dat Geestelijke aspect uit het geslacht van David voort kon komen. En daarom ook dat Maria uit de levitische stam (van Priesters) kon voorkomen.
Beide karakter eigenschappen van uit de lijn der ouders, vonden hun fundament op het Geestelijke fundament van Koningschap en Priesterschap.
Geen wonder dus dat David zich verzette tegen afgoderij en heidendom.
En dat is ook de reden Adinomis dat je David ook niet koppelen aan een natuurlijk Israël, zoals we dat nu kennen!
Het gehele fundament van het OT inzake Israël is volledig verwoest! Het is verzegeld en kan dus niet meer veranderen. Het is nu de individuele jood én Griek die zich in het voorbeeld van Jezus (en voor sommigen wellicht ook in David)
moeten veranderen naar een Geestelijk joden schap en een Geestelijk Israël dat Jezus Zelf is!

Vandaar:

Toen David om een woonplaats vroeg in het land, verwijderd van de stad van de koning, schonk deze hem Siklag tot een bezitting. David begreep dat het voor hem en zijn mannen gevaarlijk zou zijn onder de invloed te staan van afgodendienaars. In een stad die geheel tot hun beschikking stond, zouden ze meer vrijheid hebben om God te aanbidden dan het geval zou zijn geweest als ze in Gat waren gebleven, waar de heidense gebruiken voor hen een bron van ergernis en kwaad zouden zijn.

Dus, WAAR begint het koningschap van Jezus als Hij op de troon van de "zoon" David gaat plaats nemen, omdat de Hemelse Vader aan zijn Zoon die plaats geeft?
Het Koningschap over de zonen van de Allerhoogste Vader begint bij Zijn verschijning op de wolken des Hemels.
En waar gaan die "zonen" (en dochters) naar toe?

De stad wordt het nieuwe Jeruzalem genoemd. Waarom nieuw? Waarom is er geen nieuw Damascus of Hebron? Omdat Jeruzalem bekend stond onder de naam "Stad van de grote Koning" (Ps.48:2, Mat.5:35). Het woord "nieuw" duidt in de bijbel op hemels. Johannes beschrijft geen aardse stad, maar een stad die uit de hemel neerdaalt van God en waarin alles nieuw is, van de hemelse orde (Op.21.1).
Een andere benaming voor deze stad is de bruid (Op.21:9-10). Johannes zag de bruid van Christus in haar uiteindelijke volmaaktheid. In dit boekje willen wij enkele aspecten van deze heerlijke stad belichten aan de hand van Openbaring 21 en 22. Bron: http://www.in-geest-en-waarheid.nl/jeruzale.htm

Overeenkomstig het feit dat David een Geestelijke Jood was, en dus het hemels Jeruzalem als het Ware Nieuwe Jeruzalem zag en zich daarover niet uitte, maakt dat niet de Farizeeërs en de Schriftgeleerden hun gelijk aan hun kant hadden, inzake hun wens en dat Jezus op 'de troon van (een natuurlijk Koningschap) zou plaats nemen.
Eerder spreekt de Allerhoogste god maar ook de Zoon Jezus, over een Geestelijk aspect dat David begreep en in die orde zal Jezus dus op de troon zitten die een Gelijkgestemde, overeenkomstig de
wetten van een Hemels Koninkrijk. Davis troon staat dus gewoon symbolisch voor de plaats die Jezus als Koning in het Hemels Jeruzalem zal innemen als Hij bij zijn eerste verschijning alle (levende en in het graf vertoevende-) verlosten mee zal nemen naar dar Hemels Jeruzalem. Het huidige natuurlijke Israël neemt daar dus geen enkele plaats meer in en speelt daar ook geen positie (maar veel eerder een negatieve-) rol in, omdat Satan de maskerade van een aardse evenement, aangaande de verschijning van Jezus, in het oude Jeruzalem, zal voorhouden!

Geestelijk leven en een natuurlijk leven kunnen niet samen gaan. Je kunt geen twee Heren dienen. Je gaat namelijk altijd mank aan één van hen.

Ik hoop dat je begrijpt wat ik probeer te duiden!

[nicodemus zda]

HallO Adinomis,

Graag wil ik nog eens van Lucas wijzen op hetgeen Jezus aanhaalt, als Hij spreekt over het (Hemels-) Koninkrijk!

Lucas 19:11

11 Aan de mensen die stonden te luisteren, vertelde hij nog een gelijkenis, aangezien hij nu dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het koninkrijk van God nu spoedig zou aanbreken
38 Ze riepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste

Jezus weerlegt het begrip Koninkrijk, want de mensen dachten dat Hij (voor hen) vrede kwam brengen.
Dat is in tegenspraak met hetgeen Lucas 12:51 leert:
51 Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg ik jullie, ik kom verdeeldheid brengen

En die verdeeldheid Adinomis, zal (ook dus voor de huidige Staat Israël) dus blijven tot aan de 'wederkomst' verschijning van Christus op de wolken des Hemels.

Dat laatste gegeven wordt nog versterkt door hetgaan Jezus zegt over het lot van het joodse volk:
Lucas 21:24 24 De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is.

In essentie betekent dat dus, dat het (oude-) Jeruzalem neergehaald wordt door afgoderij, inname door denominaties die een vals evangelie verkondigen (wetten en geboden en tijden hebben verandert)

Dus ook op dat punt, zal Jezus dus eerst voor 1000 jaren met het verloste (Geestelijke-) volk in het Nieuwe Jeruzalem vertoeven. En Nieuw betekent Hemels. Een nieuw Heiligdom (Hemels) een nIeuwe stad (Hemels) een nieuw land (Hemels Kanaän) De Bijbel en Christus zeggen het toch zelf, niet waar?

En om dat dus aan te duiden in een 'eindtijd' fase, zegt de Schrift door Lucas 21:32

32 Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker niet verdwenen zijn wanneer dit alles gebeurt

Tja, en nu is het even onduidelijk als we 'generatie beperken tot het volk (de volkeren) waartegen Hij dat zij.
Met deze generatie bedoeld hij; allen die in het natuurlijke aanbidden tot aan de Wederkomst! (zie Lucas 21:24)
Immers Jezus en de Hemelse Vader overzien de tijd en kennen geen tijd, zoals wij die kennen. Dat begrip is voor ons tijdelijk en is ons gegeven!
Voor Hen is 1 dag gelijk aan 1000 jaar a.h.w. En ervaar zelf eens hoe 'snel de tijd' gaat. Je leven is zo voorbij: Even is het er en dan is het gelijk een zeepbel, weg!
Hij zei die woorden (nota bene) in Jeruzalem.
Dat zegt dus alles over een stad die vertrapt en verwoest wordt!
Het gaat in Lucas er om dat Jezus geen negatief beeld schetste van het joodse volk, maar eerder hen waarschuwde vab wat hen boven het hoofd hing, als ze op hun eigen inzichten en eigen wetten en geboden vertrouwden.
Geen wonder dus dat Kajafa en Ananas uiteindelijk Hem verrieden voor eigen gewin.

En zo is dus ook het feit overduidelijk, dat het nooit de bedoeling is geweest om een Joodse Staat op aarde te heroprichten, niet door Herzl, noch door de 'vader' van Israël de Rothschild.
In alle gevallen ging en gaat het menselijke pogingen om aan self fullfilling profecy te doen, en dat is wat de Overste der Wereld graag ziet, opdat hij zich als een 'christus' dan wel 'god' in een heiligdom in Jeruzalem kan neerzetten,
net zoals Jezus nu in het Hemels Jeruzalem doet. Gewoon na-apen dus!.

Echter we moeten er ook niet al té negatief over oordelen, opdat de Allerhoogste god ons in die bijzondere geschiedenis en historische feiten de fouten en gebreken van de mens aantoont, als deze zijn of haar eigen weg kiest of gaat.
We zijn daar vrij in. Het is immers Jezus die beplaat wie wel of niet geschikt zijn om het Koninkrijk der Hemelen te beërven.

De Kerk heeft Israël nodig en andersom evenzo. Maar de uiteindelijke bedoeling is, dat we in Geestelijk opzicht groeien in Christus zelf. Niet aan de hand van een aardse Nieuwe Wereld Orde.
Deze zal spoedig gestalte krijgen. Als we daar aan toegeven en -notabene de Islam of het Jodendom of andersdenkenden, gebruiken om daarmee strijd te voeren, dan kunnen we geen vissers van mensen zijn.
Maar we moeten als Getuigen van Christus en daardoor de gave der Profetie ontvangen kunnen, het profetische kader van Hemelse waarheid toepassen. Ik persoonlijk denk dat de Allerhoogste god daar ons alle instrumenten voor heeft gegeven. Voor iedereen op eigen wijze en manier, naar gelang zijn oorsprong en zijn ervaring en ook, zijn omgeving!
Derhalve moeten we groeien in de kennis van liefde die in hemelse wetten is verankerd, eerder dan in menselijke en tijdelijke wetten.

“De getuigenis van Jezus is de gave der profetie.”

Hartelijke groet en een gezegende week!

[Adinomis]

Het is niet mijn bedoeling om mevr. Ellen White te bekritiseren. Ik ken haar en haar inzichten niet maar het blijkt uit wat je schrijft dat jouw interpretatie van Gods Woord daarmee overeenkomt. Ik heb kritiek op die inzichten en de status die je haar kennelijk toedicht. Ze zal ongetwijfeld ook veel goede dingen hebben onderwezen. Je schrijft dat Jezus Zelf iets zegt en het grootste gedeelte wat dan achter de dubbele punt komt, zijn de woorden van Mevr. White.

Dat lijkt een beetje op wat ik op internet lees op een ZDA site:

Ellen White heeft van zichzelf gezegd dat zij in de naam van God spreekt. Ellen White vervangt de naam van Jezus en zet de naam van haar eigen schrijven op deze plaats als ze schrijft: "In deze laatste dagen spreekt Hij duidelijk door de Getuigenissen van de Geest" (waarmee ze doelt op haar eigen werken die ze onder de naam Testimonies geschreven heeft). Daarnaast heeft zij leerstellingen binnen de kerk gebracht die niet op de Bijbel gefundeerd zijn.

Als de bijbel het heeft over apostelen en profeten zijn dat degenen die we kennen uit de bijbel. Ik wil me in het subforum graag beperken tot wat de bijbel zegt. Andere "profeten" moeten daaraan ondergeschikt zijn.

Wat je schrijft over een hemels volk ontken ik niet, maar dat is slechts een tijdelijke fase in de heilsgeschiedenis.
Onze eeuwige toekomst is op aarde, als het hemels Jeruzalem op aarde zal neerdalen en God bij de mensen zal wonen.
Dan zal de aarde vol zijn van de kennis des Heren, zoals de wateren de bodem van de zee bedekken.
Dan is er sprake van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Psalm 115:16 De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft hij aan de mensen gegeven.

Maar voordat het zover is zal er eerst een duizendjarig Vrederijk op aarde komen. Zach.1:17 de HEERE zal Sion nog troosten en Jeruzalem nog verkiezen. Je leest dan over de volkeren waarvan verwacht wordt dat ze naar Jeruzalem zullen komen om het Loofhuttenfeest te vieren. (Zach.14:17-18) In die tijd zal Jezus op de troon van David zitten. Hij zal de volken oordelen. (Math.25)

En om dan toch maar weer terug te komen op ons onderwerp Zacharia (hfdst.14):

8 Op die dag zal het geschieden dat
er levend water vanuit Jeruzalem zal stromen,
de ene helft ervan naar de zee in het oosten
en de andere helft ervan naar de zee in het westen:
's zomers en 's winters zal het plaatsvinden.
9 De HEERE zal Koning worden
over heel de aarde.
Op die dag zal de HEERE de Enige zijn
en Zijn Naam de enige.

[Wilsophie]

Misschien toch wel aardig om Adi hierin tegemoet komen want er is veel werk door hem van gemaakt van een moeilijk hoofdstuk en dan pakt hij er en passant ook nog even hoofdstuk 2 erbij, petje af hoor.

Ik heb niet alles terug gelezen, dus excuus voor al genoemde zaken en zo viel mijn oog dan toch op dingen die mij interesseren en ik begin even bij het begin op pagina 1 meen ik waar het getal 4 een rol speelt in relatie tot de hoorntjes uit vers 19 van hoofdstuk 1.

Deze hoornen verstrooiden Juda, Israël en Jeruzalem en dit zijn uiteraard de volkeren der aarde van alle kanten. Adi legde ook al heel mooi uit dat de 4 te maken heeft met deze aarde.

De 4 windhoeken even als voorbeeld, het gaat om deze stoffelijke wereld.
En de ballingschap van Israël werd tot stad gebracht via de heidenen eigenlijk dus de koningen der aarde.
Vier wijst immers in alle richtingen.
In Daniël is een hoorn zoals al gezegd een beeld van koningschap en zo werd men dus gezalfd met olie uit de ramshoorn. Geweldig symboliek van dood en opstanding want het beestje is dood, zijn hoorn wordt daarna gevuld met olie en ook priesters werden ermee gezalfd dus wij die met Christus zijn opgestaan en gezalfd zijn met de Heilige Geest zijn een volk van Koningen en Priesters ( Petrusbrief)

Het is ook een uitdrukking van macht zo een hoorn..( evenals een bos haar dat ook is) . We spreken dan over Zeir uit de grondtekst meen ik ( denk aan Simsom) en daarvan afgeleid is het woordje "Sir"of Zar of tsaar.

In - 586 werd Jeruzalem verstrooid en verwoest en in - 606 begon Juda het 2 -stammenrijk verstrooid te worden. en in -772 het 10 stammenrijk.
De titel van Israël is dus eigenlijk niet nu van toepassing want in de Bijbel zijn dat altijd alle 12 stammen.

Dan krijgen we ook nog die 4 smeden. Handwerkers dus die de hoornen bewerkten en w.s. waren deze hoornen van ijzer.
Het woord Kara of Charas en wij zeggen dan kras en bedoelen graveren of de aarde bewerken met ploegen.

Deze hoornen zouden neer geworpen worden. En zo zien we dat er een nederwerping is van 4 wereldmachten. En de Charas is natuurlijk een beeld van de Schepper Zelf in dit visioen. We zien ook dat er 4 evangeliën zijn die de Here Jezus belichten op wij wijzen.
Koning, Dienstknecht, Zoon des Mensen en als God.

Deze 4 zien wij ook in de Cherubiem in Ezech. en Openb. met 4 aangezichten.

Eigenlijk beelden deze 4 hoornene maar één wereldrijk uit dat zich verspreidt over de aarde en het is de allerlaatste hoorn uit Daniël geregeerd vanuit Babel in de toekomst.
Uiteindelijk hoe sterk ze ook zijn zullen ze vernietigd worden omdat ze zich verheffen tegen Juda want daarmee begint het herstel en de verlossing van Israël te beginnen bij Juda het 2 stammenrijk. De 10 stammen zullen volgen.

Kortom de 4 hoornen zijn de heidenen, de 4 smeden zijn Christus en de hoornen zullen teniet gedaan worden en plaats maken voor de Hoorn der Zaligheid uit Lukas 1 vers 69.

[opmerking Trajecto: Adinomis is een zij, niet een hij]

[Wilsophie]

Nee Nicodemus, we begrijpen elkaar niet. Je mag er anders over denken. Ik ga maar door met hoofdstuk 3.

Prachtige manier van doceren zoals Ineke doet, ik mag dat wel, want heel Zacharia 1 is ondergesneeuwd door de leer van de Adventisten en dat is jammer want het zijn allemaal citaten, dus knip en plak werk en het is zo een prachtig profetisch boek.
Adinomis was eigenlijk al doorgestoomd naar hoofdstuk 3 dus ik kijk even hoe ik ergens de draad weer oppak en zij dus ook verder erop in kan gaan of niet.
Het lijkt er namelijk op dat er wat tijd is verstreken tussen het 3e en 4e nachtgezicht eigenlijk haal ik dat uit het feit dat Zacharia in slaap was gevallen, een bekend gegeven bij profeten in de Bijbel.
Het volk zou ook in slaap vallen en dat is de tijd waarin wij nu leven.
Het wederkomen van de Engel is een aanduiding van de wederkomst van Christus.
Dingen die zijn afgebroken in het verleden zullen weer worden voortgezet. De Heer zou een afgebroken zaak doen op de aarde, ( Rom 9 vers 29 en Psalm 138 vers 8.

De onderbreking van Zacharia 4 is de vervulling in onze dagen en na de bedeling van de genade zie je in Zacharia de bekering van Israël in de toekomst.
Het is een beschrijving van Israël dat een geest van diepe slaap heeft ontvangen en dus horende doof zijn en ziende zien , maar niet bemerken.

Wat er in de tussentijd gebeurt staat daar niet, maar is de gelovigen geopenbaard door Paulus.

[Adinomis]

Wilsophie prikkelde me hier om de draad van Zacharia weer eens op te nemen. Ik heb er vanavond aan gewerkt.
Het gaat hier over de bouw van de tweede tempel, na de ballingschap, door medewerking van de heidense koning Kores, waarover we in het boek Ezra kunnen lezen.

Zacharia 4

In de eerdere hoofdstukken van Zacharia hebben we gezien hoe God een onvoorwaardelijk heil wil bewerken voor zijn uitverkoren volk Israël, waarvan Hij in hoofdstuk 2:12 zegt: ‘Wie aan mijn volk komt, komt aan mijn oogappel! God openbaart dat in visioenen. Er is in die visioenen sprake van een engel die de woorden van God vertolkt aan Zacharia.
Tussen de nachtgezichten door valt Zacharia blijkbar in slaap. Maar hij wordt gewekt:

1 De engel die met mij sprak kwam terug en wekte mij zoals je iemand wekt uit een diepe slaap.
2 ‘Wat zie je?’ vroeg hij, en ik antwoordde: ‘Ik zie een lampenstandaard die helemaal van goud is, met een schaal erop, en op die schaal zijn zeven lampen bevestigd, zeven lampen met elk zeven tuitjes.

De engel vestigt de aandacht op een gouden lampenstandaard. Dit doet ons denken aan de gouden kandelaar van Exodus 25. Aleen deze had geen schaal. Het goud duidt op de volmaaktheid en de lampen op het Licht, waarvan Jezus zegt dat Hij het Licht van de Wereld is.

3 Daarnaast staan twee olijfbomen, één rechts en één links van de schaal. 4 Wat betekent dat, mijn heer? 5 ‘Weet je niet wat dat betekent?’ vroeg de engel die met mij sprak, en ik antwoordde: ‘Nee, heer.’

Uit de tabernakel kennen we ook niet het beeld van twee olijfbomen aan weerszijden van de kandelaar. Zacharia weet niet wat het betekent en vraagt dat dan ook aan de engel.

6 Toen zei hij: ‘Luister, dit zegt de HEER over Zerubbabel: Niet door eigen kracht of macht zal hij slagen – zegt de HEER van de hemelse machten – maar met de hulp van mijn geest. 7 Voor Zerubbabel verandert zelfs de hoogste berg in een vlakte; onder luid gejuich zal hij de gevelsteen aandragen.’

Hier horen we de bekende tekst “niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest zal het geschieden”. Deze tekst wordt wel eens zo begrepen dat we zelf niets ter hand hoeven te nemen en maar lijdzaam moeten wachten op wat de Here doet. Dat is niet de bedoeling van deze tekst.
Er werd hard gewerkt om de tempel te herbouwen. Maar het moest wel gebeuren in een totaal vertrouwen op en afhankelijkheid van God. Dan kan Gods Geest zijn werk doen. Er zullen zich zelfs moeilijkheden voordoen. Dat wordt hier weergegeven met “de hoogste berg”. Maar die moeilijkheden zullen van een hoge berg veranderen in een vlakte, daar waar men volledig op de Here vertrouwt. Waar Gods Geest – de olie die naar de kandelaar stroomt – zal datgene tot stand komen wat God voor ogen heeft staan.
Dit is dus de betekenis van wat in het visioen getoond wordt. De lamp brandt door olie en de olie is in de bijbel altijd het beeld van de Heilige Geest. Het lijkt erop dat die beide olijfbomen of –takken nodig zijn voor de voortdurende toevoer van olie. Deze olie wordt dan opgevangen in een schaal en via pijpjes naar de lampjes toegevoerd. Zerubbabel (zaad van Babylonië) was de kleinzoon van Jojachin, de laatste koning van Juda. (597) Hij was de zoon van Sealtiël. (Haggaï 1:12) Zerubbabel was een tijdlang stadhouder in Jeruzalem.

8 Daarna richtte de HEER zich tot mij met de verzekering: 9 ‘Zerubbabel zal deze tempel eigenhandig voltooien, zoals hij hem eigenhandig heeft gegrondvest.’ Dan zullen jullie inzien dat de HEER van de hemelse machten mij naar jullie gezonden heeft. 10 Ook al hadden jullie in het begin geen vertrouwen in het werk, de ogen van de HEER zullen met welgevallen rusten op de gegraveerde steen in de handen van Zerubbabel. Die zeven lampen zijn de ogen van de HEER, die over de hele aarde rondgaan.

De hoeksteen, maar ook de benaming sluitsteen kunnen beiden vertaald worden uit het woord הָרֹאשָׁה haroshah, wijst naar de Hoeksteen die door de tempelbouwers in psalm 118 verachtelijk was een plaats ontzegd. Maar hier bij de tempelbouw krijgt deze gevelsteen met inscriptie de plaats die God ervoor bestemd had. De ogen van YHWH rusten op de handen van degenen die deze steen, onze Here Jezus Christus de rechtmatige plaats toekent. De Steen die de basis van het gebouw vormt. Dat kunnen we geestelijk naar de gemeente in het Nieuwe Testament vertalen. Het zou bovendien heen kunnen wijzen naar de letterlijke tempel zoals beschreven in Ezech. 40-48.

.
11 Vervolgens vroeg ik aan de engel: ‘En die twee olijfbomen links en rechts van de lampenstandaard, wat betekenen die?’ 12 En ik voegde eraan toe: ‘Wat betekenen die twee olijftakken waaruit door twee gouden buisjes de gouden olie vloeit?’ 13 ‘Weet je dat niet?’ vroeg hij. ‘Nee, heer,’ antwoordde ik, 14 en hij zei: ‘Dat zijn de twee gezalfden, die naast de Heer van de hele aarde staan.

Het gaat hier over twee gezalfden. In Israël werden zowel de koningen als de priesters gezalfd. We kunnen dus denken aan een koning en een priester. Dat zijn dus priester Jozua en koning Zerubbabel. Zij zijn degenen die de verantwoordelijkheid hebben om de olie naar de kandelaar toe te voeren. Dat betekent dus dat zij instrumenten van de Heilige Geest zijn. Het feit dat zijn naast de Heer van de hele aarde staan geeft aan dat daar de bron van de olie aan is ontleend.

Het hele hoofdstuk verwijst ook naar de kandelaar in Openbaring 1. De zeven gemeenten die model staan voor de Nieuw Testamentische gemeenten.

12 En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij had gesproken. En toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaren.
13 En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel;

[Wilsophie]

Fijn joh, dat je het weer oppakt, ik ga het morgen rustig leven lezen met de Bijbel erbij.
Ben nu te moe. Veel onderzoeken gehad vandaag en dat is altijd vermoeiend.

[ineke-kitty]

De twee gezalfden verwijzen eveneens naar Openbaring 11, namelijk waar gesproken wordt over de twee getuigen, die zullen profeteren en prediken in Jeruzalem.

Openbaring 11:3,4
En Ik zal Mijnen twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend twee honderd zestig dagen, met zakken bekleed. Deze twee zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan, zegt ook Zach. 4:3,14.

Deze twee getuigen zijn niet alleen de gezalfden uit Zacharia, maar eveneens de twee olijfbomen en de twee kandelaren.

[Wilsophie]

Het is mooi om alles van een aantal kanten te belichten zodat het gezien mag worden als een aanvulling en geen betweterigheid. Gods Woord is zo rijk dat de typologie zeker zo breed is als de letterlijke betekenis als de profetische betekenis.
Ik kwam als eerste op de naam van Zachar wat betekent "gedenken"Ja van ZacharJa is de afkorting van Jehovah, en zo krijg je "Jehovah zal gedenken of Jehova gedenkt want in Zacharia 1 wordt gekeken naar het verleden en dan het heden van Zacharja zelf en dan daarna de toekomst.

Verleden: de vaderen van Israël waren ongehoorzaam en daarom is de Heer vertoornd geweest.
Heden: in vers 11 zien we dat het hele land zit en stil is er is rust in het land , er gebeurt helemaal niets.
Toekomst: de belofte komt min of meer dat alsnog het land en de stad herbouwd zullen worden in ieder geval de tempel want daar gaat het om
En het eindigt in Zach. 1 vers 17 met Ontferming van de Heer over Israël.

Zacharja en Haggai en Maleachi behoren tot de zgn post-exilische profeten dus na de ballingschap en met de mond des Heeren rechtstreeks.
Maleachi is de intro van en voor het NT. Hij brengt aankondigingen die in de evangeliën besproken worden dat is het wonder van Gods Woord.

voor mij zelf moet ik het even op een rijtje krijgen want de lange post van Nicodemus verwart mij een beetje. vandaar misschien herhalingen.

[Adinomis]

De twee gezalfden verwijzen eveneens naar Openbaring 11, namelijk waar gesproken wordt over de twee getuigen, die zullen profeteren en prediken in Jeruzalem.

Openbaring 11:3,4
En Ik zal Mijnen twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend twee honderd zestig dagen, met zakken bekleed. Deze twee zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde staan, zegt ook Zach. 4:3,14.

Deze twee getuigen zijn niet alleen de gezalfden uit Zacharia, maar eveneens de twee olijfbomen en de twee kandelaren.

Ik had inderdaad in eerste instantie ook die verwijzing erin betrokken en dacht daarbij aan Mozes en Elia. Maar omdat het over "gezalfden" gaat bedacht ik me dat Mozes waarschijnlijk niet met olie gezalfd is en heb ik dat eerst maar weggehaald. Ik was er even niet zeker van. Natuurlijk kun je de werking van de Heilige Geest daarin als "gezalfd" betitelen. Dat Gods Geest in Mozes aanwezig is wordt duidelijk uit zijn optreden, maar wordt ook beschreven in Num. 11:24-25.
Maar inderdaad de overeenkomst tussen Op.11:3 en 4 en Zach. 4:3,14 is erg groot.
De tempel die in Zacharia 4 wordt bedoeld staat "geestelijk" model voor de derde tempel. Zerubbabel en Jozua zijn voorafbeeldingen van deze twee getuigen. De prediking van de twee getuigen zal eveneens plaatsvinden in Jeruzalem.
De profetie van Zacharia heeft dus zeker ook betrekking op de eindtijd en de tijd waarin wij leven.

[Wilsophie]

Absoluut. Mooi is dat toch?
Mozes was toch een profeet en die werd toch altijd gezalfd onder het oude verbond en Elia ook via een ramshoornen kruik een beeld van dood en opstanding en met olie? Bovendien geloof ik , maar dat is even terzijde dat Mozes en Elia als zij opnieuw sterven of de eerste keer lichamelijk, ik weet niet hoe dat is, zij naar de hemel gaan omdat zij behoren tot de Gemeente a.h.w. met terugwerkend kracht.

Vind je dat ik op mijn spoor gewoon verder kan gaan Adi?

[ineke-kitty]

De prediking van de twee getuigen uit Openbaring [waarvan ik geloof dat het Mozes en Elia zullen zijn, gezien de tekenen die zij zullen doen] zal plaatsvinden in de eerste helft van de 70e week van Daniel, zij zullen gedurende 3 1/2 jaar in Jeruzalem prediken en profeteren, waarna zij gedood zullen worden.
Hun lichamen zullen 3 1/2 dag op de straten van Jeruzalem liggen, waarna zij zullen opstaan uit de dood en op zullen varen naar de hemel.

Zij zullen de macht krijgen de hemel te sluiten, opdat er geen regen regene [ Elia], en zij hebben de macht over de wateren, om die in bloed te veranderen [ Mozes] . Zie in dit verband ook 1 Kon. 17:1 en Exodus 7,8,9,10,12. en de aarde te slaan met allerlei plagen.

[Adinomis]

Absoluut. Mooi is dat toch?
Mozes was toch een profeet en die werd toch altijd gezalfd onder het oude verbond en Elia ook via een ramshoornen kruik een beeld van dood en opstanding en met olie? Bovendien geloof ik , maar dat is even terzijde dat Mozes en Elia als zij opnieuw sterven of de eerste keer lichamelijk, ik weet niet hoe dat is, zij naar de hemel gaan omdat zij behoren tot de Gemeente a.h.w. met terugwerkend kracht.

Vind je dat ik op mijn spoor gewoon verder kan gaan Adi?

Jazeker, Ik vind het mooi zoals je de betekenis van de naam Zacharia uitlegt. Ik heb het nagegaan en ja זָכַר ־ זָכָר zachar betekent inderdaad "gedenken" (betekent ook "mannelijk"). En de toevoeging יָה is de naam van YHWH יְהוָה zoals die verkort wordt weergegeven. Dus: Jahweh gedenkt! Ook de naam Jozua in dit gedeelte verwijst overduidelijk naar Yeshua יְהוֹשֻׁעַ. Wordt in het Hebreeuws zelfs precies zo geschreven.

[Wilsophie]

Misschien even n.a.v. Nicodemus een uitstapje naar de eerste omsingeling van Jeruzalem in 589 omdat het land zijn sabbatten zou hebben. En er staat ook wanneer die sabbatten voorbij zouden zijn in 2 Kronieken 36 vers 20 en 21. En er staat ook dat het 70 jaar zou duren van verwoesting voordat die sabbatten voorbij zouden zijn. En als je rekent vanaf -589 dan kom je uit op -520 uitgaande van elke 7 jaar een sabbatjaar voor het land. Maar dat deden ze dus niet dus kregen ze geen dubbele oogst. Je ziet dat dat nooit kan kloppen want God liet het land 70 jaar braak liggen even een grote sprong maar het is belangrijk om dan te zien dat het pas na 70 x7 = 490 jaar gebeurt. En zo komen we bij de profetie over die 490 jaar in Daniël.Zolang er een koning was vierde Israël geen sabbatsjaren die gedurende 490 jaar gehouden zouden worden. Ze werden in 1 keer in gehaald. Zie ook Zach. 1 vers 12.
Even een sprong dus want de Samaritanen die de bouw van de tempel verhinderden ( wat ik wel aardig vind omdat de Samaritanen een type zijn van de Gemeente) Het is een gemengd ras.
Zij hinderden de uitvoering van een wet van Meden en Perzen met succes. 70 jaren van dienstbaarheid waren voorbij en de ballingschap was voorbij en Kores de Pers vaardigt een wet uit die niet gebroken kan worden. En dus komt er een handjevol Samaritanen die de bouw van de tempel verhinderden? HOE kan dat?
Ezra 4 vers 24 geeft het antwoord: : Toen hield het werk op van het huis Gods enz..."
Dat was dus die Darius uit Zacharia 1 en dus niet de Darius uit Daniël, het zijn niet dezelfden.

En dat brengt me even op een uitstapje wat ik al suggereerde dat de Samaritanen eigenlijk een beeld zijn van de Gemeente. Het eerstgeboorterecht van de stammen was bij de 10 stammen en de hoofdstad was Samaria.
De Samaritaanse vrouw en de barmhartige Samaritaan staan dus regelrecht in verband met de tegenwoordige bedeling, namelijk met de roeping van de Gemeente uit de volkeren dan wel de roeping van de Samaritanan in overdrachtelijke zin. En dus wees niet verbaasd als het herstel van de tempel wel op een gezette tijd begint, maar een poos wordt uitgesteld.

[Wilsophie]

Omdat ik weer spijt heb van een zijpad zal ik weer proberen om weer in te gaan op het visioen van vers 8 waar een Man op een rood paard rijdt, dat is Edom of Adam en de mens der zonde met het getal 6 en hoe mooi is de connectie van de 11e maand in vers 7 op de 24e dag en zo is de getalswaarde 111 en is de Alef van de naam van de Zoon des Mensen 111 of 80-30-1 is ook 111.
Zo zien we heel mooi dat God een drie-enig- God is namelijk de 11 als het 6e priemgetal. en dat spreekt altijd over de verborgenheid en daar kom ik op terug. Denk aan de 11 zonen die op zoek gingen naar Jozef die de twaalfde was en zo verschijnt de Zoon des mensen in een elfde ( maand) Zacharia 1 vers 7,8.
Over de 11 valt veel te vertellen te meer omdat ik elders heb gezegd dat er 11 apostelen waren uit Galilea en een twaalfde was Judas uit Judea, weer even zijdelings opgemerkt om niet af te dwalen.

[Wilsophie]

O ja, ...een paard spreekt altijd over koningschap want de "mislukte" intocht in Jeruzalem was op een vernederd paard n.l. een ezel.

[ineke-kitty]

O ja, ...een paard spreekt altijd over koningschap want de "mislukte" intocht in Jeruzalem was op een vernederd paard n.l. een ezel.

Zo zal ook de wederkomst van de Heer als Hij Zijn voeten zal zetten op de Olijfberg In Jeruzalem zijn, samen met Zijn Gemeente. De Gemeente is een beeld van de ezel waarop de Here Jezus reed bij Zijn "mislukte" intocht in Jeruzalem.

[Wilsophie]

Hoezo de Gemeente?> Zijn wij mislukt?


Daarom roept de ezel "IA" de letters van Jehovah en de uitgang van de naam ZacharIA.

[Adinomis]

O ja, ...een paard spreekt altijd over koningschap want de "mislukte" intocht in Jeruzalem was op een vernederd paard n.l. een ezel.

In Zach. 9:9 is Alexander de Grote de koning van Israël, maar hij rijdt niet op een ros als een generaal, maar op een ezel. Dat betekende in die tijd geen vernedering (geen mislukking) maar het was een teken van nederigheid en vredelievende bedoelingen. Dat was een grote opluchting voor de toenmalige bewoners van Jeruzalem. Dit was de vooroefening voor Johannes 12. De Joden herkennen dat beeld als Jezus op een ezel Jeruzalem binnenrijdt. Dit heb ik bij een lezing van ds. Henk Poot gehoord en het staat ook beschreven in deel 3 van de boekenserie Sefanja, Haggai, Zacharia, Maleachi door Jochem Douma.
Jezus, de Vredevorst, rijdend op een ezel: Vrede voor Judea, Samaria en de hele aarde.