Petra schreef: 20 jan 2022, 11:33Die weddenschap vond ik ook vreemd.
Het had idd ook weggelaten kunnen worden, maar het is een hoogstaand en goed doordacht literair werk.. dus rest wel de vraag .. waarom dan toch ervoor kiezen om het zo te verwoorden.
Ik zie die Satan als de verpersoonlijking van narigheid/tegenslag e.d. en de God als de verpersoonlijking van het goede.
Hoe je daar een weddenschap in verweeft die klinkt alsof God toestemming geeft voor alle ellende .. wetende dat Job rechtvaardig is en wetende dat het onverdiend is... dat is wat het bizar maakt.
Als we deze 'literaire theorie' van mij blijven volgen, dan denk ik dat het juist precies om dat bizarre te doen was. God handelt vrij onbegrijpelijk in het verhaal, maar Jobs vrienden doen hun best om het zo eenvoudig mogelijk te verklaren en desnoods Job zelf de schuld te geven.
Zij weten natuurlijk niet de ware toedracht, dus dat Job écht onschuldig is en eigenlijk in zijn recht staat, maar zitten zo vast in hun verklaringen, dat het op ons lezers wat bespottelijk overkomt. Zij verdedigen duidelijk een God die niet bestaat en ook nooit bestaan heeft.
Aan het eind gebeurt er ook iets bijzonders. Nadat Job zegt het zwijgen erop toe te leggen na Gods verhandeling over zijn schepping (en die overgave van Job zou je zelfs nog als cynisch kunnen lezen: 'Goed, ik houd mijn mond wel, met U valt blijkbaar toch niet te praten'), geeft God hem het tweevoudige terug van wat hem afgenomen was. Een klein detail zo het schijnt, maar volgens de Wet van Mozes moest je bij een diefstal het gestolen goed dubbel vergoeden.
Het verhaal lijkt hier dus te impliceren dat God het echt met Job wilde goedmaken, dat Hij vond dat Job dat lijden niet verdiend had en hem iets afgenomen was wat hem rechtens toebehoorde. God zegt ook dat Job onberispelijk over Hem gesproken heeft, dus ook tijdens zijn aanklachten, en dat zijn vrienden dat níét hadden gedaan.
Je zou ook drie godsbeelden in het verhaal kunnen lezen, de disputerende God in de inleiding, de beschuldigende God in wat die vrienden zeggen en de machtige God in het slotgedeelte.
Want in de inleiding en het slotgedeelte slaat God steeds een heel andere toon aan; alsof het daadwerkelijk twee personages zijn die niet van elkaar weten. Een theorie zegt dat het slotgedeelte een latere toevoeging is, maar ik weet niet in hoeverre die ingang heeft in het theologische denken.
Maar uiteindelijk blijkt geen van deze godsbeelden echt God compleet te vatten, is ons denken over Hem veel te beperkt om alle antwoorden te kunnen weten, en naar mijn idee is onder meer dat de kernboodschap van Job.