Nee, het Hebreeuwse woord betekent alleen ''jonge vrouw'' -- de stam
ajin-lamed-mem heeft alleen connotaties met leeftijd en de mannelijke tegenhanger is
'elem (= jonge man). Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord wordt bevestigd door de Jesaja rol uit de dode zeerollen die lang voorafgaand aan het christendom werd geschreven. Iedereen weet dat het Hebreeuws slechts connotaties met leeftijd heeft en niet met maagdelijkheid. De mannelijke tegenhanger
'elem betekent ''jonge man'' en het Hebreeuwse woord wordt bevestigd door de Jesaja rol uit de dode zeerollen die lang voorafgaand aan het christendom werd geschreven.
Allereerst zijn op gezag van Ptolemeüs II slechts de eerste 5 boeken van de Torah door de rabbijnen in het Grieks van de Septuagint vertaald. De rest is later door anderen gedaan. En de kerkvaders Origenes en Hieronymus klaagden reeds zodanig over de Christelijke tekstveranderingen van de Griekse Septuagint dat zij de Joodse Hebreeuwse teksten hanteerden in niet mis te verstane woorden: ''
We zijn onmiddelijk bereid om de kopieën die in onze kerken worden gebruikt als vals te verwerpen en de broederschap te bevelen de heilige boeken die onder hen heersen weg te zetten en de Joden te overreden, en hen over te halen om ons kopieën te geven welke nog niet zijn doordrongen van vervalsing'' (Origenes, uit: brief aan Africanus, Niceense Vaders, Volume 4).
Wat betreft Jesaja 7:14 citeert het christelijke Testament duidelijk uit de Septuagint die zegt: διὰ τοῦτο δώσει κύριος αὐτὸς ὑμῖν σημεῖον ἰδοὺ ἡ
παρθένος ἐν γαστρὶ ἕξει καὶ τέξεται υἱόν καὶ καλέσεις τὸ ὄνομα αὐτοῦ Eμμανουηλ terwijl de Hebreeuwse tekst zegt: לכן יתן אדני הוא לכם אות הנה
העלמה הרה וילדת בן וקראת שמו עמנו אל, wat letterlijk betekent: ''Daarom zal JHWH zelf aan jullie een teken geven; zie, een
jonge vrouw zal zwanger worden en zal een zoon baren, en zijn naam Imanoe'el noemen''. De Masoretische Jesaja Teksten komen voor bijna 100% overeen met de Jesaja tekst uit Dode Zeerollen die van ver voor het Christendom stamt. Wat zeggen deze teksten? Er staat daar exact hetzelfde woord als in de Masoretische Texten: העלמה, ''een jonge vrouw''. En ook Origenes en Hieronymus schreven dat עלמה (almah) het woord in kwestie was (zie de Engelse "Church's Bible" op bladzijde 99 en 101). Zelfs de Septuagint gebruikt een woord dat ook "jonge vrouw/meisje" kan betekenen: παρθενοζ. Een duidelijk voorbeeld hiervan is Genesis 34:3, waar werd verwezen naar Dinah als een παρθενοζ nadat ze was verkracht door Sh'chem. Indien Jesaja het woord "maagd" had bedoeld, dan had hij een zeer goed alternatief: בתולה. Jesaja was goed op de hoogte van de betekenis van beide woorden, want hij gebruikt het woord בתולה op 4 plaatsen: in Jesaja 23:12, in Jesaja 37:22, in Jesaja 47:1, en in Jesaja 62:5.
Het is niet zonder reden dat het Judaisme de Griekse Septuagint vanaf de komst van de eerste generaties Christelijke kerkvaders afwezen als gezaghebbend (net zoals de Kerkvaders Origenes en Hieronimus zelf) en slechts de Hebreeuwse traditie aanvaardden en tevens nog Targoemiem hadden (die eveneens het woord העלמה hebben).
En nog relevanter is, dat de profetie reeds was vervuld in de T'NaCH tijdens dagen van het koningschap van Rezin en Pekah. Uit Jesaja 7 valt duidelijk op te maken dat het een teken (אות) betreft aan het adres van Achaz (de Koning van Jehoedah) en zijn mensen i.v.m. de dreigende nederlaag tegen Pekah (de Koning van Israel) en Rezin (de Koning van Aram). Omdat Koning Achaz weigert een teken te noemen, noemt God een teken. De context roept om een immanent teken en er kan werkelijk nergens uit afgeleid worden dat het een maagdelijke geboorte honderden jaren later zou betreffen. Lees slechts één zin verder om te zien hoe deze Immanu’el wordt beschreven in Jesaja 7:15:
Boter en honing zal hij eten, totdat hij wete te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede.
Boter en honing eten is een vrij kostbare aangelegenheid. En weer één zin verder in Jesaja 7:16:
Zekerlijk, eer dit knechtje weet te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede, zal dat land, waarover gij verdrietig zijt, verlaten zijn van zijn twee koningen.
Hier zie je dat er weer gerefereerd wordt naar de dreigende nederlaag tegen de twee Koningen: Pekah (de Koning van Israel) en Rezin (de Koning van Aram). De vervulling van deze profetie staat helder beschreven in 2 Koningen 16:9 en in 2 Koningen 15:29-30:
2 Koningen 16:9 schreef:
Toen zond Achaz boden naar Tiglath-Pileser, de koning van Assur, om te zeggen: Ik ben uw knecht en uw zoon; trek op en verlos mij uit de macht van de Koning van Aram en uit de macht van de Koning van Israel, die tegen mij zijn opgetrokken. Achaz nam het zilver en goud, dat zich bevond in het huis des Heren en in de schatkamers van het koninklijk paleis, en hij zond het als een geschenk aan de koning van Assur. En de koning van Assur gaf hem gehoor; de koning van Assur trok op tegen Damascus, nam het in en voerde de bevolking in ballingschap weg naar Kir; en Rezin bracht hij ter dood.
2 Koningen 15:29-30 schreef:
In de dagen van Pekah, de Koning van Israel, kwam Tiglath-pileser, de koning van Assur, en veroverde Ijon, Abel-Beth-Maacha, Janoah, Kedes en Hazor, Gilead en Galilea, het hele land van Naftali; en hij voerde de bevolking in ballingschap naar Assur. En Hosea, de zoon van Ela, smeedde een samenzwering tegen Pekah, de zoon van Remalia; hij sloeg hem dood en werd koning in zijn plaats in het twintigste jaar van Jotham, de zoon van Uzzia.
En als klap op de vuurpijl komt deze Immanu’el inderdaad in het volgende hoofdstuk ter sprake binnen de context van een dreigende nederlaag, waarmee Koning Rezin bij naam in verband wordt gebracht:
Jesaja 8:6-8 schreef:
Dewijl dit volk veracht de wateren van Siloa, die zachtjes gaan, en er vreugde is bij Rezin en den zoon van Remalia; Daarom ziet, zo zal de Heere over hen doen opkomen die sterke en geweldige wateren der rivier, den koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over al zijn stromen, en gaan over al zijn oevers;En hij zal doortrekken in Juda, hij zal het overstromen, en er doorgaan, hij zal tot aan den hals reiken; en de uitstrekkingen zijner vleugelen zullen vervullen de breedte uws lands, o Immanuel!
Dat Christenen het een 'dubbelprofetie' noemen, betekent dat men teruggrijpt op een concept dat nergens in de T'NaCH voorkomt. Als herhaaldelijk vermeld, vind ik het verder uiteraard geen probleem dat het NT claimt dat het hier een maagdelijke geboorte honderden jaren nadien zou betreffen, maar het gaat erom in dit topic de correctheid aan te tonen van claims die het NT doet omtrent de T'NaCH.
Zionisme: de succesvolle herovering van wat van ons is – rechtvaardig, onvermijdelijk, onmiskenbaar.