'De nacht is ook een zon’ - Het sacrale bij Georges Bataille
Het kwaad onder ogen zien is moeilijk. Mensen die duidelijk kwaad bedrijven noemen we liever een monster, een beest of dat soort termen.Om Batailles notie van het sacrale voor het voetlicht te brengen vertrek ik vanuit zijn levens-vraag. De existentiële vraag waarmee hij geconfronteerd werd en die hij in zijn werk probeert te beantwoorden is de vraag naar de herkomst van het kwaad. Deze vraag hield hem al sinds zijn jeugd bezig. Bataille maakte als kind de eerste wereldoorlog van heel dichtbij mee. En de verschrikkingen ervan maakten een onuitwisbare indruk op hem. Hij voelde diepe afschuw voor het kwaad dat mensen elkaar aandeden. Toch wilde Bataille dit kwaad onder ogen zien. Hij wilde het kwaad te boven komen door de herkomst ervan te begrijpen.
Deze opvatting komt in het christendom wel meer voor. Het kwaad uitbannen en zo het goede overhouden. Was het maar zo simpel....Hij laat zich daarom in 1914 dopen en doorloopt het seminarie om priester te worden. Het christendom leert een radicale scheiding tussen goed en kwaad. Het heilige is het volkomen goede en dus verschoond van enig kwaad. Het kwaad dat door de mens zelf in de wereld kwam dient volledig uitgebannen te worden, aldus zijn lezing van het christendom.
Hij bezag zijn eigen fascinatie voor het kwaad: een erkenning voor het kwaad zelve. Hetgeen diametraal staat op geloof in de duivel. Bij geloof in de duivel kun je het kwaad mooi bij een ander neer leggen, bij de duivel!Een gebeurtenis in 1922 veranderde echter zijn opvattingen over het kwaad. ...Het geweld stootte hem niet alleen af, hij voelde zich er ondanks alles toch ook toe aangetrokken. Wat hij zo ontdekte was hoe nauw verwant de tegenstrijdige emoties van genot en angst in de mens eigenlijk zijn.
Ook hier, erkenning van het kwaad. Het kan niet anders.Als christen had Bataille het kwaad volledig willen buitensluiten. De verboden op het geweld gelden volgens hem binnen het christendom immers absoluut en daarom kon hij als christen ten opzichte van het kwaad niet anders dan een restloos negatieve houding aannemen. Door de gebeurtenissen in Madrid begon hij zich echter te realiseren dat wij het kwaad niet totaal kunnen buitensluiten. Wij kunnen onze rug niet naar het kwaad keren om er vervolgens vanaf te zijn. Door het instellen van allerlei verboden is de mensheid weliswaar in staat geweest om het gewelddadige grotendeels op afstand te houden, maar dit is haar uiteindelijk slechts ten dele gelukt omdat de destructiviteit uiteindelijk eveneens in onszelf huist. Overtreding van verboden is dan ook uiteindelijk onvermijdelijk, wij kunnen als mensen niet anders.
Precies. Als je bijvoorbeeld jaloers bent op een ander en je beschouwt dat als 'het kwaad' erken dan gewoon het kwaad in je zelf. Niks moeilijk aan.Bataille begreep ook dat de verboden door ons soms overtreden moeten worden juist ter behoud van het rationele, opdat het kwaad beheersbaar blijft.
Anders maak je een karikatuur van je zelf.
!Vanuit deze inzichten ontwikkelt Bataille zijn notie van het sacrale. Het is de ‘soevereiniteit’, de ‘continuïteit van het zijn’, dat wat gelegen is aan gene zijde van de geboden en verboden en geldt als de oorsprong van de mens en haar leefwereld. Deze notie van het sacrale vindt zoals gezegd haar oorsprong in Batailles besef dat er een diepe verwantschap bestaat tussen typen ervaringen die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben, zoals ervaringen van erotiek en seksualiteit, van dood en geweld en van mystieke eenwording.
Deze innerlijke ervaring is idd mogelijk. In zo'n ervaring is zowel goed als kwaad afwezig.Daarnaast is de innerlijke ervaring een ervaring van versmelting. Een golf verloren in de golven. Het is een oceanische ervaring waarin wij een verloren samenhang ervaren. De innerlijke ervaring is een ervaring van een totaliteit, een monisme, welke door geen enkele abstractie verdeeld wordt. ‘Het is’, om met Bataille de dichter Rimbaud te citeren, ‘de zee samen met de zon’ (De erotiek, p. 33). In de innerlijke ervaring is er geen sprake meer van discursiviteit. Elk onderscheid treedt terug. Subject en object vallen samen.
Wie dit stukje begrijpt kent ook de oorsprong van het kwaad , in samenhang met de voorgaande quote. Ontologische differentie (verschil, onderscheid) is de bron van het kwaad. Waar de mens zijn 'ik' verliest zijn zowel goed als kwaad afwezig.De innerlijke ervaring is daarom een vorm van zelfverlies, een buiten onszelf raken. Het ‘ik’ verliest zijn ‘ik’. Bataille noemt de innerlijke ervaring daarom een verlies van discontinuïteit. In de innerlijke ervaring verliest het subject zijn afzonderlijke discontinue status door voor even op te gaan in de continuïteit van het zijn. In deze ervaring van het continue ontsnappen wij heel even aan de dagelijkse discontinuïteit van het zijn. Het is dan ook een ervaring van versmeltende continuïteit. Deze duiding hangt samen met Heideggers ontologische differentie tussen de van elkaar gescheiden afzonderlijke zijnden en het onbepaalde zijn zelf.
Tja...De innerlijke ervaring heeft eveneens een gewelddadig omverwerpend karakter. We ervaren een onze rede ondermijnende destructiviteit. De ervaring kent ook een moment van spilzucht, van verspilling van een overvloed. Het is een ervaring van vertering, van de verkwisting van een overmaat. Ze is ook extatisch. Het is een dionysische roestoestand van verrukking en vervoering. En ze is een exces. We ervaren het mateloze, het tomeloze, het ongetemde.
De leegte is een geestelijke afgrond waar we het 'niets' ervaren. De donkere nacht van de ziel.Bataille benadrukt vooral in zijn De innerlijke ervaring dat het ook om het ervaren van leegte gaat, van een open plaats. Wij ervaren in deze ervaring het niets, een afwezigheid, of beter: dé afwezigheid. Nauw hiermee samenhangend is de innerlijke ervaring als een ervaring van een scheur of breuk. We ervaren een verlorenheid, een ten onder gaan, een val, een afgrond.
Het sacrale (het geheiligde ) is alleen te bereiken door overtreding van geboden. Precies contra aan wat het christendom voorschrijft.De innerlijke ervaring, de ervaring van de continuïteit van het zijn, is voor Bataille de evaring van het sacrale. We bereiken haar door grensoverschrijding, door overtreding van verboden.