De levens van de heiligen voor elke dag - maart
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
De levens van de heiligen voor elke dag - maart
1 maart
De heilige Eudokia (Eudoxia) was een Samaritaanse van grote schoonheid, die in Heliopolis van Fenicië een succesvolle carrière had opgebouwd als courtisane en daarmee grote rijkdommen had verworven. Toch moet er iets in haar geweest zijn dat onbevredigd bleef in dit leven van lust en weelde.
Eens was zij vroeg naar bed gegaan maar te middernacht werd zij wakker door een mannenstem die aan het zingen was. Eerst maakte zij zich kwaad, maar zij werd getroffen door sommige woorden zodat zij ging luisteren. En toen hoorde zij hoe in wonderbare poëzie de lof gezongen werd van een haar onbekende God. Zij hoorde ook hoe de zondaars voor Gods aangezicht geoordeeld zullen worden en zij werd bevangen door berouw over haar verleden, door schaamte over haar tegenwoordige levenswandel en door vrees voor wat de toekomst brengen zou.
De stem kwam uit het open venster van het aangrenzende huis en de volgende morgen deed zij onderzoek naar wat daar gebeurd was. Het bleek dat een zekere monnik, Germanos, op doorreis op bezoek was bij een oude bekende, en dat hij volgens zijn gewoonte te middernacht luidop zijn gebeden had verricht. Zij vroeg hem op bezoek en om het gesprek te openen zei hij bij het zien van de kostbare woninginrichting, dat haar man wel bijzonder rijk moest zijn om zich dat te kunnen veroorloven. Rood van schaamte bekende zij toen dat zij geen man maar wel vele minnaars had. En spontaan riep Germanos uit: ‘Arm kind, je zou toch veel gelukkiger zijn wanneer je hier op aarde maar weinig had en daarna een eeuwig leven in vreugde en heerlijkheid, in plaats van ellendig onder te gaan in een eeuwigdurende dood?’ ‘Is uw God dan zo hardvochtig dat hij ons geen rijkdom gunt?’ ‘Neen, maar alleen wat onrechtvaardig verkregen is.’ En hij stelde haar voor de zaak ernstig te overwegen onder vasten en gebed.
Zij liet toen haar huis sluiten alsof ze naar haar villa op het land vertrokken was, vroeg een priester haar te onderrichten‚ trok ruwe kleren aan en bleef zeven dagen zonder eten. ln haar verzwakte toestand zag zij in een visioen hoe een engel haar meenam naar de hemel, waar iedereen vol vreugde op haar toesnelde om haar te begroeten. Maar een afschuwelijke schaduw kwam haar opeisen als eigendom van de hel omdat zij het instrument was geweest van de ondergang van zovelen. Maar uit het onzegbare licht kwam een stem die zei:
‘God wenst de dood van de zondaar niet, maar dat deze zich bekeert en leeft’. En de engel bracht haar terug en zei: ‘Er is vreugde in de hemel over een zondaar die zich bekeert’.
Na de gewone tijd van voorbereiding en onderricht werd Eudokia gedoopt. Zij maakte een uitvoerige lijst op van al haar bezittingen en droeg die over aan de bisschop om ze onder de armen te verdelen. Zelf ging zij in haar doopkleed naar het zusterklooster dat onder de hoede van de oude Germanos stond. Dit witte kleed bleef zij dragen tot aan haar dood, alleen trok zij er in de winter een jutezak overheen tegen de koude.
Haar bekering baarde natuurlijk groot opzien in de stad. Een van haar jonge minnaars wist onder valse voorspiegelingen tot haar door te dringen en begon haar te smeken dit armoedige leven te verlaten en naar Heliopolis terug te keren waar heel de stad op haar wachtte. Maar Eudokia wist dat zij het beste deel had gekozen, en de jongeman verliet haar, diep geschokt in al zijn zekerheden.
Daarna brak de vervolging onder Valerius uit en Eudokia werd in haar klooster met het zwaard omgebracht, in de tweede eeuw. (De datum is volgens het Griekse mineon. ln die tijd waren er echter nog geen kloosters in de tegenwoordige zin van het woord.)
De heilige Antonina leefde in Nicea tijdens het bestuur van Maxentios. Toen zij als christen gevangen werd genomen, weigerde zij wierook te offeren aan de goden. Daarom werd zij op de pijnbank verscheurd en vervolgens verdronken in een moeras bij Zia, in het begin van de 4e eeuw.
De heilige Domnina uit Kyros in Syrië‚ leefde in een hutje in de tuin van haar rijke ouders, niet ver van de kerk, waar zij alle diensten meebad: vespers, middernachtgebed en de metten. Zij was uitgemergeld door het voortdurende vasten en verborg altijd haar gelaat dat zij aan niemand toonde, en zij keek ook nooit iemand aan maar bad onder tranen. Monniken die haar kwamen opzoeken stuurde ze naar bisschop Theodoritos, waar ze gastvrijheid ontvingen. Zij zorgde ook voor arme reizigers die door de stad trokken, en uit het vermogen van haar ouders gaf zij aalmoezen‚ totdat zij stierf in 460. Haar leven is beschreven door de reeds genoemde bisschop Theodoritos,
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-421/
De heilige Eudokia (Eudoxia) was een Samaritaanse van grote schoonheid, die in Heliopolis van Fenicië een succesvolle carrière had opgebouwd als courtisane en daarmee grote rijkdommen had verworven. Toch moet er iets in haar geweest zijn dat onbevredigd bleef in dit leven van lust en weelde.
Eens was zij vroeg naar bed gegaan maar te middernacht werd zij wakker door een mannenstem die aan het zingen was. Eerst maakte zij zich kwaad, maar zij werd getroffen door sommige woorden zodat zij ging luisteren. En toen hoorde zij hoe in wonderbare poëzie de lof gezongen werd van een haar onbekende God. Zij hoorde ook hoe de zondaars voor Gods aangezicht geoordeeld zullen worden en zij werd bevangen door berouw over haar verleden, door schaamte over haar tegenwoordige levenswandel en door vrees voor wat de toekomst brengen zou.
De stem kwam uit het open venster van het aangrenzende huis en de volgende morgen deed zij onderzoek naar wat daar gebeurd was. Het bleek dat een zekere monnik, Germanos, op doorreis op bezoek was bij een oude bekende, en dat hij volgens zijn gewoonte te middernacht luidop zijn gebeden had verricht. Zij vroeg hem op bezoek en om het gesprek te openen zei hij bij het zien van de kostbare woninginrichting, dat haar man wel bijzonder rijk moest zijn om zich dat te kunnen veroorloven. Rood van schaamte bekende zij toen dat zij geen man maar wel vele minnaars had. En spontaan riep Germanos uit: ‘Arm kind, je zou toch veel gelukkiger zijn wanneer je hier op aarde maar weinig had en daarna een eeuwig leven in vreugde en heerlijkheid, in plaats van ellendig onder te gaan in een eeuwigdurende dood?’ ‘Is uw God dan zo hardvochtig dat hij ons geen rijkdom gunt?’ ‘Neen, maar alleen wat onrechtvaardig verkregen is.’ En hij stelde haar voor de zaak ernstig te overwegen onder vasten en gebed.
Zij liet toen haar huis sluiten alsof ze naar haar villa op het land vertrokken was, vroeg een priester haar te onderrichten‚ trok ruwe kleren aan en bleef zeven dagen zonder eten. ln haar verzwakte toestand zag zij in een visioen hoe een engel haar meenam naar de hemel, waar iedereen vol vreugde op haar toesnelde om haar te begroeten. Maar een afschuwelijke schaduw kwam haar opeisen als eigendom van de hel omdat zij het instrument was geweest van de ondergang van zovelen. Maar uit het onzegbare licht kwam een stem die zei:
‘God wenst de dood van de zondaar niet, maar dat deze zich bekeert en leeft’. En de engel bracht haar terug en zei: ‘Er is vreugde in de hemel over een zondaar die zich bekeert’.
Na de gewone tijd van voorbereiding en onderricht werd Eudokia gedoopt. Zij maakte een uitvoerige lijst op van al haar bezittingen en droeg die over aan de bisschop om ze onder de armen te verdelen. Zelf ging zij in haar doopkleed naar het zusterklooster dat onder de hoede van de oude Germanos stond. Dit witte kleed bleef zij dragen tot aan haar dood, alleen trok zij er in de winter een jutezak overheen tegen de koude.
Haar bekering baarde natuurlijk groot opzien in de stad. Een van haar jonge minnaars wist onder valse voorspiegelingen tot haar door te dringen en begon haar te smeken dit armoedige leven te verlaten en naar Heliopolis terug te keren waar heel de stad op haar wachtte. Maar Eudokia wist dat zij het beste deel had gekozen, en de jongeman verliet haar, diep geschokt in al zijn zekerheden.
Daarna brak de vervolging onder Valerius uit en Eudokia werd in haar klooster met het zwaard omgebracht, in de tweede eeuw. (De datum is volgens het Griekse mineon. ln die tijd waren er echter nog geen kloosters in de tegenwoordige zin van het woord.)
De heilige Antonina leefde in Nicea tijdens het bestuur van Maxentios. Toen zij als christen gevangen werd genomen, weigerde zij wierook te offeren aan de goden. Daarom werd zij op de pijnbank verscheurd en vervolgens verdronken in een moeras bij Zia, in het begin van de 4e eeuw.
De heilige Domnina uit Kyros in Syrië‚ leefde in een hutje in de tuin van haar rijke ouders, niet ver van de kerk, waar zij alle diensten meebad: vespers, middernachtgebed en de metten. Zij was uitgemergeld door het voortdurende vasten en verborg altijd haar gelaat dat zij aan niemand toonde, en zij keek ook nooit iemand aan maar bad onder tranen. Monniken die haar kwamen opzoeken stuurde ze naar bisschop Theodoritos, waar ze gastvrijheid ontvingen. Zij zorgde ook voor arme reizigers die door de stad trokken, en uit het vermogen van haar ouders gaf zij aalmoezen‚ totdat zij stierf in 460. Haar leven is beschreven door de reeds genoemde bisschop Theodoritos,
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-421/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
2 maart
De heilige Euthalia was de enige dochter in een heidens gezin op Sicilië. Eens werd haar moeder, die eveneens Euthalia heette, ziek door zware bloedvloeiing. ln een droom werd haar gezegd dat zij zou genezen wanneer ze gedoopt werd in de naam van de Heer Jezus Christus. Zij liet zich dopen en werd inderdaad op wonderbare wijze genezen. Toen de jonge Euthalia, die zoveel van haar moeder hield, dit zag, liet zij zich eveneens dopen, tot grote woede van haar broer Sermilianus, die generaal was in het keizerlijk leger. Deze ging zo vervaarlijk tekeer, dat hun moeder angstig het huis ontvluchtte, maar Euthalia liet zich niet door haar broer intimideren. Ze zei: ‘lk ben christen, dus ik ben niet bang voor de dood’. Toen werd Sermilianus door zulk een razernij bevangen dat hij zijn zwaard trok en haar het hoofd afsloeg. Dit gebeurde in het jaar 257.
De heilige Chad (Ceadda), bisschop van Lichfield, was de jongste van vier broers die allen beroemde priesters waren. Rond 620 is hij geboren in Northumbrië: hij was dus geen Schotse, noch Ierse, maar een Engelse heilige. Hij was een van de leerlingen van Aidan, die veel tijd besteedde aan het gezamenlijk lezen van de Heilige Schrift, en hen de psalmen uit het hoofd deed leren. Bij de dood van Aidan in 651 vertrok Chad naar Ierland, in die jaren een stralend middelpunt van geestelijk leven. De Germaanse invallen op het vasteland hadden vele eminente geesten verdreven die zich in Ierland verzamelden, dat daardoor een verbinding vormde tussen de Latijnse en de Germaanse beschaving. Chad kwam daar in contact met Egbert, de latere abt van Iona. Intussen had zijn broer Cedd, op aanvraag van koning Ethelwald van Deira, een abdij gesticht aan de rand van het grote moeras, dat zich vijftig kilometer ver uitstrekte vanaf de kust het binnenland in. Toen hij daar jaren later weer eens op bezoek was vanuit zijn bisdom in Londen, werd hij slachtoffer van een besmettelijke ziekte die er heerste, en hij stierf. Op zijn sterfbed droeg hij de zorg voor het klooster over aan Chad die nog in Ierland was.
Deze kwam over en bestuurde het klooster met grote zorgzaamheid, wat de aandacht trok in een nogal ruwe tijd, en het duurde niet heel lang of hij werd tot bisschop gekozen van Northumbrië. Daar wijdde hij zich met hart en ziel aan zijn taak. Hij leefde in reinheid en zelfverloochening, was nederig en altijd bezig met studie. Hij trok door zijn diocees niet te paard, maar zoals de apostelen te voet, om het Evangelie te prediken overal waar hij maar mensen aantrof: in steden of op het land, in hutjes of kastelen. Hij bleef echter niet lang bisschop, want de zetel viel toe aan Wilfried, die op de Romeinse wijze was gewijd. De vanuit Rome gezonden bisschoppen brachten veel onrust in de Engelse kerk, maar wonnen op den duur steeds meer terrein door het morele gezag van de zetel van Petros.
Chad werd daarop naar Mercië geroepen. Hij verplaatste daar de zetel naar Lichfield, dat toen Licetfield heette, het dodenveld. Daar waren namelijk eens meer dan duizend Britse christenen ter dood gebracht en zo wilde Chad deze historische plek in ere houden. Ook dit uitgestrekte diocees, dat zeventien graafschappen omvatte, werd door Chad met bovenmenselijk uithoudingsvermogen bestuurd. Hij bouwde een klooster en voor zichzelf een woning bij de kathedraal, waar hij, wanneer dat maar mogelijk was, de getijden bad met zeven of acht broeders.
De heilige Quintus (Koïntos) de wonderdoener, was een christen uit Frygië. Toen hij eens aalmoezen uitdeelde aan van hun bezittingen beroofde christenen werd hij zelf als christen herkend en gevangen genomen, tijdens de vervolging van Aurelius (270-275). Zijn beenderen werden gebroken, maar door zijn ongebroken geestkracht groeiden deze door Gods hulp weer aaneen, zodat hij nog 10 jaar leefde. Hij trok rond om anderen te helpen en er ging een genezende kracht van hem uit, die hem geschonken was omwille van het lijden dat hij voor God had verduurd. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 6 juli.
Twee en half jaar hield hij dit uitputtende leven vol, toen werd hij ziek. Een van de broeders hoorde lieflijk gezang dat vanuit de hemel neerdaalde tot het woonvertrek waar Chad verbleef, en deze verklaarde, toen men hem erom vroeg, dat zij hadden aangekondigd hem over een week te komen afhalen. Hij gaf nu zijn laatste onderrichtingen aan de broeders en stierf op de voorzegde dag in 672.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-422/
De heilige Euthalia was de enige dochter in een heidens gezin op Sicilië. Eens werd haar moeder, die eveneens Euthalia heette, ziek door zware bloedvloeiing. ln een droom werd haar gezegd dat zij zou genezen wanneer ze gedoopt werd in de naam van de Heer Jezus Christus. Zij liet zich dopen en werd inderdaad op wonderbare wijze genezen. Toen de jonge Euthalia, die zoveel van haar moeder hield, dit zag, liet zij zich eveneens dopen, tot grote woede van haar broer Sermilianus, die generaal was in het keizerlijk leger. Deze ging zo vervaarlijk tekeer, dat hun moeder angstig het huis ontvluchtte, maar Euthalia liet zich niet door haar broer intimideren. Ze zei: ‘lk ben christen, dus ik ben niet bang voor de dood’. Toen werd Sermilianus door zulk een razernij bevangen dat hij zijn zwaard trok en haar het hoofd afsloeg. Dit gebeurde in het jaar 257.
De heilige Chad (Ceadda), bisschop van Lichfield, was de jongste van vier broers die allen beroemde priesters waren. Rond 620 is hij geboren in Northumbrië: hij was dus geen Schotse, noch Ierse, maar een Engelse heilige. Hij was een van de leerlingen van Aidan, die veel tijd besteedde aan het gezamenlijk lezen van de Heilige Schrift, en hen de psalmen uit het hoofd deed leren. Bij de dood van Aidan in 651 vertrok Chad naar Ierland, in die jaren een stralend middelpunt van geestelijk leven. De Germaanse invallen op het vasteland hadden vele eminente geesten verdreven die zich in Ierland verzamelden, dat daardoor een verbinding vormde tussen de Latijnse en de Germaanse beschaving. Chad kwam daar in contact met Egbert, de latere abt van Iona. Intussen had zijn broer Cedd, op aanvraag van koning Ethelwald van Deira, een abdij gesticht aan de rand van het grote moeras, dat zich vijftig kilometer ver uitstrekte vanaf de kust het binnenland in. Toen hij daar jaren later weer eens op bezoek was vanuit zijn bisdom in Londen, werd hij slachtoffer van een besmettelijke ziekte die er heerste, en hij stierf. Op zijn sterfbed droeg hij de zorg voor het klooster over aan Chad die nog in Ierland was.
Deze kwam over en bestuurde het klooster met grote zorgzaamheid, wat de aandacht trok in een nogal ruwe tijd, en het duurde niet heel lang of hij werd tot bisschop gekozen van Northumbrië. Daar wijdde hij zich met hart en ziel aan zijn taak. Hij leefde in reinheid en zelfverloochening, was nederig en altijd bezig met studie. Hij trok door zijn diocees niet te paard, maar zoals de apostelen te voet, om het Evangelie te prediken overal waar hij maar mensen aantrof: in steden of op het land, in hutjes of kastelen. Hij bleef echter niet lang bisschop, want de zetel viel toe aan Wilfried, die op de Romeinse wijze was gewijd. De vanuit Rome gezonden bisschoppen brachten veel onrust in de Engelse kerk, maar wonnen op den duur steeds meer terrein door het morele gezag van de zetel van Petros.
Chad werd daarop naar Mercië geroepen. Hij verplaatste daar de zetel naar Lichfield, dat toen Licetfield heette, het dodenveld. Daar waren namelijk eens meer dan duizend Britse christenen ter dood gebracht en zo wilde Chad deze historische plek in ere houden. Ook dit uitgestrekte diocees, dat zeventien graafschappen omvatte, werd door Chad met bovenmenselijk uithoudingsvermogen bestuurd. Hij bouwde een klooster en voor zichzelf een woning bij de kathedraal, waar hij, wanneer dat maar mogelijk was, de getijden bad met zeven of acht broeders.
De heilige Quintus (Koïntos) de wonderdoener, was een christen uit Frygië. Toen hij eens aalmoezen uitdeelde aan van hun bezittingen beroofde christenen werd hij zelf als christen herkend en gevangen genomen, tijdens de vervolging van Aurelius (270-275). Zijn beenderen werden gebroken, maar door zijn ongebroken geestkracht groeiden deze door Gods hulp weer aaneen, zodat hij nog 10 jaar leefde. Hij trok rond om anderen te helpen en er ging een genezende kracht van hem uit, die hem geschonken was omwille van het lijden dat hij voor God had verduurd. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 6 juli.
Twee en half jaar hield hij dit uitputtende leven vol, toen werd hij ziek. Een van de broeders hoorde lieflijk gezang dat vanuit de hemel neerdaalde tot het woonvertrek waar Chad verbleef, en deze verklaarde, toen men hem erom vroeg, dat zij hadden aangekondigd hem over een week te komen afhalen. Hij gaf nu zijn laatste onderrichtingen aan de broeders en stierf op de voorzegde dag in 672.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-422/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
3 maart
De heilige Eutropios, Kleonikos en Basiliskos die in Pontus als christen waren gevangen genomen tijdens de vervolging van Maximiaan. Eutropios en Kleonikos ondergingen de marteldood maar Basiliskos werd in de gevangenis gelaten omdat hij nog zo jong was. Diep teleurgesteld bad hij: ‘Heer Jezus Christus, vergeet mij toch niet en laat mij toch niet gescheiden worden van die heiligen die samen met mij gevangen genomen zijn, en die voor U hebben mogen lijden en de kroon hebben ontvangen!’ Toen verscheen hem de Heer en zei: ‘Ik zal je niet vergeten want jouw naam is samen met die van hen opgeschreven. Wees niet terneergeslagen omdat je de laatste bent, want je zult aan velen voorafgaan. Ga nu afscheid nemen van je moeder en je broers en kom dan hier terug, je zult je kroon ontvangen. Wees niet bang voor de martelingen die ze je zullen aandoen, want Ik zal bij je zijn’.
Basiliskos wist de cipier over te halen hem naar huis te laten gaan, maar dat werd zijn ongeluk want plotseling zette de prætor deze zaak als eerste op de rol en hij liet Basiliskos ‘s morgens vroeg halen. De cipier kreeg natuurlijk de volle laag van zijn woede. Een groep ruwe huursoldaten werd naar het dorp gestuurd om de jongeman op te halen. Deze was juist bezig afscheid te nemen van zijn moeder om naar de gevangenis terug te keren. Nu moest hij als voortvluchtig gevangene de mars in martelschoenen volbrengen, waarin scherpe spijkers geslagen waren zodat hij een bloedspoor achterliet. De bewoners van het dorp liepen te hoop tegen deze marteling maar werden door de soldaten weggeranseld. Onderweg hield de troep stil bij een herberg om uitvoerig te rusten en te eten, terwijl Basiliskos buiten vastgebonden moest blijven staan in de brandende zon, terwijl zich een bloedplas vormde op de grond. Maar hij wist de moed op te brengen om de psalm te blijven zingen: ‘Al zou een leger het tegen mij opnemen, toch zal mijn hart niet bevreesd zijn, want Gij, o Christus, zijt met mij!’
De gevangene werd naar de Apollo-tempel gebracht, waar hij in discussie trad over de Schepper van hemel en aarde, en een extatisch gebed tot God richtte om Zijn heerlijkheid kenbaar te maken. Toen hij het ‘Amen’ had gezegd, kwam er een aardbeving en het grote afgodsbeeld viel gebroken op de grond.
Toen liet de prætor Basiliskos weghalen om onthoofd te worden, 21 juli 308.
Het is niet duidelijk waarom zijn feest juist op deze dag wordt gevierd. Wel is er het verslag van zijn verschijning aan de oude Johannes Chrysostomos, vlak voor diens sterven, maar die valt op 27 januari.
De heilige Cunegonda (Kunigunde), keizerin van Duitsland (Heilige Roomse Rijk), echtgenote van Hendrik van Beieren. Zij had als jong meisje aan God de gelofte van maagdelijkheid gedaan, maar om aan haar ouders te gehoorzamen trad zij toch in het huwelijk met hertog Hendrik. Omdat het huwelijk kinderloos bleef, is men later tot de conclusie gekomen dat zij Hendrik heeft overgehaald om die gelofte te houden. Dit is ook niet zo onwaarschijnlijk gezien zijn godsdienstige levenswijze en ook omdat in die tijd het einde van de wereld in het bijzondere jaar 1000 werd verwacht.
Na de dood van keizer Otto III werd Hendrik tot Rooms-koning gekozen in 1002, en in datzelfde jaar werden zij als keizer en keizerin gekozen te Paderborn. In 1014 werden zij in Rome door de paus gekroond.
Cunegonda had een weldadige invloed op het opvliegende karakter van haar man. Zij trok ook altijd met hem mee op zijn reizen en wist vaak de vrede te herstellen die zo snel door een onberaden optreden wordt verbroken. Ook trok zij zich bijzonder het lot aan der armen en door het leven verslagenen, en gebruikte haar grote vermogen om waar zij maar kon hulp te bieden. Beiden deden ook veel om de ondernemende bisschoppen van die tijd in hun missiewerk te steunen.
Op haar aanraden stichtte Hendrik het diocees Bamberg, en zij verkreeg voor die stad zulke bijzondere privileges dat een spreekwoord zei dat de zijden draden van Cunegonda de stad beter verdedigden dan de zwaarste wallen en torens. Vervolgens stichtte zij een benedictinesserabdij in Kaufungen bij Kassel, om een gelofte te vervullen die zij tijdens haar ziekte had gedaan voor wanneer zij genezen mocht. Juist voordat deze abdij voltooid was, stierf Hendrik in 1024.
Het volgend jaar werd de abdijkerk met grote statie ingewijd op de sterfdag van Hendrik, en nadat het Evangelie gezongen was ging Cunegonda naar het Altaar, legde haar keizerlijk gewaad af en bekleedde zich met een versleten habijt. Haar haren werden afgesneden en de bisschop gaf haar de sluier. Nu was zij geheel aan God toegewijd en in het klooster liet zij op geen enkele wijze blijken eens keizerin geweest te zijn. Zij gedroeg zich als de allerminste in het klooster en was ervan overtuigd dat dit voor God ook werkelijk zo was. Zij vermeed alles wat haar aan haar vroegere waardigheid zou kunnen herinneren. Zij bad en las veel, deed ruw handwerk, en legde zich bijzonder toe op het bezoeken en helpen van de zieken.
Zo bracht zij de laatste vijftien jaren van haar leven door, er altijd op bedacht om op geen enkele wijze voorgetrokken te worden boven anderen. Toen zij tijdens haar laatste ziekte zeer verzwakte, bemerkte zij dat men een prachtig lijkkleed aan het borduren was, maar zij smeekte een gewone zuster-begrafenis te krijgen. Zo stierf zij op deze dag in 1040 en werd in Bamberg naast haar zo beminde echtgenoot begraven.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-423/
De heilige Eutropios, Kleonikos en Basiliskos die in Pontus als christen waren gevangen genomen tijdens de vervolging van Maximiaan. Eutropios en Kleonikos ondergingen de marteldood maar Basiliskos werd in de gevangenis gelaten omdat hij nog zo jong was. Diep teleurgesteld bad hij: ‘Heer Jezus Christus, vergeet mij toch niet en laat mij toch niet gescheiden worden van die heiligen die samen met mij gevangen genomen zijn, en die voor U hebben mogen lijden en de kroon hebben ontvangen!’ Toen verscheen hem de Heer en zei: ‘Ik zal je niet vergeten want jouw naam is samen met die van hen opgeschreven. Wees niet terneergeslagen omdat je de laatste bent, want je zult aan velen voorafgaan. Ga nu afscheid nemen van je moeder en je broers en kom dan hier terug, je zult je kroon ontvangen. Wees niet bang voor de martelingen die ze je zullen aandoen, want Ik zal bij je zijn’.
Basiliskos wist de cipier over te halen hem naar huis te laten gaan, maar dat werd zijn ongeluk want plotseling zette de prætor deze zaak als eerste op de rol en hij liet Basiliskos ‘s morgens vroeg halen. De cipier kreeg natuurlijk de volle laag van zijn woede. Een groep ruwe huursoldaten werd naar het dorp gestuurd om de jongeman op te halen. Deze was juist bezig afscheid te nemen van zijn moeder om naar de gevangenis terug te keren. Nu moest hij als voortvluchtig gevangene de mars in martelschoenen volbrengen, waarin scherpe spijkers geslagen waren zodat hij een bloedspoor achterliet. De bewoners van het dorp liepen te hoop tegen deze marteling maar werden door de soldaten weggeranseld. Onderweg hield de troep stil bij een herberg om uitvoerig te rusten en te eten, terwijl Basiliskos buiten vastgebonden moest blijven staan in de brandende zon, terwijl zich een bloedplas vormde op de grond. Maar hij wist de moed op te brengen om de psalm te blijven zingen: ‘Al zou een leger het tegen mij opnemen, toch zal mijn hart niet bevreesd zijn, want Gij, o Christus, zijt met mij!’
De gevangene werd naar de Apollo-tempel gebracht, waar hij in discussie trad over de Schepper van hemel en aarde, en een extatisch gebed tot God richtte om Zijn heerlijkheid kenbaar te maken. Toen hij het ‘Amen’ had gezegd, kwam er een aardbeving en het grote afgodsbeeld viel gebroken op de grond.
Toen liet de prætor Basiliskos weghalen om onthoofd te worden, 21 juli 308.
Het is niet duidelijk waarom zijn feest juist op deze dag wordt gevierd. Wel is er het verslag van zijn verschijning aan de oude Johannes Chrysostomos, vlak voor diens sterven, maar die valt op 27 januari.
De heilige Cunegonda (Kunigunde), keizerin van Duitsland (Heilige Roomse Rijk), echtgenote van Hendrik van Beieren. Zij had als jong meisje aan God de gelofte van maagdelijkheid gedaan, maar om aan haar ouders te gehoorzamen trad zij toch in het huwelijk met hertog Hendrik. Omdat het huwelijk kinderloos bleef, is men later tot de conclusie gekomen dat zij Hendrik heeft overgehaald om die gelofte te houden. Dit is ook niet zo onwaarschijnlijk gezien zijn godsdienstige levenswijze en ook omdat in die tijd het einde van de wereld in het bijzondere jaar 1000 werd verwacht.
Na de dood van keizer Otto III werd Hendrik tot Rooms-koning gekozen in 1002, en in datzelfde jaar werden zij als keizer en keizerin gekozen te Paderborn. In 1014 werden zij in Rome door de paus gekroond.
Cunegonda had een weldadige invloed op het opvliegende karakter van haar man. Zij trok ook altijd met hem mee op zijn reizen en wist vaak de vrede te herstellen die zo snel door een onberaden optreden wordt verbroken. Ook trok zij zich bijzonder het lot aan der armen en door het leven verslagenen, en gebruikte haar grote vermogen om waar zij maar kon hulp te bieden. Beiden deden ook veel om de ondernemende bisschoppen van die tijd in hun missiewerk te steunen.
Op haar aanraden stichtte Hendrik het diocees Bamberg, en zij verkreeg voor die stad zulke bijzondere privileges dat een spreekwoord zei dat de zijden draden van Cunegonda de stad beter verdedigden dan de zwaarste wallen en torens. Vervolgens stichtte zij een benedictinesserabdij in Kaufungen bij Kassel, om een gelofte te vervullen die zij tijdens haar ziekte had gedaan voor wanneer zij genezen mocht. Juist voordat deze abdij voltooid was, stierf Hendrik in 1024.
Het volgend jaar werd de abdijkerk met grote statie ingewijd op de sterfdag van Hendrik, en nadat het Evangelie gezongen was ging Cunegonda naar het Altaar, legde haar keizerlijk gewaad af en bekleedde zich met een versleten habijt. Haar haren werden afgesneden en de bisschop gaf haar de sluier. Nu was zij geheel aan God toegewijd en in het klooster liet zij op geen enkele wijze blijken eens keizerin geweest te zijn. Zij gedroeg zich als de allerminste in het klooster en was ervan overtuigd dat dit voor God ook werkelijk zo was. Zij vermeed alles wat haar aan haar vroegere waardigheid zou kunnen herinneren. Zij bad en las veel, deed ruw handwerk, en legde zich bijzonder toe op het bezoeken en helpen van de zieken.
Zo bracht zij de laatste vijftien jaren van haar leven door, er altijd op bedacht om op geen enkele wijze voorgetrokken te worden boven anderen. Toen zij tijdens haar laatste ziekte zeer verzwakte, bemerkte zij dat men een prachtig lijkkleed aan het borduren was, maar zij smeekte een gewone zuster-begrafenis te krijgen. Zo stierf zij op deze dag in 1040 en werd in Bamberg naast haar zo beminde echtgenoot begraven.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-423/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
4 maart
De heilige Gerasimos was een monnik uit Lycië die in Palestina gewonnen werd voor de ketterij van Eutychios, waarin de goddelijke natuur van Christus eenzijdig werd beklemtoond tegenover Zijn menselijke natuur. Hij werd opgezocht door de heilige Euthymios en deze bracht hem terug tot de eenheid van het ware geloof. In die dagen groeide er een warme vriendschap tussen de heilige Gerasimos, Euthymios, Johannes de hesychast, Sabbas en Theotiktos.
Elk van hen trok vele leerlingen en Gerasimos bouwde bij Jericho vanaf 455 een laura van zeventig cellen rond een klooster met gemeenschappelijk leven, waar de leerlingen werden voorbereid op het als kluizenaar leven in een van de cellen.
De kluizenaars bleven vijf dagen per week in hun cel, waar zij manden en matten vlochten tijdens het bidden van de psalmen. In hun cellen mocht geen vuur zijn, hun voedsel bestond uit droog brood en dadels. leder had slechts één habijt‚ een vacht om op te slapen, en een waterkruik. De deur moest altijd open zijn, ook wanneer ze weg waren, zodat ieder die iets nodig had dat uit hun cel kon nemen. Op zaterdag en zondag kwamen ze bijeen in de gemeenschappelijke kerk; ze ontvingen de heilige communie en aten dan gekookte groente en dronken een beetje wijn ter ere Gods. (Deze verzachtingen paste Gerasimos echter niet op zichzelf toe.) Het werk dat ze in die week hadden klaar gekregen, brachten ze mee om het aan de abt te geven, die het verder verhandelde. Maar Gerasimos dreef de ascese veel verder dan de anderen en heel de Grote Vasten gebruikte hij geen andere spijs dan de heilige Eucharistie.
Zijn leven werd een eeuw later beschreven door Johannes Moschos in diens ‘Geestelijke Weide’. Het beroemdste verhaal is zijn ontmoeting met de leeuw. Die kwam op een dag op de Jordaan-oever naar hem toe, hinkend en brullend van pijn. Het dier stak vertrouwensvol zijn zieke poot naar hem uit en Gerasimos trok het scherpe stuk riet eruit dat diep in de poot was doorgedrongen.
De dankbare leeuw volgde sindsdien de kluizenaar als een hondje en hem werd geleerd wacht te houden bij de ezel die het water voor de broeders naar boven droeg, wanneer deze aan het grazen was. Dit was blijkbaar toch een te tam baantje voor de leeuw, die dan maar wat doezelde, en op een dag slaagde een Arabische kameeldrijver erin de ezel te stelen. De leeuw kwam met hangende kop in het klooster terug, zonder ezel. Natuurlijk veronderstelde Gerasimos dat de leeuw de ezel verslonden had, en nadat hij hem eerst had uitgescholden, zei hij: ‘Laat ons God prijzen. In elk geval moet jij nu maar de taak van de ezel overnemen’. En sindsdien haalde de leeuw het water voor de broeders, totdat een bezoeker medelijden kreeg met het koninklijke dier en beloofde de broeders een andere ezel te verschaffen.
Maar enkele dagen later kwam de karavaan op de terugreis weer langs, met de gestolen ezel. De leeuw vloog er brullend op af en de kameeldrijvers renden angstig het klooster binnen om zich in veiligheid te brengen. Maar de leeuw kwam trots met de ezel bij de cel van de heilige Gerasimos die hem toen zijn verontschuldiging moest maken.
Vijf jaar kwam de leeuw steeds weer naar Gerasimos terug om zich te laten aanhalen, maar toen was diens tijd gekomen en hij was overgegaan naar het hemels koninkrijk, in het jaar 475. Gerasimos was begraven en de volgende dag kwam de leeuw hem opzoeken, maar tevergeefs: hij kon hem nergens vinden, en kon maar niet tot rust komen. De broeders brachten hem toen naar het graf en daar bleef hij treuren, wilde niets eten en na een paar dagen vond men de trouwe vriend gestorven. In de middeleeuwen werd de naam van Gerasimos verward met Jeronimos, zodat de heilige Hieronymos het verhaal van de leeuw kreeg toebedeeld.
Ook al zou het slechts een legende zijn, er wordt levendig mee uitgedrukt dat de werkelijk bekeerde mens weer een stukje paradijs terugbrengt op aarde, en dat juist daarin zijn kracht is gelegen.
De heilige Adriaan, bisschop van Saint-Andrews in Schotland was zelf afkomstig uit Pannonië, het tegenwoordige Hongarije. Op moeizame prediktochten verbreidde hij het geloof onder de Picten, samen met zijn helpers Clodian, Caius, Monan en Stobrand. Toen zij op zulk een reis het eiland May bezochten, werd dit overvallen door Deense zeerovers, die Adriaan en Clodian vermoordden in 874, met talloze andere christenen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-424/
De heilige Gerasimos was een monnik uit Lycië die in Palestina gewonnen werd voor de ketterij van Eutychios, waarin de goddelijke natuur van Christus eenzijdig werd beklemtoond tegenover Zijn menselijke natuur. Hij werd opgezocht door de heilige Euthymios en deze bracht hem terug tot de eenheid van het ware geloof. In die dagen groeide er een warme vriendschap tussen de heilige Gerasimos, Euthymios, Johannes de hesychast, Sabbas en Theotiktos.
Elk van hen trok vele leerlingen en Gerasimos bouwde bij Jericho vanaf 455 een laura van zeventig cellen rond een klooster met gemeenschappelijk leven, waar de leerlingen werden voorbereid op het als kluizenaar leven in een van de cellen.
De kluizenaars bleven vijf dagen per week in hun cel, waar zij manden en matten vlochten tijdens het bidden van de psalmen. In hun cellen mocht geen vuur zijn, hun voedsel bestond uit droog brood en dadels. leder had slechts één habijt‚ een vacht om op te slapen, en een waterkruik. De deur moest altijd open zijn, ook wanneer ze weg waren, zodat ieder die iets nodig had dat uit hun cel kon nemen. Op zaterdag en zondag kwamen ze bijeen in de gemeenschappelijke kerk; ze ontvingen de heilige communie en aten dan gekookte groente en dronken een beetje wijn ter ere Gods. (Deze verzachtingen paste Gerasimos echter niet op zichzelf toe.) Het werk dat ze in die week hadden klaar gekregen, brachten ze mee om het aan de abt te geven, die het verder verhandelde. Maar Gerasimos dreef de ascese veel verder dan de anderen en heel de Grote Vasten gebruikte hij geen andere spijs dan de heilige Eucharistie.
Zijn leven werd een eeuw later beschreven door Johannes Moschos in diens ‘Geestelijke Weide’. Het beroemdste verhaal is zijn ontmoeting met de leeuw. Die kwam op een dag op de Jordaan-oever naar hem toe, hinkend en brullend van pijn. Het dier stak vertrouwensvol zijn zieke poot naar hem uit en Gerasimos trok het scherpe stuk riet eruit dat diep in de poot was doorgedrongen.
De dankbare leeuw volgde sindsdien de kluizenaar als een hondje en hem werd geleerd wacht te houden bij de ezel die het water voor de broeders naar boven droeg, wanneer deze aan het grazen was. Dit was blijkbaar toch een te tam baantje voor de leeuw, die dan maar wat doezelde, en op een dag slaagde een Arabische kameeldrijver erin de ezel te stelen. De leeuw kwam met hangende kop in het klooster terug, zonder ezel. Natuurlijk veronderstelde Gerasimos dat de leeuw de ezel verslonden had, en nadat hij hem eerst had uitgescholden, zei hij: ‘Laat ons God prijzen. In elk geval moet jij nu maar de taak van de ezel overnemen’. En sindsdien haalde de leeuw het water voor de broeders, totdat een bezoeker medelijden kreeg met het koninklijke dier en beloofde de broeders een andere ezel te verschaffen.
Maar enkele dagen later kwam de karavaan op de terugreis weer langs, met de gestolen ezel. De leeuw vloog er brullend op af en de kameeldrijvers renden angstig het klooster binnen om zich in veiligheid te brengen. Maar de leeuw kwam trots met de ezel bij de cel van de heilige Gerasimos die hem toen zijn verontschuldiging moest maken.
Vijf jaar kwam de leeuw steeds weer naar Gerasimos terug om zich te laten aanhalen, maar toen was diens tijd gekomen en hij was overgegaan naar het hemels koninkrijk, in het jaar 475. Gerasimos was begraven en de volgende dag kwam de leeuw hem opzoeken, maar tevergeefs: hij kon hem nergens vinden, en kon maar niet tot rust komen. De broeders brachten hem toen naar het graf en daar bleef hij treuren, wilde niets eten en na een paar dagen vond men de trouwe vriend gestorven. In de middeleeuwen werd de naam van Gerasimos verward met Jeronimos, zodat de heilige Hieronymos het verhaal van de leeuw kreeg toebedeeld.
Ook al zou het slechts een legende zijn, er wordt levendig mee uitgedrukt dat de werkelijk bekeerde mens weer een stukje paradijs terugbrengt op aarde, en dat juist daarin zijn kracht is gelegen.
De heilige Adriaan, bisschop van Saint-Andrews in Schotland was zelf afkomstig uit Pannonië, het tegenwoordige Hongarije. Op moeizame prediktochten verbreidde hij het geloof onder de Picten, samen met zijn helpers Clodian, Caius, Monan en Stobrand. Toen zij op zulk een reis het eiland May bezochten, werd dit overvallen door Deense zeerovers, die Adriaan en Clodian vermoordden in 874, met talloze andere christenen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-424/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
5 maart
De heilige Konon met zijn vrouw Anna, uit lsaurië. Hij had Christus gevonden en in vurig enthousiasme wilde hij geheel voor Hem leven. Op aandringen van zijn ouders was hij gehuwd met Anna, een verwante ziel, die door hem ook in Christus geloofde en in maagdelijkheid aan Christus toegewijd wilde leven. Door de geestelijke kracht van zijn prediking, waarbij vaak wonderen geschiedden, bracht Konon velen tot het geloof, vooral toen tijdens een zware pokkenepidemie menige zieke door zijn gebed werd genezen. Ook zijn ouders, Nestor en Nada, namen het geloof aan. Nestor werd gevangen genomen en stierf de marteldood. Ook Konon werd opgebracht en heftig gegeseld; maar toen kwam er zoveel verzet van het volk, onder wie hij zovelen genezen had, dat de stadhouder bang werd en hem vrij liet. Met bloed overdekt werd Konon naar huis gebracht. Hij genas enigszins maar is twee jaar later toch aan de gevolgen overleden.
De heilige Konon de tuinier uit Nazareth, leefde te Mandona in Pamfylië, waarheen hij was gevlucht. Hij verdiende zijn brood in een tuinbedrijf, waar hij rustig kon werken terwijl zijn geest gericht was op God. Maar ook daar vlamde de vervolging op onder Decius en hij werd ter dood gebracht in de 3e eeuw, evenals de heilige Onesios.
De heilige Adrianos, abt van het Posjechonië-klooster, met twee van zijn monniken, David en Leonides. Adrianos was een leerling van Kornelios Komelski en stichter van het klooster van de Ontslaping van de Moeder Gods bij Posjechonië. in 1550 werd het jonge klooster overvallen door rovers die de kerkschatten wilden stelen. Zij doodden de monniken die hun in de weg kwamen waaronder de abt en de hoogbejaarde David. Leonides, die had meegewerkt aan de stichting en velen had aangetrokken door zijn heilig leven, was het voorafgaande jaar gestorven; hij wordt samen met zijn mede-monniken herdacht.
De heilige Theofilos, bisschop van Caesarea in Palestina, is vooral bekend geworden door zijn onderricht over de Paasdatum. Er was een stroming die het Pascha des Heren wilde vieren op de joodse paasdatum, de 14e Nisan (vandaar de naam: Quartodecimanen). Hij toonde aan dat de apostolische traditie de viering op zondag was. Hij had groot gezag door zijn geleerdheid en zijn oprechte levenswijze. Hij is gestorven tegen het einde van de 2e eeuw.
De heilige Eulogios van Palestina verdeelde na de dood van zijn ouders heel zijn vermogen onder de armen, en trok als bedelaar door het land, waardoor hij vele ongelovigen tot Christus bracht. Daarvoor moest hij zware martelingen ondergaan en tenslotte werd hij onthoofd.
De heilige Hesychios de vaster leefde in Bithynië op een steile en woeste berg, waar hij een kerk had gebouwd. Hij voorzegde een maand tevoren de dag van zijn dood in 790.
De heilige lraïs (Raïs of Heraïs) was een meisje van 10 jaar uit Alexandrië. Met een groep van ongeveer 150 christenen, onder wie we nog de namen Fotios, Archelaos en Kyrillos kennen, werd zij per schip naar Antinopel gebracht, om moeilijkheden te vermijden. ln deze stad, waar ze niet bekend waren, werden ze allen gefolterd en tenslotte onthoofd.
De heilige Johannes van Bulgarije had zich laten overhalen om de islam aan te nemen toen hij nog maar een jongen was. Later kwam hij tot inkeer en vluchtte naar de Athos, waar hij drie jaar verbleef in de Grote Laura van de heilige Athanasios. Toen hij 19 jaar oud was, ging hij terug naar Constantinopel (toen Istanboel)‚ waar hij openlijk beleed christen te zijn. Hij werd toen onthoofd, in 1784.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-425/
De heilige Konon met zijn vrouw Anna, uit lsaurië. Hij had Christus gevonden en in vurig enthousiasme wilde hij geheel voor Hem leven. Op aandringen van zijn ouders was hij gehuwd met Anna, een verwante ziel, die door hem ook in Christus geloofde en in maagdelijkheid aan Christus toegewijd wilde leven. Door de geestelijke kracht van zijn prediking, waarbij vaak wonderen geschiedden, bracht Konon velen tot het geloof, vooral toen tijdens een zware pokkenepidemie menige zieke door zijn gebed werd genezen. Ook zijn ouders, Nestor en Nada, namen het geloof aan. Nestor werd gevangen genomen en stierf de marteldood. Ook Konon werd opgebracht en heftig gegeseld; maar toen kwam er zoveel verzet van het volk, onder wie hij zovelen genezen had, dat de stadhouder bang werd en hem vrij liet. Met bloed overdekt werd Konon naar huis gebracht. Hij genas enigszins maar is twee jaar later toch aan de gevolgen overleden.
De heilige Konon de tuinier uit Nazareth, leefde te Mandona in Pamfylië, waarheen hij was gevlucht. Hij verdiende zijn brood in een tuinbedrijf, waar hij rustig kon werken terwijl zijn geest gericht was op God. Maar ook daar vlamde de vervolging op onder Decius en hij werd ter dood gebracht in de 3e eeuw, evenals de heilige Onesios.
De heilige Adrianos, abt van het Posjechonië-klooster, met twee van zijn monniken, David en Leonides. Adrianos was een leerling van Kornelios Komelski en stichter van het klooster van de Ontslaping van de Moeder Gods bij Posjechonië. in 1550 werd het jonge klooster overvallen door rovers die de kerkschatten wilden stelen. Zij doodden de monniken die hun in de weg kwamen waaronder de abt en de hoogbejaarde David. Leonides, die had meegewerkt aan de stichting en velen had aangetrokken door zijn heilig leven, was het voorafgaande jaar gestorven; hij wordt samen met zijn mede-monniken herdacht.
De heilige Theofilos, bisschop van Caesarea in Palestina, is vooral bekend geworden door zijn onderricht over de Paasdatum. Er was een stroming die het Pascha des Heren wilde vieren op de joodse paasdatum, de 14e Nisan (vandaar de naam: Quartodecimanen). Hij toonde aan dat de apostolische traditie de viering op zondag was. Hij had groot gezag door zijn geleerdheid en zijn oprechte levenswijze. Hij is gestorven tegen het einde van de 2e eeuw.
De heilige Eulogios van Palestina verdeelde na de dood van zijn ouders heel zijn vermogen onder de armen, en trok als bedelaar door het land, waardoor hij vele ongelovigen tot Christus bracht. Daarvoor moest hij zware martelingen ondergaan en tenslotte werd hij onthoofd.
De heilige Hesychios de vaster leefde in Bithynië op een steile en woeste berg, waar hij een kerk had gebouwd. Hij voorzegde een maand tevoren de dag van zijn dood in 790.
De heilige lraïs (Raïs of Heraïs) was een meisje van 10 jaar uit Alexandrië. Met een groep van ongeveer 150 christenen, onder wie we nog de namen Fotios, Archelaos en Kyrillos kennen, werd zij per schip naar Antinopel gebracht, om moeilijkheden te vermijden. ln deze stad, waar ze niet bekend waren, werden ze allen gefolterd en tenslotte onthoofd.
De heilige Johannes van Bulgarije had zich laten overhalen om de islam aan te nemen toen hij nog maar een jongen was. Later kwam hij tot inkeer en vluchtte naar de Athos, waar hij drie jaar verbleef in de Grote Laura van de heilige Athanasios. Toen hij 19 jaar oud was, ging hij terug naar Constantinopel (toen Istanboel)‚ waar hij openlijk beleed christen te zijn. Hij werd toen onthoofd, in 1784.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-425/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
6 maart
De heilige Astios, Bassoës, Kallistos, Konstantinos, Krateros, Melissenos, Theodoros, Theofilos en nog 34 martelaren van Amorion, Griekse officieren die bij de verdediging van de rijke handelsstad in Turkse krijgsgevangenschap waren geraakt. De kalif had namelijk wraak genomen toen de keizer zijn geboortestad had verwoest, en had met een enorm leger de vaderstad van de keizer, Amorion, met de grond gelijkgemaakt. Hij liet alle burgers en soldaten doden, behalve de hogere officieren die de stad hadden verdedigd. Zij werden aan vernederende gevangenschap onderworpen in totaal vervuilde onderkomens en ternauwernood van voedsel en drinken voorzien. Nadat zij zeven jaar in vijandelijke handen waren geweest, werd hun de opdracht gegeven de islam aan te nemen. Toen zij weigerden, werden zij onthoofd in de stad Sinar, in 845.
De heilige kluizenaar Konon met zijn zoon Konon leefde te Ikonië in Klein-Azie. Onder Aurelianus werden zij als boomstammen doormidden gezaagd omdat zij Christus niet wilden verloochenen, in het jaar 275.
De heilige Arkadios, monnik op Cyprus, was de leraar geweest van de arts Julianos en van Eubulos, die in 361 als martelaar gestorven zijn onder Juliaan de Afvallige. Kort na hun begrafenis stierf hij zelf in vrede.
Vinding van het Kostbaar Kruis en de Kostbare Nagelen door keizerin Helena in het jaar 326, onder patriarch Makarios van Jeruzalem.
De heilige Fridolin, abt van Säckingen (het oudste klooster in Zuid-Duitsland), was afkomstig uit Ierland en hij onderscheidde zich door een grote liefde tot het gebed. Hij was priester gewijd en werkte enige jaren als rondtrekkend prediker in verschillende streken van Ierland. Hij bezat echter de Ierse reislust en stak over naar Frankrijk, waar hij eveneens rondtrok om het Evangelie te verkondigen. In Poitiers echter werd hij gegrepen door de aantrekkingskracht van het monastieke leven en hij werd monnik in de abdij van de heilige Hilarion, waar hij lange jaren verbleef. Hoewel. hij een vreemdeling was, stond hij zo hoog in aanzien dat hij tot abt gekozen werd.
Zijn prediking stond sterk in dienst van de bestrijding der ariaanse ketterij‚ die erg verbreid was. Hij gebruikte daarvoor het liefst het middel van het openbaar dispuut, dat hij door zijn welsprekendheid en gevatheid bijzonder beheerste, evenals zijn grote voorbeeld, de heilige Hilarion. Hoezeer hij hem vereerde, bewijzen de vele door hem gestichte kerken die aan die heilige zijn toegewijd.
Nu kon hij een idee ten uitvoer brengen, een lang gekoesterde wens: het herstel van de oorspronkelijke kerk van de heilige Hilarion, waarvoor hij de steun verwierf van koning Clovis, van de bisschop en van de inwoners. Daarin plaatste hij de relieken van de heilige Hilarion, maar een deel daarvan stak hij bij zich en hij trok daarmee naar Frankrijk, waar hij een abdij stichtte aan de Moezel, ter ere van de heilige Hilarion.
Toen het bouwwerk klaar was, trok hij naar Straatsburg, waar hij eveneens een kerk bouwde en ook nog op enkele andere plaatsen. Tenslotte ging hij op zoek naar een onbewoond eiland in de Rijn, en zo vond hij Säckingen, niet ver van Basel. Ondanks het verzet van de omwonende stammen bouwde hij daar twee kloosters, voor monniken en voor monialen, waarvoor hij steun verkreeg van zowel de koning als van Urso, een ridder uit het Kanton Glarus, waarvan hij de patroonheilige is en in het wapen waarvan hij staat afgebeeld. Maar ook de bevolking zelf wist hij te winnen door zijn vriendelijk en behulpzaam karakter en zijn opvoedkundige talenten. Fridolin is gestorven in de tweede helft van de 7e eeuw.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-426/
De heilige Astios, Bassoës, Kallistos, Konstantinos, Krateros, Melissenos, Theodoros, Theofilos en nog 34 martelaren van Amorion, Griekse officieren die bij de verdediging van de rijke handelsstad in Turkse krijgsgevangenschap waren geraakt. De kalif had namelijk wraak genomen toen de keizer zijn geboortestad had verwoest, en had met een enorm leger de vaderstad van de keizer, Amorion, met de grond gelijkgemaakt. Hij liet alle burgers en soldaten doden, behalve de hogere officieren die de stad hadden verdedigd. Zij werden aan vernederende gevangenschap onderworpen in totaal vervuilde onderkomens en ternauwernood van voedsel en drinken voorzien. Nadat zij zeven jaar in vijandelijke handen waren geweest, werd hun de opdracht gegeven de islam aan te nemen. Toen zij weigerden, werden zij onthoofd in de stad Sinar, in 845.
De heilige kluizenaar Konon met zijn zoon Konon leefde te Ikonië in Klein-Azie. Onder Aurelianus werden zij als boomstammen doormidden gezaagd omdat zij Christus niet wilden verloochenen, in het jaar 275.
De heilige Arkadios, monnik op Cyprus, was de leraar geweest van de arts Julianos en van Eubulos, die in 361 als martelaar gestorven zijn onder Juliaan de Afvallige. Kort na hun begrafenis stierf hij zelf in vrede.
Vinding van het Kostbaar Kruis en de Kostbare Nagelen door keizerin Helena in het jaar 326, onder patriarch Makarios van Jeruzalem.
De heilige Fridolin, abt van Säckingen (het oudste klooster in Zuid-Duitsland), was afkomstig uit Ierland en hij onderscheidde zich door een grote liefde tot het gebed. Hij was priester gewijd en werkte enige jaren als rondtrekkend prediker in verschillende streken van Ierland. Hij bezat echter de Ierse reislust en stak over naar Frankrijk, waar hij eveneens rondtrok om het Evangelie te verkondigen. In Poitiers echter werd hij gegrepen door de aantrekkingskracht van het monastieke leven en hij werd monnik in de abdij van de heilige Hilarion, waar hij lange jaren verbleef. Hoewel. hij een vreemdeling was, stond hij zo hoog in aanzien dat hij tot abt gekozen werd.
Zijn prediking stond sterk in dienst van de bestrijding der ariaanse ketterij‚ die erg verbreid was. Hij gebruikte daarvoor het liefst het middel van het openbaar dispuut, dat hij door zijn welsprekendheid en gevatheid bijzonder beheerste, evenals zijn grote voorbeeld, de heilige Hilarion. Hoezeer hij hem vereerde, bewijzen de vele door hem gestichte kerken die aan die heilige zijn toegewijd.
Nu kon hij een idee ten uitvoer brengen, een lang gekoesterde wens: het herstel van de oorspronkelijke kerk van de heilige Hilarion, waarvoor hij de steun verwierf van koning Clovis, van de bisschop en van de inwoners. Daarin plaatste hij de relieken van de heilige Hilarion, maar een deel daarvan stak hij bij zich en hij trok daarmee naar Frankrijk, waar hij een abdij stichtte aan de Moezel, ter ere van de heilige Hilarion.
Toen het bouwwerk klaar was, trok hij naar Straatsburg, waar hij eveneens een kerk bouwde en ook nog op enkele andere plaatsen. Tenslotte ging hij op zoek naar een onbewoond eiland in de Rijn, en zo vond hij Säckingen, niet ver van Basel. Ondanks het verzet van de omwonende stammen bouwde hij daar twee kloosters, voor monniken en voor monialen, waarvoor hij steun verkreeg van zowel de koning als van Urso, een ridder uit het Kanton Glarus, waarvan hij de patroonheilige is en in het wapen waarvan hij staat afgebeeld. Maar ook de bevolking zelf wist hij te winnen door zijn vriendelijk en behulpzaam karakter en zijn opvoedkundige talenten. Fridolin is gestorven in de tweede helft van de 7e eeuw.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-426/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
7 maart
De heilige Efraïm, patriarch van Antiochië, wist vele monofysieten terug te brengen tot het orthodox geloof. Hij is gestorven nadat hij 18 jaar de kerk had bestuurd, rond 540.
De heilige bisschop-martelaren van Chersonesos, achtereenvolgens Basilios, Efraïm, Eugenios‚ Elpidios, Agathodoros, Ætherios en Kapiton. Basilios werd in 300 gestenigd, de vier volgenden werden met het zwaard gedood, Ætherios bestuurde de kerk onder Constantijn de Grote en stierf in vrede; zijn opvolger Kapiton, die eveneens door de patriarch van Jeruzalem daarheen als missionaris gezonden was, werd door de Skythen uitgenodigd om een wonderteken van zijn zending te laten zien. En ze vroegen hem om in een brandende oven te gaan, dan zouden zij geloven. Na God te hebben gebeden hem te verlichten, stemde Kapiton toe. Hij bekleedde zich met de bisschoppelijke gewaden, bekruiste zich en stapte in het hoog oplaaiende vuur. Hij hield zijn vertrouwen en gedachten op God gericht en bleef daar ongedeerd, een uur lang. Toen hij er weer uitkwam, was er geen brandplek op zijn lichaam, zomin als op zijn kleding.
Toen riepen allen uit: ‘De grote en machtige God der christenen is werkelijk God, Die zo voor de macht van het vuur bewaren kan!’ Alle inwoners van de stad en van de omgeving werden toen gedoopt. Kapiton voer daarna weg, maar het schip verging, en hij werd met allen die aan land gekomen waren, door de heidenen gedood. De gebeurtenissen zijn opgenomen in de verslagen van het concilie van Nicea.
De heilige Laurentios, stichter van het klooster Fanoremene op Salamis. Hij was een vrome huisvader met twee zonen. In een droom beval de heilige Moeder Gods hem naar Salamis te gaan en daar een bepaalde kerk te herstellen. Hij gehoorzaamde, voer erheen en vond inderdaad een ruïne op de aangeduide plaats. Laurentios bouwde er toen een nieuwe kerk, vroeg de monnikswijding en bleef daar wonen tot aan zijn dood in 1770. Er gebeurden vele wonderen en er ontstond een klooster over zijn graf.
De heilige Emilianus uit Rome, had in zijn jeugd wild geleefd, maar later kwam hij tot bezinning en hij beefde van angst over het oordeel van God dat hem te wachten stond. Hij ging naar een klooster om boete te doen door vasten, nachtwaken en gehoorzaamheid, en om zijn lichaam aan zijn wil te onderwerpen. Vaak verliet hij in de nacht stil het klooster om in een nabijgelegen grot te bidden met luide smeekbeden. Dit werd gezien door de abt, die hem in stilte was gevolgd. Deze zag toen ook een licht dat Emilianus omscheen en hij hoorde een stem die zei: ‘Uw zonden zijn u vergeven, Emilianus!’
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Leo, Leukos, Taxos, Nestor, Æquinos en ltalikos, die geleden hebben te Antiochië; Danda, Eunike, Leunike, Leunikule, Sekundos, Nestor, nog een Sekundos, Sergios, Serros, Okkatos, Oppatos en nog een Danda, die geleden hebben in Thracië; en Æmilianus, een Romeins soldaat, die samen met Jacobus, Marianus en andere christenen ter dood is gebracht in 259.
Eveneens op deze dag de heilige Paulos de Belijder, bisschop van Prussiada, die veel te lijden had van de iconoclasten en ten slotte in ballingschap is gestorven, 850; Æmilianus, een monnik uit Rome; Nestor en Arkadios, bisschoppen van Trimithus; Theodikianos, monnik; Theofilos, bisschop van Nikomedië, om de verering van de iconen in ballingschap gestorven; Gaudiosus de belijder, bisschop van Brescia.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Paulus de Simpele
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-427/
De heilige Efraïm, patriarch van Antiochië, wist vele monofysieten terug te brengen tot het orthodox geloof. Hij is gestorven nadat hij 18 jaar de kerk had bestuurd, rond 540.
De heilige bisschop-martelaren van Chersonesos, achtereenvolgens Basilios, Efraïm, Eugenios‚ Elpidios, Agathodoros, Ætherios en Kapiton. Basilios werd in 300 gestenigd, de vier volgenden werden met het zwaard gedood, Ætherios bestuurde de kerk onder Constantijn de Grote en stierf in vrede; zijn opvolger Kapiton, die eveneens door de patriarch van Jeruzalem daarheen als missionaris gezonden was, werd door de Skythen uitgenodigd om een wonderteken van zijn zending te laten zien. En ze vroegen hem om in een brandende oven te gaan, dan zouden zij geloven. Na God te hebben gebeden hem te verlichten, stemde Kapiton toe. Hij bekleedde zich met de bisschoppelijke gewaden, bekruiste zich en stapte in het hoog oplaaiende vuur. Hij hield zijn vertrouwen en gedachten op God gericht en bleef daar ongedeerd, een uur lang. Toen hij er weer uitkwam, was er geen brandplek op zijn lichaam, zomin als op zijn kleding.
Toen riepen allen uit: ‘De grote en machtige God der christenen is werkelijk God, Die zo voor de macht van het vuur bewaren kan!’ Alle inwoners van de stad en van de omgeving werden toen gedoopt. Kapiton voer daarna weg, maar het schip verging, en hij werd met allen die aan land gekomen waren, door de heidenen gedood. De gebeurtenissen zijn opgenomen in de verslagen van het concilie van Nicea.
De heilige Laurentios, stichter van het klooster Fanoremene op Salamis. Hij was een vrome huisvader met twee zonen. In een droom beval de heilige Moeder Gods hem naar Salamis te gaan en daar een bepaalde kerk te herstellen. Hij gehoorzaamde, voer erheen en vond inderdaad een ruïne op de aangeduide plaats. Laurentios bouwde er toen een nieuwe kerk, vroeg de monnikswijding en bleef daar wonen tot aan zijn dood in 1770. Er gebeurden vele wonderen en er ontstond een klooster over zijn graf.
De heilige Emilianus uit Rome, had in zijn jeugd wild geleefd, maar later kwam hij tot bezinning en hij beefde van angst over het oordeel van God dat hem te wachten stond. Hij ging naar een klooster om boete te doen door vasten, nachtwaken en gehoorzaamheid, en om zijn lichaam aan zijn wil te onderwerpen. Vaak verliet hij in de nacht stil het klooster om in een nabijgelegen grot te bidden met luide smeekbeden. Dit werd gezien door de abt, die hem in stilte was gevolgd. Deze zag toen ook een licht dat Emilianus omscheen en hij hoorde een stem die zei: ‘Uw zonden zijn u vergeven, Emilianus!’
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Leo, Leukos, Taxos, Nestor, Æquinos en ltalikos, die geleden hebben te Antiochië; Danda, Eunike, Leunike, Leunikule, Sekundos, Nestor, nog een Sekundos, Sergios, Serros, Okkatos, Oppatos en nog een Danda, die geleden hebben in Thracië; en Æmilianus, een Romeins soldaat, die samen met Jacobus, Marianus en andere christenen ter dood is gebracht in 259.
Eveneens op deze dag de heilige Paulos de Belijder, bisschop van Prussiada, die veel te lijden had van de iconoclasten en ten slotte in ballingschap is gestorven, 850; Æmilianus, een monnik uit Rome; Nestor en Arkadios, bisschoppen van Trimithus; Theodikianos, monnik; Theofilos, bisschop van Nikomedië, om de verering van de iconen in ballingschap gestorven; Gaudiosus de belijder, bisschop van Brescia.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
Paulus de Simpele
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-427/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
8 maart
De heilige Theodoretos, priester te Antiochië, was sacrista van de beroemde, door Constantijn de Grote gebouwde en van rijke schatten voorziene kathedraal. Tijdens de vervolging onder Juliaan de Afvallige, weigerde hij de door hem verborgen kerkschatten uit te leveren, ondanks alle folteringen die op hem werden toegepast. Tenslotte werd hij onthoofd in 362. Sommige soldaten onder de folteraars waren door de standvastigheid van Theodoretos tot Christus gekomen; zij werden in zee verdronken.
De heilige Lazaros van Moermansk, een Griek uit Constantinopel, stichtte een klooster op het eiland Moer in het Onegameer, vanwaar uit hij de omliggende volken missioneerde. Hij is gestorven als hieromonach in 1391, in de ouderdom van 105 jaar. Met hem wordt ook herdacht Athanasios, die in de volgende eeuw het klooster heeft bestuurd.
De heilige Julianus, aartsbisschop van Toledo, 680-690, was een briljant student, die met een vriend alles in gereedheid had gebracht om als kluizenaar te gaan leven in een afgelegen streek, om zich geheel aan God te kunnen toewijden. Maar toen hij de zegen vroeg, weerhield de bisschop hem en gaf hem de verzekering dat het zijn plicht was zich aan de dienst van de kerk te wijden. Hij nam zijn taken goed waar dat hij tot aartsbisschop van Toledo werd gekozen. Daar was hij, zoals de kroniek zegt: ‘de vader der wezen, de steun der zwakken en de beschermer der verdrukten’. Onder zijn leiding werden ook twee synodes in Toledo gehouden.
De heilige Filemon, de fluitspeler, en de diaken Apollonios, te Antinoë in Opper-Egypte. De rechter Arianus had reeds verschillende christenen op gruwelijke wijze ter dood laten brengen. Apollonios, met een overgevoelig en vreesachtig karakter, was buiten zichzelf van angst toen het bevel afkwam dat iedereen voor het gerecht moest verschijnen om aan de afgoden te offeren. In zijn nood ging hij naar de vrolijke toneelspeler Filemon en stelde hem voor dat die, voor geld, in zijn naam zou offeren. Zoiets was wel meer gebeurd; zulke christenen werden ‘libellati’ genoemd en wanneer de vervolging voorbij was, werd hun een boete opgelegd maar ze werden niet als echte afvalligen beschouwd. Filemon stemde ermee in, hij vermomde zich zoveel mogelijk als Apollonios en trok diens mantel met kap aan, om zijn gezicht in de schaduw te houden. Zo begaf hij zich naar het gerecht. Arianus zei: ‘Wel, man, wie ben je? Soms een christen, dat je jezelf zo verstopt?’ Maar Filemon was aangeraakt door de genade en antwoordde ernstig: ‘Ja, edelachtbare, ik ben een christen’. ‘En je weet dat je te kiezen hebt tussen de pijnbank of te offeren? ‘Ik zal niet offeren’, antwoordde de fluitspeler.
Toen zei Arianus: ‘Laat Filemon de fluitspeler halen, die zo meeslepend speelt; die muziek kan deze dwaas misschien weer bij zijn verstand brengen en aan de goden laten offeren’. Maar ze konden Filemon niet vinden en daarom brachten ze diens broer Theonas mee. Arianus vroeg hem waar Filemon was, en deze herkende natuurlijk zijn broer en wees hem aan. Zijn mantel en kap werden hem uitgetrokken, en daar stond hij, in zijn clownspak en met de fluit in zijn handen. Algemeen vermaak, ook de rechter vond het een prachtige grap, maar nu moest er toch een einde aan komen: offer en laat het klaar zijn. Maar Filemon bleef standvastig weigeren. Nu werd Arianus kwaad: ‘Dat is toch dwaasheid‚ muzikant, je bent niet eens gedoopt!’ Nu werd Filemon bedroefd en wanhopig smeekte hij Christus hem toch te aanvaarden en te dopen. Terwijl hij zo bad, ontlaadde zich juist een lentebui en vol vreugde hief Filemon de handen ten hemel en riep: ‘Hij heeft me verhoord, Hij heeft me gedoopt in de wolk!’ En hij brak zijn fluit over de knie en wierp de stukken weg.
Nu liet de rechter Apollonios halen en maakte hem verwijten over zijn lafheid. Deze bekende beschaamd dat hij verkeerd gehandeld had, ‘maar nu staat mijn besluit vast: ‘ik zal niet offeren’. Toen werden beiden ter dood gebracht met het zwaard, in het jaar 305.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-428/
De heilige Theodoretos, priester te Antiochië, was sacrista van de beroemde, door Constantijn de Grote gebouwde en van rijke schatten voorziene kathedraal. Tijdens de vervolging onder Juliaan de Afvallige, weigerde hij de door hem verborgen kerkschatten uit te leveren, ondanks alle folteringen die op hem werden toegepast. Tenslotte werd hij onthoofd in 362. Sommige soldaten onder de folteraars waren door de standvastigheid van Theodoretos tot Christus gekomen; zij werden in zee verdronken.
De heilige Lazaros van Moermansk, een Griek uit Constantinopel, stichtte een klooster op het eiland Moer in het Onegameer, vanwaar uit hij de omliggende volken missioneerde. Hij is gestorven als hieromonach in 1391, in de ouderdom van 105 jaar. Met hem wordt ook herdacht Athanasios, die in de volgende eeuw het klooster heeft bestuurd.
De heilige Julianus, aartsbisschop van Toledo, 680-690, was een briljant student, die met een vriend alles in gereedheid had gebracht om als kluizenaar te gaan leven in een afgelegen streek, om zich geheel aan God te kunnen toewijden. Maar toen hij de zegen vroeg, weerhield de bisschop hem en gaf hem de verzekering dat het zijn plicht was zich aan de dienst van de kerk te wijden. Hij nam zijn taken goed waar dat hij tot aartsbisschop van Toledo werd gekozen. Daar was hij, zoals de kroniek zegt: ‘de vader der wezen, de steun der zwakken en de beschermer der verdrukten’. Onder zijn leiding werden ook twee synodes in Toledo gehouden.
De heilige Filemon, de fluitspeler, en de diaken Apollonios, te Antinoë in Opper-Egypte. De rechter Arianus had reeds verschillende christenen op gruwelijke wijze ter dood laten brengen. Apollonios, met een overgevoelig en vreesachtig karakter, was buiten zichzelf van angst toen het bevel afkwam dat iedereen voor het gerecht moest verschijnen om aan de afgoden te offeren. In zijn nood ging hij naar de vrolijke toneelspeler Filemon en stelde hem voor dat die, voor geld, in zijn naam zou offeren. Zoiets was wel meer gebeurd; zulke christenen werden ‘libellati’ genoemd en wanneer de vervolging voorbij was, werd hun een boete opgelegd maar ze werden niet als echte afvalligen beschouwd. Filemon stemde ermee in, hij vermomde zich zoveel mogelijk als Apollonios en trok diens mantel met kap aan, om zijn gezicht in de schaduw te houden. Zo begaf hij zich naar het gerecht. Arianus zei: ‘Wel, man, wie ben je? Soms een christen, dat je jezelf zo verstopt?’ Maar Filemon was aangeraakt door de genade en antwoordde ernstig: ‘Ja, edelachtbare, ik ben een christen’. ‘En je weet dat je te kiezen hebt tussen de pijnbank of te offeren? ‘Ik zal niet offeren’, antwoordde de fluitspeler.
Toen zei Arianus: ‘Laat Filemon de fluitspeler halen, die zo meeslepend speelt; die muziek kan deze dwaas misschien weer bij zijn verstand brengen en aan de goden laten offeren’. Maar ze konden Filemon niet vinden en daarom brachten ze diens broer Theonas mee. Arianus vroeg hem waar Filemon was, en deze herkende natuurlijk zijn broer en wees hem aan. Zijn mantel en kap werden hem uitgetrokken, en daar stond hij, in zijn clownspak en met de fluit in zijn handen. Algemeen vermaak, ook de rechter vond het een prachtige grap, maar nu moest er toch een einde aan komen: offer en laat het klaar zijn. Maar Filemon bleef standvastig weigeren. Nu werd Arianus kwaad: ‘Dat is toch dwaasheid‚ muzikant, je bent niet eens gedoopt!’ Nu werd Filemon bedroefd en wanhopig smeekte hij Christus hem toch te aanvaarden en te dopen. Terwijl hij zo bad, ontlaadde zich juist een lentebui en vol vreugde hief Filemon de handen ten hemel en riep: ‘Hij heeft me verhoord, Hij heeft me gedoopt in de wolk!’ En hij brak zijn fluit over de knie en wierp de stukken weg.
Nu liet de rechter Apollonios halen en maakte hem verwijten over zijn lafheid. Deze bekende beschaamd dat hij verkeerd gehandeld had, ‘maar nu staat mijn besluit vast: ‘ik zal niet offeren’. Toen werden beiden ter dood gebracht met het zwaard, in het jaar 305.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-428/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
9 maart
De heilige 40 martelaren van Sebaste. Hun namen luiden Kyrion‚ Kandidos‚ Domnos, Hesychios, Herakleios, Smaragdos‚ Eunoikos, Valens, Vivianos, Klaudios‚ Priskos, Theodoulos, Eutychios, Johannes, Xantheas‚ Hellanos, Sisinios, Angios, Ætlos, Flavlos, Akakios, Ekdiklos, Lysimachos‚ Alexandros, Elias, Gorgonios, Theofilos, Dometianos, Galos‚ Leontios, Athanasios Kyrillos‚ Sakerdos, NikoIaos‚ Valerios, Filoktimon, Severianos, Chudion, Aglaios en Meliton. Zij waren afkomstig uit verschillende landen, maar allen Romeinse soldaten, ten dienste van stadhouder Agrikolaos voor de provincie Pontos van Kappadocië. Hun regiment had zich onderscheiden door dapperheid en opofferingsgezindheid, maar zij waren christenen, en keizer Likinios (308- 323) wilde een einde maken aan deze groepering, die zich terzijde opstelde van het openbare leven van de monolithische staat en daarom als een gevaar werd gezien voor het absolute staatsgezag. Daarom kreeg Agrikolaos de opdracht met alle ten dienste staande middelen dit passief verzet te doorbreken. Hij deed dit door hun, wanneer ze gewillig waren, de allermooiste promoties voor ogen te stellen, en toen deze geen indruk maakten, hen allerlei kwellingen aan te doen.
Maar de groep bleef standvastig‚ vooral geleid door de aansporingen van Kyrion en het gemeenschappelijk gebed, wanneer ze ‘s nachts met rust werden gelaten. Tenslotte werden zij veroordeeld om naakt in het bevriezende meer van Sebaste te moeten staan tot zij zich gewonnen gaven: dan wachtte hun op de oever een warm bad.
Bereidwillig gingen zij erheen en ontkleedden zich in de snerpende kou, en herinnerden elkaar eraan hoe Christus naakt had moeten sterven aan het kruis. Streng is de winter, maar zoet het paradijs. Laten we in één lijdensnacht de eeuwige vreugden verwerven.
Maar de in het lichaam binnendringende koude veroorzaakte helse pijnen en te middernacht kon één uit de groep het niet langer verdragen. Hij strompelde naar de oever en begaf zich naar het vuur, maar zijn krachten waren reeds te zeer uitgeput en voordat hij het bad bereikte, viel hij dood neer. De anderen waren diep bedroefd dat één van hen ontrouw geworden was, maar toen werd hun moreel gesterkt door een wonderbare gebeurtenis: vanuit de hemel straalde over hen een helder licht. En de bewaker op de oever zag in dit licht veertig kransen neerdalen, die boven de hoofden van de 39 overgeblevenen bleven rusten. Alleen de 40e krans bleef onzeker in de lucht wachten. Vol verbazing keek deze Aglaios daarnaar en toen drong tot hem door dat de 40e kroon bestemd was geweest voor die ene soldaat die het opgegeven had. Dit inzicht bracht een ommekeer bij hem teweeg. Hij maakte de rest van de wacht wakker, vertelde wat hij had gezien en riep toen uit: ‘lk ben ook christen!’ Hij bad om kracht en om geteld te mogen worden bij die andere gekroonden, toen wierp hij zijn kleren weg en voegde zich bij de lijdende massa in het water.
De volgende morgen liet de woedende Agrikolaos de martelaren uit het water halen, gaf bevel hun de benen te breken, ze te verbranden en de resten in de rivier te werpen zodat ze weggevaagd zouden zijn. De beenderen werden echter in een bocht van de rivier aan land gespoeld, en in een droom werd de bisschop gewaarschuwd waar ze te vinden waren. Deze relieken werden nu als een kostbare schat door heel het oosten verspreid. We horen van de heilige Basilios dat zijn ouders een deel ervan bezaten en er een kerk voor hadden gebouwd. Dit deed ook zijn zuster, de heilige Makrina, en zijn broer, de heilige Petros van Sebaste. ln de volgende eeuw, in 431, bouwde Melania de Jongere een aan de 40 martelaren gewijde kerk in Palestina. Deze oude getuigenissen bewijzen welk een diepe indruk deze heldhaftige marteldood op de tijdgenoten heeft gemaakt.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-429/
De heilige 40 martelaren van Sebaste. Hun namen luiden Kyrion‚ Kandidos‚ Domnos, Hesychios, Herakleios, Smaragdos‚ Eunoikos, Valens, Vivianos, Klaudios‚ Priskos, Theodoulos, Eutychios, Johannes, Xantheas‚ Hellanos, Sisinios, Angios, Ætlos, Flavlos, Akakios, Ekdiklos, Lysimachos‚ Alexandros, Elias, Gorgonios, Theofilos, Dometianos, Galos‚ Leontios, Athanasios Kyrillos‚ Sakerdos, NikoIaos‚ Valerios, Filoktimon, Severianos, Chudion, Aglaios en Meliton. Zij waren afkomstig uit verschillende landen, maar allen Romeinse soldaten, ten dienste van stadhouder Agrikolaos voor de provincie Pontos van Kappadocië. Hun regiment had zich onderscheiden door dapperheid en opofferingsgezindheid, maar zij waren christenen, en keizer Likinios (308- 323) wilde een einde maken aan deze groepering, die zich terzijde opstelde van het openbare leven van de monolithische staat en daarom als een gevaar werd gezien voor het absolute staatsgezag. Daarom kreeg Agrikolaos de opdracht met alle ten dienste staande middelen dit passief verzet te doorbreken. Hij deed dit door hun, wanneer ze gewillig waren, de allermooiste promoties voor ogen te stellen, en toen deze geen indruk maakten, hen allerlei kwellingen aan te doen.
Maar de groep bleef standvastig‚ vooral geleid door de aansporingen van Kyrion en het gemeenschappelijk gebed, wanneer ze ‘s nachts met rust werden gelaten. Tenslotte werden zij veroordeeld om naakt in het bevriezende meer van Sebaste te moeten staan tot zij zich gewonnen gaven: dan wachtte hun op de oever een warm bad.
Bereidwillig gingen zij erheen en ontkleedden zich in de snerpende kou, en herinnerden elkaar eraan hoe Christus naakt had moeten sterven aan het kruis. Streng is de winter, maar zoet het paradijs. Laten we in één lijdensnacht de eeuwige vreugden verwerven.
Maar de in het lichaam binnendringende koude veroorzaakte helse pijnen en te middernacht kon één uit de groep het niet langer verdragen. Hij strompelde naar de oever en begaf zich naar het vuur, maar zijn krachten waren reeds te zeer uitgeput en voordat hij het bad bereikte, viel hij dood neer. De anderen waren diep bedroefd dat één van hen ontrouw geworden was, maar toen werd hun moreel gesterkt door een wonderbare gebeurtenis: vanuit de hemel straalde over hen een helder licht. En de bewaker op de oever zag in dit licht veertig kransen neerdalen, die boven de hoofden van de 39 overgeblevenen bleven rusten. Alleen de 40e krans bleef onzeker in de lucht wachten. Vol verbazing keek deze Aglaios daarnaar en toen drong tot hem door dat de 40e kroon bestemd was geweest voor die ene soldaat die het opgegeven had. Dit inzicht bracht een ommekeer bij hem teweeg. Hij maakte de rest van de wacht wakker, vertelde wat hij had gezien en riep toen uit: ‘lk ben ook christen!’ Hij bad om kracht en om geteld te mogen worden bij die andere gekroonden, toen wierp hij zijn kleren weg en voegde zich bij de lijdende massa in het water.
De volgende morgen liet de woedende Agrikolaos de martelaren uit het water halen, gaf bevel hun de benen te breken, ze te verbranden en de resten in de rivier te werpen zodat ze weggevaagd zouden zijn. De beenderen werden echter in een bocht van de rivier aan land gespoeld, en in een droom werd de bisschop gewaarschuwd waar ze te vinden waren. Deze relieken werden nu als een kostbare schat door heel het oosten verspreid. We horen van de heilige Basilios dat zijn ouders een deel ervan bezaten en er een kerk voor hadden gebouwd. Dit deed ook zijn zuster, de heilige Makrina, en zijn broer, de heilige Petros van Sebaste. ln de volgende eeuw, in 431, bouwde Melania de Jongere een aan de 40 martelaren gewijde kerk in Palestina. Deze oude getuigenissen bewijzen welk een diepe indruk deze heldhaftige marteldood op de tijdgenoten heeft gemaakt.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-429/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
10 maart
De heilige Michaël Mavroudis uit Agraf, nieuwe martelaar, was een bakker in Thessalonika. Hij voelde zich getrokken tot het monniksleven, maar hij was nu eenmaal getrouwd. Het kwam echter wel tot uiting in zijn levenswijze: hij bezocht vaak de kerk, deed zoveel mogelijk diensten mee, en gaf graag aan de armen. Eens vroeg een Turks jongetje hem over het christengeloof en daardoor kwam hij erover aan de praat. Toen andere Turken hem begonnen uit te schelden, raakte Michaël verhit; hij sprak vrijmoedig over Christus en zei dat de moslims alleen maar door dwang hun geloof konden handhaven. Dit werd aangebracht en hij werd toen gevangen genomen en voor de rechter gebracht. Met allerlei mishandelingen werd hij geprest om de islam aan te nemen. Toen hij dit bleef weigeren, werd hij veroordeeld om verbrand te worden. Het lijkt niet waarschijnlijk dat hij de martelaarsakten zou kennen van de heilige Ignatios de Godsdrager uit de allereerste christentijd, en daarom is het des te opmerkelijker hoe het antwoord dat hij gaf, geleek op dat van lgnatios: ‘Ik verlang ernaar om een offer te worden voor mijn Heer, om gebakken te worden tot een kostelijk brood op het Altaar van de Heilige Drie-eenheid, en om te worden tot een welriekend wierook- offer’. Zo stierf hij in 1544.
De heilige Markianos, Kaios en Alexandros uit Eumenia, die geleden hebben onder Marcus Aurelius in Apamea aan de Meander-rivier, tegen het einde van de 3e eeuw. Het land werd toen beheerst door de montanisten, die zichzelf zagen als profeten, hoog verheven boven het gewone volk.
De heilige Hymelin, een Ierse priester, keerde terug van een pelgrimstocht uit Rome en werd onderweg door de pest getroffen. Totaal uitgeput van de koorts zonk hij neer op een bank in het stadje Vissenaeken in Brabant. Het dienstmeisje van de priester van het stadje keerde juist terug van de bron met een kruik water en zag hem daar zitten. Hij smeekte haar hem te laten drinken, want hij verging van de dorst, maar zij antwoordde dat het haar ten strengste verboden was iemand de kruik te laten aanraken, wegens het besmettingsgevaar van de heersende pest. Maar zij bood hem aan om naar de pastorie te komen, waar hij goed zou worden onthaald. Hymelin klaagde dat hij te ziek was om nog een stap te kunnen doen: ‘Laat me alsjeblieft wat drinken, want ik verbrand van de dorst’. Het meisje zag hoe ziek hij was, ze kon niet langer weerstand bieden en reikte hem de kruik.
Daarna bracht zij de kruik, die zij zo goed mogelijk had schoongeveegd, naar haar meester. Deze verlangde ook naar een koele dronk, nam een teug en riep in uiterste verbazing: ‘Je hebt me wijn gebracht, geen water!’ Zij vertelde wat er was gebeurd en hij haastte zich naar de zieke, bracht hem naar zijn eigen bed en verpleegde hem tot hij gestorven was. Toen begonnen de klokken van de kerk vanzelf te luiden met ijle, lieflijke tonen, en Hymelin werd als een heilige in de kerk begraven. Dit gebeurde in de 8e eeuw, en nog altijd komen op zijn sterfdag groepen pelgrims zijn graf vereren.
De heilige Theosba was de jonge vrouw van de heilige Gregorios van Nyssa (beiden ook gevierd op 10 januari), een van de grote leraren der kerk. Hun verbintenis was een schoolvoorbeeld van een gelukkig christelijk huwelijk, maar hun vriend Gregorios van Nazianze (de Theoloog) wist hen ervan te overtuigen dat in die moeilijke tijd de kerk volledig moest kunnen beschikken over zulk een waardevolle kracht als Gregorios was. Theosba trok zich toen in de eenzaamheid terug opdat haar man tot bisschop kon worden gewijd. Later werd zij zelf diakones gewijd en werd zij medewerkster van de heilige Gregorios van Nazianze, die uitvoerig haar lof bezongen heeft. Zij is gestorven rond 380.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-430/
De heilige Michaël Mavroudis uit Agraf, nieuwe martelaar, was een bakker in Thessalonika. Hij voelde zich getrokken tot het monniksleven, maar hij was nu eenmaal getrouwd. Het kwam echter wel tot uiting in zijn levenswijze: hij bezocht vaak de kerk, deed zoveel mogelijk diensten mee, en gaf graag aan de armen. Eens vroeg een Turks jongetje hem over het christengeloof en daardoor kwam hij erover aan de praat. Toen andere Turken hem begonnen uit te schelden, raakte Michaël verhit; hij sprak vrijmoedig over Christus en zei dat de moslims alleen maar door dwang hun geloof konden handhaven. Dit werd aangebracht en hij werd toen gevangen genomen en voor de rechter gebracht. Met allerlei mishandelingen werd hij geprest om de islam aan te nemen. Toen hij dit bleef weigeren, werd hij veroordeeld om verbrand te worden. Het lijkt niet waarschijnlijk dat hij de martelaarsakten zou kennen van de heilige Ignatios de Godsdrager uit de allereerste christentijd, en daarom is het des te opmerkelijker hoe het antwoord dat hij gaf, geleek op dat van lgnatios: ‘Ik verlang ernaar om een offer te worden voor mijn Heer, om gebakken te worden tot een kostelijk brood op het Altaar van de Heilige Drie-eenheid, en om te worden tot een welriekend wierook- offer’. Zo stierf hij in 1544.
De heilige Markianos, Kaios en Alexandros uit Eumenia, die geleden hebben onder Marcus Aurelius in Apamea aan de Meander-rivier, tegen het einde van de 3e eeuw. Het land werd toen beheerst door de montanisten, die zichzelf zagen als profeten, hoog verheven boven het gewone volk.
De heilige Hymelin, een Ierse priester, keerde terug van een pelgrimstocht uit Rome en werd onderweg door de pest getroffen. Totaal uitgeput van de koorts zonk hij neer op een bank in het stadje Vissenaeken in Brabant. Het dienstmeisje van de priester van het stadje keerde juist terug van de bron met een kruik water en zag hem daar zitten. Hij smeekte haar hem te laten drinken, want hij verging van de dorst, maar zij antwoordde dat het haar ten strengste verboden was iemand de kruik te laten aanraken, wegens het besmettingsgevaar van de heersende pest. Maar zij bood hem aan om naar de pastorie te komen, waar hij goed zou worden onthaald. Hymelin klaagde dat hij te ziek was om nog een stap te kunnen doen: ‘Laat me alsjeblieft wat drinken, want ik verbrand van de dorst’. Het meisje zag hoe ziek hij was, ze kon niet langer weerstand bieden en reikte hem de kruik.
Daarna bracht zij de kruik, die zij zo goed mogelijk had schoongeveegd, naar haar meester. Deze verlangde ook naar een koele dronk, nam een teug en riep in uiterste verbazing: ‘Je hebt me wijn gebracht, geen water!’ Zij vertelde wat er was gebeurd en hij haastte zich naar de zieke, bracht hem naar zijn eigen bed en verpleegde hem tot hij gestorven was. Toen begonnen de klokken van de kerk vanzelf te luiden met ijle, lieflijke tonen, en Hymelin werd als een heilige in de kerk begraven. Dit gebeurde in de 8e eeuw, en nog altijd komen op zijn sterfdag groepen pelgrims zijn graf vereren.
De heilige Theosba was de jonge vrouw van de heilige Gregorios van Nyssa (beiden ook gevierd op 10 januari), een van de grote leraren der kerk. Hun verbintenis was een schoolvoorbeeld van een gelukkig christelijk huwelijk, maar hun vriend Gregorios van Nazianze (de Theoloog) wist hen ervan te overtuigen dat in die moeilijke tijd de kerk volledig moest kunnen beschikken over zulk een waardevolle kracht als Gregorios was. Theosba trok zich toen in de eenzaamheid terug opdat haar man tot bisschop kon worden gewijd. Later werd zij zelf diakones gewijd en werd zij medewerkster van de heilige Gregorios van Nazianze, die uitvoerig haar lof bezongen heeft. Zij is gestorven rond 380.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-430/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
11 maart
De heilige priester Pionios, de vrijgelatene Sabina en Asklepiades werden gevangen genomen nadat zij de gedachtenis hadden gevierd van de heilige Polykarpos, de beroemde bisschop-martelaar van Smyrna. Pionios was een geleerd en welsprekend man, levendig van geest en met weinig geduld voor dwazen. Voor de rechtbank raakte hij dan ook in levendig twistgesprek met het volk en werd toen gewaarschuwd niet zo luidruchtig te zijn. Omdat hij zich op geen enkele manier liet intimideren, werd hij tot de vuurdood veroordeeld, in 250. Met hem leden ook nog Makedonia en Linos.
De heilige Vincentius, abt van het Claudius-klooster in Portugal, met zijn prior Ramirus en twaalf van zijn monniken. Zij werden ter dood gebracht door de ariaanse Sueven, die samen met de Vandalen en Alanen Spanje overmeesterd hadden. Hij werd beschuldigd van minachting tegenover de wet die tegen de orthodoxe christenen was gemaakt. Toen zij de Godheid beleden van Jezus Christus, werden zij hevig geslagen en daarna weer in de gevangenis geworpen. De volgende dag werd hun de schedel gekliefd, in 555.
De heilige Eulogius behoorde tot de aanzienlijkste familie van Cordova, dat toen de hoofdstad was van het door de Moren bezette Spanje. De moslims stonden de christenen toe om volgens hun godsdienst te leven, maar eisten daarvoor hoge betaling. En het was hun op doodstraf verboden bekeerlingen te maken.
Eulogius werd leraar aan de hogeschool van Cordova en ontving de priesterwijding. In het jaar 850 begonnen de overheersers een ware vervolging in de stad. De bisschop en alle geestelijken, en ook andere christenen werden gevangen gezet. Twee jonge vrouwen, Flora en Maria, werden gedood, de anderen werden na een week weer vrijgelaten. Later werd de vervolging veel heviger en vele christenen werden gedood. Eulogius schreef de geschiedenis van hun martelaarschap. Hij verdedigde deze titel tegen sommigen die het wilden bestrijden omdat er geen wonderen gebeurden zoals bij de oude martelaren, omdat ze niet langdurig gefolterd waren of omdat ze niet gedood waren door heidenen maar door moslims, die de ene, ware God aanbidden.
Toen de aartsbisschop van Toledo gestorven was, liet men het oog vallen op Eulogius als zijn opvolger. Deze had echter een moslim-meisje dat christen was geworden, in verschillende huizen verborgen gehouden. Tenslotte werden zij beiden gegrepen en onthoofd, in 859.
De heilige Lucrecia (Leocirtia) was een jong meisje uit moslim-ouders, maar door haar nicht Liliosa tot Christus gebracht. Toen haar ouders het bemerkten, probeerden ze haar met geweld tot de islam terug te brengen en zij werd zo slecht behandeld dat ze de vlucht nam. De priester van Cordova, de heilige Eulogius, wiens gedachtenis we vandaag ook vieren, bracht haar onder bij zijn zuster Amilone, die de geloften had afgelegd en in haar eigen huis een kloosterleven leidde.
De nasporingen van haar ouders noodzaakten Lucrecia herhaalde malen van verblijfplaats te veranderen. Dikwijls bracht ze de nacht door in een of andere kerk, waar ze uitrustte op een grafzerk en zich door bidden en vasten voorbereidde op het martelaarschap. Tenslotte werd ze ontdekt en gearresteerd met de heilige Eulogius.
De priester werd ter dood veroordeeld omdat hij een meisje had onttrokken aan het gezag van haar ouders om er een christin van te maken. Toen het meisje standvastig bleef in haar geloof, werd zij enkele dagen later onthoofd.
Heilige Theodora, vorstin van Epiros
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-431/
De heilige priester Pionios, de vrijgelatene Sabina en Asklepiades werden gevangen genomen nadat zij de gedachtenis hadden gevierd van de heilige Polykarpos, de beroemde bisschop-martelaar van Smyrna. Pionios was een geleerd en welsprekend man, levendig van geest en met weinig geduld voor dwazen. Voor de rechtbank raakte hij dan ook in levendig twistgesprek met het volk en werd toen gewaarschuwd niet zo luidruchtig te zijn. Omdat hij zich op geen enkele manier liet intimideren, werd hij tot de vuurdood veroordeeld, in 250. Met hem leden ook nog Makedonia en Linos.
De heilige Vincentius, abt van het Claudius-klooster in Portugal, met zijn prior Ramirus en twaalf van zijn monniken. Zij werden ter dood gebracht door de ariaanse Sueven, die samen met de Vandalen en Alanen Spanje overmeesterd hadden. Hij werd beschuldigd van minachting tegenover de wet die tegen de orthodoxe christenen was gemaakt. Toen zij de Godheid beleden van Jezus Christus, werden zij hevig geslagen en daarna weer in de gevangenis geworpen. De volgende dag werd hun de schedel gekliefd, in 555.
De heilige Eulogius behoorde tot de aanzienlijkste familie van Cordova, dat toen de hoofdstad was van het door de Moren bezette Spanje. De moslims stonden de christenen toe om volgens hun godsdienst te leven, maar eisten daarvoor hoge betaling. En het was hun op doodstraf verboden bekeerlingen te maken.
Eulogius werd leraar aan de hogeschool van Cordova en ontving de priesterwijding. In het jaar 850 begonnen de overheersers een ware vervolging in de stad. De bisschop en alle geestelijken, en ook andere christenen werden gevangen gezet. Twee jonge vrouwen, Flora en Maria, werden gedood, de anderen werden na een week weer vrijgelaten. Later werd de vervolging veel heviger en vele christenen werden gedood. Eulogius schreef de geschiedenis van hun martelaarschap. Hij verdedigde deze titel tegen sommigen die het wilden bestrijden omdat er geen wonderen gebeurden zoals bij de oude martelaren, omdat ze niet langdurig gefolterd waren of omdat ze niet gedood waren door heidenen maar door moslims, die de ene, ware God aanbidden.
Toen de aartsbisschop van Toledo gestorven was, liet men het oog vallen op Eulogius als zijn opvolger. Deze had echter een moslim-meisje dat christen was geworden, in verschillende huizen verborgen gehouden. Tenslotte werden zij beiden gegrepen en onthoofd, in 859.
De heilige Lucrecia (Leocirtia) was een jong meisje uit moslim-ouders, maar door haar nicht Liliosa tot Christus gebracht. Toen haar ouders het bemerkten, probeerden ze haar met geweld tot de islam terug te brengen en zij werd zo slecht behandeld dat ze de vlucht nam. De priester van Cordova, de heilige Eulogius, wiens gedachtenis we vandaag ook vieren, bracht haar onder bij zijn zuster Amilone, die de geloften had afgelegd en in haar eigen huis een kloosterleven leidde.
De nasporingen van haar ouders noodzaakten Lucrecia herhaalde malen van verblijfplaats te veranderen. Dikwijls bracht ze de nacht door in een of andere kerk, waar ze uitrustte op een grafzerk en zich door bidden en vasten voorbereidde op het martelaarschap. Tenslotte werd ze ontdekt en gearresteerd met de heilige Eulogius.
De priester werd ter dood veroordeeld omdat hij een meisje had onttrokken aan het gezag van haar ouders om er een christin van te maken. Toen het meisje standvastig bleef in haar geloof, werd zij enkele dagen later onthoofd.
Heilige Theodora, vorstin van Epiros
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-431/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
12 maart
De heilige Theofanes van de Sigrianisberg, was in Constantinopel geboren in 760, uit een voornaam geslacht. Na de dood van zijn ouders werd hij opgevoed aan het hof van keizer Konstantinos Kopronymos, die ook een vrouw voor hem zocht. Hun huwelijk duurde echter niet lang, want toen Theofanes 20 jaar oud was, stelde hij zijn vrouw het monastieke ideaal zo duidelijk voor ogen dat ook zij enthousiast werd en haar leven daarnaar wilde inrichten.
Zij lieten toen hun slaven vrij en stelden heel hun vermogen in handen van instellingen van liefdadigheid. Zij trad in een klooster op de vorsten-eilanden in de Zee van Marmora, en hij vestigde zich als kluizenaar bij het dorp Polychronion op de Sigrianisberg. Later stichtte hij daar een van zijn kloosters, en hij was er gedurende 27 jaar abt. Hij hield zich vooral bezig met het copiëren van de heilige boeken en schreef ook een geschiedkundige verhandeling over de jaren 285 tot 813. Tegen zijn 50e jaar kreeg hij ernstig last van nierstenen, zodat hij bedlegerig werd.
Om de verering van de iconen werd hij naar Constantinopel geroepen en daar gevangen gezet. Na twee jaar werd het vonnis uitgesproken: verbanning naar Samothrake. Hij leed weer aan de kwaal die hem toen hij 50 jaar was reeds op de rand van het graf had gebracht, en de moeizame reis had hem zozeer verzwakt dat hij reeds enkele weken later stierf, in 818.
De heilige Petros, Gorgonios en Dorotheos waren officieren aan het hof. Diokletiaan ontdekte dat Petros een christen was toen deze hem zijn wreedheid tegenover de christenen verweet, en hij liet hem sadistisch martelen. Gorgonios en Dorotheos riepen verontwaardigd: ‘Waarom laat u alleen Petros martelen voor wat wij allen in ons hart belijden?’ Toen liet de keizer hen ombrengen‚ samen met Migdo, een priester, Maxima en vele andere christenen van Nikomedië. Petros werd eindeloos gegeseld en op allerlei manieren gemarteld en tenslotte langzaam verbrand. De anderen werden na hun marteling opgehangen, in 302.
De heilige Hereswide, koningin van Oost-Engeland, was de vrouw van koning Annas. Drie van de dochters uit dit voorbeeldige gezin zijn eveneens heilig verklaard. Toen Annas gestorven was, voelde Hereswide zich vrij van haar verplichtingen. Ze ging naar Frankrijk en nam de sluier aan in de abdij van Chelles, dichtbij Parijs. Ook daar was zij een voorbeeld voor allen door haar zachtmoedigheid, haar geduld in alle beproevingen en haar liefde voor de ascese. Zo is zij in vrede overgegaan naar de Heer.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Maximilianus te Rome; en de priester Egdunos met nog zeven anderen te Nikomedië, die telkens de een na de ander gewurgd zijn.
De heilige Maximilianos was de zoon van een Romeins soldaat. Toen hij 21 jaar was, moest hij ingeschreven worden in het leger, maar hij weigerde dit om de afgodendienst waarmee het verbonden was. ‘Ik ben soldaat van Jezus Christus’, zei hij, ‘en ik wil geen dienst aanvaarden die mij noodzaakt Hem te beledigen. Ge kunt mij het leven ontnemen, en dan verlaat ik de aarde, maar mijn ziel zal dan in de hemel leven bij Hem, mijn goede Meester’. En hij vroeg aan zijn vader om aan de beul het nieuwe soldatenkleed te geven dat hij voor hem had laten maken. Toen werd hij onthoofd, in 296. En zijn vader was trots op zijn zoon en hij dankte God Die hem in staat had gesteld zulk een geschenk aan te bieden aan de hemel.
Gregorius de Grote, paus van Rome.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-432/
De heilige Theofanes van de Sigrianisberg, was in Constantinopel geboren in 760, uit een voornaam geslacht. Na de dood van zijn ouders werd hij opgevoed aan het hof van keizer Konstantinos Kopronymos, die ook een vrouw voor hem zocht. Hun huwelijk duurde echter niet lang, want toen Theofanes 20 jaar oud was, stelde hij zijn vrouw het monastieke ideaal zo duidelijk voor ogen dat ook zij enthousiast werd en haar leven daarnaar wilde inrichten.
Zij lieten toen hun slaven vrij en stelden heel hun vermogen in handen van instellingen van liefdadigheid. Zij trad in een klooster op de vorsten-eilanden in de Zee van Marmora, en hij vestigde zich als kluizenaar bij het dorp Polychronion op de Sigrianisberg. Later stichtte hij daar een van zijn kloosters, en hij was er gedurende 27 jaar abt. Hij hield zich vooral bezig met het copiëren van de heilige boeken en schreef ook een geschiedkundige verhandeling over de jaren 285 tot 813. Tegen zijn 50e jaar kreeg hij ernstig last van nierstenen, zodat hij bedlegerig werd.
Om de verering van de iconen werd hij naar Constantinopel geroepen en daar gevangen gezet. Na twee jaar werd het vonnis uitgesproken: verbanning naar Samothrake. Hij leed weer aan de kwaal die hem toen hij 50 jaar was reeds op de rand van het graf had gebracht, en de moeizame reis had hem zozeer verzwakt dat hij reeds enkele weken later stierf, in 818.
De heilige Petros, Gorgonios en Dorotheos waren officieren aan het hof. Diokletiaan ontdekte dat Petros een christen was toen deze hem zijn wreedheid tegenover de christenen verweet, en hij liet hem sadistisch martelen. Gorgonios en Dorotheos riepen verontwaardigd: ‘Waarom laat u alleen Petros martelen voor wat wij allen in ons hart belijden?’ Toen liet de keizer hen ombrengen‚ samen met Migdo, een priester, Maxima en vele andere christenen van Nikomedië. Petros werd eindeloos gegeseld en op allerlei manieren gemarteld en tenslotte langzaam verbrand. De anderen werden na hun marteling opgehangen, in 302.
De heilige Hereswide, koningin van Oost-Engeland, was de vrouw van koning Annas. Drie van de dochters uit dit voorbeeldige gezin zijn eveneens heilig verklaard. Toen Annas gestorven was, voelde Hereswide zich vrij van haar verplichtingen. Ze ging naar Frankrijk en nam de sluier aan in de abdij van Chelles, dichtbij Parijs. Ook daar was zij een voorbeeld voor allen door haar zachtmoedigheid, haar geduld in alle beproevingen en haar liefde voor de ascese. Zo is zij in vrede overgegaan naar de Heer.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Maximilianus te Rome; en de priester Egdunos met nog zeven anderen te Nikomedië, die telkens de een na de ander gewurgd zijn.
De heilige Maximilianos was de zoon van een Romeins soldaat. Toen hij 21 jaar was, moest hij ingeschreven worden in het leger, maar hij weigerde dit om de afgodendienst waarmee het verbonden was. ‘Ik ben soldaat van Jezus Christus’, zei hij, ‘en ik wil geen dienst aanvaarden die mij noodzaakt Hem te beledigen. Ge kunt mij het leven ontnemen, en dan verlaat ik de aarde, maar mijn ziel zal dan in de hemel leven bij Hem, mijn goede Meester’. En hij vroeg aan zijn vader om aan de beul het nieuwe soldatenkleed te geven dat hij voor hem had laten maken. Toen werd hij onthoofd, in 296. En zijn vader was trots op zijn zoon en hij dankte God Die hem in staat had gesteld zulk een geschenk aan te bieden aan de hemel.
Gregorius de Grote, paus van Rome.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-432/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
13 maart
De heilige Ansewinus, bisschop van Camerino in Toscanië, zijn geboorteplaats. Nadat hij priester was gewijd, trok hij zich in de eenzaamheid terug als kluizenaar. Maar hij werd daaruit weggeroepen om de biechtvader te zijn van keizer Lodewijk. In 822 werd hij tot bisschop benoemd van Camerino. Hij bestuurde zijn diocees met grote wijsheid en door zijn vooruitziende maatregelen hielp hij de bewoners door een tijd van grote hongersnood heen. Er was een sterke liefdesband gegroeid tussen hem en zijn kudde, en toen hij op reis dodelijk ziek werd, werd hij verteerd door angst dat hij de zijnen niet terug zou zien. Zo ziek als hij was, liet hij zich op een paard zetten en boven zijn laatste krachten uit kwam hij naar Camerino. Hij had nog net de tijd om zijn haastig samengestroomde kudde de laatste zegen te geven voor hij overleed, in 840.
De heilige Gerald, een Engelsman die bisschop werd in Ierland nadat hij eerst monnik en abt was geweest in Lindisfarne. Zelf stichtte hij toen nog een mannen- en een vrouwenklooster, waarvan zijn zuster Segretia abdis werd. Hij is gestorven in 732.
De heilige Mochoëmoc, abt van Liathmor, was een kloosterkind. Hij stichtte het naar hem genoemde klooster dat door zijn heilig leven zulk een vlucht nam dat er een stad ontstond van dezelfde naam. Hij is gestorven in 655.
De heilige Kennoqua was het enig kind van rijke ouders. Als erfdochter was zij dus een veel gevraagde partij, ook al door haar zacht en bescheiden karakter. Maar zij wilde zich geheel wijden aan de dienst van God en trad daarom in het klooster in het graafschap Fife. Haar innig gebedsleven maakte haar tot een sterke religieuze persoonlijkheid en er gebeurden wonderlijke dingen in antwoord op haar gebed. Zij bereikte een hoge leeftijd en is gestorven in 1007.
De heilige Ruderick, priester van Cabra (bij Cordova) en Salomon, inwoner van die stad, ten tijde van de Moorse overheersing. Ruderick had twee broers, waarvan de ene moslim geworden was, en die zulk een ruzie met elkander hadden dat het op moord en doodslag uitliep. Ruderick wierp zich tussen de vechtenden maar kreeg van beide kanten zulke klappen dat hij bewusteloos neerviel. De moslim liet zijn bewusteloze broer in een draagkoets de stad ronddragen, terwijl hij er zelf naast liep en aan ieder die het maar horen wilde, vertelde dat zijn broer de priester, nu ook moslim geworden was, dus dat hij zich nergens voor hoefde te schamen. Toen Ruderick weer tot zichzelf kwam, wist hij te ontsnappen en ging naar zijn huis.
Toen hij gewoon als christen verder leefde, werd Ruderick voor de kadi gebracht, die hem beschuldigde van afvalligheid van de islam. Rudericks verontwaardigd protest werd niet geloofd en om hem tot andere gedachten te brengen werd hij in de smerigste gevangenis geworpen die bestemd was voor vadermoordenaars. Daar trof hij Salomon, een christen die van hetzelfde delict beschuldigd was. Zij vonden steun aan elkander om vol te houden, en werden daarom van elkaar gescheiden, maar dit had niet het gewenste resultaat. Tenslotte werden beiden onthoofd in 857.
Christina
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Alexander, priester in Makedonië, onthoofd in 310; Christina, gedood in Perzië, 4e eeuw; Afrikanos, Publios en Terentios, gemarteld en onthoofd, 3e eeuw; Sabinos (Abibos), verdronken in Egypte in 287; Makedonios met zijn vrouw Patricia en zijn dochter Modesta te Nikomedië; en Theusetas met zijn zoon Horres, Theodora, Nymfodora, Markos en Arabia, die verbrand zijn te Nicea.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-433/
De heilige Ansewinus, bisschop van Camerino in Toscanië, zijn geboorteplaats. Nadat hij priester was gewijd, trok hij zich in de eenzaamheid terug als kluizenaar. Maar hij werd daaruit weggeroepen om de biechtvader te zijn van keizer Lodewijk. In 822 werd hij tot bisschop benoemd van Camerino. Hij bestuurde zijn diocees met grote wijsheid en door zijn vooruitziende maatregelen hielp hij de bewoners door een tijd van grote hongersnood heen. Er was een sterke liefdesband gegroeid tussen hem en zijn kudde, en toen hij op reis dodelijk ziek werd, werd hij verteerd door angst dat hij de zijnen niet terug zou zien. Zo ziek als hij was, liet hij zich op een paard zetten en boven zijn laatste krachten uit kwam hij naar Camerino. Hij had nog net de tijd om zijn haastig samengestroomde kudde de laatste zegen te geven voor hij overleed, in 840.
De heilige Gerald, een Engelsman die bisschop werd in Ierland nadat hij eerst monnik en abt was geweest in Lindisfarne. Zelf stichtte hij toen nog een mannen- en een vrouwenklooster, waarvan zijn zuster Segretia abdis werd. Hij is gestorven in 732.
De heilige Mochoëmoc, abt van Liathmor, was een kloosterkind. Hij stichtte het naar hem genoemde klooster dat door zijn heilig leven zulk een vlucht nam dat er een stad ontstond van dezelfde naam. Hij is gestorven in 655.
De heilige Kennoqua was het enig kind van rijke ouders. Als erfdochter was zij dus een veel gevraagde partij, ook al door haar zacht en bescheiden karakter. Maar zij wilde zich geheel wijden aan de dienst van God en trad daarom in het klooster in het graafschap Fife. Haar innig gebedsleven maakte haar tot een sterke religieuze persoonlijkheid en er gebeurden wonderlijke dingen in antwoord op haar gebed. Zij bereikte een hoge leeftijd en is gestorven in 1007.
De heilige Ruderick, priester van Cabra (bij Cordova) en Salomon, inwoner van die stad, ten tijde van de Moorse overheersing. Ruderick had twee broers, waarvan de ene moslim geworden was, en die zulk een ruzie met elkander hadden dat het op moord en doodslag uitliep. Ruderick wierp zich tussen de vechtenden maar kreeg van beide kanten zulke klappen dat hij bewusteloos neerviel. De moslim liet zijn bewusteloze broer in een draagkoets de stad ronddragen, terwijl hij er zelf naast liep en aan ieder die het maar horen wilde, vertelde dat zijn broer de priester, nu ook moslim geworden was, dus dat hij zich nergens voor hoefde te schamen. Toen Ruderick weer tot zichzelf kwam, wist hij te ontsnappen en ging naar zijn huis.
Toen hij gewoon als christen verder leefde, werd Ruderick voor de kadi gebracht, die hem beschuldigde van afvalligheid van de islam. Rudericks verontwaardigd protest werd niet geloofd en om hem tot andere gedachten te brengen werd hij in de smerigste gevangenis geworpen die bestemd was voor vadermoordenaars. Daar trof hij Salomon, een christen die van hetzelfde delict beschuldigd was. Zij vonden steun aan elkander om vol te houden, en werden daarom van elkaar gescheiden, maar dit had niet het gewenste resultaat. Tenslotte werden beiden onthoofd in 857.
Christina
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Alexander, priester in Makedonië, onthoofd in 310; Christina, gedood in Perzië, 4e eeuw; Afrikanos, Publios en Terentios, gemarteld en onthoofd, 3e eeuw; Sabinos (Abibos), verdronken in Egypte in 287; Makedonios met zijn vrouw Patricia en zijn dochter Modesta te Nikomedië; en Theusetas met zijn zoon Horres, Theodora, Nymfodora, Markos en Arabia, die verbrand zijn te Nicea.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-433/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
14 maart
De heilige Rostislav (Michaël), grootvorst van Smolensk, won de liefde van zijn volk door zijn edelmoedig optreden. Bij volksstemming werd hij daardoor ook vorst van Kiev. Hij is daar gestorven in 1168.
De heilige Theognostos, metropoliet van Kiev en Moskou (1328-1353), van Griekse afkomst, heeft als raadgever van de vorsten van Moskou veel goed tot stand kunnen brengen door zijn wijs inzicht en zijn hoogstaand geestelijk leven. Ook aan het hof van de khan kreeg hij veel gedaan tot verlichting van de drukkende lasten die moesten worden opgebracht. Onder zijn bestuur werden verwoeste kerken weer hersteld en verschillende nieuwe kerken gebouwd.
De heilige keizerin Mathilda was een afstammelinge van de beroemde Saksen- koning Widukind die zo lang weerstand had geboden aan Karel de Grote. Zij werd opgevoed door haar grootmoeder Hedwig, de abdis van Erfurt. Op jonge leeftijd huwde zij Hendrik de Vogelaar, hertog van Saksen, die later tot keizer van Duitsland gekozen werd. De beide echtgenoten waren elkander zeer toegedaan, maar als keizer was Hendrik het grootste deel van de tijd bezet met oorlog voeren. Zijn voornaamste overwinning behaalde hij op de Hongaren die steeds in het zuiden binnenvielen, plunderend en vernielend, terwijl zij hele scharen van de bevolking als slaven meevoerden. Hendrik verzamelde zijn troepen op de Keuschberg, zo geheten omdat er geen vrouwen toegelaten werden, daar hij zich met heel zijn troep ernstig aan het gebed wijdde. Toen trokken zij op achter een groot vaandel van Michaël, de hemelse legeraanvoerder, en na moorddadige gevechten hadden zij de overhand. Na de overwinning werd een grote dankdienst gehouden. Talrijke slaven werden bevrijd en konden naar hun gezin terugkeren, en tijdens het leven van Hendrik durfden de Hongaarse horden niet meer het land binnen te vallen.
Het keizerlijk paar was eensgezind in hun streven naar een werkelijk christelijk bestuur met rechtvaardige wetten die gericht waren op het welzijn van het volk. Mathilda besteedde veel tijd aan het gebed, zij leefde sober en was vrijgevig in liefdadigheid; altijd opgewekt in de omgang en blijmoedig wijdde zij zich aan elke taak die door de omstandigheden werd vereist.
Zij had echter weinig geluk met de opvoeding van haar drie zonen. Nadat Hendrik gestorven was, werd hij opgevolgd door zijn oudste zoon. Deze keerde zich tegen zijn moeder, beschuldigde haar ervan dat zij het staatsgeld had verkwist in liefdadigheid, en verbande haar uit het keizerlijk paleis. Toen zijn broer, die de eigenlijke aanstichter hiertoe was geweest, gevaarlijk ziek werd, kreeg hij angst. Hij riep zijn moeder terug en vroeg vergeving voor zijn ondankbaar gedrag. Maar zijn bestuur was zo misdadig dat Mathilda het niet kon verdragen. Tevergeefs poogde zij het lot van de vele slachtoffers van zijn bewind te verbeteren, en zij trok zich terug in de abdij van Nordhausen die zij had gebouwd, en waar drieduizend zusters leefden.
De rest van haar dagen waren gevuld met tranen en gebed, zo zegt de kroniek. Maar zij mocht nog de dochter van de nieuwe keizer, haar kleindochter, in het klooster ontvangen en opvoeden tot haar opvolgster. Typerend voor die tijd is haar sterfbed. Zij biechtte bij de aartsbisschop van Mainz, haar kleinzoon, die drie dagen bij haar bleef tot hij terug moest naar zijn werk. Toen het einde nabij was, liet zij alle priesters en monialen, met de abdis, haar kleindochter, bijeenroepen om openlijk haar laatste biecht te spreken, zodat allen voor haar zouden bidden. Toen vroeg ze om in haar kamer de heilige Liturgie te vieren waarbij zij het Lichaam des Heren ontving als bescherming tegen de laatste aanvallen van de duivel. Daarna werden de psalmen en de Evangeliën gelezen, terwijl zij zich op de grond liet leggen op een haren kleed. Zo gaf zij haar ziel aan haar Schepper terug, in 968. Zij werd begraven aan de zijde van haar echtgenoot.
Benedict van Nursia
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-434/
De heilige Rostislav (Michaël), grootvorst van Smolensk, won de liefde van zijn volk door zijn edelmoedig optreden. Bij volksstemming werd hij daardoor ook vorst van Kiev. Hij is daar gestorven in 1168.
De heilige Theognostos, metropoliet van Kiev en Moskou (1328-1353), van Griekse afkomst, heeft als raadgever van de vorsten van Moskou veel goed tot stand kunnen brengen door zijn wijs inzicht en zijn hoogstaand geestelijk leven. Ook aan het hof van de khan kreeg hij veel gedaan tot verlichting van de drukkende lasten die moesten worden opgebracht. Onder zijn bestuur werden verwoeste kerken weer hersteld en verschillende nieuwe kerken gebouwd.
De heilige keizerin Mathilda was een afstammelinge van de beroemde Saksen- koning Widukind die zo lang weerstand had geboden aan Karel de Grote. Zij werd opgevoed door haar grootmoeder Hedwig, de abdis van Erfurt. Op jonge leeftijd huwde zij Hendrik de Vogelaar, hertog van Saksen, die later tot keizer van Duitsland gekozen werd. De beide echtgenoten waren elkander zeer toegedaan, maar als keizer was Hendrik het grootste deel van de tijd bezet met oorlog voeren. Zijn voornaamste overwinning behaalde hij op de Hongaren die steeds in het zuiden binnenvielen, plunderend en vernielend, terwijl zij hele scharen van de bevolking als slaven meevoerden. Hendrik verzamelde zijn troepen op de Keuschberg, zo geheten omdat er geen vrouwen toegelaten werden, daar hij zich met heel zijn troep ernstig aan het gebed wijdde. Toen trokken zij op achter een groot vaandel van Michaël, de hemelse legeraanvoerder, en na moorddadige gevechten hadden zij de overhand. Na de overwinning werd een grote dankdienst gehouden. Talrijke slaven werden bevrijd en konden naar hun gezin terugkeren, en tijdens het leven van Hendrik durfden de Hongaarse horden niet meer het land binnen te vallen.
Het keizerlijk paar was eensgezind in hun streven naar een werkelijk christelijk bestuur met rechtvaardige wetten die gericht waren op het welzijn van het volk. Mathilda besteedde veel tijd aan het gebed, zij leefde sober en was vrijgevig in liefdadigheid; altijd opgewekt in de omgang en blijmoedig wijdde zij zich aan elke taak die door de omstandigheden werd vereist.
Zij had echter weinig geluk met de opvoeding van haar drie zonen. Nadat Hendrik gestorven was, werd hij opgevolgd door zijn oudste zoon. Deze keerde zich tegen zijn moeder, beschuldigde haar ervan dat zij het staatsgeld had verkwist in liefdadigheid, en verbande haar uit het keizerlijk paleis. Toen zijn broer, die de eigenlijke aanstichter hiertoe was geweest, gevaarlijk ziek werd, kreeg hij angst. Hij riep zijn moeder terug en vroeg vergeving voor zijn ondankbaar gedrag. Maar zijn bestuur was zo misdadig dat Mathilda het niet kon verdragen. Tevergeefs poogde zij het lot van de vele slachtoffers van zijn bewind te verbeteren, en zij trok zich terug in de abdij van Nordhausen die zij had gebouwd, en waar drieduizend zusters leefden.
De rest van haar dagen waren gevuld met tranen en gebed, zo zegt de kroniek. Maar zij mocht nog de dochter van de nieuwe keizer, haar kleindochter, in het klooster ontvangen en opvoeden tot haar opvolgster. Typerend voor die tijd is haar sterfbed. Zij biechtte bij de aartsbisschop van Mainz, haar kleinzoon, die drie dagen bij haar bleef tot hij terug moest naar zijn werk. Toen het einde nabij was, liet zij alle priesters en monialen, met de abdis, haar kleindochter, bijeenroepen om openlijk haar laatste biecht te spreken, zodat allen voor haar zouden bidden. Toen vroeg ze om in haar kamer de heilige Liturgie te vieren waarbij zij het Lichaam des Heren ontving als bescherming tegen de laatste aanvallen van de duivel. Daarna werden de psalmen en de Evangeliën gelezen, terwijl zij zich op de grond liet leggen op een haren kleed. Zo gaf zij haar ziel aan haar Schepper terug, in 968. Zij werd begraven aan de zijde van haar echtgenoot.
Benedict van Nursia
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-434/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
15 maart
De heilige Agapios, Puplios (Pausis), Timolaos, Romulos, Alexandros, Dionysios en nog een Dionysios, waren te Caesarea in Palestina aanwezig bij spelen waar ook christenen gefolterd werden. Toen boeiden zij elkaar de handen en leverden zichzelf zo als christenen uit, ofschoon ze, behalve Agapios, nog slechts ongedoopte jongeren waren. Ze werden gevangen gezet en later, toen alle pogingen om hen tot andere gedachten te brengen waren afgestuit op hun standvastigheid, werden zij met bijlslagen gedood in 303.
De heilige Nikandros, de arts, bezocht in Egypte‚ tijdens de vervolging van Diokletiaan‚ de gevangen christenen en poogde hun ellende te verzachten. Na hun marteldood verzamelde hij hun as en beenderen om die dan eerbiedig te begraven. Het duurde natuurlijk niet lang totdat dit liefdewerk de aandacht trok: hij werd aangeklaagd als christen en toen zelf zwaar gemarteld en ter dood gebracht in 302.
De heilige Manuel van Kreta was in zijn jongensjaren door de Turken gevangen genomen na de opstand van 1770. Hij werd onder dwang besneden en gedachteloos had hij de islam aangenomen. Later kwam hij tot het besef wat hij had gedaan, en hij beleed dat hij bij Christus wilde behoren. Hij werd toen op Chios onthoofd in 1792.
De heilige Zacharias, paus van Rome, was een Griekse geleerde die Rome bezocht. Daar werd hij priester gewijd in de tijd dat de stad in voortdurende alarmtoestand verkeerde wegens de invallen der Lombarden. Zijn voorbeeldig leven, zijn diep menselijk begrip en liefdevolle aandacht wonnen de sympathie van ieder met wie hij in aanraking kwam, en zo gebeurde het dat hij na de dood van Gregorius III in 741 tot diens opvolger gekozen werd als bisschop van Rome. Het was een tijd vol ellende, want de Lombarden hadden zelfs de kerk van de heilige Petros geplunderd, die de Gothen tot nu toe steeds hadden ontzien.
Op uiterst diplomatieke wijze schreef Zacharias nu een hoffelijke brief aan de Lombardenkoning, die daardoor zo getroffen werd dat hij wel onderhandelen wilde met de nieuwe paus. Deze trok, met een aantal van zijn geestelijken naar Terni in Umbrië, waar hij door Luitprand‚ de koning, eveneens met grote hoffelijkheid werd ontvangen. Er werd een verdrag gesloten, de Romeinse gevangenen werden vrijlaten en de ingenomen steden teruggegeven. Met grote plechtigheid werd een bisschop gewijd voor Terni, wat een grote indruk maakte op de Lombarden.
Ook daarna bemiddelde Zacharias bij geschillen in Noord-ltalië, en tenslotte wist hij een vrede te bewerken voor heel Italië, die 20 jaar duurde. Deze tijd gebruikte hij om het kerkelijk leven, dat veel te lijden had onder de voortdurende oorlogstoestand, weer innerlijk te versterken. Tegelijk wendde hij zijn invloed aan om in het Oost-Romeinse rijk de verwoestende invloed van de iconenstrijd tegen te gaan. En in het Noorden steunde hij de missionering van de heilige Bonifatius.
In West-Europa groeide intussen steeds de macht van de hofmeiers onder de Franse koningen. Pepijn zond bisschop Burchard en abt Fulrad als gezanten om te onderzoeken of de paus neutraal zou blijven wanneer hij naar de macht greep. Zacharias, die een sterke steun zocht tegen de Lombarden, ging veel verder dan het verzoek reikte. Hij schreef aan Pepijn ook de kroon niet te weigeren wanneer die hem zou worden aangeboden, en aan de Franse edelen schreef hij wel geen rechtstreekse aansporing om de machteloze Childeric III af te zetten, maar wel dat de kroon toebehoorde aan wie de macht had. Deze mededeling werd als een hemelse goedkeuring beschouwd en in het volgend jaar werd Pepijn gekroond te Soissons door de aartsbisschop van Metz, eveneens Bonifatius geheten. Maar toen was Zacharias juist gestorven op 3 maart 752. Zijn gedachtenis wordt gevierd op de dag van zijn begrafenis.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-435/
De heilige Agapios, Puplios (Pausis), Timolaos, Romulos, Alexandros, Dionysios en nog een Dionysios, waren te Caesarea in Palestina aanwezig bij spelen waar ook christenen gefolterd werden. Toen boeiden zij elkaar de handen en leverden zichzelf zo als christenen uit, ofschoon ze, behalve Agapios, nog slechts ongedoopte jongeren waren. Ze werden gevangen gezet en later, toen alle pogingen om hen tot andere gedachten te brengen waren afgestuit op hun standvastigheid, werden zij met bijlslagen gedood in 303.
De heilige Nikandros, de arts, bezocht in Egypte‚ tijdens de vervolging van Diokletiaan‚ de gevangen christenen en poogde hun ellende te verzachten. Na hun marteldood verzamelde hij hun as en beenderen om die dan eerbiedig te begraven. Het duurde natuurlijk niet lang totdat dit liefdewerk de aandacht trok: hij werd aangeklaagd als christen en toen zelf zwaar gemarteld en ter dood gebracht in 302.
De heilige Manuel van Kreta was in zijn jongensjaren door de Turken gevangen genomen na de opstand van 1770. Hij werd onder dwang besneden en gedachteloos had hij de islam aangenomen. Later kwam hij tot het besef wat hij had gedaan, en hij beleed dat hij bij Christus wilde behoren. Hij werd toen op Chios onthoofd in 1792.
De heilige Zacharias, paus van Rome, was een Griekse geleerde die Rome bezocht. Daar werd hij priester gewijd in de tijd dat de stad in voortdurende alarmtoestand verkeerde wegens de invallen der Lombarden. Zijn voorbeeldig leven, zijn diep menselijk begrip en liefdevolle aandacht wonnen de sympathie van ieder met wie hij in aanraking kwam, en zo gebeurde het dat hij na de dood van Gregorius III in 741 tot diens opvolger gekozen werd als bisschop van Rome. Het was een tijd vol ellende, want de Lombarden hadden zelfs de kerk van de heilige Petros geplunderd, die de Gothen tot nu toe steeds hadden ontzien.
Op uiterst diplomatieke wijze schreef Zacharias nu een hoffelijke brief aan de Lombardenkoning, die daardoor zo getroffen werd dat hij wel onderhandelen wilde met de nieuwe paus. Deze trok, met een aantal van zijn geestelijken naar Terni in Umbrië, waar hij door Luitprand‚ de koning, eveneens met grote hoffelijkheid werd ontvangen. Er werd een verdrag gesloten, de Romeinse gevangenen werden vrijlaten en de ingenomen steden teruggegeven. Met grote plechtigheid werd een bisschop gewijd voor Terni, wat een grote indruk maakte op de Lombarden.
Ook daarna bemiddelde Zacharias bij geschillen in Noord-ltalië, en tenslotte wist hij een vrede te bewerken voor heel Italië, die 20 jaar duurde. Deze tijd gebruikte hij om het kerkelijk leven, dat veel te lijden had onder de voortdurende oorlogstoestand, weer innerlijk te versterken. Tegelijk wendde hij zijn invloed aan om in het Oost-Romeinse rijk de verwoestende invloed van de iconenstrijd tegen te gaan. En in het Noorden steunde hij de missionering van de heilige Bonifatius.
In West-Europa groeide intussen steeds de macht van de hofmeiers onder de Franse koningen. Pepijn zond bisschop Burchard en abt Fulrad als gezanten om te onderzoeken of de paus neutraal zou blijven wanneer hij naar de macht greep. Zacharias, die een sterke steun zocht tegen de Lombarden, ging veel verder dan het verzoek reikte. Hij schreef aan Pepijn ook de kroon niet te weigeren wanneer die hem zou worden aangeboden, en aan de Franse edelen schreef hij wel geen rechtstreekse aansporing om de machteloze Childeric III af te zetten, maar wel dat de kroon toebehoorde aan wie de macht had. Deze mededeling werd als een hemelse goedkeuring beschouwd en in het volgend jaar werd Pepijn gekroond te Soissons door de aartsbisschop van Metz, eveneens Bonifatius geheten. Maar toen was Zacharias juist gestorven op 3 maart 752. Zijn gedachtenis wordt gevierd op de dag van zijn begrafenis.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-435/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
16 maart
De heilige Abraham en Maria. Abraham was de enige zoon van schatrijke ouders, die leefden te Chidama in Mesopotamië. Zijn vader vond voor hem een mooi meisje waarmee hij met grote praal trouwde. Hij had nu alles wat de wereld kon geven: rijkdom, een hoge positie, een geliefde, maar innerlijk bleef hij onbevredigd. In hem groeide de onweerstaanbare overtuiging dat alleen God deze leegte kon vullen, en dat de enige werkelijke voldoening was: Hem te dienen met de grootst mogelijke volmaaktheid. Daarom verliet hij op een nacht heimelijk het huis en verborg zich in de woestijn.
Weken later werd hij daar gevonden, maar niets kon hem overhalen om met zijn ouders en zijn bruid terug te keren. Hij had een hutje gevonden waarvan hij de deur deed dichtmetselen. Slechts een vriend kwam hem geregeld brood en water brengen. Toen hij zo twaalf jaar geleefd had, stierven zijn ouders en lieten hem een enorm bezit na. Hij vertrouwde het aan zijn vrienden toe dit alles te gelde te maken en de opbrengst aan de armen te geven.
In de buurt lag een heidens dorp dat tot dan toe hardnekkig weerstand had geboden aan alle missioneringspogingen. De bisschop van Edessa dacht nu dat het misschien zou lukken wanneer een heilige daar kwam preken. Hij kwam naar Abraham en verplichtte hem onder gehoorzaamheid dit op zich te nemen en daartoe wijdde hij hem priester. Abraham bouwde toen een kerkje bij het dorp en toen er niemand naar hem wilde luisteren bracht hij de nachten door in vlammend gebed voor hun bekering. Dit vuur greep hem ook aan om hun afgodenbeelden omver te werpen. Toen liepen de inwoners te hoop en sloegen op hem los tot hij zich niet meer kon bewegen en zich pas in de nacht naar zijn hut kon slepen. Maar Abraham gaf de moed niet op. Telkens keerde hij naar het dorp terug, ook al werd hij steeds opnieuw met stokken en stenen eruit gejaagd.
Dit duurde zo drie jaren. Toen begon langzamerhand de mening van het dorp te veranderen, en zodra de mensen eenmaal werkelijk naar hem begonnen te luisteren, vereerden ze hem al spoedig als een apostel der waarheid. Nog een jaar hield Abraham zijn onderricht vol, tot zij in het geloof bevestigd waren, daarna vertrouwde hij hen toe aan de bisschop en hij keerde terug naar zijn cel.
Toen overkwam hem een nieuw avontuur. Zijn nichtje, Maria, een meisje van zeven jaar, was wees geworden, zonder middelen van bestaan. Ze werd bij hem gebracht als haar enige familielid. Abraham liet een kamer bouwen naast zijn eigen hut en verzorgde het meisje, dat opgroeide tot een jonge vrouw. Een jongeman uit de buurt vatte een hevige hartstocht voor haar op, schaakte haar, nam haar mee naar een andere stad en liet haar in de steek. Zij leidde nu het leven van een gevallen vrouw in Assos. Dit kwam tenslotte haar oom ter ore, die overal naar haar had laten informeren, en die dag en nacht bad en boete deed voor haar redding. Hij kwam tot het besluit dat hij er persoonlijk op af moest gaan.
Abraham sloopte de muur van zijn kluis, verwisselde zijn monnikshabijt voor een soldatenpak en ging naar Assos. Hij huurde een woning naast het bordeel waar Maria verbleef en probeerde met haar in contact te komen. Daarom ging hij er op bezoek, bestelde een maaltijd en vroeg of zij met hem mee at. Zwaar opgemaakt kwam ze bij hem zitten, zij at en dronk en lachte luidruchtig terwijl Abraham steeds stiller werd en tenslotte zijn tranen niet meer kon bedwingen toen hij haar in deze toestand zag. Zij kuste hem en zag toen plotseling dat ernstige, zo intens treurige gelaat. Er werd een herinnering in haar wakker en ze begon te huilen. De herbergier vroeg verbaasd wat haar mankeerde, ze was immers in die twee jaar zo luchthartig en vrolijk geweest. Maar zij zag opnieuw die tranen van Abraham en riep: ‘Mijn God, was ik maar drie jaar geleden dood gegaan! Als ik hem zie, moet ik weer denken aan mijn lieve oude oom in de woestijn, en hoe onschuldig ik toen was en hoe ik toen echte blijdschap bezat’.
Toen stuurde Abraham de man de kamer uit, deed zijn kap af, vatte haar handen en zei: ‘Maria, mijn kind!’ Toen zij hem herkende, versteende zij. En hij klaagde: ‘Waarom heb je het me niet gezegd toen je in verzoeking kwam, we zouden de hemel met gebeden en tranen hebben bestormd om je te bevrijden. Waarom heb je me in de steek gelaten en deze ondraaglijke zielenangst over me gebracht?’ Maar ze bleef sidderend en dodelijk verschrikt zitten en zei geen woord. Hij bleef haar vasthouden: ‘Mijn eigen Maria, wil je niet eens tegen me spreken?’ en hij schudde van het snikken. Toen begon hij opnieuw: ‘Jouw zonde zal op mij rusten, mijn kind, ik zal er verantwoording voor afleggen tegenover God op de oordeelsdag. Ik zal boete doen en alles verdragen om je zonde uit te wissen, maar kom terug, mijn kind’.
Eindelijk barstte zij los: ‘Ik durf u niet eens in het gezicht te zien, oom, hoe kan ik dan tot God roepen nu ik Hem zo beledigd heb?’ Maar weer zei hij: ‘lk zal de last van je zonden dragen, Maria, laat het op mij drukken’. Toen viel ze schreiend neer en hield zijn voeten vast en beloofde terug te gaan. Hij hielp haar overeind en vroeg haar om meteen te vluchten. Zo kwamen ze bij de kluis en nu gaf hij Maria de binnenste cel en betrok zelf de buitenste. En zij beweende haar verleden met bittere tranen en zo leefden zij nog tien jaar tot hij in vreugdevolle gerustheid kon sterven na haar oprechte bekering. Hij stierf tegen het einde van de 6e eeuw, 70 jaar oud.
Maria leefde nog vijf jaar na de dood van haar oom en God werkte wonderen door haar gebeden, zodat zij troost vond voor de smart van haar ziel omdat God haar overtredingen had uitgewist wegens haar intens berouw.
Christodoelos van Patmos
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-436/
De heilige Abraham en Maria. Abraham was de enige zoon van schatrijke ouders, die leefden te Chidama in Mesopotamië. Zijn vader vond voor hem een mooi meisje waarmee hij met grote praal trouwde. Hij had nu alles wat de wereld kon geven: rijkdom, een hoge positie, een geliefde, maar innerlijk bleef hij onbevredigd. In hem groeide de onweerstaanbare overtuiging dat alleen God deze leegte kon vullen, en dat de enige werkelijke voldoening was: Hem te dienen met de grootst mogelijke volmaaktheid. Daarom verliet hij op een nacht heimelijk het huis en verborg zich in de woestijn.
Weken later werd hij daar gevonden, maar niets kon hem overhalen om met zijn ouders en zijn bruid terug te keren. Hij had een hutje gevonden waarvan hij de deur deed dichtmetselen. Slechts een vriend kwam hem geregeld brood en water brengen. Toen hij zo twaalf jaar geleefd had, stierven zijn ouders en lieten hem een enorm bezit na. Hij vertrouwde het aan zijn vrienden toe dit alles te gelde te maken en de opbrengst aan de armen te geven.
In de buurt lag een heidens dorp dat tot dan toe hardnekkig weerstand had geboden aan alle missioneringspogingen. De bisschop van Edessa dacht nu dat het misschien zou lukken wanneer een heilige daar kwam preken. Hij kwam naar Abraham en verplichtte hem onder gehoorzaamheid dit op zich te nemen en daartoe wijdde hij hem priester. Abraham bouwde toen een kerkje bij het dorp en toen er niemand naar hem wilde luisteren bracht hij de nachten door in vlammend gebed voor hun bekering. Dit vuur greep hem ook aan om hun afgodenbeelden omver te werpen. Toen liepen de inwoners te hoop en sloegen op hem los tot hij zich niet meer kon bewegen en zich pas in de nacht naar zijn hut kon slepen. Maar Abraham gaf de moed niet op. Telkens keerde hij naar het dorp terug, ook al werd hij steeds opnieuw met stokken en stenen eruit gejaagd.
Dit duurde zo drie jaren. Toen begon langzamerhand de mening van het dorp te veranderen, en zodra de mensen eenmaal werkelijk naar hem begonnen te luisteren, vereerden ze hem al spoedig als een apostel der waarheid. Nog een jaar hield Abraham zijn onderricht vol, tot zij in het geloof bevestigd waren, daarna vertrouwde hij hen toe aan de bisschop en hij keerde terug naar zijn cel.
Toen overkwam hem een nieuw avontuur. Zijn nichtje, Maria, een meisje van zeven jaar, was wees geworden, zonder middelen van bestaan. Ze werd bij hem gebracht als haar enige familielid. Abraham liet een kamer bouwen naast zijn eigen hut en verzorgde het meisje, dat opgroeide tot een jonge vrouw. Een jongeman uit de buurt vatte een hevige hartstocht voor haar op, schaakte haar, nam haar mee naar een andere stad en liet haar in de steek. Zij leidde nu het leven van een gevallen vrouw in Assos. Dit kwam tenslotte haar oom ter ore, die overal naar haar had laten informeren, en die dag en nacht bad en boete deed voor haar redding. Hij kwam tot het besluit dat hij er persoonlijk op af moest gaan.
Abraham sloopte de muur van zijn kluis, verwisselde zijn monnikshabijt voor een soldatenpak en ging naar Assos. Hij huurde een woning naast het bordeel waar Maria verbleef en probeerde met haar in contact te komen. Daarom ging hij er op bezoek, bestelde een maaltijd en vroeg of zij met hem mee at. Zwaar opgemaakt kwam ze bij hem zitten, zij at en dronk en lachte luidruchtig terwijl Abraham steeds stiller werd en tenslotte zijn tranen niet meer kon bedwingen toen hij haar in deze toestand zag. Zij kuste hem en zag toen plotseling dat ernstige, zo intens treurige gelaat. Er werd een herinnering in haar wakker en ze begon te huilen. De herbergier vroeg verbaasd wat haar mankeerde, ze was immers in die twee jaar zo luchthartig en vrolijk geweest. Maar zij zag opnieuw die tranen van Abraham en riep: ‘Mijn God, was ik maar drie jaar geleden dood gegaan! Als ik hem zie, moet ik weer denken aan mijn lieve oude oom in de woestijn, en hoe onschuldig ik toen was en hoe ik toen echte blijdschap bezat’.
Toen stuurde Abraham de man de kamer uit, deed zijn kap af, vatte haar handen en zei: ‘Maria, mijn kind!’ Toen zij hem herkende, versteende zij. En hij klaagde: ‘Waarom heb je het me niet gezegd toen je in verzoeking kwam, we zouden de hemel met gebeden en tranen hebben bestormd om je te bevrijden. Waarom heb je me in de steek gelaten en deze ondraaglijke zielenangst over me gebracht?’ Maar ze bleef sidderend en dodelijk verschrikt zitten en zei geen woord. Hij bleef haar vasthouden: ‘Mijn eigen Maria, wil je niet eens tegen me spreken?’ en hij schudde van het snikken. Toen begon hij opnieuw: ‘Jouw zonde zal op mij rusten, mijn kind, ik zal er verantwoording voor afleggen tegenover God op de oordeelsdag. Ik zal boete doen en alles verdragen om je zonde uit te wissen, maar kom terug, mijn kind’.
Eindelijk barstte zij los: ‘Ik durf u niet eens in het gezicht te zien, oom, hoe kan ik dan tot God roepen nu ik Hem zo beledigd heb?’ Maar weer zei hij: ‘lk zal de last van je zonden dragen, Maria, laat het op mij drukken’. Toen viel ze schreiend neer en hield zijn voeten vast en beloofde terug te gaan. Hij hielp haar overeind en vroeg haar om meteen te vluchten. Zo kwamen ze bij de kluis en nu gaf hij Maria de binnenste cel en betrok zelf de buitenste. En zij beweende haar verleden met bittere tranen en zo leefden zij nog tien jaar tot hij in vreugdevolle gerustheid kon sterven na haar oprechte bekering. Hij stierf tegen het einde van de 6e eeuw, 70 jaar oud.
Maria leefde nog vijf jaar na de dood van haar oom en God werkte wonderen door haar gebeden, zodat zij troost vond voor de smart van haar ziel omdat God haar overtredingen had uitgewist wegens haar intens berouw.
Christodoelos van Patmos
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-436/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
17 maart
De heilige Alexios, de Mens Gods, was geboren in Rome rond 360, als zoon van een senator. Op wens van zijn ouders trouwde hij met een nicht van de keizer, maar op de dag van de bruiloft overviel hem zulk een verlangen naar het zonder enige beperking op God gerichte leven dat hij de feestelijke menigte van het huis ontvluchtte, waarschijnlijk zonder een bepaald doel. Aan de kade zag hij een schip dat op het punt stond te vertrekken; hij had juist genoeg geld bij zich om de passage te betalen en hij kwam geheel berooid in Edessa aan.
Daar leefde hij 17 jaar als bedelaar in het voorportaal van de kerk, waar hij ‘s zondags de heilige communie ontving. De aalmoezen die men hem gaf om zijn eerbiedwekkend voorkomen, deelde hij weer uit aan minder fortuinlijke armen. Men begon hem dan ook gebeden te vragen en toen er een opvallende gebedsverhoring plaatsgreep, begon men met ontzag over hem te spreken en hem eer te bewijzen.
Dit was geheel tegen zijn bedoelingen en opnieuw nam hij de vlucht. Hij vond een kapitein die hem mee wilde nemen naar het niet zo ver verwijderde Tarsos, maar het schip kwam in langdurig noodweer terecht, waardoor het ver werd meegesleept over de Middellandse Zee, en tenslotte met zware averij een Italiaanse haven binnenliep, dezelfde plaats waar hij was uitgevaren.
Hij was zich er goed van bewust hoeveel leed hij bezorgd had aan zijn ouders en zijn jonge vrouw, maar hij had het als een onontkoombare plicht gezien de roepstem van Christus ogenblikkelijk te volgen, omdat hij het later misschien niet meer zou kunnen opbrengen. Hij had het voorbeeld van de apostelen, die ook hun vader en hun schip met de netten, en hun vrouw en eventuele kinderen in de steek lieten toen Christus hen vroeg met Hem mee te gaan. Dat hij nu in zijn vaderstad geland was, zag hij als een aanwijzing van God om zijn ouderlijk huis op te zoeken.
Maar daarom nam hij ook het feit dat hij na zoveel jaren niet herkend werd als een aanwijzing dat hij zijn bedelaarsleven moest voortzetten. Wel vroeg hij een plaatsje bij zijn ouderlijk huis, of misschien had de medelijdende moeder hem het hutje in de tuin als onderkomen aangeboden, toen ze hoorde dat hij geen thuis bezat. Ook hier won hij de sympathie, elke dag werd hem een maaltijd gebracht, maar die deelde hij weer uit aan anderen, en voor zichzelf hield hij slechts een minimum aan brood en wat drinkwater.
Zo leefde hij daar nog twintig jaren, en zijn aanwezigheid was waarschijnlijk toch een troost voor de twee eenzame vrouwen, zijn moeder en zijn echtgenote. En toen hij tenslotte kalm en zacht overleed, in het jaar 411, liet hij een brief na waarin hij zich bekend maakte en zijn leven beschreef. Zijn levensloop maakte grote indruk op de gewone mensen, die in een warm familieverband leven. Zij oefenden geen kritiek, maar zagen in hem zichtbaar geworden de grote kracht waarmee God iemand tot zich kan trekken, op een wijze die de natuurlijke mogelijkheden te boven gaat, en zij noemden hem daarom met een eretitel: de Man Gods.
De heilige Marinos was christen van geboorte. Bij een heidens feest dat op een duidelijke duivelsaanbidding uitliep, werd hij zo verontwaardigd dat hij het offeraltaar omver wierp terwijl hij riep dat een christen zoiets niet kon verdragen.
Vanzelfsprekend kwam hierop een woedende reactie van de verzamelde menigte en Marinos werd meer dood dan levend naar de streekbestuurder gesleurd. Daar moest hij nog vele kwellingen ondergaan en tenslotte werd hij onthoofd.
De heilige Paulos, een monnik op Cyprus, werd tijdens de iconenstrijd gevangen genomen en bij zijn rechtszaak voor de keuze gesteld om op een voor hem neergelegde kruisigingsicoon te trappen of de pijnbank te verduren. Toen knielde Paulos neer, kuste de icoon van zijn Meester, terwijl hij riep: ‘Moge mij dat nooit overkomen, Heer Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, dat ik Uw heilige afbeelding zou vertrappen!’ Hij werd toen afschuwelijk gemarteld en tenslotte levend verbrand, in 760.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-437/
De heilige Alexios, de Mens Gods, was geboren in Rome rond 360, als zoon van een senator. Op wens van zijn ouders trouwde hij met een nicht van de keizer, maar op de dag van de bruiloft overviel hem zulk een verlangen naar het zonder enige beperking op God gerichte leven dat hij de feestelijke menigte van het huis ontvluchtte, waarschijnlijk zonder een bepaald doel. Aan de kade zag hij een schip dat op het punt stond te vertrekken; hij had juist genoeg geld bij zich om de passage te betalen en hij kwam geheel berooid in Edessa aan.
Daar leefde hij 17 jaar als bedelaar in het voorportaal van de kerk, waar hij ‘s zondags de heilige communie ontving. De aalmoezen die men hem gaf om zijn eerbiedwekkend voorkomen, deelde hij weer uit aan minder fortuinlijke armen. Men begon hem dan ook gebeden te vragen en toen er een opvallende gebedsverhoring plaatsgreep, begon men met ontzag over hem te spreken en hem eer te bewijzen.
Dit was geheel tegen zijn bedoelingen en opnieuw nam hij de vlucht. Hij vond een kapitein die hem mee wilde nemen naar het niet zo ver verwijderde Tarsos, maar het schip kwam in langdurig noodweer terecht, waardoor het ver werd meegesleept over de Middellandse Zee, en tenslotte met zware averij een Italiaanse haven binnenliep, dezelfde plaats waar hij was uitgevaren.
Hij was zich er goed van bewust hoeveel leed hij bezorgd had aan zijn ouders en zijn jonge vrouw, maar hij had het als een onontkoombare plicht gezien de roepstem van Christus ogenblikkelijk te volgen, omdat hij het later misschien niet meer zou kunnen opbrengen. Hij had het voorbeeld van de apostelen, die ook hun vader en hun schip met de netten, en hun vrouw en eventuele kinderen in de steek lieten toen Christus hen vroeg met Hem mee te gaan. Dat hij nu in zijn vaderstad geland was, zag hij als een aanwijzing van God om zijn ouderlijk huis op te zoeken.
Maar daarom nam hij ook het feit dat hij na zoveel jaren niet herkend werd als een aanwijzing dat hij zijn bedelaarsleven moest voortzetten. Wel vroeg hij een plaatsje bij zijn ouderlijk huis, of misschien had de medelijdende moeder hem het hutje in de tuin als onderkomen aangeboden, toen ze hoorde dat hij geen thuis bezat. Ook hier won hij de sympathie, elke dag werd hem een maaltijd gebracht, maar die deelde hij weer uit aan anderen, en voor zichzelf hield hij slechts een minimum aan brood en wat drinkwater.
Zo leefde hij daar nog twintig jaren, en zijn aanwezigheid was waarschijnlijk toch een troost voor de twee eenzame vrouwen, zijn moeder en zijn echtgenote. En toen hij tenslotte kalm en zacht overleed, in het jaar 411, liet hij een brief na waarin hij zich bekend maakte en zijn leven beschreef. Zijn levensloop maakte grote indruk op de gewone mensen, die in een warm familieverband leven. Zij oefenden geen kritiek, maar zagen in hem zichtbaar geworden de grote kracht waarmee God iemand tot zich kan trekken, op een wijze die de natuurlijke mogelijkheden te boven gaat, en zij noemden hem daarom met een eretitel: de Man Gods.
De heilige Marinos was christen van geboorte. Bij een heidens feest dat op een duidelijke duivelsaanbidding uitliep, werd hij zo verontwaardigd dat hij het offeraltaar omver wierp terwijl hij riep dat een christen zoiets niet kon verdragen.
Vanzelfsprekend kwam hierop een woedende reactie van de verzamelde menigte en Marinos werd meer dood dan levend naar de streekbestuurder gesleurd. Daar moest hij nog vele kwellingen ondergaan en tenslotte werd hij onthoofd.
De heilige Paulos, een monnik op Cyprus, werd tijdens de iconenstrijd gevangen genomen en bij zijn rechtszaak voor de keuze gesteld om op een voor hem neergelegde kruisigingsicoon te trappen of de pijnbank te verduren. Toen knielde Paulos neer, kuste de icoon van zijn Meester, terwijl hij riep: ‘Moge mij dat nooit overkomen, Heer Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, dat ik Uw heilige afbeelding zou vertrappen!’ Hij werd toen afschuwelijk gemarteld en tenslotte levend verbrand, in 760.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-437/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
18 maart
De heilige Wahan, wiens naam ‘schild’ betekent, leefde van 700 tot 737. In zijn tijd lag Armenië onder Arabisch bewind. De militaire commandant nodigde in 704 de Armeense regeringsleiders uit voor een bespreking. Hij liet ze bijeenkomen in een kerk en stak deze toen arglistig in brand. De gezinnen van de bestuurders werden als slaven naar Damaskos gezonden, waar de zetel van het emiraat gevestigd was.
Onder hen bevond zich de 4-jarige Wahan, het zoontje van de bestuurder van de Goght’n. Hij werd door de Arabieren Wahab genoemd en werd opgeleid samen met de jonge islamitische edelen. De talentvolle jongen blonk uit boven de anderen, en na zijn opleiding werd hij kanselier van het emiraat. Hij was nu moslim, maar wist dat hij als een adellijke Armeense christen geboren was.
ln 719 werden vele christenen, op verzoek van de heilige Johannes van Odzoen in vrijheid gesteld. Ook Wahan kreeg verlof om orde op zaken te stellen in het district van zijn vader, maar hij moest beloven naar Damaskos terug te keren. Doch toen de emir reeds het volgende jaar stierf, achtte Wahan zich van zijn gelofte ontslagen. Hij keerde terug naar het christendom, huwde met een Armeense en nam het bestuur van Goght’n in handen.
De nieuwe emir zond hem echter een verzoek om naar Damaskus terug te keren. Wahan wilde niet opnieuw moslim worden, en met een groep van 20 ruiters ging hij op reis naar Griekenland. Zonder echter zijn vrouw in te lichten, opdat zij niet lastig gevallen zou worden omdat haar man als een afvallige zou worden beschouwd. Zij ging verontwaardigd naar haar vader, de bestuurder van het buurdistrict. Deze ontdekte de voortvluchtige groep en beval Wahan terug te keren. Wahan legde de stand van zaken uit, dat hij door de emir gezocht werd, en dat daarom zijn verblijf in Armenië levensgevaarlijk was voor hem en voor ieder die hem onderdak zou verlenen. Toen verzocht en kreeg hij vrijheid van handelen.
Nu volgde een zwerversbestaan. Wahan trok zich zoveel mogelijk uit de bewoonde wereld terug en trok als bedelaar van het ene klooster naar het andere in Armenië en Grusië. Hij bleef overal slechts korte tijd om te vermijden dat zijn gastheren in moeilijkheden zouden geraken wanneer hij ooit ondekt werd.
Toen hij zo vijf jaar had rondgezworven, viel hem dit leven te zwaar. Hij hoorde dat de tegenwoordige emir een tamelijk goedmoedig man was en hij besloot naar hem toe te gaan en om genade te vragen en verlof om als christen te mogen leven. De emir sprak hem inderdaad goedgunstig toe en beloofde hem de prinselijke status wanneer hij maar zijn geloof zou opgeven. Toen Wahan standvastig weigerde ging de emir over tot dreigementen en hij liet hem door de beul de stad rondleiden onder voortdurende bedreiging met het zwaard, waarmee deze hem zelfs een diepe nekwond toebracht. Wahan werd echter steeds onverzettelijker, en tenslotte werd hij ter dood gebracht op maandag 18 maart 737. Hij werd begraven door Syrische christenen en de Syrische bisschop liet een gedenksteen op zijn graf plaatsen.
De heilige Tetricius, bisschop van Langres, evenals zijn vader. Zijn broer was u Gregorius van Tours, de bekende geschiedschrijver. Tetricius bestuurde zijn diocees met diepe wijsheid en hij was een stralend licht van geleerdheid en echte Godskennis. Hij is gestorven in 572.
De heilige Edward, koning van Engeland, werd reeds op 13-jarige leeftijd tot opvolger op de troon gekozen, als eerste zoon van de overleden koning Edgar. Deze was echter tweemaal getrouwd geweest en de tweede vrouw, de stiefmoeder van Edward, wenste dat haar eigen zoon zou opvolgen. Zij zocht naar middelen om Edward uit de weg te ruimen ten bate van haar zoon Ethelred, en in 979, toen Edward zeventien geworden was, zag zij haar kans schoon. Op een jachtpartij kwam hij even bij haar uitblazen en wat drinken, zonder zijn gezelschap, en zij liet hem toen door een van haar mannen doodsteken. Hij was dus geen martelaar voor Christus, maar hij was een werkelijk goede jongen, die ongerecht op wrede en verraderlijke wijze was gedood. Het volk betreurde hem ten zeerste, noemde hem een heilige en beschouwde hem als een martelaar. Er gebeurden wonderen aan zijn graf en zelfs zijn kwaadaardige stiefmoeder kreeg berouw en trok zich terug in een klooster om boete te doen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-438/
De heilige Wahan, wiens naam ‘schild’ betekent, leefde van 700 tot 737. In zijn tijd lag Armenië onder Arabisch bewind. De militaire commandant nodigde in 704 de Armeense regeringsleiders uit voor een bespreking. Hij liet ze bijeenkomen in een kerk en stak deze toen arglistig in brand. De gezinnen van de bestuurders werden als slaven naar Damaskos gezonden, waar de zetel van het emiraat gevestigd was.
Onder hen bevond zich de 4-jarige Wahan, het zoontje van de bestuurder van de Goght’n. Hij werd door de Arabieren Wahab genoemd en werd opgeleid samen met de jonge islamitische edelen. De talentvolle jongen blonk uit boven de anderen, en na zijn opleiding werd hij kanselier van het emiraat. Hij was nu moslim, maar wist dat hij als een adellijke Armeense christen geboren was.
ln 719 werden vele christenen, op verzoek van de heilige Johannes van Odzoen in vrijheid gesteld. Ook Wahan kreeg verlof om orde op zaken te stellen in het district van zijn vader, maar hij moest beloven naar Damaskos terug te keren. Doch toen de emir reeds het volgende jaar stierf, achtte Wahan zich van zijn gelofte ontslagen. Hij keerde terug naar het christendom, huwde met een Armeense en nam het bestuur van Goght’n in handen.
De nieuwe emir zond hem echter een verzoek om naar Damaskus terug te keren. Wahan wilde niet opnieuw moslim worden, en met een groep van 20 ruiters ging hij op reis naar Griekenland. Zonder echter zijn vrouw in te lichten, opdat zij niet lastig gevallen zou worden omdat haar man als een afvallige zou worden beschouwd. Zij ging verontwaardigd naar haar vader, de bestuurder van het buurdistrict. Deze ontdekte de voortvluchtige groep en beval Wahan terug te keren. Wahan legde de stand van zaken uit, dat hij door de emir gezocht werd, en dat daarom zijn verblijf in Armenië levensgevaarlijk was voor hem en voor ieder die hem onderdak zou verlenen. Toen verzocht en kreeg hij vrijheid van handelen.
Nu volgde een zwerversbestaan. Wahan trok zich zoveel mogelijk uit de bewoonde wereld terug en trok als bedelaar van het ene klooster naar het andere in Armenië en Grusië. Hij bleef overal slechts korte tijd om te vermijden dat zijn gastheren in moeilijkheden zouden geraken wanneer hij ooit ondekt werd.
Toen hij zo vijf jaar had rondgezworven, viel hem dit leven te zwaar. Hij hoorde dat de tegenwoordige emir een tamelijk goedmoedig man was en hij besloot naar hem toe te gaan en om genade te vragen en verlof om als christen te mogen leven. De emir sprak hem inderdaad goedgunstig toe en beloofde hem de prinselijke status wanneer hij maar zijn geloof zou opgeven. Toen Wahan standvastig weigerde ging de emir over tot dreigementen en hij liet hem door de beul de stad rondleiden onder voortdurende bedreiging met het zwaard, waarmee deze hem zelfs een diepe nekwond toebracht. Wahan werd echter steeds onverzettelijker, en tenslotte werd hij ter dood gebracht op maandag 18 maart 737. Hij werd begraven door Syrische christenen en de Syrische bisschop liet een gedenksteen op zijn graf plaatsen.
De heilige Tetricius, bisschop van Langres, evenals zijn vader. Zijn broer was u Gregorius van Tours, de bekende geschiedschrijver. Tetricius bestuurde zijn diocees met diepe wijsheid en hij was een stralend licht van geleerdheid en echte Godskennis. Hij is gestorven in 572.
De heilige Edward, koning van Engeland, werd reeds op 13-jarige leeftijd tot opvolger op de troon gekozen, als eerste zoon van de overleden koning Edgar. Deze was echter tweemaal getrouwd geweest en de tweede vrouw, de stiefmoeder van Edward, wenste dat haar eigen zoon zou opvolgen. Zij zocht naar middelen om Edward uit de weg te ruimen ten bate van haar zoon Ethelred, en in 979, toen Edward zeventien geworden was, zag zij haar kans schoon. Op een jachtpartij kwam hij even bij haar uitblazen en wat drinken, zonder zijn gezelschap, en zij liet hem toen door een van haar mannen doodsteken. Hij was dus geen martelaar voor Christus, maar hij was een werkelijk goede jongen, die ongerecht op wrede en verraderlijke wijze was gedood. Het volk betreurde hem ten zeerste, noemde hem een heilige en beschouwde hem als een martelaar. Er gebeurden wonderen aan zijn graf en zelfs zijn kwaadaardige stiefmoeder kreeg berouw en trok zich terug in een klooster om boete te doen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-438/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
19 maart
De heilige lnnokentios, uit een bojarengezin, werd monnik in het Kyrillo-Bjelozerski-klooster. Hij was een geestelijk kind van de heilige Nil Sorski, en begeleidde hem op diens pelgrimsreizen. Zo bezocht hij ook de Athos. In Rusland teruggekeerd, bouwde hij zich een kluis in een verafgelegen streek aan de Eda-rivier, om zich geheel te wijden aan het inwendig gebed. Maar zoals dat zo vaak gaat: juist dit streven naar eenzaamheid trok anderen aan, voor wie hij zich verantwoordelijk achtte. En zo ontstond het klooster van de verheerlijking van de Verlosser, waar hij ook gestorven is in 1521.
De heilige Pancharios, een jonge christen, won de gunst van keizer Maximiaan, die hem tot zijn secretaris benoemde. Toen zijn moeder en zuster dit hoorden, schreven ze hem dat hij zich toch nooit moest schamen voor Christus, en dat een mens er weinig baat van heeft heel de wereld te winnen als hij daardoor zijn ziel verliest. Pancharios was hierdoor zeer getroffen en hij begon te bidden dat God hem barmhartig mocht zijn en dat hij niet te schande mocht worden tegenover de mensen en de engelen.
Een van zijn rivalen hoorde dit en bracht het over aan de keizer. Die liet hem roepen en vroeg of het waar was dat hij een christen was. Hij probeerde hem over te halen om die godsdienst te verzaken. Toen Pancharios weigerde, liet hij hem geselen en zond hem naar de rechter in Nikomedië. Daar werd hij opnieuw ondervraagd en ter dood veroordeeld, in de 3e eeuw.
De heilige Bassa (Vassa) was de vrouw van de heilige Jona de stichter van het Holenklooster in Pskov, nadat ook zij zich in een klooster had teruggetrokken. Na haar dood, tegen 1473, werd ook zij in een van de grotten van het door haar man gestichte klooster begraven.
De heilge Alkmund behoorde tot de koninklijke familie van Northumbrië. In een reeks van moord en doodslag kwam telkens een ander op de troon. Alkmund was verbannen bij de Picten, waar hij bemind werd om zijn pure onschuld en zijn zachtmoedig karakter in die tijd van gewelddadige barbaarsheid. Maar op bevel van de toen heersende koning werd ook hij vermoord, in 819. Zijn lichaam werd later naar Derby overgebracht en sindsdien geldt hij als de patroonheilige van die stad.
De heilige Demetrios Tornara kwam door zijn werk veel met Turken in aanraking. Vaak werd er dan gesproken over het geloof, want de moslims bezaten een grote bekeringsijver en bij het maken van proselieten waren ze niet kieskeurig wat betreft de te gebruiken middelen. Met veel overtuigingskracht sprak Demetrios dan over de superioriteit van het christendom boven de islam. Bij deze debatten raakten sommigen zo verhit dat zij een aanklacht indienden bij de kadi, dat Demetrios hun geloof beledigd zou hebben (een misdaad waar de doodstraf op stond). Demetrios werd ontboden, ontving een dracht slagen en werd toen voor de keus gesteld om de islam aan te nemen of ter dood gebracht te worden. Toen Demetrios standvastig Christus bleef belijden, werd hij door de Turken onthoofd, in 1564.
De heilige Johannes, abt van Civita-di-Penne, was afkomstig uit Syrië en trok rond, op zoek naar een plaats waar God hem wilde hebben. In Italië, in de buurt van Spoleto, kreeg hij een teken dat hij daar moest blijven. De bisschop werd ervan verwittigd, hij kwam naar Johannes toe en zij herkenden elkaar met grote vreugde als verwante zielen. Weldra kwamen God-zoekers naar Johannes toe en hij bouwde daar een klooster waar hij de rest van zijn leven verbleef. Na 44 jaar ontsliep hij in vrede, in de vierde eeuw. Aan zijn graf gebeurden vele genezingen en het klooster heeft gedurende vele eeuwen stand gehouden.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-439/
Vandaag wordt ook de gedachtenis van Chrysanthus en Daria gevierd. Zie mijn andere topic daarover.
De heilige lnnokentios, uit een bojarengezin, werd monnik in het Kyrillo-Bjelozerski-klooster. Hij was een geestelijk kind van de heilige Nil Sorski, en begeleidde hem op diens pelgrimsreizen. Zo bezocht hij ook de Athos. In Rusland teruggekeerd, bouwde hij zich een kluis in een verafgelegen streek aan de Eda-rivier, om zich geheel te wijden aan het inwendig gebed. Maar zoals dat zo vaak gaat: juist dit streven naar eenzaamheid trok anderen aan, voor wie hij zich verantwoordelijk achtte. En zo ontstond het klooster van de verheerlijking van de Verlosser, waar hij ook gestorven is in 1521.
De heilige Pancharios, een jonge christen, won de gunst van keizer Maximiaan, die hem tot zijn secretaris benoemde. Toen zijn moeder en zuster dit hoorden, schreven ze hem dat hij zich toch nooit moest schamen voor Christus, en dat een mens er weinig baat van heeft heel de wereld te winnen als hij daardoor zijn ziel verliest. Pancharios was hierdoor zeer getroffen en hij begon te bidden dat God hem barmhartig mocht zijn en dat hij niet te schande mocht worden tegenover de mensen en de engelen.
Een van zijn rivalen hoorde dit en bracht het over aan de keizer. Die liet hem roepen en vroeg of het waar was dat hij een christen was. Hij probeerde hem over te halen om die godsdienst te verzaken. Toen Pancharios weigerde, liet hij hem geselen en zond hem naar de rechter in Nikomedië. Daar werd hij opnieuw ondervraagd en ter dood veroordeeld, in de 3e eeuw.
De heilige Bassa (Vassa) was de vrouw van de heilige Jona de stichter van het Holenklooster in Pskov, nadat ook zij zich in een klooster had teruggetrokken. Na haar dood, tegen 1473, werd ook zij in een van de grotten van het door haar man gestichte klooster begraven.
De heilge Alkmund behoorde tot de koninklijke familie van Northumbrië. In een reeks van moord en doodslag kwam telkens een ander op de troon. Alkmund was verbannen bij de Picten, waar hij bemind werd om zijn pure onschuld en zijn zachtmoedig karakter in die tijd van gewelddadige barbaarsheid. Maar op bevel van de toen heersende koning werd ook hij vermoord, in 819. Zijn lichaam werd later naar Derby overgebracht en sindsdien geldt hij als de patroonheilige van die stad.
De heilige Demetrios Tornara kwam door zijn werk veel met Turken in aanraking. Vaak werd er dan gesproken over het geloof, want de moslims bezaten een grote bekeringsijver en bij het maken van proselieten waren ze niet kieskeurig wat betreft de te gebruiken middelen. Met veel overtuigingskracht sprak Demetrios dan over de superioriteit van het christendom boven de islam. Bij deze debatten raakten sommigen zo verhit dat zij een aanklacht indienden bij de kadi, dat Demetrios hun geloof beledigd zou hebben (een misdaad waar de doodstraf op stond). Demetrios werd ontboden, ontving een dracht slagen en werd toen voor de keus gesteld om de islam aan te nemen of ter dood gebracht te worden. Toen Demetrios standvastig Christus bleef belijden, werd hij door de Turken onthoofd, in 1564.
De heilige Johannes, abt van Civita-di-Penne, was afkomstig uit Syrië en trok rond, op zoek naar een plaats waar God hem wilde hebben. In Italië, in de buurt van Spoleto, kreeg hij een teken dat hij daar moest blijven. De bisschop werd ervan verwittigd, hij kwam naar Johannes toe en zij herkenden elkaar met grote vreugde als verwante zielen. Weldra kwamen God-zoekers naar Johannes toe en hij bouwde daar een klooster waar hij de rest van zijn leven verbleef. Na 44 jaar ontsliep hij in vrede, in de vierde eeuw. Aan zijn graf gebeurden vele genezingen en het klooster heeft gedurende vele eeuwen stand gehouden.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-439/
Vandaag wordt ook de gedachtenis van Chrysanthus en Daria gevierd. Zie mijn andere topic daarover.
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
20 maart
De heilige Wulfram, bisschop van Sens en Medemblik, was geboren in de buurt van Fontainebleau. Zijn vader was een vertrouwensman van Dagobert I en Clovis II, en hij had hun grote diensten bewezen in verschillende oorlogen. Maar al was hij geheel in beslag genomen door het kampleven, toch zorgde hij dat zijn zoon een uitstekende opvoeding ontving, en toen Wulfram een duidelijke aanleg vertoonde voor het religieuze leven, liet hij hem de priesterstudie doen.
Maar Wulfram kreeg niet de kans om ongehinderd aan zijn verlangen naar een teruggetrokken leven van studie te voldoen: in 670 werd hij opgeroepen om dienst te doen aan het hof bij Clotarius III en Dirk III, tot aan de dood van zijn vader. In diezelfde tijd raakte de zetel van Sens vacant en Wulfram werd unaniem tot opvolger gekozen. In 693 werd hij bisschop gewijd. Hij bezette deze zetel slechts twee jaar en deed toen afstand ten bate van de oorspronkelijke bisschop van Sens, die uit ballingschap terugkeerde.
Wulfram trok zich enige jaren terug in de abdij van de heilige Wandril om zich voor te bereiden voor een nieuwe taak. Hij schonk al zijn bezittingen weg om de handen geheel vrij te hebben, en in 700 zeilde hij met enige monniken uit naar West-Friesland voor missiewerk. Er was daar een fort gebouwd in Medemblik, dat dienst deed als uitgangspunt. Hij trad vrijmoedig voor koning Radboud en kreeg verlof om het Evangelie te verkondigen. Het land was nog geheel overgegeven aan de afgodendienst en er werden afschuwelijke plechtigheden gehouden.
Daarbij werden kinderen opgehangen als offer aan Wodan of in zee vastgebonden aan staken tot zij verdronken in de opkomende vloed, als offer aan de zeegodin Ran, opdat zij geen stormvloed over het land zou zenden. Deze kinderen werden door loting genomen uit de adellijke geslachten. Wulfram protesteerde hevig, maar vergeefs. Dat waren nu eenmaal de gebruiken van zijn land, zei koning Radboud.
Eens zag Wulfram hoe zulk een jongen opgehangen werd, maar hij werd er niet bij toegelaten. Twee uur later brak het touw en het lichaam viel op de grond. Wulfram boog zich erover heen, bad vurig en het kind herleefde. De jongen hechtte zich met heel ziel aan zijn levensredder, ging later met hem mee en werd monnik in de abdij van Fontenelle. Deze Jona van Fontenelle is het ook die het leven van Wulfram heeft geschreven.
Dergelijke voorvallen maakten natuurlijk een diepe indruk en langzamerhand begon het volk tot het geloof te komen en liet zich dopen. In die tijd valt ook het bekende verhaal over koning Radboud die eveneens op het punt stond zich te laten dopen maar toen terugtrok omdat hij liever bij zijn voorouders in de hel wilde zijn dan zonder hen in de hemel. Deze geschiedenis staat echter niet in de oorspronkelijke levensbeschrijving. waarschijnlijker is dat Wulfram als Frank, dus behorend tot de stam van de erfvijand, niet de meest geschikte missionaris was voor deze streek. Later zullen de Angelsaksische, dus bloedverwante zendelingen zoals Wilfried en Willibrord, meer succes behalen. Toch zal ook het voorbereidende werk van Wulfram daarin een rol hebben gespeeld.
Nadat Wulfram zo 20 jaar in Friesland had gewerkt, verlieten hem zijn krachten. Hij trok zo haastig mogelijk terug naar Fontenelle en stierf daar in vrede, te midden van zijn broeders, in 720, waarschijnlijk tegen de 80 jaar oud.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Niketas de Belijder, bisschop van Apollonia in Bithynië, om de iconenverering in ballingschap gestorven, 9e eeuw; de maagden Alexandra, Klaudia, Eufrasia, Matrona, Juliana, Eufemia en Theodosia, die hun lijden hebben ondergaan in Aminsa in 310; en Myron van Kreta, door de Turken ter dood gebracht in 1793.
Eveneens op deze dag de heilige Urbicus, bisschop van Metz, 450; Remigius, bisschop van Straatsburg, 783; en Benignus, abt van Flay-et-Fontenelle, 723.
De heilige Cuthbert, bisschop van Lindisfarne
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-440/
De heilige Wulfram, bisschop van Sens en Medemblik, was geboren in de buurt van Fontainebleau. Zijn vader was een vertrouwensman van Dagobert I en Clovis II, en hij had hun grote diensten bewezen in verschillende oorlogen. Maar al was hij geheel in beslag genomen door het kampleven, toch zorgde hij dat zijn zoon een uitstekende opvoeding ontving, en toen Wulfram een duidelijke aanleg vertoonde voor het religieuze leven, liet hij hem de priesterstudie doen.
Maar Wulfram kreeg niet de kans om ongehinderd aan zijn verlangen naar een teruggetrokken leven van studie te voldoen: in 670 werd hij opgeroepen om dienst te doen aan het hof bij Clotarius III en Dirk III, tot aan de dood van zijn vader. In diezelfde tijd raakte de zetel van Sens vacant en Wulfram werd unaniem tot opvolger gekozen. In 693 werd hij bisschop gewijd. Hij bezette deze zetel slechts twee jaar en deed toen afstand ten bate van de oorspronkelijke bisschop van Sens, die uit ballingschap terugkeerde.
Wulfram trok zich enige jaren terug in de abdij van de heilige Wandril om zich voor te bereiden voor een nieuwe taak. Hij schonk al zijn bezittingen weg om de handen geheel vrij te hebben, en in 700 zeilde hij met enige monniken uit naar West-Friesland voor missiewerk. Er was daar een fort gebouwd in Medemblik, dat dienst deed als uitgangspunt. Hij trad vrijmoedig voor koning Radboud en kreeg verlof om het Evangelie te verkondigen. Het land was nog geheel overgegeven aan de afgodendienst en er werden afschuwelijke plechtigheden gehouden.
Daarbij werden kinderen opgehangen als offer aan Wodan of in zee vastgebonden aan staken tot zij verdronken in de opkomende vloed, als offer aan de zeegodin Ran, opdat zij geen stormvloed over het land zou zenden. Deze kinderen werden door loting genomen uit de adellijke geslachten. Wulfram protesteerde hevig, maar vergeefs. Dat waren nu eenmaal de gebruiken van zijn land, zei koning Radboud.
Eens zag Wulfram hoe zulk een jongen opgehangen werd, maar hij werd er niet bij toegelaten. Twee uur later brak het touw en het lichaam viel op de grond. Wulfram boog zich erover heen, bad vurig en het kind herleefde. De jongen hechtte zich met heel ziel aan zijn levensredder, ging later met hem mee en werd monnik in de abdij van Fontenelle. Deze Jona van Fontenelle is het ook die het leven van Wulfram heeft geschreven.
Dergelijke voorvallen maakten natuurlijk een diepe indruk en langzamerhand begon het volk tot het geloof te komen en liet zich dopen. In die tijd valt ook het bekende verhaal over koning Radboud die eveneens op het punt stond zich te laten dopen maar toen terugtrok omdat hij liever bij zijn voorouders in de hel wilde zijn dan zonder hen in de hemel. Deze geschiedenis staat echter niet in de oorspronkelijke levensbeschrijving. waarschijnlijker is dat Wulfram als Frank, dus behorend tot de stam van de erfvijand, niet de meest geschikte missionaris was voor deze streek. Later zullen de Angelsaksische, dus bloedverwante zendelingen zoals Wilfried en Willibrord, meer succes behalen. Toch zal ook het voorbereidende werk van Wulfram daarin een rol hebben gespeeld.
Nadat Wulfram zo 20 jaar in Friesland had gewerkt, verlieten hem zijn krachten. Hij trok zo haastig mogelijk terug naar Fontenelle en stierf daar in vrede, te midden van zijn broeders, in 720, waarschijnlijk tegen de 80 jaar oud.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Niketas de Belijder, bisschop van Apollonia in Bithynië, om de iconenverering in ballingschap gestorven, 9e eeuw; de maagden Alexandra, Klaudia, Eufrasia, Matrona, Juliana, Eufemia en Theodosia, die hun lijden hebben ondergaan in Aminsa in 310; en Myron van Kreta, door de Turken ter dood gebracht in 1793.
Eveneens op deze dag de heilige Urbicus, bisschop van Metz, 450; Remigius, bisschop van Straatsburg, 783; en Benignus, abt van Flay-et-Fontenelle, 723.
De heilige Cuthbert, bisschop van Lindisfarne
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-440/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
21 maart
De heilige Serapion was afkomstig uit Sidon, maar met een woordspeling werd hij Sindoniet genoemd: nadat hij zelfs zijn kleren aan de armen had weggegeven toen hij monnik werd, bedekte hij zijn naaktheid met een laken (sindona). Hij behield slechts een Evangelieboek (in die tijd van alleen handgeschreven boeken was elk boek een kostbaar bezit), waarin hij steeds las totdat hij het uit het hoofd kende. En toen iemand hem vroeg wie hem van al zijn kleren had beroofd, antwoordde hij: ‘Dit’, en hij wees op zijn Evangelieboek. Daarna verkocht hij ook dat om de opbrengst aan de armen te kunnen geven..
Eens ging hij met zijn leerling naar de stad en liet zich door hem verkopen aan een heidense theatergroep, die in gemeenschap leefde. Hij diende hen trouw als slaaf en volbracht al hun bevelen. Overdag at hij niets, ‘s avonds nam hij wat brood en water, ‘s nachts bad hij urenlang en zegde zachtjes een van de Evangelies op. De goedhartige lieden die hij diende, kregen steeds meer respect voor hem en kwamen onder zijn bekoring. Tenslotte lieten zij zich dopen en schonken hem uit dankbaarheid de vrijheid, omdat hij hen had vrijgemaakt uit de slavernij van de zonde en de gevangenschap van de duivel. Toen maakte Serapion zich bekend als kluizenaar die niemands slaaf was, en hij gaf hun het geld dat zij voor hem betaald hadden terug. Hij was daar niet meer nodig, al wilden zij hem nog zo graag bij zich houden: hij moest ook anderen tot Christus brengen.
De Geest bracht hem eens naar Rome, waar hij hoorde spreken over een maagd, een recluse, die nooit met een man wilde spreken. Hij ging naar haar kluis en liet haar dienares zeggen dat er een abba uit Egypte gekomen was om haar te spreken. Zij vond het echter niet nodig om met een man te spreken. Serapion bleef toen bij de ingang van de kluis staan, dag en nacht. Toen zij na drie dagen nog bleef weigeren, gaf hij de boodschap dat God hem gezonden had voor haar geestelijk nut. Daarop liet ze hem binnen.
Serapion vroeg haar toen: ‘Waarom zit ge hier?’ Zij antwoordde: ‘Ik zit niet, ik ben onderweg.’ ‘Waarheen?’ ‘Ik ben onderweg naar mijn Heer.’ ‘Leeft ge of zijt ge gestorven?’ ‘Ik geloof dat ik naar het vlees gestorven ben, want het vlees gaat niet naar God.’ ‘Als ik dat moet geloven, kom dan naar buiten en doe wat ik zeg.’ ‘Ik leef hier nu al 25 jaar ingesloten, en als ik naar buiten kom, wat zullen de mensen dan zeggen?’ ‘Voelt een dode dan of de mensen hem prijzen of beledigen? Kom naar buiten om tot inzicht te komen van uw dwaling.’
Uit deze woorden begreep zij dat hij een wijs en heilig man was, en omwille van de nederigheid gehoorzaamde zij en kwam naar buiten. Toen zei Serapion: ‘Ga naakt door de stad zonder u te schamen, dan weet ge of ge werkelijk aan de wereld gestorven zijt.’ Toen begreep ze dat zij te hoog van zichzelf had gedacht, en zij keerde in haar kluis terug met groter deemoed, terwijl Serapion terugkeerde naar de woestijn.
Over zichzelf vertelde hij: ‘Toen ik jong was en onder gehoorzaamheid stond van abba Theodoros, viel het vasten mij zo zwaar dat ik brood van tafel stal om het ‘s nachts heimelijk op te eten. Maar dat bezorgde me zoveel wroeging dat het verdriet groter scheen dan het genot van het eten. Toch kon ik me er niet van losrukken. Eens kwamen er echter broeders die erover spraken dat men zijn geheimste gedachten aan zijn geestelijke vader moet zeggen. Het leek me of dit woord speciaal tot mij gericht was, en ik begon te wenen, wierp me op de grond en vertelde hoe ik gezondigd had. Toen zei mijn oudvader: ‘Vertrouw op God, mijn kind, want door deze deemoed heb je de demon overwonnen, en nu heeft hij geen macht meer over je. En ik voelde hoe een vlam uitging van mijn borst en sinds die dag ben ik, met Gods hulp, niet meer in die zonde gevallen.’
Zo gaf hij onderricht door woorden en daden, en overtuigde ook door wonderen die op zijn gebed geschiedden. En na een vruchtbaar leven is hij opgegaan tot Christus, naar Wie hij zozeer verlangd had, in het jaar 388, toen hij ruim 60 jaar oud was.
Ook nog op deze dag de heilige martelares Maria, gedood te Perge; en vele martelaren in Alexandrië, die onder Konstantios op Goede Vrijdag in de kerken zijn omgebracht.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-441/
De heilige Serapion was afkomstig uit Sidon, maar met een woordspeling werd hij Sindoniet genoemd: nadat hij zelfs zijn kleren aan de armen had weggegeven toen hij monnik werd, bedekte hij zijn naaktheid met een laken (sindona). Hij behield slechts een Evangelieboek (in die tijd van alleen handgeschreven boeken was elk boek een kostbaar bezit), waarin hij steeds las totdat hij het uit het hoofd kende. En toen iemand hem vroeg wie hem van al zijn kleren had beroofd, antwoordde hij: ‘Dit’, en hij wees op zijn Evangelieboek. Daarna verkocht hij ook dat om de opbrengst aan de armen te kunnen geven..
Eens ging hij met zijn leerling naar de stad en liet zich door hem verkopen aan een heidense theatergroep, die in gemeenschap leefde. Hij diende hen trouw als slaaf en volbracht al hun bevelen. Overdag at hij niets, ‘s avonds nam hij wat brood en water, ‘s nachts bad hij urenlang en zegde zachtjes een van de Evangelies op. De goedhartige lieden die hij diende, kregen steeds meer respect voor hem en kwamen onder zijn bekoring. Tenslotte lieten zij zich dopen en schonken hem uit dankbaarheid de vrijheid, omdat hij hen had vrijgemaakt uit de slavernij van de zonde en de gevangenschap van de duivel. Toen maakte Serapion zich bekend als kluizenaar die niemands slaaf was, en hij gaf hun het geld dat zij voor hem betaald hadden terug. Hij was daar niet meer nodig, al wilden zij hem nog zo graag bij zich houden: hij moest ook anderen tot Christus brengen.
De Geest bracht hem eens naar Rome, waar hij hoorde spreken over een maagd, een recluse, die nooit met een man wilde spreken. Hij ging naar haar kluis en liet haar dienares zeggen dat er een abba uit Egypte gekomen was om haar te spreken. Zij vond het echter niet nodig om met een man te spreken. Serapion bleef toen bij de ingang van de kluis staan, dag en nacht. Toen zij na drie dagen nog bleef weigeren, gaf hij de boodschap dat God hem gezonden had voor haar geestelijk nut. Daarop liet ze hem binnen.
Serapion vroeg haar toen: ‘Waarom zit ge hier?’ Zij antwoordde: ‘Ik zit niet, ik ben onderweg.’ ‘Waarheen?’ ‘Ik ben onderweg naar mijn Heer.’ ‘Leeft ge of zijt ge gestorven?’ ‘Ik geloof dat ik naar het vlees gestorven ben, want het vlees gaat niet naar God.’ ‘Als ik dat moet geloven, kom dan naar buiten en doe wat ik zeg.’ ‘Ik leef hier nu al 25 jaar ingesloten, en als ik naar buiten kom, wat zullen de mensen dan zeggen?’ ‘Voelt een dode dan of de mensen hem prijzen of beledigen? Kom naar buiten om tot inzicht te komen van uw dwaling.’
Uit deze woorden begreep zij dat hij een wijs en heilig man was, en omwille van de nederigheid gehoorzaamde zij en kwam naar buiten. Toen zei Serapion: ‘Ga naakt door de stad zonder u te schamen, dan weet ge of ge werkelijk aan de wereld gestorven zijt.’ Toen begreep ze dat zij te hoog van zichzelf had gedacht, en zij keerde in haar kluis terug met groter deemoed, terwijl Serapion terugkeerde naar de woestijn.
Over zichzelf vertelde hij: ‘Toen ik jong was en onder gehoorzaamheid stond van abba Theodoros, viel het vasten mij zo zwaar dat ik brood van tafel stal om het ‘s nachts heimelijk op te eten. Maar dat bezorgde me zoveel wroeging dat het verdriet groter scheen dan het genot van het eten. Toch kon ik me er niet van losrukken. Eens kwamen er echter broeders die erover spraken dat men zijn geheimste gedachten aan zijn geestelijke vader moet zeggen. Het leek me of dit woord speciaal tot mij gericht was, en ik begon te wenen, wierp me op de grond en vertelde hoe ik gezondigd had. Toen zei mijn oudvader: ‘Vertrouw op God, mijn kind, want door deze deemoed heb je de demon overwonnen, en nu heeft hij geen macht meer over je. En ik voelde hoe een vlam uitging van mijn borst en sinds die dag ben ik, met Gods hulp, niet meer in die zonde gevallen.’
Zo gaf hij onderricht door woorden en daden, en overtuigde ook door wonderen die op zijn gebed geschiedden. En na een vruchtbaar leven is hij opgegaan tot Christus, naar Wie hij zozeer verlangd had, in het jaar 388, toen hij ruim 60 jaar oud was.
Ook nog op deze dag de heilige martelares Maria, gedood te Perge; en vele martelaren in Alexandrië, die onder Konstantios op Goede Vrijdag in de kerken zijn omgebracht.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-441/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
22 maart
De heilige Basilios, priester te Ankyra, werd door een ariaanse synode afgezet in 360. Hij liet zich echter niet intimideren en bleef de orthodoxe leer prediken dat de Zoon één van wezen is met de Vader. Door zijn vurig woord en zijn tegelijk zachtmoedig optreden kwamen velen tot de waarheid terug. Toen hij voor Juliaan de Afvallige werd gebracht, liet deze riemen snijden uit zijn huid. Verontwaardigd over deze zinloze wreedheid greep Basilios één daarvan en slingerde die de keizer in het gezicht, terwijl hij riep: ‘Eet dat dan, menseneter!’ Juliaan liet hem toen over het gehele lichaam met gloeiende ijzers doorsteken totdat hij stierf, in 363.
De heilige Kallinika en Basilissa waren twee vriendinnen uit Antiochië, die al op jonge leeftijd besloten hadden maagdelijk te blijven om geheel aan Christus toe te behoren. Zij spraken openlijk daarvan en tijdens de vervolging werden zij dan ook al spoedig gevangen genomen en voor de rechter gebracht. Deze trad eerst met zachtheid op tegen zulke aardige jonge meisjes, die met een man wel tot betere gedachten zouden komen. Maar toen ze beweerden een onzichtbare, eeuwige Bruidegom te hebben, meende hij dat de kennismaking met het beulswerk hen wel van die dwaasheid zou genezen. Hij liet eerst Kallinika, die het meest het woord had gedaan, onbarmhartig folteren‚ in de mening daardoor Basilissa te intimideren. Maar deze kuste vol eerbied het bloed dat uit het lichaam van de gemartelde vloeide. Vol woede liet hij haar eveneens verscheuren en daarna beiden terug in de gevangenis werpen, zonder voedsel of verzorging. Maar hoe brekelijk ze er ook uitzagen, ze lieten zich niet breken en volhardden met zulk een standvastige trouw dat zij tenslotte veroordeeld werden om levend te worden verbrand, te Gallatië in het jaar 252.
De heilige Drosis, een dochter van keizer Trajanus, leefde in Antiochië en had vriendschap gesloten met enkele christenvrouwen die als maagden een gemeenschappelijk leven leidden. Zij voelde steeds meer sympathie voor de christenen en had medelijden met de slachtoffers van de vervolging. Zij kwam er zelfs toe deel te nemen aan hun nachtelijke tochten, wanneer ze naar de executieplaats trokken om de lichamen der martelaren weg te halen en te begraven. Bij zulk een gelegenheid werd zij met vijf anderen betrapt en gevangen genomen. De zaak werd aan de keizer voorgelegd. Deze liet de vijf christenvrouwen verbranden maar zijn dochter in een put werpen. Zij bekruiste zich in naam van de heilige Drie-eenheid, en ontving zo de doop van het water tegelijk met de doop van het martelaarschap.
De heilige Euthymios was een Griek uit de Peloponnesos‚ die in Constantinopel woonde, en later tijdens de Russische oorlog naar Roemenië verhuisde. Daar kwam hij, als rijke koopmanszoon, in aanraking met daar wonende adellijke jongelui, en met hen begon hij een lichtzinnig leven van plezier. In een dronken bui verwenste hij Christus Die al deze genoegens verbood en hij ging over tot de islam, natuurlijk onder geweldige bijval van zijn vrienden.
Toen begon hij zich echter af te vragen wat hij eigenlijk gedaan had, en hij werd door heftige gewetenswroeging gekweld. Hij keerde tot het christendom terug en zocht een schuilplaats op de Athos, die door de Turken vaak als een soort vrijplaats werd behandeld. Hij werd monnik en deed boete door strenge vasten en veelvuldige gebeden gedurende verschillende maanden. Maar hij kon zich niet vergeven dat hij Christus zo minachtend verloochend had, en hij keerde met zegen van zijn geestelijke vader naar Constantinopel terug, om te laten zien dat hij werkelijk christen was geworden. Hij werd gearresteerd, lange tijd gevangen gehouden en herhaaldelijk gefolterd. Toen hij zich niet tot andere gedachten liet brengen, werd hij onthoofd in 1814, op Palmzondag, nauwelijks 20 jaar oud. Zijn relieken bewerkten talrijke wonderen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-442/
De heilige Basilios, priester te Ankyra, werd door een ariaanse synode afgezet in 360. Hij liet zich echter niet intimideren en bleef de orthodoxe leer prediken dat de Zoon één van wezen is met de Vader. Door zijn vurig woord en zijn tegelijk zachtmoedig optreden kwamen velen tot de waarheid terug. Toen hij voor Juliaan de Afvallige werd gebracht, liet deze riemen snijden uit zijn huid. Verontwaardigd over deze zinloze wreedheid greep Basilios één daarvan en slingerde die de keizer in het gezicht, terwijl hij riep: ‘Eet dat dan, menseneter!’ Juliaan liet hem toen over het gehele lichaam met gloeiende ijzers doorsteken totdat hij stierf, in 363.
De heilige Kallinika en Basilissa waren twee vriendinnen uit Antiochië, die al op jonge leeftijd besloten hadden maagdelijk te blijven om geheel aan Christus toe te behoren. Zij spraken openlijk daarvan en tijdens de vervolging werden zij dan ook al spoedig gevangen genomen en voor de rechter gebracht. Deze trad eerst met zachtheid op tegen zulke aardige jonge meisjes, die met een man wel tot betere gedachten zouden komen. Maar toen ze beweerden een onzichtbare, eeuwige Bruidegom te hebben, meende hij dat de kennismaking met het beulswerk hen wel van die dwaasheid zou genezen. Hij liet eerst Kallinika, die het meest het woord had gedaan, onbarmhartig folteren‚ in de mening daardoor Basilissa te intimideren. Maar deze kuste vol eerbied het bloed dat uit het lichaam van de gemartelde vloeide. Vol woede liet hij haar eveneens verscheuren en daarna beiden terug in de gevangenis werpen, zonder voedsel of verzorging. Maar hoe brekelijk ze er ook uitzagen, ze lieten zich niet breken en volhardden met zulk een standvastige trouw dat zij tenslotte veroordeeld werden om levend te worden verbrand, te Gallatië in het jaar 252.
De heilige Drosis, een dochter van keizer Trajanus, leefde in Antiochië en had vriendschap gesloten met enkele christenvrouwen die als maagden een gemeenschappelijk leven leidden. Zij voelde steeds meer sympathie voor de christenen en had medelijden met de slachtoffers van de vervolging. Zij kwam er zelfs toe deel te nemen aan hun nachtelijke tochten, wanneer ze naar de executieplaats trokken om de lichamen der martelaren weg te halen en te begraven. Bij zulk een gelegenheid werd zij met vijf anderen betrapt en gevangen genomen. De zaak werd aan de keizer voorgelegd. Deze liet de vijf christenvrouwen verbranden maar zijn dochter in een put werpen. Zij bekruiste zich in naam van de heilige Drie-eenheid, en ontving zo de doop van het water tegelijk met de doop van het martelaarschap.
De heilige Euthymios was een Griek uit de Peloponnesos‚ die in Constantinopel woonde, en later tijdens de Russische oorlog naar Roemenië verhuisde. Daar kwam hij, als rijke koopmanszoon, in aanraking met daar wonende adellijke jongelui, en met hen begon hij een lichtzinnig leven van plezier. In een dronken bui verwenste hij Christus Die al deze genoegens verbood en hij ging over tot de islam, natuurlijk onder geweldige bijval van zijn vrienden.
Toen begon hij zich echter af te vragen wat hij eigenlijk gedaan had, en hij werd door heftige gewetenswroeging gekweld. Hij keerde tot het christendom terug en zocht een schuilplaats op de Athos, die door de Turken vaak als een soort vrijplaats werd behandeld. Hij werd monnik en deed boete door strenge vasten en veelvuldige gebeden gedurende verschillende maanden. Maar hij kon zich niet vergeven dat hij Christus zo minachtend verloochend had, en hij keerde met zegen van zijn geestelijke vader naar Constantinopel terug, om te laten zien dat hij werkelijk christen was geworden. Hij werd gearresteerd, lange tijd gevangen gehouden en herhaaldelijk gefolterd. Toen hij zich niet tot andere gedachten liet brengen, werd hij onthoofd in 1814, op Palmzondag, nauwelijks 20 jaar oud. Zijn relieken bewerkten talrijke wonderen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-442/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
23 maart
De heilige Nikon, priester-martelaar, met zijn vele leerlingen. Hij was een Napolitaan, zoon van een heidense vader en een christen moeder, beroepssoldaat, knap en sterk. Na een zwaar gevecht was hij met zijn leger als overwinnaar naar Napels teruggekeerd en hij vertelde aan zijn moeder dat hij ook christen wilde worden. Hij nam daarvoor de boot naar Constantinopel, maar onderweg ging hij aan land op het eiland Chios. Daar zocht hij een eenzame plaats en bracht zeven dagen door in gebed om de consequenties van zijn stap te doordenken en er zich op voor te bereiden. Vervolgens trok hij naar de berg Ganos, waar zich een kluizenaars-kolonie bevond. Nikon werd gedoopt en sloot zich bij hen aan en werd drie jaar later priester gewijd, omdat hij tot overste was gekozen.
Langzamerhand kwamen er te veel leerlingen om het leven daar vol te kunnen houden en Nikon begon met negen van zijn leerlingen een zwervend bestaan. Zij gingen eerst naar Mytilene, dan weer aan de geheel andere kant van de Middellandse Zee naar Napels, waar Nikon zijn moeder bijstond in haar laatste dagen en haar begroet. Vervolgens gingen ze naar Sicilië waar ze een geschikte plek vonden op de berg Tauromenië, en het aantal van zijn leerlingen aangroeide tot 199.
De rust daar was echter slechts schijn, ze werden allen gegrepen en voor de rechter gebracht. De leerlingen werden onthoofd maar Nikon moest de volle maat van de woede der vervolgers verduren en hij werd op allerlei manieren gemarteld tot ook hij tenslotte met het zwaard werd gedood, in 260.
De heilige Nikon van het Holenklooster in Kiev was een priester die de eerste volgeling werd van Antonios, de stichter van het Holenklooster, die hem belastte met de opname van de nieuwelingen. Toen hij eens de twee lievelingszonen van de grootvorst van Kiev, Warlaäm en Efraïm, had opgenomen, haalde hij zich de woede van hun vader op de hals, zodat zijn verblijf in het klooster onmogelijk werd. Hij trok zich toen terug op het schiereiland van Tamanj, waar hij de bouw van een kerk organiseerde.
Later keerde hij naar het Holenklooster terug, waar hij enthousiast werd opgenomen en later ook tot abt werd gekozen. Hij was artistiek begaafd en heeft het klooster met fresco’s en mozaïekwerk gesierd. Hij is gestorven in 1088.
De heilige Filetas, de senator, met zijn vrouw Lydia, hun zonen Makedon en Theoprepios en de schrijver Chronides, die onder keizer Hadrianus allen gemarteld moesten worden door de generaal Amfilochios. Deze had bevolen hen in een ketel kokende olie te werpen, maar op het beslissende ogenblik bleek de borrelende olie geheel koud te zijn. In uiterste verbazing riep Amfilochios toen uit: ‘God van de christenen, help ook mij!’, en hij hoofde hoe een stem tot hem sprak: ‘Uw gebed is verhoord: kom hierheen’. Toen de woedende keizer dit hoorde liet hij ook Amfilochios in de ketel olie werpen. Hij liet de olie stoken, dagen lang, maar deze deerde hen ogenschijnlijk niet. Maar toen zij na de aftocht van de keizer samen hun dankgebed baden, ontsliepen zij in de Heer, in de 2e eeuw.
Deze beschrijving is ontleend aan een middeleeuws martyrologion, er bestaat geen oude akte.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Dometios uit Frygië, onthoofd onder Juliaan de Afvallige; Fidelis, ter dood gebracht in Noord-Afrika; daar eveneens Felix met 20 anderen; Dometios, Pelagia‚ Aquila, Eparchios en Theodosia te Caesarea in Palestina; en de priester Theodoulos te Antiochië.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-443/
De heilige Nikon, priester-martelaar, met zijn vele leerlingen. Hij was een Napolitaan, zoon van een heidense vader en een christen moeder, beroepssoldaat, knap en sterk. Na een zwaar gevecht was hij met zijn leger als overwinnaar naar Napels teruggekeerd en hij vertelde aan zijn moeder dat hij ook christen wilde worden. Hij nam daarvoor de boot naar Constantinopel, maar onderweg ging hij aan land op het eiland Chios. Daar zocht hij een eenzame plaats en bracht zeven dagen door in gebed om de consequenties van zijn stap te doordenken en er zich op voor te bereiden. Vervolgens trok hij naar de berg Ganos, waar zich een kluizenaars-kolonie bevond. Nikon werd gedoopt en sloot zich bij hen aan en werd drie jaar later priester gewijd, omdat hij tot overste was gekozen.
Langzamerhand kwamen er te veel leerlingen om het leven daar vol te kunnen houden en Nikon begon met negen van zijn leerlingen een zwervend bestaan. Zij gingen eerst naar Mytilene, dan weer aan de geheel andere kant van de Middellandse Zee naar Napels, waar Nikon zijn moeder bijstond in haar laatste dagen en haar begroet. Vervolgens gingen ze naar Sicilië waar ze een geschikte plek vonden op de berg Tauromenië, en het aantal van zijn leerlingen aangroeide tot 199.
De rust daar was echter slechts schijn, ze werden allen gegrepen en voor de rechter gebracht. De leerlingen werden onthoofd maar Nikon moest de volle maat van de woede der vervolgers verduren en hij werd op allerlei manieren gemarteld tot ook hij tenslotte met het zwaard werd gedood, in 260.
De heilige Nikon van het Holenklooster in Kiev was een priester die de eerste volgeling werd van Antonios, de stichter van het Holenklooster, die hem belastte met de opname van de nieuwelingen. Toen hij eens de twee lievelingszonen van de grootvorst van Kiev, Warlaäm en Efraïm, had opgenomen, haalde hij zich de woede van hun vader op de hals, zodat zijn verblijf in het klooster onmogelijk werd. Hij trok zich toen terug op het schiereiland van Tamanj, waar hij de bouw van een kerk organiseerde.
Later keerde hij naar het Holenklooster terug, waar hij enthousiast werd opgenomen en later ook tot abt werd gekozen. Hij was artistiek begaafd en heeft het klooster met fresco’s en mozaïekwerk gesierd. Hij is gestorven in 1088.
De heilige Filetas, de senator, met zijn vrouw Lydia, hun zonen Makedon en Theoprepios en de schrijver Chronides, die onder keizer Hadrianus allen gemarteld moesten worden door de generaal Amfilochios. Deze had bevolen hen in een ketel kokende olie te werpen, maar op het beslissende ogenblik bleek de borrelende olie geheel koud te zijn. In uiterste verbazing riep Amfilochios toen uit: ‘God van de christenen, help ook mij!’, en hij hoofde hoe een stem tot hem sprak: ‘Uw gebed is verhoord: kom hierheen’. Toen de woedende keizer dit hoorde liet hij ook Amfilochios in de ketel olie werpen. Hij liet de olie stoken, dagen lang, maar deze deerde hen ogenschijnlijk niet. Maar toen zij na de aftocht van de keizer samen hun dankgebed baden, ontsliepen zij in de Heer, in de 2e eeuw.
Deze beschrijving is ontleend aan een middeleeuws martyrologion, er bestaat geen oude akte.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Dometios uit Frygië, onthoofd onder Juliaan de Afvallige; Fidelis, ter dood gebracht in Noord-Afrika; daar eveneens Felix met 20 anderen; Dometios, Pelagia‚ Aquila, Eparchios en Theodosia te Caesarea in Palestina; en de priester Theodoulos te Antiochië.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-443/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
24 maart
De heilige Zacharias de Egyptenaar was de zoon van Karion die zijn vrouw en de andere kinderen verlaten had om monnik te worden. Hij had Zacharias meegenomen om de last voor zijn vrouw te verlichten, en omdat deze reeds jong aanleg voor het gebedsleven had getoond. In Sketis overtrof hij inderdaad velen van de oudere monniken. Hij was zozeer van genade vervuld dat er een brandende gloed van hem uitging. Ondanks zijn jeugd spraken de grote oudvaders Makarios, Mozes en Pimen over hem met bijzondere hoogachting en zij vroegen ook naar zijn mening. Hij gaf die echter pas nadat zij daar ernstig op hadden aangedrongen. Op deze wijze gaf hij antwoord op de vraag wat een monnik is, namelijk het zichzelf in alles geweld aandoen. Hij is op jonge leeftijd gestorven.
De heilige Artemon, bisschop van Seleukië, zijn geboortestad. Hij was aangesteld door de heilige apostel Paulos. Hij is in hoge ouderdom in vrede ontslapen, nadat hij zijn gelovigen steeds nader tot Christus had gebracht en als een vader voor hen had gezorgd.
De heilige Parthenios III, patriarch van Constantinopel, 1656-1657, afkomstig van Mytilene‚ was eerst bisschop geweest van Chios. Nadat hij op een valse beschuldiging van landverraad voor de rechter was gebracht, verviel hij in de verplichting om de islam aan te nemen. Toen hij dit weigerde, werd hij door de Turkse bezetting op Lazaroszaterdag (24 maart) van het jaar 1657 door verwurging om het leven gebracht. Na drie dagen werd zijn lichaam in zee geworpen. Het werd eruit gehaald en begraven in het klooster van de heilige Moeder Gods Kamariotissa op Chalki.
De heilige Zacharias ‘de opene’, leefde als recluus, ‘ingeslotene’, bij Charsikios, maar legde zich zozeer toe op de gastvrijheid dat hij ‘de opene’ werd genoemd.
De heilige Stefanos en Petros waren moslims die leefden in Kazan. Door hun contacten met hun Russische stadsgenoten leerden zij Christus kennen en zij wilden bij Hem behoren. Stefanos werd daarbij van een 20-jarige verlamming genezen. Zij lieten zich dopen en moesten hiervoor met hun leven boeten: ze werden dood gefolterd, in 1552.
De heilige Abramios van de berg Latros had reeds als kleine jongen besloten monnik te worden. Zodra hij opgegroeid was, deelde hij al zijn bezittingen aan de armen uit en trok zich, in uiterste armoede, in ascese terug. Toen de aandacht te zeer op hem werd gevestigd, ging hij in eenzaamheid op de berg Latros leven, waar een asceten-gemeenschap woonde. Hij werd een stralen voorbeeld van christelijk leven en bracht daardoor velen tot het heil. Daar is hij ook in vrede ontslapen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-444/
De heilige Zacharias de Egyptenaar was de zoon van Karion die zijn vrouw en de andere kinderen verlaten had om monnik te worden. Hij had Zacharias meegenomen om de last voor zijn vrouw te verlichten, en omdat deze reeds jong aanleg voor het gebedsleven had getoond. In Sketis overtrof hij inderdaad velen van de oudere monniken. Hij was zozeer van genade vervuld dat er een brandende gloed van hem uitging. Ondanks zijn jeugd spraken de grote oudvaders Makarios, Mozes en Pimen over hem met bijzondere hoogachting en zij vroegen ook naar zijn mening. Hij gaf die echter pas nadat zij daar ernstig op hadden aangedrongen. Op deze wijze gaf hij antwoord op de vraag wat een monnik is, namelijk het zichzelf in alles geweld aandoen. Hij is op jonge leeftijd gestorven.
De heilige Artemon, bisschop van Seleukië, zijn geboortestad. Hij was aangesteld door de heilige apostel Paulos. Hij is in hoge ouderdom in vrede ontslapen, nadat hij zijn gelovigen steeds nader tot Christus had gebracht en als een vader voor hen had gezorgd.
De heilige Parthenios III, patriarch van Constantinopel, 1656-1657, afkomstig van Mytilene‚ was eerst bisschop geweest van Chios. Nadat hij op een valse beschuldiging van landverraad voor de rechter was gebracht, verviel hij in de verplichting om de islam aan te nemen. Toen hij dit weigerde, werd hij door de Turkse bezetting op Lazaroszaterdag (24 maart) van het jaar 1657 door verwurging om het leven gebracht. Na drie dagen werd zijn lichaam in zee geworpen. Het werd eruit gehaald en begraven in het klooster van de heilige Moeder Gods Kamariotissa op Chalki.
De heilige Zacharias ‘de opene’, leefde als recluus, ‘ingeslotene’, bij Charsikios, maar legde zich zozeer toe op de gastvrijheid dat hij ‘de opene’ werd genoemd.
De heilige Stefanos en Petros waren moslims die leefden in Kazan. Door hun contacten met hun Russische stadsgenoten leerden zij Christus kennen en zij wilden bij Hem behoren. Stefanos werd daarbij van een 20-jarige verlamming genezen. Zij lieten zich dopen en moesten hiervoor met hun leven boeten: ze werden dood gefolterd, in 1552.
De heilige Abramios van de berg Latros had reeds als kleine jongen besloten monnik te worden. Zodra hij opgegroeid was, deelde hij al zijn bezittingen aan de armen uit en trok zich, in uiterste armoede, in ascese terug. Toen de aandacht te zeer op hem werd gevestigd, ging hij in eenzaamheid op de berg Latros leven, waar een asceten-gemeenschap woonde. Hij werd een stralen voorbeeld van christelijk leven en bracht daardoor velen tot het heil. Daar is hij ook in vrede ontslapen.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-444/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen
-
- Berichten: 798
- Lid geworden op: 08 jul 2020, 19:56
- Man/Vrouw: M
- Locatie: Noord-Brabant
Re: De levens van de heiligen voor elke dag - maart
25 maart
De heilige Humbert van Marolles, geboren te Malzières aan de Oise in een adellijk gezin, was van kind af bijzonder geïnteresseerd in godsdienstige zaken. Zijn ouders stuurden hem daarom naar een klooster in Laon, waar hij ook priester werd gewijd. Hij bleef daar tot aan de dood van zijn ouders, maar moest toen vertrekken om de aanzienlijke erfenis te regelen. Met de zegen van de bisschop en de abt ging hij naar Maizières terug, waar hij een teruggetrokken leven leidde.
Daar kreeg hij bezoek van de heilige Amandus die juist de bisschopszetel van Maastricht had opgegeven en hij vergezelde hem op zijn reis naar Rome. ln overleg met hem ging hij nu naar het nieuw opgericht klooster Marolles in Henegouwen, aan een zijriviertje van de Samber. Omdat hij daar de rest van zijn leven wilde blijven, schonk hij het heel zijn bezit. De armelijke kluis werd nu een machtig instituut.
Humbert verliet zelden het klooster, maar af en toe bezocht hij de heilige Aldegonda, abdis van Maubeuge, met wie hij door een diepe geestelijke vriendschap was verbonden. Hij wordt soms de abt van Marolles genoemd; in ieder geval waren er leerlingen die zich aan zijn persoon hadden verbonden, en in wier armen hij is gestorven in 680, op het feest van de verkondiging.
De heilige Erbland (Hermelandus), geboren te Noyons, leefde aan het hof van Clotarius III als opperschenker. Toen men hem wilde uithuwelijken gaf hij te kennen monnik te willen worden. Met toestemming van de koning trad hij in 668 in het klooster van de heilige Wandril te Fontenelle, in die tijd bestuurd door de heilige Lambertus. Daar onderscheidde hij zich spoedig door zijn grote vroomheid, zodat hij priester werd gewijd. Sindsdien vierde hij dagelijks de heilige Mysteriën, waarop hij zich voorbereidde door voortdurende versterving.
Later werd hij uitgezonden, aan het hoofd van twaalf monniken, om een nieuw klooster te stichten op het eiland Aindres, in de buurt van Nantes. De nieuwe abdij stond onder bescherming van Childebert III, en kwam tot grote bloei als een centrum van geestelijk leven, van waaruit vele andere stichtingen zijn gedaan. Tijdens de grote vasten trok hj zich als kluizenaar terug op een ander eiland, om zich voor te bereiden op het grote Paasfeest. Voor zijn monniken was hij zorgzaam in hun zwakheden, maar voor zichzelf handhaafde hij zijn strenge ascese tot in zijn laatste ouderdom. Hij is gestorven tussen 710 en 715.
De heilige Camin, abt van lniskeltra, stamde uit een koninklijk geslacht in Ierland. Hij had zich in de eenzaamheid teruggetrokken op het eiland Iniskeltra, waar hij een uiterst ascetisch leven leidde. Maar juist daardoor kwamen er zoveel leerlingen bij hem, dat hij genoodzaakt was een klooster te bouwen, dat een der beroemdste werd van de 7e eeuw. Hoewel hij zwak van gestel was, verdiepte hij zich met grote energie in de studie en hij schreef een commentaar op de psalmen in hun Hebreeuwse tekst. Hij is gestorven in 653.
De heilige Doula was een slavin, gekocht door een Griekse soldaat in Nikomedië. Zij weerstond aan al zijn pogingen om haar te misbruiken en werd in een aanval van woede door hem gedood.
De heilige Quirinus werd in 269 in de gevangenis met het zwaard afgemaakt, waarna zijn lichaam in de Tiber werd geworpen. Daaruit werd het gered door de priester Pastor, die het begroet op het Pontiani-kerkhof.
Heilige Theodosia
Ook nog op deze dag de heilige maagd-martelaressen: Pelagia en Theodosia, ter dood gebracht met het zwaard, na marteling en gevangenschap, te Nikomedië; en daar ook 260 martelaren.
Eveneens op deze dag de heilige Pelagios, bisschop van Laodicea, in ballingschap onder Valens, maar daarna op zijn zetel hersteld.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-445/
De heilige Humbert van Marolles, geboren te Malzières aan de Oise in een adellijk gezin, was van kind af bijzonder geïnteresseerd in godsdienstige zaken. Zijn ouders stuurden hem daarom naar een klooster in Laon, waar hij ook priester werd gewijd. Hij bleef daar tot aan de dood van zijn ouders, maar moest toen vertrekken om de aanzienlijke erfenis te regelen. Met de zegen van de bisschop en de abt ging hij naar Maizières terug, waar hij een teruggetrokken leven leidde.
Daar kreeg hij bezoek van de heilige Amandus die juist de bisschopszetel van Maastricht had opgegeven en hij vergezelde hem op zijn reis naar Rome. ln overleg met hem ging hij nu naar het nieuw opgericht klooster Marolles in Henegouwen, aan een zijriviertje van de Samber. Omdat hij daar de rest van zijn leven wilde blijven, schonk hij het heel zijn bezit. De armelijke kluis werd nu een machtig instituut.
Humbert verliet zelden het klooster, maar af en toe bezocht hij de heilige Aldegonda, abdis van Maubeuge, met wie hij door een diepe geestelijke vriendschap was verbonden. Hij wordt soms de abt van Marolles genoemd; in ieder geval waren er leerlingen die zich aan zijn persoon hadden verbonden, en in wier armen hij is gestorven in 680, op het feest van de verkondiging.
De heilige Erbland (Hermelandus), geboren te Noyons, leefde aan het hof van Clotarius III als opperschenker. Toen men hem wilde uithuwelijken gaf hij te kennen monnik te willen worden. Met toestemming van de koning trad hij in 668 in het klooster van de heilige Wandril te Fontenelle, in die tijd bestuurd door de heilige Lambertus. Daar onderscheidde hij zich spoedig door zijn grote vroomheid, zodat hij priester werd gewijd. Sindsdien vierde hij dagelijks de heilige Mysteriën, waarop hij zich voorbereidde door voortdurende versterving.
Later werd hij uitgezonden, aan het hoofd van twaalf monniken, om een nieuw klooster te stichten op het eiland Aindres, in de buurt van Nantes. De nieuwe abdij stond onder bescherming van Childebert III, en kwam tot grote bloei als een centrum van geestelijk leven, van waaruit vele andere stichtingen zijn gedaan. Tijdens de grote vasten trok hj zich als kluizenaar terug op een ander eiland, om zich voor te bereiden op het grote Paasfeest. Voor zijn monniken was hij zorgzaam in hun zwakheden, maar voor zichzelf handhaafde hij zijn strenge ascese tot in zijn laatste ouderdom. Hij is gestorven tussen 710 en 715.
De heilige Camin, abt van lniskeltra, stamde uit een koninklijk geslacht in Ierland. Hij had zich in de eenzaamheid teruggetrokken op het eiland Iniskeltra, waar hij een uiterst ascetisch leven leidde. Maar juist daardoor kwamen er zoveel leerlingen bij hem, dat hij genoodzaakt was een klooster te bouwen, dat een der beroemdste werd van de 7e eeuw. Hoewel hij zwak van gestel was, verdiepte hij zich met grote energie in de studie en hij schreef een commentaar op de psalmen in hun Hebreeuwse tekst. Hij is gestorven in 653.
De heilige Doula was een slavin, gekocht door een Griekse soldaat in Nikomedië. Zij weerstond aan al zijn pogingen om haar te misbruiken en werd in een aanval van woede door hem gedood.
De heilige Quirinus werd in 269 in de gevangenis met het zwaard afgemaakt, waarna zijn lichaam in de Tiber werd geworpen. Daaruit werd het gered door de priester Pastor, die het begroet op het Pontiani-kerkhof.
Heilige Theodosia
Ook nog op deze dag de heilige maagd-martelaressen: Pelagia en Theodosia, ter dood gebracht met het zwaard, na marteling en gevangenschap, te Nikomedië; en daar ook 260 martelaren.
Eveneens op deze dag de heilige Pelagios, bisschop van Laodicea, in ballingschap onder Valens, maar daarna op zijn zetel hersteld.
https://orthodoxasten.nl/evenementen/he ... e-dag-445/
Moge de Heer u zegenen vanuit Sion, moogt gij het welzijn van Jeruzalem zien al uw levensdagen